Dit heet de grond uitkijken. Intussen lig ik wel op
de stoppels.
Ik kan me de volgende week beter als een superluie
en traag vretende panda gaan gedragen. Bij 30 graden of meer wordt het uitvoeren
van een regendans waarschijnlijk te vermoeiend en te pijnlijk voor mijn spieren
en pezen.
Een oxycodonnetje mag ook al niet meer, dus reken
niet op enige actie van mijn kant.
Iedere avond, als de zon verdwijnt en de duisternis
gaat vallen loop ik naar de pomp.
Ik hoop niet, dat hij droog wordt gelegd. Het is
wel mijn benzine.
Er zit steeds minder druk op de straal en dan neemt
mijn straal ook teveel af.
Ze krijgen hier dan last van Dubbele Grote
Vergelers.
Het wordt gewoon slapen met de kop op het kussen
tot Piet Paulusma met beter weer komt aanzetten.
Die Oostvaardersplassen buiten kunnen me nu echt
gestolen worden.
Het is maar goed, dat ik net mijn winterjas aan de
kapstok heb gehangen. Wat een hitte de afgelopen week. Mijn poolkap is bijna
gesmolten.
Jullie weten zo onderhand wel, dat mijn lijf voor
50% uit de Noordpool komt en dan wordt het afzien bij die hoge temperaturen. De
25% slimme wolf, waaruit ik besta, heeft me gelukkig ingefluisterd vooral niet
te veel te bewegen. Dat kwam me heel goed uit. Ik heb alle relaxstandjes
geprobeerd.
Hier ga ik er met gestrekte voorpoten in. Gras is koel en dat moet je benutten.
Die half afgevreten Kong leg ik er voor de show bij. Wekt een vermoeden van
enige actie. Staart iets omhoog, dan lucht het lekker door. StandjeOnderbuik
noem ik dit. Mijn ogen vallen vanzelf dan dicht. Een echte aanrader.
Dit is StandjeUithijgen. Dat moet je doen op nog koude stenen. Kan alleen maar
s morgens vroeg. Van belang is de zijligging. Met de billen op elkaar voel je
de naden tussen de stenen niet en krijg je geen zand aan de edele delen. (Die
vriendin van me wil alleen maar ballen. Niet naar kijken dus.)
Boven de grond vang je meer wind. Dit noem ik DeHogeBomenStand. Kan ik net boven
het maaiveld uitkijken. Zorg wel, dat je aan vier kanten vrij bent.
Tegen een heg aan is namelijk dom, als die de wind vangt. Er door heenkijken of
je hem ziet is nog dommer.
Bij ernstige hitte moet je de AircoRelaxstand aannemen t Is dan wel binnen,
maar je hebt geen last van gekriebel en gezoem van allerlei rare
beestjes.
Dit is namelijk de VragenOmMoeilijkhedenStand. Je begeven in het natte, hoge
gras. Voor je het weet heb je weer erwten op je kop, in je nek, onder je oksel.
Ze zijn op je bloed uit. Krijg je die nagels van je bazin in je vel om ze eruit
te trekken. Kun je weer Slachtofferhulp bellen om je beklag te doen dat je
bultjes hebt.
Ik inspecteer vaak eerst het gras. Maar ja, dat vergeet je, als je met elkaar
aan het knoeien bent.
En altijd maar weer die Kong, hè. Ik heb haar al ingeschreven bij een
verslavingskliniek.
Ook al fluister ik dat in haar oor, luisteren ho maar!
Als het s avonds koel is ga ik pas uit mijn dak. Je moet toch gas geven. Kunnen
ze de kraan in Groningen wat eerder dichtdraaien. Het gras groeit hier volop.
Doneren aan de de Oostvaardersplassen zou een mogelijkheid zijn. Het is jammer,
dat hier geen schapen grazen.
Alleen ponys en die kan ik niet aanvreten en mag ik niet opjagen.
Soms moet ik overdag in de hete zon bewegen. Heb ik iets op gevonden.
StandjeTrekkendStandbeeld. Lichtelijk meedeinen met het gebit. Kost weinig
energie. Het zou misschien een goed idee zijn om wat zonnepanelen op mijn rug te
plaatsen.
Je moet de schaduwzijden opzoeken om de hitte af te voeren. Contact houden met
de aarde is overigens altijd aan te bevelen.
En drinken uit de vijvers. Er gaat namelijk niets boven water met vissenpoep en
kikkerdril. Ik laat Costa voorproeven. Gebeurt er een kwartier niets, dan weet
ik, dat het veilig is.
Ik moet stoppen. De hitte is voorbij. Ik moet achter de ratten aan met
Kaytie.
Er is hier iemand, die mij altijd treitert. Ze
daagt me uit, wil met me vechten, moordend keihard met me rennen. Ze heeft
helemaal geen inlevingsvermogen hoe ik me voel. Daardoor moet ik steeds
inleveren. Mijn bazin kent het probleem. Die heeft echter een heel groot
inlevingsvermogen. Anders was dit portret er allang uitgevlogen. (Corendon,
slechts 25 euro enkele reis België)
Je ziet het al aan haar blik. Zo loenig als die
Noord-Koreaan.
Als ze geen bal of Kong of restanten van die twee
in haar bek heeft is ze niet te genieten. Heeft ze wel wat in haar bek, dan
loert ze op me. (Imitatie Bordergrond-Collie)
Als ik beweeg (en ik houd me vaak heel stil)
dan sjeest ze met een enorme vaart op me af
om die Kong in mijn bek te douwen óf
om naast me te lopen (waar is het handtasje?) óf
om samen aan de bal te trekken.
Vandaag had ik mazzel. Het was voor zeer langdurige
trekpartijen te heet.
Zelfs ging die troela er bij zitten. (Stopzetting
kern-programma)
Maar toch weer Tinderig de hele tijd naar me lonken.
(Dat kan ze niet laten)
Wegens uitblijven van reactie op avances ging ze er
zuchtend en steunend bij liggen. Maar ja, wat wil je met zon Kong in je bek.
Amper een gat te vinden om je lucht weg te krijgen.
Toen ik mijn dorst ging lessen in de vijver begon zij onmiddellijk met de voortzetting van haar steevast liederlijke gedrag.
Mept zij de bal niet in plantenbakken of emmers of
kruiwagens of stoelen, dan mept zij hem wel in het water. (Koersgerichte
projectielen)
Ze plokt hem er in, gaat dan vervelend lopen mechelen
in de hoop, dat een ander hem er uit vist en lukt dat dan niet
dan probeert ze hem tevergeefs te pakken te krijgen door
als een juffertje op de rand van de vijver te staan wiebelen (er mocht eens een
teennagel nat
worden..)
en vervolgens te hengelen middels waterverplaatsing via
poot. (Ach, gut, toch nat, wordt opnieuw zwart lakken...)
Dan heeft ze hem weer en
begint het dramspelletje weer opnieuw.
Om aandacht te vragen legt ze de Kong dan bijna in mijn
kont. Ik reageer niet. (Stroop is lekkerder)
Zoekt ze een ander. Jammer voor haar, dat dit geen
succes had. (Bij een voorgaande plok-aanval was er al een oor af gegaan)
Ik sluit mn ogen maar voor alles. Begrijp mijn bazin
echt niet. Met Costa heb je hier geen rust. Er moeten toch mogelijkheden zijn
voor opvang elders.
Straks zit ik met een post-traumatisch stress
syndroom.
Gelukkig heb ik Kaytie nog. We suffen wat af met zn
2-en.
Ik ga nu maar mijn bloemetjes voor Koningsdag
bewateren.
Het ras Tamaskan bestaat eigenlijk niet. Althans
niet officieel. Daar ben ik wel heel blij mee.
Ik heb geen plat geslagen neus.
(Hooguit een fotografisch gescalpeerde kop. Hier in Overijssel zijn ze wel eens
meer dronken.)
Had ik zon snorkel-neus, dan had-ie hier wel op de
foto gestaan. Onhonds, als je je neus niet overal in kan steken.
Ik ruik dus als de beste. Het voorjaar komt zo prettig mijn neus binnen. Ook het
aroma van de Paasvuren afgelopen weekend. De cultuur stroomt zo bij je binnen.
Daar zwarte pieten ze nu bij het RIVM over. Advies: meng je met het Oosten. Daar
komen de wijzen vandaan.
Mijn hersenen kan ik ook heel goed kwijt. Ik heb
zoveel ruimte over, dat er nog aardig wat rek in zit. Mijn bazin is het hier
niet mee eens. Ze vindt mijn schedel al genoeg gevuld.
Ik heb ook een rechte rug. Kan ik iedere hond
aanraden.
Ik zet gewoon mijn voorpoten hoog als ik van achteren een skibaan wil. Laat ik
alles van me afglijden en dan voel ik me even kyno!
Dat ik tweemaal per jaar verhaar komt door mijn
uitstekende lichamelijke conditie.
Het dooie spul schud ik als een windmolen van me af en zo zorg ik voor
koolmeesmatrasvulling. Eco-er kan niet.
Ik zie er sinds twee dagen heel anders uit. Ik moet worden geplukt. Mijn bazin
is daar niet goed in. Ze laat hier de bloemen ook staan.
Ik ken daarom wel hartproblemen. Lentekriebels.
Komt door al die bosjes narcissen. De Keukenhof
heeft namelijk ook hier een dependance. Vanwege het dicht geslibde westen. (Af
en toe een beetje water geven bevordert trouwens de gele kleur)
Voor de beluchting draag ik tevens zorg. Door mijn sterke poten en gebrek aan
OCD/ED veeg ik de boel zo aan de kant.
(De verhuizing van een heel bosje vindt dan ook als
bijwerking soms plaats)
Ik heb het vaak op mijn heupen, maar gelukkig niet aan mijn heupen.
Mijn staart is genetisch ook niet slap, al ben ik
niet gecoupeerd.
Ik kan hem wuft of stoer alle kanten opdragen. Hoef hem niet te kammen en te
föhnen. Ook Tamaskan.
Ik ben dus een pure bastaard. Niet erkend door de
Raad van Beheer. Die hebben gewoon een te kleine schedel. Gaan mopserig door het
leven. De mensheid moet juist blij zijn met mengsmering onder honden. Best of
more worlds.
Ik voel mij er niet minder om. Polig van achter,
herder van voren en wolf van binnen. (Die lammetjes, hè....)
Vandaag heb ik mij op het bankwezen gestort. Overal
zie ik hier banken. Ze verrijzen als paddenstoelen uit de grond. Het stomme is,
dat er bijna nooit op die banken iets wordt gestort. Ze hebben hier niet eens de
tijd om hun eigen lijf er op te zetten.
Nu de winter voorbij is vond ik het vanmorgen tijd
worden voor een inspectie. Omdat er nagenoeg nooit iemand op zit is het ook niet
zeker, dat er iemand door gaat zakken.
Op dus naar de eerste bank. Voelt goed zo tussen de
violen. Hier wordt wel eens gezeten om met de stal in de rug naar de volière te
kijken. Ik probeer iedere ochtend om door het
gaas een kwartel naar me toe te harken, maar helaas is mijn poot te groot. Als
de bazin me dan streng toespreekt ben ik gewoon even zo doof als een
kwartel.
Dit is de picknick-bank, mijn privé uitkijktoren. Als ik
waak wordt hier niks gepickt. Ik vind hem wel een beetje ingesleten. Even extra
gesprongen. Ik ging er niet doorheen. Kan nog een stief kwartiertje blijven
staan. Gewoon Herman den Blijker nooit uitnodigen.
Ik moet toegeven: de bazin zit hier wel eens op bij mooi
weer. Kan ze mij en Costa zien klieren met ballen en takken en met
elkaar.
Ik ga er gauw af. Te smal voor mijn getrainde torso. Ik moet wel goed uitkijken,
dat ik geen krokus raak. Ben ik weer niet eco genoeg.
Mooi bankje om naar binnen te gluren. Niemand thuis in
de Herdershut, zo te zien. Voelt stevig aan. Nog maar niet aanmelden bij Bouwval
gezocht.
Aangenaam staan. Blik op de geitenwei. Kan ik Jozefien
goed in de gaten houden. Altijd dat gemekker van die meid. Hondenbelasting
eruit, geitenbelasting erin. Bij de Kieswijzer kon ik er in mijn gemeente niets
over vinden.
Laten we het hier maar niet over hebben. Brocante
roesttroep. Als je opstaat heb je de gele splinters aan je achterste hangen. Een
Wehkampje. Ik heb begrepen, dat-ie eerdaags in de wei wordt gesmeten en wordt
vervangen voor beach-stoelen. Hoe verzin je het in het binnenland. Die krengen
staan nu nog ingepakt.
Kijk, hier word ik nou treurig van. Typische
bouwmaterialen. U-blokken en een paar planken. Niet eens een leuning. Als je per
ongeluk indommelt val je er geheid af. Er staat nog zon mormel op het bospad.
Op naar het stenen gedeelte. Mooie natuurlijke vormen.
Ik zie nu, dat er een paar gaten in zitten. Die zitten ook in mij. Ik kan zo
niet ontdekken, waar deze toe dienen.
Deze is veel steviger. Komt uit de vorige tuin van de
bazin. Heeft de bankencrisis doorstaan. Als ik er op pas, op mijn manier, krijg
ik vast een vette bonus.
Heb ik helemaal niet nodig, maar ik houd van
stapelen.
Wel klein, maar geschikt om over de uitgestrekte weiden
tot de horizon te kijken. Verruimt mijn blik. Zon blik op het groen zouden ze
ook in de Oostvaardersplassen moeten hebben. Corendon zou beter zijn vluchten
naar het zuiden kunnen vullen met Koningspaarden. Kunnen ze daar net zo ver
kijken als ik.
Ik moet weer verder met mijn bankinspectie. Deze bank op
de boomgaard vereist scherp toezicht. Bij het maaien wordt-ie omgegooid en dan
schiet de zitting er uit. Gooien ze hem terug, dan komt het meestal wel weer
goed. Niet geheel te vertrouwen. Kan het melden aan Pieter van Vollenhoven. Denk
er wel over na.
Deze bank is gewoon betrouwbaar. RVS. Ik kan goed naar
binnen kijken in de rooie kamer en omhoog naar de muizen, die achter de houten
bekisting in de nok zitten. Wat heeft een muis wat ik niet heb. Ik kom er niet.
Zo spijtig.
Wicker-setje. Noemen ze trendy. Bij storm vliegt-ie weg.
Die stoelen horen er bij. Ik vind ze tamelijk laag bij
de grond.
Heeft geen inspectie nodig. Nieuwe bank van Kees Smit.
Erg in, die Kees Smit. Ik heb toch maar een rondje gelopen.
Dit is de ouwe boombank. Staat om de magnolia. Ik kijk
wel uit om daar op te gaan staan. Verrot aan de poten. Ik wil die van mij graag
heel houden..
Fijne stationsbank. Goede bank, slechte naam. Er is
hier nog nooit een trein gestopt. Mis dus wel een spiegelei. Morgen toch maar
even bij de kippen langs.
Ook een nieuwe bank. Volgens mij heeft ze een bank
beroofd om er één te kopen.
Mijn taak zit er vandaag weer op. Als jullie
denken, dat ik hier alle banken heb gehad, dan hebben jullie dat mis. Ik moet er
nog drie doen morgen.
Ik vind het even belangrijker om met Kaytie op
muizenjacht te gaan in het hunebed. Dat heet samenwerking tussen twee partijen.
We hebben vaak een andere visie, maar ons doel is hetzelfde: de muis in ons net
slepen. Referendum overbodig. We doen het toch.
Al twee jaar ben ik nu in het mensenrijk en rijk
zijn ze, in woorden dan en soms snap ik er geen hout van.
Bijvoorbeeld: Sta ik zo in mijn kracht? Dan denk ik: Moet ik mijn staart dan
nog hoger doen?
Of geef ik wel genoeg feedback? Of betekent dit, dat
ik een reerug op moet gaan eten?
Of ben ik zo wel dicht genoeg bij mezelf? Ik ben
gewoon niet korter.
Of doen we op deze manier ons best om te scrummen?
Moet ze alleen niet zo inhalig doen.
Is dit mijn back office of ben ik hier een back-end
developer? Het is anders een aardig opstapje, hoor!
Kom ik misschien zo ín mijn flow?
Vormen we hier een zelfsturend team?
Durven we hier te dromen? (Waarom heb ik nog geen
papadag...).
Moet ik echt met dit geval verplicht gaan coachen? Ze
ziet me aankomen. Krijg vast een hakje.
Of moet ik op een stromat yoga gaan doen met de geit?
Kom ik nooit meer in mijn flow.
Is dit misschien brainstormen? Krijg er wel koppijn
van.
Doe ik zo een poging mijn horizon te verbreden? Verder dan het hek daar kom ik niet.
Ik trek me er gewoon niets meer van aan. Zit,
af en blijf zijn soms ook al DDOS-aanvallen voor me. Dan komt er helemaal niets meer bij mij binnen. Zeker als mijn
vriendinnen loops zijn.
Als ze zo naar me kijkt kan ik beter maar gaan
liggen.
Al heb ik van tevoren bij zit alles al in stelling
gebracht.
Ik blijf nog maar een beetje op de achtergrond.
Met drie commandos kom ik makkelijk aan mijn end.
De Luizenmoeder moet gauw die andere luizen maar uit mijn pels
verwijderen.
Momenteel zit ik in oorlogsgebied. Misschien wel
een aanval van Noord-Korea. Over de berg en in de weilanden rondom wordt
geschoten. Ik zie exploderende melkbussen, waaruit met vliegende vaart
voetballen schieten en raceponys. Die vliegen, net als die voetballen, maar dan
laag om zo, denk ik, het geluid proberen voor te zijn. De belegering houdt nog
wel even stand tot middernacht. Dan hakt men de tijd door. Er is dan opeens weer
een ander jaar. Vreemde gewoonte, want volgens mij verandert er niks.
Costa is nog even vervelend als altijd.
Blijft erg inhalig.
Mijn bewakings-CAO is niet aangepast. Ik sta nog steeds op flex-loon.
En de krul zit ook nog in mijn staart.
Als er opeens vannacht een ander jaar is, moet je
alles van het oude jaar nog eens goed liggen doorkauwen.
Al kauwende schiet dan als vuurwerk het hele jaar aan je voorbij.
Je moet dan zeker niet denken aan Roos, die overal met haar neusgaten bij wil
zijn. En haar manen weigert te kammen. Neem extensions, meid, dan lukt die
selfie vast beter.
Ook niet aan het aanmatigende gesis van een luchtballon, die in het afgeknipte
jaar je avondrust verstoort.
Of aan Kaytie, die zachtjes een poepje laat, dan de andere kant onschuldig
uitkijkt en mij in een walm van verrotting zet. Ik denk, dat er sjoemelsoftware
in haar zit.
#ikook (niet te verwarren met ik kook, alhoewel het bijna zo ver met me was)
sloeg ook op mij het afgelopen jaar. Costa probeerde mij in een zeer onflatteus
badpak te verleiden en ik was daar nog helemaal niet aan toe.
Ik probeerde mij zo genderneutraal als mogelijk op
te stellen om niet getraumatiseerd te raken en een psychiater nodig te hebben,
want die zijn er niet genoeg.
Het lukte me niet altijd goed om een trauma te voorkomen. Ik werd er
hieperdepiep van.
Ook die Fipronil-eieren hebben me niet lekker gezeten. Ze konden onmogelijk uit
de ei-tunnels van onze kippen komen, maar wie weet wat voor troep er in hun
kippenvoer zit. Ik eet graag een vers, warm, net gelegd eitje en daar moet ik
geen gekke gedachtes bij krijgen. Voor hetzelfde geld zit er arsenicum of
abrikozenpit in de dooier of, spaar me, in mijn vleesmaal Hepatitus E.
Ik kan er de meest bizarre complottheorieën over
verzinnen, die dan weer nepnieuws worden. Trump heeft bijvoorbeeld getwitterd om
gif in Hollandse aardbeien te doen, omdat Lubach Holland great heeft genoemd.
Jullie zien het: ik hou alles in de gaten, doe aan
researchjournalistiek.
Ondanks dat de stand van de bomen hier niet zal veranderen,
Costa en ik met onze strijd door zullen gaan,
de botten nog net zo lekker zullen smaken,
Kaytie naar muizen zal blijven zoeken,
ik haar daarin zal blijven steunen,
de visite me altijd zal willen knuffelen (help...),
geloof ik, dat ik me niet zo druk ga maken, als het
straks opeens 2018 word. Ik krijg toch wel op tijd te eten. Ik hoop natuurlijk
wel, dat alles zo lekker blijft voortkabbelen. Ook voor jullie natuurlijk.
Vandaar dat ik even mijn gedachtes wilde delen.
Het moet dan maar, maar ik meen het wel als
oprechte wolfhond: een heppiedepeppie nieuwjaar!
Door de kersttoespraak van de Grote Koning ben ik
vanmiddag op zoek gegaan naar een groter wei.
Ik heb namelijk het hele jaar gezocht naar een
breder ik door veel te eten en dat schijnt niet goed te zijn.
Je schijnt ook aan anderen te moeten
denken.
Daarom heb ik de Kong met Costa
gedeeld.
Het was wel een uurtje scheuren en trekken, maar
het is mij gelukt. In één keer heb ik aan de wens van de Grote Koning voldaan.
Minder breed geworden door alle inspanning en in een groter wei (het koninklijk
huis schijnt soms woorden eigenaardig uit te spreken).
Ik heb Costa gevraagd volgende week even te bellen
met Eikenhorst. Er lopen daar twee pauwen los rond, die ik graag wat opjaag.
Schijnt koninklijk te zijn en je hebt er meer aan dan die Fipronil-loze kippen
hier.
Ik heb met twee gespitste oren (ik kan niet op
tegen die lange lellen van Costa) naar WA geluisterd. Hij kwam met een
kerstboodschap. Mijn vrouwtje doet die altijd bij Albert Heijn en ik op het
bospad. Wij hebben nu een Appie-kerstboom staan.
Hij staat boven op de bench van Kaytie, die af en toe benauwd naar boven kijkt,
of-ie niet door het dak zakt.
Op de Eikenhorst hebben ze die dus niet. Kennelijk
uitgeleend aan de Windsors.
Ik heb dus ogenblikken van bezinning. Gisteren vloog
daardoor zomaar een kersttoespraak door mijn kop.
Dat heb ik gewoon in me. Noem het
instinct.
Gezond bijna twee jaar worden en dat met die hele
rotzooi hier samen mogen vieren is een allemachtig groot geschenk. Ik ben heel
dankbaar, dat ik dat dit jaar heb mogen beleven. Niet net als de meeste honden
kijk ik aan het einde van het jaar terug op de vele mooie momenten, dat ik
botten tussen mijn kiezen kreeg, oud-ijzer boeren uit stond te blaffen, met
Kaytie op muizenjacht ging en met Costa Formule-1 races hield. Ik kijk ook terug
op momenten van verdriet en gemis. Want die waren er voor mijn twee vrouwen en
mij zeker ook, wanneer er een muis ontsnapte, een bot werd ontvreemd, een Kong
door midden ging of dat de bazin een pestbui had. Ook vergeet ik niet die twee
keren, dat mijn wijfjes loops waren en ik niet voor kindekes mocht
zorgdragen.
Ik denk ook terug aan de ontreddering, die ik zag
in de tuin na een hevige storm en ik de takken niet allemaal in korte tijd kon
wegslepen.
Dit zijn nu donkere dagen, maar ik heb geen
beschutting thuis nodig, als ik buiten lekker bezig ben met Yoga tussen de
blaadjes.
Even niets anders aan de kop dan straks staat er
weer een bak eten voor me klaar en ga ik kijken naar de Top 20 leukste
dierenmissers.
De buitenwereld roert zich toch wel achter de
ruiten. Dat komt omdat mijn bazin vetbollen, pindakaaspotten en pindas neer
hangt en zo veel ellende in de vogelwereld weet te voorkomen.
Ik noem dit een moedige aanzet tot o.a. de
wederopbouw van de merel.
Ik heb mij vandaag afgevraagd wie ben ik. Nou,
gewoon, een Tamaskan, een mix van diverse soorten, dus eigenlijk is mijn vraag
wie zijn wij?
Er zitten heel veel verschillen in mij. Soms wil ik
een slee trekken, soms wil ik bij de Vereniging Duitse Herders, soms wil ik
huilen als een wolf.
Bij het trekken van een slee moet ik samenwerken
met mede-trekkers en kan ik me niet terugtrekken. Bij een vereniging zou een
verbindende functie aanwezig zijn, die aan het aftakelen is en als ik huil als
een wolf leg ik geen contacten met bijvoorbeeld een geit.
Over geiten gesproken, het afgelopen jaar heb ik me
reuze vermaakt met onze eigen geit Josephine.
Zij legt zeker geen verbindende functies tussen haar keuteltjes, die er uitkomen
als ware zij gedraaid in een gehaktmolen.
Onze communicatie via de buiten-Wifi geeft
fantastische duo-concerten van gemekker en geblaf. Dit geeft vast bij de buren
open vensters. Wij twitteren daar niet bitter over.
Ik ben heel nieuwsgierig naar de wereld achter de
hekken hier. Ik kan mij natuurlijk als vrijwilliger opgeven bij de stichting
Hulphond. Ik ben alleen bang, dat ik teveel gemeenschappelijks zoek door veel te
hard tegen iedereen op te springen.
Kan beter solliciteren bij de Vrouwen van Nu. Met
mijn wolfsklauwen breien ze zo een foute kersttrui. Hoef ik ook niet te vrezen
voor #MeToo. Ik val net als de geit op jongere blaadjes.
Op de vraag wie ben ik zoek ik maar geen
antwoord. Ik ben al breed genoeg en lig, speel, loop al in een groter wei.
Door overreding heb ik poot voor poot hier terrein
gewonnen. Zo ben ik in die grotere wei terecht gekomen, waar eerst alleen de
ponys en de geit liepen.
Ik zal proberen ze komend jaar met rust te laten,
want laat er geen misverstand over bestaan, dat we bij elkaar horen en ook
zonder Wifi met elkaar verbonden zijn.
Ik ben als puppy geboren in een sluiswachtershuisje
en leef nu in een groter verband. En daar moet ik het maar mee
doen.
Ik wens jullie allen, waar jullie je ook bevinden
en hoe jullie persoonlijke omstandigheden ook zijn, een heel prettig
2018!
Er leeft bij mijn bazin een raar feest:
Sinterklaas.
Normaal heb ik mijn oren gericht naar voren, achter
en beneden, maar nu moet ik ook nog omhoog kijken. Er kan namelijk een Piet door
de schoorsteen naar beneden komen donderen.
Er is hier in huis echter een probleem: er zijn
twee schoorstenen.
1 en
2
Ik heb slechts één neus en daarvan mijn beklag
gedaan.
Mijn bazin heeft een oplossing gezocht en gevonden.
Eergisteren stond er opeens in onze relax-oranje kamer een schoorsteenschacht.
Piet had zeker geluidloze straalaandrijving (ideetje voor Lelystad?), want ik
heb helemaal niet gehoord, dat er s nachts een pakjeslanding heeft plaats gevonden.
Het ergste is nog, dat Kaytie het kennelijk wel heeft gehoord. Ik heb nu van
beschaamd vertrouwen een deuk in mijn neus gekregen. Ook heb ik niet kunnen
zien, wat iedereen bezig houdt, namelijk of Piet de juiste kleur wel op
had.
In schoorsteen 1 had ik de roet laten zitten en in
schoorsteen 2 had ik groene Slimey gestopt. Ik kan je wel verzekeren, dat ík
toen wel groen op had.
Er was een pak voor mij, een pak voor Costa en een
pakje voor Kaytie. Bij nader inzien geloof ik toch, dat Piet-Welke-Kleur-Dan-Ook
toch door de roetschoorsteen is gekomen. Die pakken bovenop en voor het gat
konden er helemaal niet doorheen! en ik vond de vloer ook niet meer zo schoon
als een avond daarvoor. Mijn neus rook dwars door het papier en de troep er
omheen, dat er iets eetbaars in zat. Geen angst dus voor gebreide sokken, mutsen
en kerstverlichtingshalsbanden. Tegenwoordig word je als hond nauwelijks meer
in je waarde gelaten. Er zijn zelfs loopbanden voor ons, als we obesitas
hebben doordat de baas te lui is om met het dikke lijf in de regen naar buiten
te gaan.
Enfin, we hebben, schrik niet, twee dagen van die
heerlijk riekende pakjes af moeten blijven, alvorens de aanval mocht beginnen.
We zijn ons volledig te buiten gegaan.
Overheerlijk, die troep. Vernielzucht schuilt
nu eenmaal in ons honden.
Het vergt wel wat van je energie. We waren
total-loss.
Piet heeft de vuilniszak met onze snippers echter niet meer opgehaald. Net zo
slecht opgevoed als wij, denk ik.
De seizoenen vliegen hier voorbij en de bladeren
ook. Ik word met de dag ouder. Ik zie ze hier nu al weer voor de tweede keer in
mijn leven vliegen.
Vanochtend ben ik eerst begonnen met eikels rapen.
Dat doe ik de laatste weken iedere dag trouw na mijn vleesontbijt en verplichte
plas- en je-weet-wel gang.
De eikels vallen en daar wacht ik op. Hoor ik plok, dan snel ik naar de
getroffen plek, neem de eikel tussen mijn tanden en breng hem, waar-ie wezen
moet: in het eikelkrat.
Dit is mijn oogst van hedenochtend. t Is wel effe buffelen, maar dan heb je ook
wat. Het is een eikel-mastjaar, maar vlaggen mag ik er niet tegen.
Kaytie haalt vervolgens de doppen eraf. Stom werk, maar ze moet ook wat te doen
hebben. Al die eikels worden geregeld weggebracht naar van die luie stinkvarkens
hier vlakbij. Die zitten in een Ecozorgboerderij en weten niet, dat ze als
zoethoudertje mijn eikels krijgen om na een half jaar grotendeels als karbonades
in een pan te gaan liggen looizuren. Ik doe dus best nuttig werk om de nodige
essence aan de daaruit voortvloeiende maaltijden te geven.
Na gedane eikelarbeid is het goed rusten. We hebben hier herfstwellness. Je
steekt daartoe je poten en buik geheel in het bladerdeeg en denkt daarbij
slechts aan niets.
Als de zon dan ook nog op je kop wil schijnen is het welbevinden compleet.
Als het aan de overheid ligt is het vanaf 2019 de
bedoeling, dat ook mijn kop eronder gaat. Dan komen hier namelijk te laag
prijsvechters overheen.
Costa moet altijd bezig zijn en kan het niet laten om mij weer in beweging te
zetten. Het is af en toe gewoon een nare meid. Ze gunt niemand rust. Die klacht
hoor ik hier meer.
Ze wil altijd met me vechten om de Kong of bal tegen elke prijs. Ik denk, dat
zij beter op haar plaats is bij Vliegveld Lelystad. Kan ze die Kongs tegen de
benen van die piloten aandouwen, zodat ze niet wegkomen.
Ze doet het ook goed in het kruiwagenvervoer. Kan zo een reisbureau beginnen.
Heel goedkoop. Die vakantiegangers zijn bovendien zeker een jaar weg, als ze in
een resort in Turkije willen zitten. Scheelt in de vervoersbewegingen en doen
geen aanslag op de infrastructuur. All inclusive en wij houden het hier stil.
Ze kan met haar hele voorkomen zo het nieuwe kabinet in. Ideeën gestroomlijnd,
alles opgepoetst, fel in de redevoering en zo druk, dat ze binnen vier jaar
helemaal grijs is. Met haar instelling is het best mogelijk, dat ze voortijdig
wordt afgezet. Stuur ik haar gewoon door naar Catalonië.
Ik pas dan wel op haar Kong en haar bankrekening. Een winkelhaak in de eerste en
een gat in de tweede is vast niet te voorkomen.
Helaas moet ik voorlopig mijn bladerhopen met haar delen.
Ik leg me er gewoon bij neer.
Alleen is maar alleen.
Wordt het me allemaal te veel, dan meld ik mij bij de eekhoornopvang. Met deze
staart laten ze me vast wel binnen.
Voor je rust moet je hier absoluut niet gaan wonen.
Ik ben wel eens jaloers op een benchhond, die maar twee bomen nodig heeft: één
om tegen aan te piesen en één om onder te poepen.
Vandaag was het boomzaag- en veel
herriedag.
Met deze boom is het allemaal
begonnen.
Een lariks, die de geest had gegeven. Hij was wel meer dan dertig meter hoog.
Paste kennelijk niet meer in de groep en ja, dat weet je, dan moet je er
uit.
Ze weten hier erg van wanten. Groot materieel rukte
uit. Het leek wel de Zwarte Cross. t Ging wel niet zo hard,
maar het liet zn sporen wel na.
t Schijnt in de wereld van mijn bazin zo te zijn,
dat als je het ene weer goed maakt, het andere fout gaat.
Het werd voor mij een hele dag bench-hangen. Was
ik buiten geweest namelijk, dan had ik zulke sporen over mijn rug kunnen
krijgen en dan maak ik een verkeerde indruk.
Ik ben nergens bang voor en daar was mijn bazin
juist zo bang voor. Heel ingewikkeld allemaal.
Enfin, vanachter het raam kon ik zien, dat er af en
toe een vent in de boom hing.
Met een kattenbak er onder. Altijd handig als je nodig moet.
En opeens stond de boom er niet meer. Ik zal hem missen. Ik kon altijd zo
onopvallend achter hem zitten om wat te laten vallen.
Aan het eind van de middag mocht ik pas buiten gaan
kijken, wat ze in de tuin en in mijn ziel hadden aangericht.
Even dacht ik, dat Kaytie onder een boom was verpletterd. Was heel goed geweest
voor de muizenstand.
Muizen verlaten een zinkend schip en blijven
beslist niet zitten onder een vallende boom. Kaytie kan nog niet mee doen aan " De Slimste Hond ", denk ik.
Het neerhalen van een enkele tak had een ware ravage aan gericht op mijn
speelveld.
Ik wist niet wat ik zag. Het was opeens wel heel snel herfst.
Dus ben ik meteen op onderzoek uit gegaan. t Rook lekker vers. Ik ben gek op
hout.
Met de kracht van 125 kilo per vierkante centimeter heb ik een stuk eiken
gehakseld.
Die kracht heb ik van mijn wolvenkant.
Ik heb de veerkracht van de boom nog gemeten. t Kon slechter.
Daarna heb ik het spel oerwoudje gedaan.
Bungeegejumpt op de grond.
Verstoppertje gespeeld.
Mij verdekt opgesteld.
Mn toilet gedaan.
En liggen peinzen, dat het leven hier zo slecht nog niet is.
Ik zie namelijk tussen de bomen het bos weer. Gelukkig heb ik er meer dan twee.
Donderdagavond ontstond hier boven in de lucht iets
heel vreemds.
Er hingen ineens darmachtig gevormde watten boven
mijn wolvenkop.
Ik moest snel naar binnen van de bazin. Ze heeft de
touwtjes soms goed in handen. (Denkt ze) De 25% wolf die in mij zat vond het ook
verstandig om een schuilplaats op te zoeken.
Het was trouwens daarvoor al de hele dag knap heet
buiten. De krul van mijn staart kon ik er af en toe niet eens meer in
houden.
Zeker niet, toen ik ook nog een ganzennek moest opeten. In mijn staart zat toen
waarschijnlijk die 25% Duitse herder.
Vreemd, hoor, als je zon mengelmoes in je hebt.
Het kan dan alle kanten op gaan. Die 50% poolhond in me had het met de hitte
best moeilijk. Dat werd dus veel hijgen, weinig rennen en rustig
liggen.
Ik heb me maar getroost door te beseffen, dat rennen voor een slee
waarschijnlijk ook veel gehijg geeft, al is het bar koud.
Uit die vreemde wolkengezwellen boven het dak kwam,
nadat we veilig binnen waren, een enorm donker geluid. Kaytie schrok zich lam.
Ze begon te hijgen en te trillen. Dat verschijnsel had ik nog nooit eerder bij
die meid gezien. Costa en ik bleven (natuurlijk) kalm en zaten haar met stomme
verbazing aan te kijken.
Tussen het lawaai en ons zat toch een dak. Niks dus
om je druk over te maken. Kaytie had daar kennelijk andere ideeën
over.
Door de ramen in de woonkamer was te zien, dat
iemand, denk ik, druk bezig was met een lasergun. Dat ding moet zeker enige
malen van grote hoogte op de grond zijn gevallen, want het gedreun was zeer
heftig. Het knetterde zelfs. Zeker de stekker van het apparaat er niet op tijd
uitgetrokken.
Ik kon me niet herinneren, dat er op ons weerbord buiten iets stond over extra
licht en veel gedreun.
Toen alles achter de rug was bleek het touwtje
allen maar nat. We hebben dus gewoon een flinke bui regen gehad. De brandlucht,
die van de Lemelerberg kwam, zal wel een andere oorzaak hebben
gehad.
Ik heb toch maar een eigen ontwerp voor een
completer weerbord gemaakt:
Staart droog Staart nat Staart slingert Staart wit Staart stijf Staart zonder krul Staart in brand Staart weg
zon of ik ben pas wakker regen of ik heb gezwommen wind of er komt een bekende aan sneeuw of de verf was nog nat vorst of ik zie een vijand erg heet of ik krijg op mn donder ingeslagen bliksem of te dicht bij barbecue dat zou erg zijn
Bij nader inzien is het wel ongemakkelijk om dat
bord met eigen staart op te hangen.
Na het rare weer heb ik mijn speeltjes
gecontroleerd op eventuele schade. Dat moet namelijk voor de verzekering. Mijn
voetbal was niet heftiger aan flarden dan toen Costa hem had
gemold.
Ook de muizenluchten zaten nog in de houtwal.
Ik heb Kaytie geadviseerd even rust te nemen op het bankje. Kon ze zien, dat de
wereld echt niet veranderd was.
De kevers zaten nog in de buxus.
Dat was jammer.
De vissen nog in de vijver. De stand van het vijverwater houd ik trouwens bij.
Is die te hoog, dan drink ik, is die te laag, dan weet ik ook wat mij te doen
staat.
Er lagen wel overal takjes op de paden. Die heb ik vakkundig weggeknauwd.
Transport met klef weer is niet aan te bevelen.
De planten waren ook niet meer te droog. Die konden er weer een dagje
tegen.
De greppels stonden niet vol water. Geen koe trouwens te zien. Communicatie met
de buren was dus uitgesloten.
Dus: sein meester! De verzekeringsmaatschappij kan weer blij zijn. We zijn er
allemaal heelhuids doorheen gerold!
Ja, het is inderdaad een tijd geleden, dat ik iets
van me heb laten horen en nee, ik maak niet veel mee wat het vertellen waard
is.
Ik kan namelijk ook niet alles gaan vertellen. Dan
krijgen jullie waarschijnlijk een verkeerd beeld van mij en dat kan ik mijn ras
niet aan doen.
Het zou mensen kunnen afschrikken om een puppy aan
te schaffen als ik bijvoorbeeld vertel, dat ik iedere morgen eerst naar de
schuur loop om te kijken wat voor weer het wordt.
Vandaag hing het touwtje droog. Dan weet ik, dat ik me niet erg hoef in te
spannen.
Handig zon weermeter. Hebben ze hier allemaal.
Hoef ik niet eerst naar Buienradar te kijken. Ik doe net als de boeren hier.
Kijk naar het touwtje en dan naar de lucht. Door die twee te combineren word ik
een aardige weerwolf.
Vanochtend heb ik met Costa sporen gevolgd richting rattenval. Ik kan eigenlijk
niet vertellen, dat ik gisteren samen met Kaytie een hele grote bruine rat
in de val zag en dat wij hem beiden op weg naar de hemel wilden helpen. Onze begeleidingspassie daarin is dan niet te stoppen, ook niet als de bazin er
tussen komt. Die krijst dan harder dan die rat.
Heel dom. Op de één of andere wijze stimuleert dat
onze instincten. Helaas werd de kooi met een giek verwijderd, rat verdronken (of
dat soms hartelijk is) en in de groene kliko geworpen. Hoop, dat Petrus daarin
ook spreekuur heeft.
Dit kan ik toch eigenlijk niet in mijn blog
vertellen?
Ook niet, dat ik bij het achterna zitten van die
rat een avond daarvoor een plant een andere vormgeving heb gegeven.
Nu is het een padbedekker geworden. Falcos grote tuinverbouwing zou mij goed
kunnen gebruiken.
Moeder Marie vond dit ook al niet
goed.
Moet ik verhalen over haar uiterlijk bij het zien
van een ineens zeer luchtig varken?
Had ik slechts mijn Kong op laten stuiteren. Plok
en de speklaag bleek te dun.
Waarom krijg ik dan zon ding? (Bij onheil kijk ik doodgemoedereerd opeens een
andere kant op. Noemen ze strategie)
Moet ik dan ook gaan vertellen, dat ik altijd op muizenjacht ben? Kaytie helpt
ze met één kaakklem tot de hemelpoort. Ik speel liever met ze en rol er als een
deegroller overheen.
Doe ik ook met jonge vogels. Hap ik liefdevol uit
de lucht, als ze vliegles krijgen. Wij krijgen hier in Overijssel in de nabije
toekomst veel overlast door vliegveld Lelystad. Dan is het toch prima, dat ik
hier het luchtruim controleer?
Helaas blijken die jonge vogels niet tegen mijn
gebit te kunnen en van de binnenkant van mijn bek schijnen ze veel stress te
krijgen. Als ik ze dan een likje geef en er over heen rol kunnen ze zo als
pannenkoek in de pan. Moet ik dat dan ook gaan vertellen?
Gisteren vloog-ie nog.
Ik noem dit gedrag spelbederf.
Van de jonge kwarteltjes Speedy en Concalez blijf ik af. Die zijn eigen.
Bovendien hebben ze scherpe bewaking van pa en moe. Geert Wilders kan daar
jaloers op zijn, want ze zijn heel betrouwbaar.
Moet ik ook vertellen, dat ik de geit altijd haar
hok in jaag?
Moet ze dat geitenpaleis ook maar niet af tuigen. Hier is geen
renovatie meer mogelijk, slechts wederopbouw.
Ze zijn hier altijd bezig. Nu weer met de beukenhagen. Is het dan zo gek, dat
wij honden ons hier zelf lopen te vermaken?
Kaytie ondermijnt banken met haar zoektocht naar ongedierte. Volgens mij niet
erg. Hoef je niet meer op te staan, glij je er zo weer aan één kant
vanaf.
Costa gebruikt banken als loerplaats. Ze loert dan op mij. Moet ik dan gaan
vertellen, dat ze altijd met de bal op mij inbeukt?
Dat geloer op mij doet ze overal. Ik kom misschien
in aanmerking voor plaatsing op de lijst van bedreigde diersoorten.
(Subsidiemogelijkheden!)
Sta ik te plassen, begluurt ze me ook. Doe ik er gewoon extra lang over.
Ik moet van haar de bal ook altijd pakken. Dat noemen ze samen optrekken.
Wacht maar. In een familie-opstelling komt zij er zeker niet goed uit.
Sinds ik groot ben wil ze Kaytie verdrijven. Ze
vindt me kennelijk de moeite waard om voor me te vechten. Met zn 3-en buiten is
er dus niet meer bij. Zeer stom van haar. Nu kan ze af en toe jaloers door het
raam naar ons staan kijken.
Hoe wij huishouden in de voortuin.
Ik heb al tegen Kaytie gezegd, dat zij in de leer moet bij die stierenvechter en
goed uitkijken moet gaan leren bij die stokstaartjes. Die dingen hangen hier
niet voor niets aan de muur.
Jullie hebben een tijdje niets van me gehoord. Ik
zat nogal in de verharing. Je bent dan niet op zn mooist en jullie oog wil ook
wat.
Dit is een pluk van mn lijf. Even rollen in een dooie muis en je laat een
haarstuk achter. Je draait je kont nog niet om of een vogel pikt een snavel vol
van je ouwe jas om er een nest van te bouwen. Net drones met een
dichtbij-camera. Je ziet ze niet en zo landen ze achter je.
Ik hou van tuinieren. Ik sta hier midden tussen de planten te verticuteren. Ik
houd de aarde luchtig met mijn nagels en pluk groen en bloem om mijn maagflora
bio op te vrolijken.
In het bos doe ik dat ook, alleen wat heftiger. Het
is daar ook niet goed aangeveegd.
Ik hark daar stevig en grondig na het ledigen van mn blaas.
Ik tank daartoe water uit mijn eigen vijver.
En kan daardoor de planten beter water geven.
Daar is mijn bazin niet zo blij mee. Ik pies het
liefst tegen heggen. Ze klaagt er over, dat vooral de buxushagen bruin worden.
Onzin. Er is veel zon geweest. Ook op de hoeken.
(Haar neus is nu ook bruin en dat komt echt niet door mijn bronwater)
Er lopen hier nu eenmaal twee teven rond, die van
mij verwachten, dat ik me als man gedraag en daar hoort het uitzetten van mijn
vlaggen bij. Als de koning eerdaags jarig is, is iedereen er blij
mee.
Ik ben vaak echt nuttig bezig. Sleep dagelijks vrachten hout het terrein op en
haksel de lange stukken, indien ik dat nodig vind.
Vooral die kleine stukjes doen het goed in de grasmaaier. Het knalt dan alsof
er weer een ree op de Lemelerberg wordt afgeschoten.
Die berg is trouwens mijn achtertuin. Ik mag daar
niet los en dat is natuurlijk raar, als een ree wordt neergehaald en ik daar
eerst niet achter aan mag. Ik ruik ze altijd overal. Ik ben gek op
miljoenenjacht.
Ik loop daar over het reeënpad en dat is op
zich al illegaal.
Maar ja, de kortste weg naar huis, hè? Die reetjes
hebben vast ook geen bril op. Zouden ze hier niet lopen.
Op de berg lees ik samen met Costa de
krant.
Je moet het nieuws nu eenmaal bijhouden. Wie heeft er gelopen, wie heeft er het
lef gehad er iets achter te laten, wie ruikt er erg lekker.
Soms is het zo lekker, dat ik geen afscheid kan nemen. (En die idioot aan de
andere kant maar trekken)
Laatst tilde ik mn poot op en tja, daar lag-ie....
Ik heb wel even gekeken, of er geen boswachter aan kwam.
De kust leek veilig.
Zowel links als rechts.
In observeren ben ik overigens erg goed. Daar neem ik gewoon mijn moment voor.
Vooral in de zandverstuiving zit het lekker. Geen gezeur aan je kont van takjes
en stijve hei.
Je kunt dan leuke objecten, die je van verre ziet,
naderhand van dichtbij gaan bekijken. Gisteren barstte het van de krentenbomen,
die in bloei staan.
Waarom ze zo heten, weet ik niet. Ik heb geen krent gezien.
Thuis kan ik bij dit bankje het halve terrein goed
overzien. Als ik bejaard ben, plant ik hier wat geraniums.
Ik houd ook de bijenstand scherp in de gaten. Ik heb vast honing aan mijn kont,
want ik zie ze tegenwoordig overal om me heen.
Ik heb er een harde kop in of het hier ooit wel eens bij-vrij wordt. Bovendien
is het hier vaak hommeles. Die komen letterlijk uit de grond.
Fantastisch om daar mijn poot op te zetten.
Moet Costa niet in de buurt zijn. Die begint altijd een bal in me te douwen.
Alles wat Costa doet is wild en woest.
Ik probeer haar vaak te paaien.
Om één momentje rust te hebben, voordat ze weer losbarst. Ik noem haar Erdo
Gans. Altijd provoceren.
In het bos is zij juist rustiger. Ik trek als een bezetene aan de lijn om
verderop te kunnen lopen, maar zij wenst buiten de poort opeens het dametje te
zijn. Niet achter het wild aan, gezeglijk zijn. Je wordt er soms misselijk van.
(Neem ik maar weer een pluk grassprieten) Ik ben van plan mee te doen aan Boer
zoekt Vrouw. Ik boer hier goed. Daar kan Yvon Jaspers geen bezwaar tegen maken.
Ook kan ik aantonen, dat ik geen gelegenheid heb om buiten de poort mijn geluk
te zoeken. Ik word daar altijd aan het lijntje gehouden. Met zon knappe kop,
die ik heb,
krijg ik vast een bench vol brieven. Een week met drie vrouwen moet toppie zijn.
Ik hijg al bij het idee van het keuzemoment!
Als we na een lange wandeling weer bijna thuis zijn
en door de bomen ons huizenpark weer zien,
moeten we netjes aan de kant van de weg gaan zitten.
Costa doet dat natuurlijk wel en ik niet. Ik
ben gewoon een dwarsligger
Altijd weer blij, dat ik thuis mijn vermoeide lijf weer onder de aarde kan laten
gooien door dat eeuwig naar muizen op jacht zijnde wit op zwart geval. Of zwart
op wit geval. Ik weet het ook niet meer precies. Ik ben nog moe van het
anderhalf uur lijntrekken.
Laat ik beginnen met te zeggen, dat ik geen tante
Costa en tante Kaytie meer wil zeggen.
Voortaan a.u.b. zonder tante er voor. Ik leg het
even uit.
Het begon een paar weken geleden al. Costa en
Kaytie, toen nog tantes, deden veel vaker dan anders een plasje.
En elke dag begon dat lekkerder te ruiken. Zien
doen, doet doen, dus ik begon zelf ook steeds tegen meerdere obstakels mijn
achterpoot op te tillen.
Heggen, klikos, hekken, bloempotten, alles kreeg
een spriets. Zelfs binnen in huis gaf ik een keer de tafelpoot
water.
Mijn bazin was toen helemaal niet aardig tegen mij.
Dom, hoor. Ze had helemaal geen begrip voor mijn ontwikkeling als man, althans
niet binnenshuis.
De tantes deden steeds vreemder tegen me, één kreeg een
badpak aan (was zeker ook aan het sprietsen)
en de ander begon tegen me aan te
flemen.
Zo lief was ze nog nooit tegen me geweest.
Ik verloor er helemaal mijn eetlust
door.
Kwam door die indringende geuren, die mijn neus
bereikten.
Ik was gewoon mezelf niet meer.
Ik werd verleid dingen te doen, die ik nog nooit had gedaan.
Zo maar ineens wilde ik de dames onder mij
hebben.
Dat mocht dus niet.
Vandaar dat badpak van Costa
en die
bench van Kaytie
Ik vond er geen barst aan.
Moest ook nog mijn tuig de hele dag om. Konden ze
me los trekken, werd er gezegd. Alsof ik een tanker op een zandbank
was.
Ik heb vijf dagen lang nog nooit zoveel keren in
bloembakken en op vensterbanken gestaan. Ik mocht namelijk niet meer gelijk met
de twee dames uit.
Ik kreeg het er af en toe heel warm van tussen de opkomende krokussen.
Heb nog geprobeerd door dubbel glas heen te komen.
En door deuren.
Costa probeerde dat aan de ene kant en ik aan de andere. Vandaar die stoel op de
plek, waar hij anders nooit staat.
Ik heb af en toe gehuild als een echte wolf, als ik
niet samen met een dame mee uit mocht. De buren wonen op vijfhonderd meter en
een kilometer afstand, dus die hebben geboft!
s Nachts lag ik letterlijk bekaf in mijn bench
naast die van Costa. Kon ik haar goed in de gaten houden en hoefde ik niet te
huilen. Er kon geen geflipte reu het vaderschap komen aanbieden.
Met al die barrières, die voor mij werden
opgeworpen is het begrijpelijk, dat ik over negen weken geen kroost kan gaan
verwelkomen.
Jammer, volgende keer beter. Al moet gezegd worden,
dat ik eigenlijk te goed ben voor die dames hier.
Wereldwijd staan er vast knappe Tamaskaanse wijfjes
op nageslacht van mij te wachten. Mijn staart is toch geweldig!
Vandaag ben ik weer gaan eten, kilos lichter, maar
die vreet ik er wel weer aan.