Overal liggen vandaag takken. Dat heeft Bella gedaan. Jammer, dat er nog geen
storm naar mij vernoemd is. Een first-date met Bella zou ik best aantrekkelijk
vinden. Ik hou van onstuimig.
Eén boomstam heeft zich tijdens de storm willen
herplanten, toen hij recht naar beneden viel. Zielig voor hem, dat heide als
aanplant het stikstofprobleem beter oplost volgens de landschapsdeskundigen. Ik
heb liever een boom, waar ik tegen aan kan plassen en dat is geen fabeltje.
Ik heb trouwens tegen het stammetje gezegd, dat hij
beter als vuurwerk op oudejaarsavond de lucht weer in kan gaan. Zonder knal
kijkt geen hond er naar om en ook geen mens.
Ik ben een beetje moedeloos geworden van dit jaar. In
het bos was het veel te druk met nieuwbakken natuurliefhebbers met
stappentellers en op straat met teveel auto’s met supermarktaandrijving. Ik
mocht ook niet bij ouwe Koosje op bezoek. Dan wordt het wel eenzaam, al ben ik
niet alleen.
Volgend jaar hoop ik een boom op te zetten met
Bella. Als ze tenminste de griep heeft laten wegwaaien.
Het was gisternacht Halloween. Het mocht alleen
niet gevierd worden. Dat was nogal vreemd, want iedere dag is het in de wereld
Halloween. Daar hoef je niet voor van de zomer naar de winter.
De Kelten hebben ooit eens bedacht, dat de
scheiding tussen het hiernamaals en de wereld op 31 oktober op zijn dunst is.
Dan zou het kunnen gebeuren, dat de geesten van doden op aarde
terugkeren.
Daarom heb ik mij moeten vermommen als
vleermuis.
Om vermomd rond te dwalen als geest van Falco. Dan
hebben eventueel verkeerde geesten niet door, dat ik nog leef.
Costa moest er ook aan geloven. Die vleugels had zij
echt niet nodig gehad, want soms, als ik naar haar kijk, zie ik al een
geest.
Het was trouwens net alsof zij de klapband van Max
Verstappen op haar rug had gekregen.
Net daarvoor had ze al moeite gehad met haar mondkapje.
Zo’n muil dek je namelijk niet makkelijk af. Dat is bij Trump ook niet
gelukt.
Even leek het met hem de goede kant op te gaan. Hij
was bijna geest. Nu ik er over nadenk zou het ook best mogelijk zijn, dat hij
vóór Halloween al naar de aarde is teruggekeerd, In ieder geval als zeer
verkeerde geest. Hoe kom je daar van af, als de dood al geen oplossing biedt.
Even probeerde ik uit mezelf te treden. Dan schijn je
een kijkje in de hemel te kunnen nemen.
Bij het zien van vage parelhoenders ben ik maar gauw
weer terug gegaan. Dat was even teveel van het goede.
Vier op aarde is echt wel genoeg.
Alles sterft hier momenteel af.
Ook mijn vacht. Maar die komt net als al die bladeren
iedere keer weer terug. Alleen Rutte schijnt blijvend te zijn.
Die krijg ik zelfs met een dodenmasker niet
weg.
Dat is maar goed ook. Wie moet ons anders door
Halloween heen slepen en mijn voerbak vullen. Hoeft echt niet tot de rand. Ik
ben geen piloot.
Ik ben wel bang, dat mijn kop er opeens af wordt gehaald
door een verkeerde geest. Dan wordt het echt Halloween.
Kaytie kan mij dan ook niet redden op anderhalve meter
afstand.
Ik hoop, dat de aarde snel van Halloween verlost zal
zijn. Het is niet die griep alleen. Het zit in ons wezen zelf. We zijn kennelijk
niet gemaakt om ons in te leven in een ander. Om ruzies met veel geblaf te
voorkomen. Om geweld uit de weg te gaan. Om onze voerbakken te delen.
Ik wacht af. Misschien zie ik ooit door het hek
heen de zomer blijvend op ons afkomen. Geen blad meer, geen kou, geen Halloween.
Nooit meer een dode vleermuis hoeven zijn.
Het lijkt hier wel de stemming na het laatste
buiten-de-deur-avondmaal. Dat komt niet door dat Lockdown Light gedoe, maar door
een heel andere gebeurtenis.
Saranka kan ik niet meer vinden.
Ik ken haar al, op mijn eerste zeven weken na, mijn hele
leven.
Het was hartstikke gezellig om haar uit te
blaffen. Ze heeft vaak gehoopt, dat ik een mondsnoerkapje voor deed. Dat
voorkomt zinloze discussies. Ik noem het tutte met Rutte. Ik probeerde
haar ook af en toe lieflijk te happen. Ik heb zo
mijn eigen knuffelcontacten.
Ze hebben me net verteld, dat ze is heen gegaan. En
nou ben ik bedroefd.
Tot in haar laatste uurtje hier schijnt ze gegeten te
hebben. Het is maar goed, dat we hier geen last hebben van de
aardappelhelderluis, blauwe bietjesaardvlo of erwtenpeulboorder, want ze lag
volledig plat in de weide het hooi naar binnen te werken.
Marli kwam voorzichtig op haar af. Snuffelde nog even
aan haar snuit
en besloot de laatste maaltijd te delen. Het hooi bleef
waarschijnlijk aan haar natte ogen plakken. En nu is Saranka dus weg.
Ik heb diverse malen omhoog naar de paardenhemel
gekeken. Wachtend op een vallende keutel als teken van joh, ik ben er
nog.
Ik heb uren liggen waken bij de poort. Ze kwam niet
terug met de gouden koets. Had gekund, want die staat ongebruikt gestald met
slavernij-averij.
Ik heb langdurig bij de buurman over het hek gekeken.
Je weet maar nooit. Het gras is altijd groener
bij de buren.
En constant de weg in de gaten gehouden. Ze was nergens meer. Ze komt nooit meer terug. Ze is gewoon
dood.
Ze hebben me helemaal niet gewaarschuwd met die
persconferenties van de laatste tijd en in het nieuws. Net alsof je niet aan
iets anders dood kan gaan dan aan Covid-19 of het westnijlvirus.
Misschien is er een dienst voor haar gehouden in de
Hersteld Hervormde Kerk, Met 600 andere pony’s erbij.
Ik had er toch niet naar toe gemogen zonder
roetveeg hoed.
Misschien had de koning wel kunnen komen nu hij terug is
uit Griekenland. Ik heb hem niet gespot. De vliegroute ligt hier naar
tevredenheid nog niet over heen. Maxima heeft vast wel een passende hoed. Hadden
ze in de kerk allebei kunnen herstellen van het heen en weer vliegen en hervormd er weer uit
kunnen komen, al is Maxima katholiek. Dat
bevordert de eenheid in het land. Zijn ze leuk ceremonieel bezig. En
met een opfriscursus empathie erbij weer helemaal
klaar voor het invullen van hun vergoeding.
Ik kan het gemis van Saranka gelukkig delen met mijn
andere vriendinnen. Daar heb ik geen monarchie
voor nodig.
Het wordt tijd voor een andere tijd. Volgens mij zit de
hemel al bijna helemaal vol. Net als die IC’s. Alleen kunnen we met de hemel
niet uitwijken naar Duitsland. Daar staan teveel ouwe fietsen in.
Het was vandaag weer eens balen. Dat was heel
prettig. Met honderd tegelijk werden ze voor mijn poten geworpen.
Ik moest ze meteen testen. De balen lagen zo, dat
ik mijn eigen teststraat had.
De pony’s moesten uit voorzorg in quarantaine. Stel je
voor, dat er een verkeerde baal tussen zat.
Mijn neus is altijd nat, maar ondanks het afgekondigde
snotneusbesluit, kon ik blijven werken. Positief was, dat alle balen negatief
opsnoven.
Het moest allemaal wel heel diep mijn neus
in.
Ik heb daarna wat stront gezocht en even een
superspreadevent op de balen gezet.
De lucht verspreidde zich nogal, maar ik kon gelukkig
mijn bek houden.
De balen moesten de stal in, maar
Ikdeednietmeermee.
Ook niet met Costa, die wilde TikTokken. Daar word ik
toch zo moe van.
Ik kijk liever of alles wel goed gaat. Ik zou willen
solliciteren naar een baan als verkeersleider in Lelystad.
De vliegbewegingen van de laatste zwaluwen dit jaar wil
ik dan als eerste gaan controleren. Rechtdoor de stal uit en vooral niet poepen
voordat je buiten bent.
Scheelt enorm veel werk. Ik vrees alleen, dat ze
hun eigen koers bepalen. Ze zijn nog erg jong.
Het zou best leuk zijn, als de pony’s ook konden
vliegen. Lagen er vast meer keutels buiten de wei. Dan worden Costa, Kaytie en
ik echte prijsvechters.
We boden de pony’s laatst een bal en een buffelhuidje
aan om te ruilen, maar met die anderhalve meter afstand was er sprake van een
hogere overdrachtsbelasting. Ook toen we er net mee gestart waren.
Enfin, de balen zijn nu binnen. Er komt geen tweede
golf. Dat zou echt balen zijn.
Veel hangt in nevelen, dat noemt men ook wel
politiek
en soms is er opeens een zonnestraal. Dat noemt men
geluk.
Normaal ontstaan er dan spikkels op het wasgoed,
maar die zitten nu op de maatschappij.
Zo verhit als het nu al lange tijd is, kan het
nauwelijks meer worden, hoop ik.
De Orion van oma bereikt grote hoogten.
De herfst zit al in de bomen met krenten. Zo wordt het
moeilijk om ze volgend jaar nog uit de pap te halen.
Ik kan slechts hijgend gaan liggen, als ik overdag mijn
blaas heb geleegd. Tot volle tevredenheid komt er nog wat uit mijn kraan.
‘s Avonds mag ik met mijn running-mate alleen nog maar
uit de vijver drinken. Er schijnt namelijk een watergebrek te zijn. Het
waterleidingbedrijf heeft vast geen goeie meid in dienst, die op de toekomst is
voorbereid. Nu moeten wij, met kans op de ziekte van Weil bij tijd en kans op
wijlen drinken uit een bak water, waar de ratten in hebben gepiest.
Ter versterking van mijn immuunsysteem zet ik mijn vier
poten er dan ook nog maar in. Als drillrapper zonder veel te
bewegen.
Ik beweeg me heel voorzichtig, want de ondiepe rand is smal. Ik kan anders zo de diepte
in gaan. Wel gezond, trouwens, om iets beter over alles na te denken. Zwarte
Piet je niet meer zo gauw.
Van mijn bazin mag ik de folie niet kapot trappen.
Lekken doen alleen advocaten. Vijvers liever niet. Ik zou Vitens ook niet
aanraden om 26Koperen waterleidingen naar woonhuizen aan te leggen.
Dan ruim je het water voor eeuwig uit de
weg.
Dat moeten ze wel doen met die verrekte steekbeesten.
Bedreigen af en toe mijn kont.
Sta ik maar weer op om bewegend gevaren te ontwijken.
Een beetje knoeien met een Kong staat gelijk aan een uurtje trekken in een
sportschool.
Ik ben wel bevreesd voor een Groeneweggetje. Mijn medespeelster doet soms een
beetje gemeen.
Aftaaien is dan mijn optie. Costa kan het ook niet helpen,
dat ze zo vurig is geboren. Ik ben anders, ik ben gewoon de slimste hond.
Stop een andere bal in
het spel. Maarten van Rossem zal er in ieder geval niet om lachen. Die houdt alleen van
katten.
Alhoewel ik met zo’n staart wel kans bij hem maak, denk
ik.
Kaytie is de domste hond, al haalt ze tot nog toe steeds
weer de vierde uitlaatronde. Om met dit weer met je zolen op de stenen te
blijven staan, is vragen om geroosterd eelt. We krijgen tegenwoordig van de bazin gebakken eieren vers van de kip op
het pad gegooid.
Over eieren gesproken. Die parelhoenders leggen nog
geen ei. Die weten kennelijk nog niet, dat waar je uit komt ook de maatschappij
weer in moet.
Ze hebben in ieder geval spikkels. Het weer zit er dus goed in.
Er zijn grote veranderingen gaande, ook hier op
mijn grondgebied.
Mijn bazin had negen eieren voor haar geld gekozen
en onder een paar broedse kippen gelegd.
Dat zijn kippen, die een heel erge kinderwens
hebben en dagenlang boven op elkaar bivakkeren als levende theemutsen om de boel
er onder goed warm te houden.
Twee keer per dag worden ze geheel stijf uit hun
leghok gesleurd om niet om te komen van de honger en de dorst en om blijvende
spierverkrampingen tegen te gaan. Ze vergeten zelfs te poepen en dat kun je heel
goed ruiken, als ze het buitengaats dan eindelijk een keer doen.
Je hebt dan echt meer dan drie filters in je
mondkapje nodig om aan die aerosolen te ontkomen.
Vier weken lang hebben die kippen gedacht, dat ze
op hun eigen eieren zaten. Dat was pure misleiding. Ze zaten namelijk op een
roedeltje van allochtone afkomst.
Het was dus even schrikken voor de niet-biologische,
uitverkoren moeder. Er liepen wel heel vreemde streepjes over haar
kuikens.
Ze heeft het echter heel goed opgepakt. De wens om te
zorgen was groter dan haar oog. Al wat klein is, is leuk.
Nu lig ik dagelijks te waken over haar vier tijgertjes..
En ren ik me rot om de zaak van alle kanten in de gaten
te houden. Je weet namelijk maar nooit of justitie een melding over het
ontvoeren van parelhoenders op EncroChat (ik heb het niet zo op katten) en onze
takkenschaar over het hoofd heeft gezien.
Bij onraad zal ik direct mijn Wa-Fi inschakelen. Je moet
er toch niet aan denken, dat er één hoentje in een tandartsstoel belandt.
Ik hoop ook niet, dat de adoptie-moeder een fiscale kip
is. Het zou toch rot zijn, als ze straks onderscheid maakt, omdat de kids er
anders uit gaan zien.
Parelhoenders hebben nu eenmaal de reputatie, dat
ze flink tekeer kunnen gaan.
De wangen van een parelhoender zijn ook nog eens
verblinderder dan de facings van een jonge Roelvink en met zo’n punt op je kop
moet een moederkip toch wel heel erg van je houden.
Toen ik dat tegen Costa zei, keek ze heel beschimmeld.
Ze dacht waarschijnlijk, dat ze haar moeder ook met haar uiterlijk teleurgesteld
had.
Ze wilde al excuses gaan maken. Ik heb haar
geadviseerd, dat niet te doen, ook als is dat modern. Je moet geen excuses maken
voor iets, waar je niets aan kon doen.
Ze moet gewoon een voorbeeld nemen aan Kaytie. Die zit
nergens mee. Ze loenst nogal. Daar moet haar
moeder eigenlijk excuses voor maken. (Foute grap)
Maar Kaytie noem ik dan ook vaak Derksen. Ze kauwt
onverstoorbaar lekker door. De nieuwe wereld om haar heen heeft geen vat op
haar. Ze spuit echt geen Botox, al wordt ze ouder. Dat hoeft ook eigenlijk niet,
want ze vreet zoveel, dat alles goed op spanning blijft.
Al met al maak ik me wel zorgen over de eiwitmaatregel.
Straks moeten alle kippen weg en krijg ik geen eitje meer
geserveerd.
Alles verandert namelijk. De bazin mag niet meer
zeggen, dat ze vroeger zwart op wit zo lekker vond, jongeren gaan niet meer naar
Costa (vindt ze trouwens helemaal niet erg), veiligheidswetten maken de boel
onveiliger en alles protesteert tegen alles.
Ontkennen heeft geen zin. Ik ben ook een geweldige
dwarsharses, (Ik heb me dan ook niet opgegeven als vierde lijsttrekker)
Er is hier op het erf waarschijnlijk sprake van een
systematisch probleem.
Geregeld sneuvelen hier namelijk
beelden.
Verleden week ontdekte ik, dat Akwasi langs moest zijn geweest.
Het gezicht van de witte herder was opeens
verdwenen.
Je zult er toch zo maar bij moeten liggen, terwijl je alleen maar door je bazin
ooit als slaaf werd behandeld.
Ik heb gelijk die twee soldaten gewaarschuwd voor zwaar weer. Hun kerfstok zal
wel net zo schoon zijn als mijn aangevreten botten.
Lijs Laaf heeft ook al een goed heenkomen gezocht. Zijn positie staat zwaar
onder druk. In de Efteling Langnek onheus bejegend.
Gezegd, dat-ie een lange nek heeft.
Ik heb de hemel vanochtend aangeroepen. (Op de bank sta je dan wat dichterbij)
Het zou toch vreselijk zijn, als er met Jef wat gebeurd. Paarden hebben
natuurlijk ook wel eens een verkeerde kar getrokken.
Racisme is hier volop aanwezig. Als Costa iets doet wordt ze meteen voor
“Mechel” uitgescholden. Ik betuig hierbij mijn krachtige erkenning voor de pijn
van haar en alle Belgen.
Als Kaytie iets doet is zij een “boerenfok”. Toegegeven, ze loopt graag door het
gras, maar daar hoef je alle boeren toch niet voor te beledigen.
Mijn staart wordt altijd aangegrepen om te zeggen, dat ik geen echte wolf
ben.
Hoef ik gelukkig ook geen excuses te maken voor de
familieleden op de slee van Drs. P., die één voor één aan de achtervolgende
wolven werden gevoerd.
Als er een standbeeld voor die man is opgericht,
gelieve hem dan van zijn sokkel te trekken, al helpt dat natuurlijk niet om dat
beeld van die dodenrit kwijt te raken.
Solitair is mijn vriendje. Een oud en beeldig hert. Zijn geschiedenis zit in
hem. Ik mijmer vaak over het tijdperk waarin hij heeft geleefd. Of hij achterna
is gezeten door wolven. Of er op hem is geschoten door jagers. Of hij lekker
heeft kunnen burlen. Of hij een fijne ree heeft ontmoet. Of hij concurrenten
heeft moeten doden. Hoe het zou zijn om zo’n groot gewei op mijn kop te hebben.
Ik respecteer hem om zijn verleden. Er wordt niet zomaar een beeld voor je
opgericht. Dan heb je toch zeker wat goeds gedaan.
Wat heden bloeit valt morgen af. Zo is het ook met die beeldvorming. Het is
allemaal een V(reselijke) O(mverwerping) van
C(ulturen).
Ik hoop, dat er later een standbeeld tussen mijn voorgangers ook voor mij wordt
neergezet. Daarom alvast excuses voor het om zeep helpen van ratten, vogels,
muizen, bosmarters en wat er misschien nog volgt. Ik moet dat wel doen, anders
ben ik hier geen held.
Wij doen onze avondwandeling hier in het
Benedenbos.
Dat gaat als volgt. We sleuren de eerste meters
onze begeleiders, die helaas met een lange riem aan ons vastzitten, de weg
over.
We scheuren tussen de paaltjes door het bos in met
de bedoeling het laatste nieuws tot op de bodem uit te zoeken.
Dat doen wij met
de neus.
Zo komen wij er achter wie er allemaal zijn geweest. Zonder App. Die krijgen ze
toch niet feilloos.
Wij doen eerst onze behoeften. Dat is netter en
voordeliger dan op eigen terrein en wij brouwen zo voor vliegen een heerlijke
maaltijd.
Er wordt helaas aangelijnd geen enkele rekening gehouden met onze
privacy.
Een hond in zo’n positie ziet er niet uit. Daarom doen wij het ‘t liefst uit
zicht en fixen wij het heel snel.
Costa heeft ook nog eens geen geduld. Zij is
beroemd (in kleine kring) om haar dropjessporen.
Wij mogen niet los. Het Benedenbos zit vol met
aantrekkelijke geuren, waar wij het onze van willen weten. Neem de geur van een
ree.
Als ik die ruik val ik direct in de aftrap-modus. Zou ik niet vastzitten, dan
wist ik het wel.
Ik heb de bazin al diverse malen om een enkelband
gevraagd. Daar zou ik nog mee kunnen leven. Dit gedwongen stilstaan past
helemaal niet bij mij. Ik word er bijna spierbevangen van.
Gisteravond kreeg ik me toch een heerlijke geur in mijn neus. Ik raakte erg
opgewonden.
Ik zocht de omgeving af, al zat ik in
beperking.
Een netwerkhek. Had ik daar niet iets over gelezen. Het werd helemaal wazig in
mijn hoofd. Mijn wolvenbloed begon te klotsen.
Overal schapen. En lammetjes. Bizar en dat in mijn voortuin.
Costa toonde geen enkele interesse.
Die stond zelf als een mak schaap op het pad te wachten. Ze heeft nou eenmaal
het voorrecht om elke zondag mee de Archemerberg over te gaan. Dan staat ze
geregeld samen met de schapen uit een trog te drinken. Gewoon verkeerde fok.
Tegenwoordig halen ze al het natuurlijke er uit.
De schapen kwamen steeds dichterbij. Ik voelde mij als wolf uitgedaagd en in
mijn eer aangetast.
Geen spoortje angst voor mij te bespeuren. Zo loop je toch hard de kans om
aangerand te worden. Al die koppen één kant op. Was dat maar zo in de hele
wereld.
Ik ben er maar op mijn gemak bij gaan zitten in het kader van de acceptatie.
Mijn maag zat toch al vol.
Misschien hadden ze vertrouwen in mijn gedegen
uitstraling of een antiwolvenvaccin gehad. Als ze namelijk niet gaan rennen is
er ook niet veel aan om ze na te jagen.
Nadat de bazin beloofd had, dat ik af en toe een avondje schapen mag beloeren,
ben ik met opgeheven kop, quasi nonchalant, weer vertrokken. Vierhonderd
schapen: hoeveel dagen zou ik er mee kunnen doen...
Die verrukkelijke beelden keren hopelijk in mijn dromen terug.
Thuis wachtte Kaytie op me. Uit frustratie ben ik maar achter haar aan gaan
rennen.
Nou ja, het werd al na 1 minuut sjokken.
Zodra ze denkt een lekker (vet) hapje voor mij te worden, onderwerpt ze zich.
Dan voel ik de trek gewoon uit me wegtrekken. Een schapenboutje op zijn tijd.
Da’s pas lekker.
Nu wordt het Pinksteren.
Kan ik mij terug gaan trekken in mijn luie stoel. Op gepaste afstand. Ik hoop,
dat ze vanuit de hemel dan 50 schapen op me laten neerdalen. Ik beloof, dat ik
lief voor ze zal zijn. Ik krijg hier tenslotte al genoeg te eten. Misschien
hebben ze toch bij mij ook iets natuurlijks er uit gefokt.
De laatste weken ben ik wat afstandelijker
geworden. Ik voel me steeds meer wolf. Af en toe knijp ik Costa even goed in
haar poot om te kijken of ik soms droom.
Als ze terug snauwt weet ik dat het echt is. Als ze de bal laat
vallen, dan wordt het Fight or Flight.
Het is hier langzamerhand zo stil geworden, dat ik de mieren op de
grond kan horen lopen. Ik houd ze goed in hun gaten.
De bazin is zo vaak thuis, dat er alsmaar meer bloemen op het
terrein komen. Ze sluipt af en toe met zwarte, luguber uitziende, beschermende
handschoenen het terrein af op weg naar een
tuincentrumafspraak. Daar date ze eerst online mee. Wonderlijk gebeuren. Schijnt
een modern beDisselt uitje te zijn.
Het is zo basic in deze tijd om je geluk in plantjes te
zoeken.
Erg zielig om ons bij het planten zo te vergeten, dat Costa soms
smeekt om naar binnen te mogen.
Omdat ze de bal neerlegt en er dan niet wordt gegooid is ze
helemaal van slag.
Hoe vertel ik haar, dat er de komende jaren nog weinig actie wordt
verwacht.
Dit is dus het Nieuwe Normaal. Tray’tjes legen.
Costa vroeg vandaag al aan Regibald en Roderick om de bal uit de
vijver te halen. Arme Costa. Ze kan beter ook meer wolf worden. Ik hoef niet te
bijten om te weten, dat het nepganzen zijn. Made in de USA. In slachthuizen, net
als het virus, ongewenst.
Een wolf is gewoon veel slimmer. Stelt zich verdekt op om toe te slaan. Krijgt
niet op zijn kop, ook al helpt hij 58 schapen in één week tijd aan een korter
leven. Ook heel wonderlijk.
Hier zit, nogal verwerpelijk, alles achter een beschermend hek.
Kijken, loeren en niet happen. Ik ben namelijk niet koninklijk genoeg voor een
jachtvergunning en ben niet van WA verzekerd.
Geregeld komen hier vierhonderd wandelende
schapenbouten langs. Als ze meer dan anderhalve meter afstand houden van de
grote kudde schieten wat collega’s van mij te hulp om de afstand weer te
verkleinen. De wondere wereld van nu dus op zijn kop. Ze noemen zich Bewust
Onrustige Aanvallers. Helaas mogen zij hun bek niet gebruiken.
Ik sta al twee maanden geregeld op de uitkijk. Of
er geen virus binnen komt waaien.
Of een besmette nerts. Of een uitrol van 5G. Die
nerts kan ik zien, maar die andere zijn onzichtbaar.
Supergevaarlijk, maar ik heb een goede neus. Daarom
wil ik ook geen mondkapje.
De rust, die hier nu is, mag niet meer verstoord
worden.
Dagelijks fluister ik Costa in haar oor, dat ze een doventolkcursus moet gaan
volgen. Erg handig als ik een persconferentie moet gaan houden over mijn
bevindingen en eventuele gedoogconstructies, want je moet wel flexibel blijven
in deze wonderlijke tijd.
Dan word ik net zo beroemd als Rutte en Costa is dan de nieuwe
Irma.
Helaas beschikt zij niet over enig voortschrijdend inzicht. Ze is
volledig stil blijven staan in haar balontwikkeling.
Het helpt ook niet, als ik de bal van haar af pak en me voordoe als
die bolle Kim Yong-Oen.
Hopelijk verdwijnen alle donkere wolken snel.
Ik heb liever plantjes op mijn erf dan dierenartsen, die willen
ruimen.
Ook de wereld wonderlijk op zijn kop. Het
wordt wel eens tijd, dat de virologen van de buis geruimd
worden. De deskundigen weer achter hun desk blijven zitten. De Efteling weer
voor iedereen open gaat. Kan ik daar proberen een grootmoeder op te eten. Dat
schijnen wolven gewoon te mogen doen zonder geruimd te worden. Ook in het Gewone
Normaal.
In de tussentijd geniet ik van de rust. Dat is een
hele kluif.
Volgens kenners van het Rusteloze Instituut Voor de
Medemens bevind ik mij in het Nieuwe Normaal.
Het moet hier dus abnormaal zijn.
De zon is vanochtend echter gewoon opgegaan.
De natuur ziet er heldergroen uit, net als vorig jaar.
Maar toch is de krul even uit mijn staart.
Ik heb een jasje uit gedaan. Ik ben namelijk geplukt. Mijn bazin was de enige
kapper, die nog open is en nu ligt mijn kapitale vacht bij de bank om weg te
waaien. Daarom ben ik een beetje depri.
Het Nieuwe Normaal is waarschijnlijk, dat het zomer
is in de lente, waardoor ik ook mijn vacht eerder verlies.
De geraniums staan hier al. Nogal abnormaal. Niets is meer heilig voor
Allerheiligen.
Ik weet dus niet of ik er nou zo blij mee moet zijn, dat mijn bazin met
handschoenen aan en vaseline in haar neus een tuincentrum heeft bezocht. In het
Nieuwe Normaal schijnt dat heel vet te zijn.
Ik moet echt veel nadenken over dat abnormale de laatste weken.
Ik doe dat op verschillende plekken ter land.
Ter zee en in de lucht kan dat nu niet.
Er wordt niet meer om prijzen gevochten anders dan
voor mondkapjes en desinfecterende zeep. Cruisen schijnt ook alleen nog maar in
stilstaand water plaats te vinden.
Kaytie is geen denker. Zij is toegetreden tot het Outbreak Management Team. Zij
is een doener.
Elke ochtend inspecteert zij de omheining op nieuwe
gaten. Soms graaft zij zelf een gat om uit te breken. Dan moet zij worden
teruggehaald. Van oudsher is dat heel normaal.
Ik doe de krul soms weer terug in mijn staart om haar verrichtingen gade te
slaan. Wel op gepaste afstand. Kan ik haar Face goed Timen.
Ze kan zich voordoen als een engeltje,
maar hou haar uit de gaten!
In het Nieuwe Normaal worden ook veulentjes geboren. Daar denk ik dan
aan.
De kippen leggen elke dag eieren voor hardgekookt op de asperges. Ik eet ze
liever slap warm.
De kanaries maken nesten en de duif me ‘s morgens wakker.
Costa kijkt nog steeds achterom of ik er aan kom.
Zou dat een teken zijn, dat alles weer normaal
wordt. Dat juist alles abnormaal was.
Dat reinheid, rust en regelmaat nog zo gek niet
zijn.
Vanochtend is hier een rat gevangen. Ik heb er nog over gedacht om hem naar
Zuid-China te brengen voor de wilde beesten markt, maar ik hoorde, dat die
gesloten is. Bovendien laat ik liever hier mijn jas uit doen, dan daar met een
tondeuse.
Ik heb nagedacht en nagedacht. Ik denk, dat het
Oude Normaal met aanpassingen moet worden teruggebracht. Niet hollen, maar
vliegen, kan niet meer. Verplicht stilstaan bij wat je hebt en wat je kwijt kan
raken wordt dagelijkse kost. Geen drie zoenen meer op de bek. Alleen gemeend
aanhalen met wederzijdse toestemming. Oudjes ook aubade gaan brengen in
Covidloze tijden.
Ik ga Kaytie vragen dit in het OMT onmiddellijk aan
te kaarten. Ik zie de eerstvolgende persconferentie met vreugde tegemoet. Ben
trouwens benieuwd hoe die doventolk dit gaat brengen.
We zitten eigenlijk allemaal in een coma, al
jarenlang. Duimen, dat we er uit ontwaken en de echte betekenis van ons bestaan
weer kunnen zien.
De zon scheen volop, de bloemetjes bloeiden. Het was
heel stil hier aan de weg.
Ik kon heerlijk zitten mijmeren. Geen Pfas, geen CO2.
Werkelijk een heerlijk klimaat. Buiten was het fantastisch.
Maar binnen barstte constant de hel los. Ze hadden
kennelijk virologen en psychologen uit hun lange winterslaap gehaald. Nooit
geweten, dat die zoveel niet wisten.
De bomen van de wetenschap groeien namelijk echt tot in
de hemel, maar die gaan vaak tegen elkaar in.
Van al die zeer deskundige BN-ers in wording worden
de mensen een beetje bang. Wat niet weet, wat niet deert. Door die zogenaamde
deskundigen wordt het hebben van grootouders je zelfs tegen
gemaakt.
Mijn grootouders zie ik nooit. Dat is gewoonlijk zo bij
wolven en honden. Ze hebben vast ook geen overgewicht. Daar hoef ik me dus geen
zorgen over te maken.
Waar ik me wel zorgen om maak is het afstandsgedrag
hier op het erf.
Met mijn vriendinnen in de wei heb ik het minst te
stellen. Ze zijn vast bang, dat Rutte komt langs fietsen. Maar hoe lang nog. (En
hoe lang fietst Rutte nog)
Gelukkig heeft hij Rembrandt van Rijn uit een vorig
leven terug gehaald. Ouwe spullen uit de Kringloop schijnen het erg goed te
doen.
Tot mijn ontsteltenis zag ik echter vanochtend, bij mijn ochtendsoes, twee
knuffelende ganzen! Ik schrok me rot.
Kan er niet de hele dag bij blijven als handhaver. Ik heb ze gelijk uit elkaar
gehaald.
Dat heb ik ook gedaan met de strandstoelen. Kan
iedereen, die er in zit, zich even volledig niezend laten gaan. (In de hoop dat
Koolmees net niet langs vliegt)
Om Costa te ontwijken (zij is erg onhebbelijk) moet ik
allerlei fratsen uithalen om haar op anderhalve meter afstand te houden. Die
meid laat zich door geen enkel virus afremmen. en zelfs niet door
Grapperhuis.
Ik heb uit wanhoop een hele lange stok gepakt en haar
een punt ervan aangeboden.
Ze trekt zich ook helemaal niets aan van Ab Osterhaus.
Negeert diens instructies totaal. En mijn jongleren.
Uitgeput raak ik er van. Gaat ze ook nog onder mijn neus
zitten te poepen, net nu het klimaat hier zo heerlijk is geworden.
Een ware knock-down. Zou Boris Johnson zich nu ook zo
voelen? Ik heb namelijk door al dat gehannes met Costa nu ook milde
klachten.
Gelukkig heb ik hier mijn eigen Keukenhof. Constant
bewegend beeld in de wind vandaag.
En een lock-down hek. De pakjesbezorgers durven niet
eens het hek op twee meter te naderen, als ik buiten ben.
En ik heb gekke Kaytie, die mij wel respecteert.
Ik hoop, dat dat afstandsgedoe gauw voorbij is. Als
je een baby niet knuffelt, gaat die dood. Als wij dat virus niet knuffelen, gaat
die ook gewoon dood.
Er waart een virus rond in de wereld. Het lijkt op
een een sprookje van Grimm.
Costa loopt hier op het erf als een Gelaarsde Kat.
Ze zet geen poot meer op me. Ze geeft me nu een
elleboog. Te vaak en dat is niet prettig. Dat is het nooit, als iets vanachter
de ellebogen komt.
Ook draagt ze een mondkapje.
Ze denkt, dat ze Slimme Grietje is, maar ze ziet er uit
als Vrouw Holle.
Er zit namelijk een gat in de kap, terwijl de kap juist
op haar gat moet zitten.
Bloot is ze nogal bevreesd. Ze voelt zich dan Het Meisje
zonder Handen, denk ik, onze Costavid.
Ik heb haar al verteld, dat dit echt gaat werken. Alleen
al met de aanblik van zulke ogen gaat het virus op de loop.
Alles wat er gaande is zet me wel aan het
denken.
Wanneer komt de Geest weer terug in de Fles of is
dit het nieuwe normaal.
Ik wil gewoon weer genieten en niet bang hoeven zijn,
dat de grootmoeder van Roodkapje het Zingende Botje wordt. En mijn
wolvenpensioen naar de ratsmedee gaat.
Ik wil Koosje weer kunnen kussen.
Ik heb me voorgenomen, dat als ze gaat slapen ik haar
weer als mijn Doornroosje wakker maak.
Ik wil geen gras gaan eten, omdat de Zeven Raven onze
brokken hebben geplunderd. Wij wolven leggen ook geen voorraad aan van Zeven
Geiten. Straks moeten wij genoegen nemen met De Broodkruimels op Tafel.
Hamsteren doe je bij 1 + 1 gratis. Als hier een hamster zou loslopen vinden wij
hem wel. Ik rol hem zo tot Magere Liesje.
Gelukkig heb ik geen 16 pakken toiletpapier nodig om
mijn gat af te vegen. Die schuur ik wel over de grond, als er wat aan blijft
hangen. Dat er later geen schoongrondverklaring kan worden afgegeven is gewoon
een gevalletje pech, Een mens is net een lemming. Springt er één in zee, dan
springt de rest er achter aan. Moet je gewoon
niet doen. Stabiel blijven, net als de wolven. Dan kom je gesterkt terug. Je kan
toch wel een keer worden overreden. Ook een gevalletje pech.
Het is buitengewoon rustig in de lucht. Als de Gouden
Sleutel tot de oplossing van het virus is gevonden hoop ik, dat het zo
blijft.
Dit hele gedoe heeft een heel groot voordeel.
Straks mogen we weer 130. Hebben we een grote klimaatwinst geboekt. Winst wordt
altijd meteen geconsumeerd. Costa en ik hebben onze fomule 1 races op ons bospad
trouwens opgeschort. Mijn bazin heeft haar te grote zwarte bril
tijdelijk afgezet.
Wie het waagt om dichter dan twee meter bij ons hek te
komen zal nooit meer griep krijgen. Die Trumpiaanse verordening heb ik trouwens
al enkele jaren geleden ingesteld en werkt als de beste.
Het wordt tijd voor de lente. Dat wordt het einde van
dit boze sprookje. Sprookjes eindigen altijd met Ze leefden nog Lang en
Gelukkig. Boze Corona verstopt zich dan weer tussen alle andere griepvirussen.
Die dragen geen naam, vallen dus niet op en als iets geen naam heeft is iedereen
er ook niet meer bevreesd voor. Gaan er volgende winter net zoals in voorgaande
jaren weer zoveel kwetsbaren dood. Het leven is nu eenmaal niet maakbaar, het
overkomt je. Met of zonder WC-papier.
Poot van Falco
P.S.
Geschatte oversterfte in Nederland door influenza, volgens gegevens
RIVM:
winter 2018/2019 2.990 winter 2017/2018 9.444
winter 2016/2017 7.503
Aantal doden Corona t/m heden 12
Aantal griepdoden in 2019 in Europa 165.000
In de periode 30-09-2019 tot 8 maart 2020 zijn er 584 soorten influenza
vastgesteld
Sinds ze in Nederland namen aan stormen geven, doet
het niet anders dan stormen.
Het lijkt wel of ze in ijltempo het hele alfabet
willen vol maken.
Ze hebben Costa over geslagen en dat is maar goed
ook.
Het zal me maar gebeuren, dat die opeens Zuid-West
over me heen vliegt.
Vanmiddag kwam Ellen woest op me af en toen kon ik mijn
staart echt niet meer recht houden.
De krul woei er ook nog eens uit. Morgen maar even naar de kapper voor een
permanentje.
Ciara en Dennis hebben hier al vele ledematen de
lucht in laten vliegen.
Gewoon onfatsoenlijk van Dennis om iemand staartloos met
zo'n extra gat achter te laten.
Gelukkig is dat bij Kaytie niet gebeurd.
Bij de kip is de schedel gelicht. Blijkt hersenloos te
zijn. Kan dus meedoen aan de Amerikaanse verkiezingen.
De kammen zitten nog wel op de echte kippen. De
kukelende haan in het midden is vast van Kick-out Zwarte Piet.
Hij wil graag de twee zwarte kippen uit het hok
kicken en dat is niet netjes.
Wij hebben hier trouwens twee moorkoppen rondlopen. Doen
het goed in de storm. Zij zijn ook niet netjes. Staan met hun konten altijd
tegen de wind in.
Niet leuk voor Ellen. Je wilt toch iemand in de kop
kijken, als je met een vaartje aankomt.
Ciara moet een hekel hebben gehad aan vogelhuisjes. Deze
vloerde zij als eerste.
Daarna legde zij een hele villa om.
Door de stormen moeten de koolmezen nu scheef gaan
wonen.
Dat stellen ze in Den Haag niet op prijs, denk
ik.
In ons Achterafje kan ik niet meer met goed fatsoen zitten. Dennis
heeft, denk ik, een café-ruzie met hem gehad.
Redelijk normaal overigens, dat met carnaval het dak er af
gaat.
Ook Lijs Alaaf is uit de boom gemieterd. Aan de beker te zien heeft
hij gisteravond vast te veel gedronken.
Ons enige varken is getroffen door een bio-bom. In de vorm van een
tak.
Eén uit vele.
Er is hier de afgelopen weken genoeg gesprokkeld om een compleet
paasvuur aan te leggen.
Zal wel niet doorgaan, want die mogen ook al
niet meer. Dat je ons brood, spelen en kuchen moet geven is al lang vergeten.
Dat gezeur over klimaatveranderingen stemt mij soms droef. Het
stormt maatregelen. Van mij mogen de uitdenkers aan het gas.
Straks komt er misschien een laadpaal op ons
erf. Staat er een auto aan de elektra te slurpen, pies ik per ongeluk tegen de
paal en verbrand vervolgens mijn gereedschap. Snuif ik ook nog lithium in.
Moet je Costa dan horen
brommen.
Die staat nu achter de deur op mij te wachten. De
verzekeringsmaatschappij zal niet alle stormschade dekken, maar ik dek
graag.
Of het nu Kaytie of Costa is. De komende week wordt
het weer smachten. Mijn vriendinnen zijn weer in de stemming.
Toch jammer, dat ik geen panda ben. Je reinste
discriminatie, dat ik zonder zwart-wit lijf niet op NPO1 mijn kunstjes mag
vertonen op mijn krachtig getrainde achterpoten. Ik kan best een stevig showtje
weggeven en minder lui dan Elegante Ster.
Vanochtend heb ik nog geen panda gezien, ook niet
bij de buren. Wonderlijk, want wij hebben hier veel bamboescheuten.
De bamboe is destijds onder Chinese architectuur
aangeplant om panda's te vangen. Althans dat vermoed ik.
Ik lig al dagen te bedenken hoe bamboe te gaan eten om
een hondenhok te bestellen van 7 miljoen euro.
Het gaat mij niet om een mooi verblijf, maar om de
mogelijkheid een geschikte partner te krijgen, die graag in haar nek gebeten wil
worden om daarna mijn kostbare kind op de wereld te zetten. Kan me misschien
gaan opgeven bij Married at China First Sight. Het maakt me niet uit of ik een
stropdas moet dragen en of mijn bruid jonger is. Ik noem mijn pup dan Chantal of
Dreetje op zijn Chinees. Geen Corona, die houden ze daar maar.
Costa en kinderen, dat is hier een
no-go.
Die combinatie levert zeker geen jong van 500.000 euro
op.
Ik speel graag met Costa, maar zodra het een beetje
intiemer wordt, is of de bal belangrijker of als ze me wel ziet zitten mag ik
van hieruit niet Mhemhemhe gaan mompelen.
Komt vast, omdat ik geen Elegante Ster ben met mijn
lompe poten. Costa lijkt ook niet op een Krachtige Wolk.
Die verblijven hier
alleen maar in de lucht.
Vroeger zat op dit terrein wel twee keer per jaar
een Ster op een Wolk.
Links de Ster en rechts de Wolk.
Het hele team hier heeft zijn best gedaan om
ze van de bank af te halen en ze hitsig aan te moedigen. Tenminste, dat denk ik,
want dat heb ik bij die zeer opgewonden verzorgers van die panda's op NPO1
gezien.
Als Ster en Wolk van de bank af kwamen om aan hun
peepshows te beginnen werden er ook nog pikante fotoâs van gemaakt, die ik
helaas niet kan publiceren vanwege mijn verregaand ethisch normbesef. Het
ministerie van Justitie en Veiligheid heeft het al druk genoeg.
Ze hadden hier gewoon wat scheutiger moeten zijn
met bamboe en met hun Ouwehand urine moeten gaan rondstrooien. Dan was er
misschien wat leuks uit voort gekomen.
In mijn verlangen naar rijkdom denk ik vaak: Mhemhemhe.
Er komt tot nu toe niet één Chinees met mondkapje op af. Moet het, denk ik, met
chips gaan proberen in Giethoorn. Daar schijnen ze verzot op te zijn. Het is
vreemd, dat er zoveel Chinezen zijn en maar zo weinig panda's. Je zou toch
veronderstellen, dat er ook panda's na te maken zijn.
Voorlopig geen duur hondenhok voor mij, 't Wordt
hopelijk nooit daklozenopvang met afgeknipte stropdas, al is dat nogal
koninklijk. Tegen die tijd hoop ik, dat de toeslagen op orde zijn, de
woningmarkt uit het moeras is en ik wat goeds kan huren.
Het begon met sneeuw in januari. En ijzel. Niks geen
klimaatopwarming.
Ik heb nog in een hoekje gekeken. Misschien lag Greta er
toen al, maar ik heb niks gezien.
Kaytie is nog boven gaan kijken. I want her to
panic. Maar nee, Greta zat ook daar nog niet.
In februari deed ik mee aan een
slipjacht.
Onder mijn toeziend oog joegen de ruiters achter de
bloedhonden aan. Boeiende gewaarwording om met zijn allen achter de geur van een
slipje aan te gaan.
Nu word ik hevig geteisterd door
slip-schaamte.
In maart moest ik gaan stemmen. Op wie je toen ook had
gestemd, ze hebben allemaal last gekregen van geheugenverlies. Van alles wat ze
verkeerd doen, staat ze helemaal niets meer bij. Die momenten ken ik ook. Mijn
bazin noemt me dan heel denigrerend Markje.
In maart heb ik mijn brokkenvoer extra moeten
controleren op sporen van vleesvervangers. Ik zou vlees-schaamte moeten hebben.
Je wilt een wolf toch niet aan de zwavelzwam en vegaburgers zetten. Ach, doe
niet zo vervelend!
Ik moet er een poepie van laten!
Het was ook nog Lammetjesdag. Daar viel de vlees-schaamte
echter goed in de smaak.
In april sloeg de bio-diversiteit toe. Dat kwam hard
aan. Greta was nergens te bekennen. Waar was ze toen ik haar nodig had.
In mei waren we druk op zoek naar
schorremorrie.
Al ben ik dat soms ook. Niets fijner dan een bal van
Costa af te jatten en proberen stuk te knauwen. Daarna heb ik wel last van
Terugbezorg-schaamte.
In juni raasde er een storm over het land. Overal
bladschade. Klimaatverandering. Zegt men.
Leverde mij wel een ontlaadpaal op. Automatisch word ik
er heen gestuurd door mijn Tesla-blaas.
In juli waren er allemaal jonge kanaries in de voliére.
Niet wetende welk onheil ze later in het jaar zou overkomen zaten ze lekker
puppy-dik te wezen.
In juli was er ook in de wei even sprake van
klimaatschade. Greta kon niet komen kijken. Ze weigert te vliegen. Per zeilboot
is ook geen doen via het grondwater.
In augustus was het heel heet. De bakken water kwamen
uit de kraan. Ik jankte de hele dag hier op het chateau water, water,
water.
In september durfde ik zo lang weg te kijken.
Er kwam geen eind aan die boom in de Apenheul. Ik werd er emotioneel van. Geen
Greta in de top. Die zat daar wel bij de Verenigde Naties.
Het was leuk om iemand te ontmoeten, die net als ik, op
een theepot leek.
In oktober sloeg het noodlot toe. Weg kanaries. Weg
tortels van 20 jaar oud, weg kwarteltjes. De kaalslag op de Lemelerberg hakte in
op de leefomgeving van de dieren en joeg ze naar ons toe. How dare you.
De jeugd der kanaries ontnomen. De dromen van de wezel voorbij.
Het inzetten van het leger bleef bij een loze oefening.
Leverde in ieder geval stikstof op. Misschien was het wel de nieuwe koning van
Thailand, die zijn bijvrouw kwam verstoppen.
Nu is het december. Ik vind het maar een vreemde
maand.
Eerst daalden hier twee roetveegkippen neer.
Daarna een rendier.
Nu staat er ook nog constant een boom in de
fik.
Mensen doen gewoon vreemd. Er schijnt weer een
jaar af te lopen.
Het is time to say goodbye, maar
afscheid nemen bestaat niet.
Men richt zijn blik op de toekomst, maar men moet
leven in het nu. Men wil knallen in het nieuwe jaar. Dat hoor ik trouwens nu
al. Maar eigenlijk mag het niet.
Ik voel overal schaamtes. Als je niks verandert
hoef je ook geen schaamte te hebben.
Geen tech-schaamte, geen boeren-schaamte, geen
stook-schaamte, geen hype-schaamte.
Ik ben hoopvol, Mijn bench staat niet in de fik. Ik hoef
niet te verthuizen. Ik hoef niet te pinnen. Mijn achterwerk wordt niet
gebruikt om carbid mee te schieten. Mijn gebit is spierwit. Ik heb nog geen
extra zorg nodig. Ik ben omringd door bomen. Ik vlieg niet, ik loop, ren en race
gewoon het nieuwe jaar in. Wat heden bloeit, valt morgen af en dat zal altijd zo
blijven. Dat geldt trouwens ook voor al die gemolde BN-ers.
Ik hoop wel op een miljoen volgers, als ik zeg
Greta, van het negatieve van 2019 staat mij helemaal niets meer bij.