Na een potje judo met tante Costa, we hadden de worstjes niet op de
borstjes,
heb ik met tante Kaytie een rondje over het terrein gemaakt. Tante Kaytie
is echt een krengetje, als ik in haar kuil wil mee graven. Ik heb haar gisteren goed laten weten, hoe
ik daar over denk.
Ze grauwde me weg met ontblote tanden en dat vond ik geen goed idee. Na
enige schermutselingen bij het pas gegraven gat heb ik mij fijntjes op haar gestort en haar
omklemd tussen mijn wolfspoten in wording. Daarbij heb ik ook nog mijn haren goed overeind gezet. Ik ben
dan wel een Tamaskan, maar geen doetje. Gebeten heb ik niet, ik heb alleen maar laten merken, dat
ik boven haar sta.
Ze heeft het begrepen. Vandaag waren we weer redelijk on speaking terms. Ik
mocht zelfs zonder snauw even bij een gat koekeloeren en toen vond ik het ineens niet meer zo
interessant. Ik heb besloten geen wegenbouwmaatschap meer met haar aan te gaan . Voortaan graaf ik mijn
eigen toevoerwegen naar Nieuw-Zeeland. (Ik ben al onderweg)
Na een verplichte lange dut, de maaltijd was heel lekker uit mijn
anti-schrok bak, werd het weer laden en lossen. Ik moest zo nodig weer mee in de auto en ik moet bekennen, dat
ik het leuk begin te vinden. Vooral op hobbelige, modderige zandpaden, want daar moesten we
overheen op weg naar een tehuis voor oude manegepaarden. (Je ziet het, ik ben goed
geïnformeerd)
Ik moest poseren voor de ingang en dat doe ik graag.
Als het me te lang duurt, ga ik zitten. Ik heb die kont niet voor niets.
Ik moest die ouwe schuur in, op zoek naar ouwe paarden. Er liepen een
heleboel mensen en dat gaf nogal oponthoud. Ik ben het aan mijn ras verplicht
om te tonen, dat ik belangstelling heb voor het sociale.
Omtrekkende bewegingen brengen verwarring.
Men vond mij wel aardig. Scholden me helaas weer uit voor een Duitse
herder, ondanks mijn heerlijke zachte vacht en mijn wolvenharen.
Gelukkig komt mijn vrouwtje dan voor me op en zet het recht.
Er was daar ook een rommelmarkt en ik heb even tussen de rotzooi heen
gelopen en mijn snuit overal in gezet.
Het pluche was wel leuk, maar ik heb thuis genoeg.
Je moet het allemaal aandacht geven en ik heb al zo weinig tijd. (Eten,
plassen, poepen, wandelen, spelen, vechten, uitgaan)
Een dag is zo om.
Die paarden stonden allemaal in de stallen. Ik vond hun koppen (sorry,
hoofden) wel heel groot. Het deed me echter niks hoor, gewoon op tijd afstand
houden.
Die witte had vanochtend nog zn deur eruit getrapt.
Na dertig paarden en ponys langs te zijn gegaan, vanonder en op ooghoogte, had ik er wel even genoeg van. Thuis heb ik er ook vier en daar
kan ik tenminste mee neuzen.
Het was wel netjes onderhouden, maar een ouwe bende.
Ze hebben veel geld
nodig om al die (40) hortsiks in leven te houden en daarom moest ik
namens alle Tamaskans in de wereld de hoofdverzorgster een paar euros
geven.
Toen vonden ze me nog liever. Ik mocht ook weer gauw terugkomen.
Doe ik niet, ik hou het even voor gezien.
Ik heb nog wel geprobeerd om bij een bak kattenvoer terug te komen, die ik
zelf had opgesnoven. Ik mocht daar van het vrouwtje niets van eten. Ik wist
echter dondersgoed de weg erheen en heb een paar keer gepoogd alle benen de goede kant op te
sturen. Tevergeefs. Men had mij door.
Ik was ook wel weer heel blij, dat ik voor mijn eigen deur stond.
Dat plasje, dat je daar ziet, sorry, dat had ik vanmorgen daar gedaan. Ik moest gewoon nodig, toen ik over de drempel liep.
Verder weet ik niks meer. Alleen, dat ik nog een dooie kikker heb gevonden.
Die hangt nu in een boom. De bazin wist even niet, waar ze hem kwijt moest.
Ook ben ik nog met mijn voorpoten de vijver in gestapt. Je zou toch denken,
dat je ook over water kunt lopen. Ik kon me gelukkig nog in mn achteruit
zetten.
Vandaag was het wormendag of eigenlijk dag (! )
met die wormen. In mijn kostelijke eten zat iets verstopt om wormen door te
spoelen richting mijn afvoer. Niks gezien, maar ook wat je niet ziet, kan er
zijn, dus vooruit dan maar.
Ik moest van de bazin rustig aan doen, omdat
vanavond mijn eerste praktijkles begon. Ik ben zo makkelijk als een pet van een
kwartje en heb me redelijk op tijd teruggetrokken in de kamerkennel en vanmiddag
in kantoor.
Om half zeven moest ik de auto in, naar Raalte, 11
kilometer lang gezoef, gezoem en gehobbel. Soms lag ik schuin in de bocht, maar
ik heb het overleefd zonder de Rennies te hoeven pakken.
Bij de VDH (Vereniging Duitse Herdershonden) ben ik
uitgestapt, vervolgens meegelift met mijn vrouwtje. Ik bekeek de lange weg
richting kantine met mijn blik op oneindig en dan snapt ze het wel.
De veranda ben ik nog wel zelf opgestapt. Kon ik
even kijken, wie er allemaal aan kwamen.
De trainer was gelijk verliefd op me en wilde met me op de foto. Eigenlijk had
ik dat niet moeten doen, want hij noemde mij een Duitse herder. (Nou
ja...)
In de kantine nam ik gelijk de plaats in tegenover de voorzitter van de
hondenclub. Dat vond men erg eigenwijs.
Ik moest vertellen, wie mijn moeder was en wie mijn vader en mijn opa en
oma. Ik vind dat nogal privé. Ik ben gewoon een Tamaskan en dan ga je maar
surfen op internet.
Omdat ik van Security ben, heb ik de ruimte doorzocht en hondenkoekjes
gevonden in een verdachte jas, die over een stoel hing.
Kunnen ze in België een voorbeeld aan nemen.
Daarna begon de theorie. Er zat een Amerikaanse bulldog naast me, een
zwart-witte met een grote dikke kop en die wilde het met me aanleggen. Hij ging
net even te ver. Ik gromde en toen schoot-ie onder de tafel, de held.
Vijf maanden oud en het dan nog in je broek doen. Ze moeten me niet storen,
als ik luister.
(Pas op, jij, dikkop..)
Er was nog een grote Mechelse herder van 5 maanden,
een soort Maltezer-Boomer van een half jaar, een Portugese/Britse Pointer van 3
maanden en een merkloze zwarte van die leeftijd.
Na de theorie moesten we een veld op tussen veel
bomen. Omdat ik eerst even de tijd wil hebben om alles te bekijken (er was een
andere groep honden vlak voor de kantine bezig), heb ik onvrijwillig weer een
lift gekregen van de bazin.
We mochten eerst allemaal met elkaar kennismaken en
even spelen. Met die twee studiegenoten van 3 maanden wilde ik graag Wiplalaatje
spelen, maar dat mocht niet, zo en plein public. Ik heb de hele les elke
gelegenheid gegrepen om contacten te leggen. Daarbij had ik een keer een losse
lip vast en een oor. Het mocht de pret niet drukken. Er werd helemaal niet
gepiept. Ik was redelijk populair, alleen die dikkop heeft zich niet meer in
mijn buurt vertoond.
De trainer noemde mij een wakker ding. Stomme
opmerking. Alsof ik slapend zon les kan volgen.
We moesten netjes naast de baas lopen, waarbij de
baasjes een klein hondensnoepje tussen de vingers moesten doen en wij achter de
hand aan moesten om de buit te pakken te krijgen. We moesten ziten af doen.
Makkie, dus. Ik kende ze al, want ze lijkt wel lief, die bazin van mij, maar
drillen kan ze ook. Ik doe het graag voor haar, hoor, ze speelt ook met me. Ik
ben woest op speeltjes en ballen, maar vanavond vond ik die bal aan een touwtje
maar shit. Er zijn soms leukere dingen om te doen, zoals in een ander
happen.
Er stond een heel lange tunnel, daar moesten we ook
nog door. Die Mechelaar wilde er met geen mogelijkheid in. Tunnelvrees. Moet in
therapie. Thuis heb ik hier een klein tunneltje. Ik moest eerst wel even weer
goed kijkenen toen nam ik die grote in één keer.
Ik kon ze dus moeilijk van mn lijf houden.
Aan het eind van de les was het al heel donker en heb ik nog zelf even de
oefening Af en Blijf gedaan.
Fanatiek, hè.
Toen we na afloop de kantine weer in gingen, ben ik prompt in de armen van
het vrouwtje in slaap gevallen. Toen moest ik wel weer meeliften naar de auto.
Diep in slaap heb ik de 11 kilometer terug afgelegd.
Het is hier wel een enerverend leven. Moet ik de hele week weer Af
gaan....
Voordat ik aan vandaag begin, moet ik je nog wat vertellen over
gisteravond. Ik werd voor mijn laatste sanitaire bezigheden in de tuin getjoept
en voordat ik een druppel kon laten vallen trok er een speciale, heerlijke geur
in mijn neus.
Ik zoeken, zoeken, zoeken, kris kras door de bodemplanten heen en ik had
zomaar ineens wat klem in mijn bek. Nooit geweten, dat je zo blij kon zijn met
een dooie mus. Nou ja, toen wilde ik eigenlijk niet maar naar binnen.
Buit is buit en vergeet niet, het was wel mijn eerste. Pas toen ik moest
kiezen tussen mijn bak met vlees of die vogel, heb ik toch maar voor de eerste
gekozen. Voor de zekerheid heeft het vrouwtje mijn gesopte prooi in een
plantenbak gezwiept.
Toch jammer.
Vanochtend werd ik om kwart over zeven wakker. Ik doe
nooit wat in mijn bench en ik draag echt geen Tena man. Mijn bazin vindt dat wel
prettig.
Ze heeft echter een rot gewoonte. Mijn drollen liggen nog
nauwelijks onder mijn achterste of ze graait ze al weg met een grote poepschep.
Daar kan ik zo kwaad om worden. Ik probeer dan woest
grommend de grijper te pakken. Het zijn wel mijn drollen! En
elke keer weer, hè.
In het hoge gras vermaak ik me uitstekend. Ik buitel en
rol en doe gek met stokjes en blaadjes. Daar heb ik die tantes niet voor
nodig.
Trouwens, tante Kaytie heb ik vanmorgen beslopen als een
tijger, laag schommelend over de grond in het gras. Ze was op muizenjacht en zag
me niet.
Ben ik lekker op haar gesprongen. Ik kan zo het leger in.
Vraag ik een nieuw tuigje met daarop army.
Die twee tantes van me hadden het bijna aan de stok met
elkaar om mij. Dat zit zo. Tante Kaytie voedt mij streng op en snauwt me wel
eens af, tante Costa is eigenlijk nu mijn tweede moeder en die vindt dat
niet goed. Problemen altijd, die wijven... Ik bemoei mij er gewoon niet
mee.
Na een heerlijk middagdutje (ik zak nog wel eens weg, dat
groeit beter) moest ik mijn security tuig weer om en de auto in. Ik had geen
zin. Ze heeft me met mijn achterste in het kenneltje op de achterbank
moeten duwen. Wacht maar tot ik groot ben.
Daar zat ik dan...
Omdat het kennelijk heel belangrijk is, dat mijn haar goed zit, moest ik
mee naar de kapper. Ach, dat was best leuk.
Door die zondagmiddagsessies in Andel ben ik heel vriendelijk geworden
tegen mens, dier en kapper.
Toen ik hoorde, dat het vrouwtje vrijdag naar de kapper moet, ben ik alvast
maar gaan liggen.
En nou mag ik mee. Kwestie van slim aanpakken...
Op het parkeerterrein buiten zag ik veel autos en boodschappenkarren en
fietsen. De hondenpsycholoog zegt, dat je nieuwe indrukken even moet laten inwerken op je netvlies en in je
kop. Dat heb ik dus ook maar gedaan bij het afvoerputje.
Helaas, geen dooie beesten...
Na de kapper moest ik kennismaken met de supermarktmanager. Aardige man.
Die hoeft niet naar de kapper.
Misschien krijg ik wel een uitnodiging voor het Oranjefeest.
Ik mocht wel mee shoppen in een winkelkar. Puppys hebben
vrijstelling.
Na de supermarkt heb ik op het plein nog voor een paar mensen en kinderen
mijn staart laten wapperen en mijn oren naar achteren gegooid. Vonden ze
leuk.
Ze noemden me Beertje en vroegen of ik een hulphond was. (Dat tuigje maakt
indruk)
Die gaten heb ik niet in die broek van haar gebeten, hoor!
Omdat het vrouwtje geld nodig had, ik schijn nogal duur te wezen, moest ik
voor haar pinnen.
Alleen had ik mijn pas niet bij me en de aanwezige biljetten bevielen me
niet.
Daarna moest ik weer de auto in voor een heel speciale opdracht.
Verleden jaar, vlak voor de Kerst, is Tante Koosje, 86 jaar oud, op de
fiets ten val gekomen op het plein door werkzaamheden aan het wegdek en toen
heeft ze haar heup gebroken.
Tante Koosje had een hondje, Stip, en daar kon ze niet meer voor zorgen.
Stip woont nu bij een buurmeisje en tante Koosje is wel blij, dat Stip het goed
heeft, maar ze mist hem en ze weet, dat ze nooit meer Stip in haar huisje zal hebben. Stip lag altijd bij haar
s avonds op tafel.
Ik ben dus, als echte hulphond, bij Koosje op tafel gaan liggen.
Ik mag dus weer terugkomen. Kwestie van handig aanpakken..
Daarna zijn we nog even naar de Welkoop geweest en heb ik zeer charmant wat
dozen met hondenkoekjes uit het schap gerooid en de beest uitgehangen in het
speelgoedvak.
Het was mijn merk niet...
Ik word een expert.
Na nog door diverse mensen geknuffeld te zijn (er was zelfs een mens bij,
dat vroeg of ik als security-hond wel geaaid mocht worden, nou ja!) zijn we weer naar huis gereden.
Trouwens, ik ben mijn plaatsje in de auto wel gaan waarderen. Ik hoefde
geen schop meer onder mijn achterste.
Toen ik thuis uitstapte was ik toch wel blij. Ik denk niet, dat ik
voorlopig wat anders huur.
Ik heb er wel even aan gedacht, toen ik mij gelijk terugtrok om even wat te
gaan doen en er zo nodig weer een foto gemaakt moest worden van mij in mijn positie. Niemand wil toch zo op Facebook!
Nou, misschien tot morgen, maar ik denk, dat ik een vrije dag opneem!
Hier Falco. Ik heb vannacht aan één stuk door geslapen. Om kwart voor acht
werd het vrouwtje wakker. Zij keek in de bench, zag mij plat liggen, stak wit
van schrik een hand door de tralies en toen werd ik ook wakker.
Ik heb in de juiste volgorde mijn behoeften gedaan op mijn voorkeursplekken
in de tuin en daarna ben ik, als een raket, in één rechte lijn terug naar de
deur geschoten, omdat daar achter mijn bak met eten al klaar stond.
Ik wil niet klagen, hoor, maar ik wil graag meer, meer, meer!
Na mijn ontbijt moest ik weer in bed, want mijn bazin moest zich poedelen
en zich in bijt- en krabvaste kleding wurmen. Ik kreeg een oor van een koe om
mezelf te animeren. Goed bedoeld, maar er zit weinig vlees aan.
Na de koffie werd ik met tante Kaytie in de boomgaard gedropt. We hebben
toch een portie gekeet!
Eerst heb ik op mijn playmate liggen loeren.
Daarna zijn we helemaal los gegaan.
Mijn animeertante gedroeg zich echt uitdagend.
Ik had daarna echt behoefte aan een cursus MindEmptyness.
s Middags mocht ik weer even puppy wezen. Ik mis op sommige momenten mijn
mama Ylva en vooral haar tepels. Laat tante Costa nou ook die dingen hebben!
Tante Costa is nog maar anderhalf. Volgens mij is ze aan eigen kroost toe.
(Wacht maar tot ik groter ben)
Ze heeft zo lief mij in haar poten genomen. Ze smolt gewoon. (En ik
ook)
Ik ben zo TamAsMaKan
We zijn erg gelukkig samen...
Vanmiddag lag er een aluminiumladder plat in het gras. Ik heb alle treden
genomen. Tussen twee treden in ben ik op mijn kont gaan zitten om naar de werkzaamheden van de tuinman te kijken. Ik was de ladder zat. Er
klonk opeens een enorme knal in het bos. De jachtopziener was wild bezig.
Men was trots op mijn schotvastheid. Voor hetzelfde voer was ik me rot
geschrokken.
Ik schijn me vandaag enthousiast te hebben gedragen en het was vooral zeer
leerzaam. Vrouwtje heeft me de oefening zit geleerd en laat me al vijftig
centimeter volgen. Tante Kaytie leert mij normen en waarden door mij uit te dagen en
af te straffen. Ik hoef niet te piepen, ik ken op tijd mijn plaats.
De twee dames mogen op de bank, een hele uitdragerij en ik zit in mijn riante optrekje.
Ik hoop, dat mijn broertjes en zusjes het ook zo naar hun zin hebben. Zeg
tegen mijn zusje, dat nu Two Socks heet, dat ik nog maar drie sokken heb. Ik
hoop voor haar, dat zij ze niet kwijt raakt.