Vandaag was het wormendag of eigenlijk dag (! )
met die wormen. In mijn kostelijke eten zat iets verstopt om wormen door te
spoelen richting mijn afvoer. Niks gezien, maar ook wat je niet ziet, kan er
zijn, dus vooruit dan maar.
Ik moest van de bazin rustig aan doen, omdat
vanavond mijn eerste praktijkles begon. Ik ben zo makkelijk als een pet van een
kwartje en heb me redelijk op tijd teruggetrokken in de kamerkennel en vanmiddag
in kantoor.
Om half zeven moest ik de auto in, naar Raalte, 11
kilometer lang gezoef, gezoem en gehobbel. Soms lag ik schuin in de bocht, maar
ik heb het overleefd zonder de Rennies te hoeven pakken.
Bij de VDH (Vereniging Duitse Herdershonden) ben ik
uitgestapt, vervolgens meegelift met mijn vrouwtje. Ik bekeek de lange weg
richting kantine met mijn blik op oneindig en dan snapt ze het wel.
De veranda ben ik nog wel zelf opgestapt. Kon ik
even kijken, wie er allemaal aan kwamen.
De trainer was gelijk verliefd op me en wilde met me op de foto. Eigenlijk had
ik dat niet moeten doen, want hij noemde mij een Duitse herder. (Nou
ja...)
In de kantine nam ik gelijk de plaats in tegenover de voorzitter van de
hondenclub. Dat vond men erg eigenwijs.
Ik moest vertellen, wie mijn moeder was en wie mijn vader en mijn opa en
oma. Ik vind dat nogal privé. Ik ben gewoon een Tamaskan en dan ga je maar
surfen op internet.
Omdat ik van Security ben, heb ik de ruimte doorzocht en hondenkoekjes
gevonden in een verdachte jas, die over een stoel hing.
Kunnen ze in België een voorbeeld aan nemen.
Daarna begon de theorie. Er zat een Amerikaanse bulldog naast me, een
zwart-witte met een grote dikke kop en die wilde het met me aanleggen. Hij ging
net even te ver. Ik gromde en toen schoot-ie onder de tafel, de held.
Vijf maanden oud en het dan nog in je broek doen. Ze moeten me niet storen,
als ik luister.
(Pas op, jij, dikkop..)
Er was nog een grote Mechelse herder van 5 maanden,
een soort Maltezer-Boomer van een half jaar, een Portugese/Britse Pointer van 3
maanden en een merkloze zwarte van die leeftijd.
Na de theorie moesten we een veld op tussen veel
bomen. Omdat ik eerst even de tijd wil hebben om alles te bekijken (er was een
andere groep honden vlak voor de kantine bezig), heb ik onvrijwillig weer een
lift gekregen van de bazin.
We mochten eerst allemaal met elkaar kennismaken en
even spelen. Met die twee studiegenoten van 3 maanden wilde ik graag Wiplalaatje
spelen, maar dat mocht niet, zo en plein public. Ik heb de hele les elke
gelegenheid gegrepen om contacten te leggen. Daarbij had ik een keer een losse
lip vast en een oor. Het mocht de pret niet drukken. Er werd helemaal niet
gepiept. Ik was redelijk populair, alleen die dikkop heeft zich niet meer in
mijn buurt vertoond.
De trainer noemde mij een wakker ding. Stomme
opmerking. Alsof ik slapend zon les kan volgen.
We moesten netjes naast de baas lopen, waarbij de
baasjes een klein hondensnoepje tussen de vingers moesten doen en wij achter de
hand aan moesten om de buit te pakken te krijgen. We moesten ziten af doen.
Makkie, dus. Ik kende ze al, want ze lijkt wel lief, die bazin van mij, maar
drillen kan ze ook. Ik doe het graag voor haar, hoor, ze speelt ook met me. Ik
ben woest op speeltjes en ballen, maar vanavond vond ik die bal aan een touwtje
maar shit. Er zijn soms leukere dingen om te doen, zoals in een ander
happen.
Er stond een heel lange tunnel, daar moesten we ook
nog door. Die Mechelaar wilde er met geen mogelijkheid in. Tunnelvrees. Moet in
therapie. Thuis heb ik hier een klein tunneltje. Ik moest eerst wel even weer
goed kijkenen toen nam ik die grote in één keer.
Ik kon ze dus moeilijk van mn lijf houden.
Aan het eind van de les was het al heel donker en heb ik nog zelf even de
oefening Af en Blijf gedaan.
Fanatiek, hè.
Toen we na afloop de kantine weer in gingen, ben ik prompt in de armen van
het vrouwtje in slaap gevallen. Toen moest ik wel weer meeliften naar de auto.
Diep in slaap heb ik de 11 kilometer terug afgelegd.
Het is hier wel een enerverend leven. Moet ik de hele week weer Af
gaan....
Voordat ik aan vandaag begin, moet ik je nog wat vertellen over
gisteravond. Ik werd voor mijn laatste sanitaire bezigheden in de tuin getjoept
en voordat ik een druppel kon laten vallen trok er een speciale, heerlijke geur
in mijn neus.
Ik zoeken, zoeken, zoeken, kris kras door de bodemplanten heen en ik had
zomaar ineens wat klem in mijn bek. Nooit geweten, dat je zo blij kon zijn met
een dooie mus. Nou ja, toen wilde ik eigenlijk niet maar naar binnen.
Buit is buit en vergeet niet, het was wel mijn eerste. Pas toen ik moest
kiezen tussen mijn bak met vlees of die vogel, heb ik toch maar voor de eerste
gekozen. Voor de zekerheid heeft het vrouwtje mijn gesopte prooi in een
plantenbak gezwiept.
Toch jammer.
Vanochtend werd ik om kwart over zeven wakker. Ik doe
nooit wat in mijn bench en ik draag echt geen Tena man. Mijn bazin vindt dat wel
prettig.
Ze heeft echter een rot gewoonte. Mijn drollen liggen nog
nauwelijks onder mijn achterste of ze graait ze al weg met een grote poepschep.
Daar kan ik zo kwaad om worden. Ik probeer dan woest
grommend de grijper te pakken. Het zijn wel mijn drollen! En
elke keer weer, hè.
In het hoge gras vermaak ik me uitstekend. Ik buitel en
rol en doe gek met stokjes en blaadjes. Daar heb ik die tantes niet voor
nodig.
Trouwens, tante Kaytie heb ik vanmorgen beslopen als een
tijger, laag schommelend over de grond in het gras. Ze was op muizenjacht en zag
me niet.
Ben ik lekker op haar gesprongen. Ik kan zo het leger in.
Vraag ik een nieuw tuigje met daarop army.
Die twee tantes van me hadden het bijna aan de stok met
elkaar om mij. Dat zit zo. Tante Kaytie voedt mij streng op en snauwt me wel
eens af, tante Costa is eigenlijk nu mijn tweede moeder en die vindt dat
niet goed. Problemen altijd, die wijven... Ik bemoei mij er gewoon niet
mee.
Na een heerlijk middagdutje (ik zak nog wel eens weg, dat
groeit beter) moest ik mijn security tuig weer om en de auto in. Ik had geen
zin. Ze heeft me met mijn achterste in het kenneltje op de achterbank
moeten duwen. Wacht maar tot ik groot ben.
Daar zat ik dan...
Omdat het kennelijk heel belangrijk is, dat mijn haar goed zit, moest ik
mee naar de kapper. Ach, dat was best leuk.
Door die zondagmiddagsessies in Andel ben ik heel vriendelijk geworden
tegen mens, dier en kapper.
Toen ik hoorde, dat het vrouwtje vrijdag naar de kapper moet, ben ik alvast
maar gaan liggen.
En nou mag ik mee. Kwestie van slim aanpakken...
Op het parkeerterrein buiten zag ik veel autos en boodschappenkarren en
fietsen. De hondenpsycholoog zegt, dat je nieuwe indrukken even moet laten inwerken op je netvlies en in je
kop. Dat heb ik dus ook maar gedaan bij het afvoerputje.
Helaas, geen dooie beesten...
Na de kapper moest ik kennismaken met de supermarktmanager. Aardige man.
Die hoeft niet naar de kapper.
Misschien krijg ik wel een uitnodiging voor het Oranjefeest.
Ik mocht wel mee shoppen in een winkelkar. Puppys hebben
vrijstelling.
Na de supermarkt heb ik op het plein nog voor een paar mensen en kinderen
mijn staart laten wapperen en mijn oren naar achteren gegooid. Vonden ze
leuk.
Ze noemden me Beertje en vroegen of ik een hulphond was. (Dat tuigje maakt
indruk)
Die gaten heb ik niet in die broek van haar gebeten, hoor!
Omdat het vrouwtje geld nodig had, ik schijn nogal duur te wezen, moest ik
voor haar pinnen.
Alleen had ik mijn pas niet bij me en de aanwezige biljetten bevielen me
niet.
Daarna moest ik weer de auto in voor een heel speciale opdracht.
Verleden jaar, vlak voor de Kerst, is Tante Koosje, 86 jaar oud, op de
fiets ten val gekomen op het plein door werkzaamheden aan het wegdek en toen
heeft ze haar heup gebroken.
Tante Koosje had een hondje, Stip, en daar kon ze niet meer voor zorgen.
Stip woont nu bij een buurmeisje en tante Koosje is wel blij, dat Stip het goed
heeft, maar ze mist hem en ze weet, dat ze nooit meer Stip in haar huisje zal hebben. Stip lag altijd bij haar
s avonds op tafel.
Ik ben dus, als echte hulphond, bij Koosje op tafel gaan liggen.
Ik mag dus weer terugkomen. Kwestie van handig aanpakken..
Daarna zijn we nog even naar de Welkoop geweest en heb ik zeer charmant wat
dozen met hondenkoekjes uit het schap gerooid en de beest uitgehangen in het
speelgoedvak.
Het was mijn merk niet...
Ik word een expert.
Na nog door diverse mensen geknuffeld te zijn (er was zelfs een mens bij,
dat vroeg of ik als security-hond wel geaaid mocht worden, nou ja!) zijn we weer naar huis gereden.
Trouwens, ik ben mijn plaatsje in de auto wel gaan waarderen. Ik hoefde
geen schop meer onder mijn achterste.
Toen ik thuis uitstapte was ik toch wel blij. Ik denk niet, dat ik
voorlopig wat anders huur.
Ik heb er wel even aan gedacht, toen ik mij gelijk terugtrok om even wat te
gaan doen en er zo nodig weer een foto gemaakt moest worden van mij in mijn positie. Niemand wil toch zo op Facebook!
Nou, misschien tot morgen, maar ik denk, dat ik een vrije dag opneem!
Hier Falco. Ik heb vannacht aan één stuk door geslapen. Om kwart voor acht
werd het vrouwtje wakker. Zij keek in de bench, zag mij plat liggen, stak wit
van schrik een hand door de tralies en toen werd ik ook wakker.
Ik heb in de juiste volgorde mijn behoeften gedaan op mijn voorkeursplekken
in de tuin en daarna ben ik, als een raket, in één rechte lijn terug naar de
deur geschoten, omdat daar achter mijn bak met eten al klaar stond.
Ik wil niet klagen, hoor, maar ik wil graag meer, meer, meer!
Na mijn ontbijt moest ik weer in bed, want mijn bazin moest zich poedelen
en zich in bijt- en krabvaste kleding wurmen. Ik kreeg een oor van een koe om
mezelf te animeren. Goed bedoeld, maar er zit weinig vlees aan.
Na de koffie werd ik met tante Kaytie in de boomgaard gedropt. We hebben
toch een portie gekeet!
Eerst heb ik op mijn playmate liggen loeren.
Daarna zijn we helemaal los gegaan.
Mijn animeertante gedroeg zich echt uitdagend.
Ik had daarna echt behoefte aan een cursus MindEmptyness.
s Middags mocht ik weer even puppy wezen. Ik mis op sommige momenten mijn
mama Ylva en vooral haar tepels. Laat tante Costa nou ook die dingen hebben!
Tante Costa is nog maar anderhalf. Volgens mij is ze aan eigen kroost toe.
(Wacht maar tot ik groter ben)
Ze heeft zo lief mij in haar poten genomen. Ze smolt gewoon. (En ik
ook)
Ik ben zo TamAsMaKan
We zijn erg gelukkig samen...
Vanmiddag lag er een aluminiumladder plat in het gras. Ik heb alle treden
genomen. Tussen twee treden in ben ik op mijn kont gaan zitten om naar de werkzaamheden van de tuinman te kijken. Ik was de ladder zat. Er
klonk opeens een enorme knal in het bos. De jachtopziener was wild bezig.
Men was trots op mijn schotvastheid. Voor hetzelfde voer was ik me rot
geschrokken.
Ik schijn me vandaag enthousiast te hebben gedragen en het was vooral zeer
leerzaam. Vrouwtje heeft me de oefening zit geleerd en laat me al vijftig
centimeter volgen. Tante Kaytie leert mij normen en waarden door mij uit te dagen en
af te straffen. Ik hoef niet te piepen, ik ken op tijd mijn plaats.
De twee dames mogen op de bank, een hele uitdragerij en ik zit in mijn riante optrekje.
Ik hoop, dat mijn broertjes en zusjes het ook zo naar hun zin hebben. Zeg
tegen mijn zusje, dat nu Two Socks heet, dat ik nog maar drie sokken heb. Ik
hoop voor haar, dat zij ze niet kwijt raakt.
Na mijn gesprint met tante Kaytie heb ik heerlijk liggen
tukken. Tante Costa had echter ook wat aandacht nodig en om haar niet jaloers
te maken op mijn prille relatie met haar vriendin, ben ik zo aardig geweest om
met tante Costa tien minuten te gaan stappen aan de voet van de Lemelerberg in
het benedenbos. Ze vond het zeer aantrekkelijk om liggend naast het bospad met
mij te spelen. Ik mocht op haar buik en ze heeft mij in mijn nek gevlooid. Ik
denk, dat het een kleine APK was en ook wel een uiting van liefde. Ik ben van
al die blijken van aanhankelijkheid natuurlijk wel wat moe geworden en heb maar
weer een paar uur gedut. Kijk, als mijn vrouwtje de deur denkt uit te sluipen,
dan hoor ik dat echt wel hoor en dan kan ik mijn scheur flink opentrekken.
Ik werd ruw gewekt door de bel bij de poort. Ik zag twee
mensen staan en heb daar maar even kennis mee gemaakt. Ze dachten, dat als de
bazin mij op de grond zou zetten, ik ervandoor zou gaan. Gekke mensen toch, ik
heb ze uitgebreid tussen de poortspijlen door begroet. Het was zondagmiddag en
dan ben ik wel gewend om betast en bekeken te worden.
Toen ze weg waren, heb ik op een uitzonderlijke manier
geplast. Ik zat op mijn kont en er kwam een straalboogje, oeps, voor me op de
stenen terecht. Moet het vrouwtje ook maar niet roepen: Plassen, als ik nog
op mijn gemak onderweg ben naar het gras. Ik heb het daar nog even op een meer
natuurlijke wijze voortgezet.
Weer mijn mand
in, slapen en toen was er kraambezoek! Die kwamen aan met een verige eend in een
papiertje. Ik werd helemaal wild. De grijze haren van die eend werkten alle
instincten in me boven en ik werd even een TT (Tamaskaanse Terrorist). Ik moest
schudden en grommen, of ik nou wilde of niet. De gevers waren totaal
verbouwereerd. In no time had die eend geen vleugel meer. Vrouwtje mocht die
natuurlijk uit mijn bek verwijderen, maar toen de mannelijke gever mijn eend af
wilde pakken heb ik mijn 25% Duitse herder niet verloochend: ik hield vast (op
naar IPO 1) en heb eenzijdig nogal fel
grommend staan rukken. Eerst helemaal vol in de bek. Voor de foto moest ik het
van de bazin echter opnieuw doen, maar ik kreeg hem toen met de kop
aangeboden.
De vrouwelijke visitehelft zat inmiddels verstard op de bank met tante Kaytie naast haar.
Zoveel geweld van een 7 weken oude Tamaskan
hadden ze niet verwacht.
Vanavond hebben ze hier een tunnel
aangelegd. Mijn mishandelde eend werd er in gegooid. Ik heb eerst gekeken, of
hij er zelf uitkwam en toen dat niet gebeurde heb ik hem gered. Moedig, al zeg
ik het zelf. Die eend mag dan wel dood zijn en vleugellam, ik heb er toch een
band mee.
Na het redden van vervolgens een paaskuiken, mijn gisteren
gekregen pieper en een bal, werd ik zo baldadig, dat ik van het vrouwtje naar
bed moest.
Vannacht ben
ik om 12.00 uur mijn bench in gestapt met riant uitzicht op bed. Volgens de
gedragstherapeute ben ik de enige, die niet naast bed hoeft, maar gelukkig wist
mijn bazin dat tot gisteravond niet. Ik kan je wel vertellen: roedelen is fijn.
Dat gesnurk om je heen doet een hond goed.
Het vrouwtje schijnt er nog om 3.15 uit te
zijn geweest, maar daar weet ik niets van. Met die bezigheidstherapie om mij
sociaal te maken lig ik s nachts gewoon lam te wezen.
Mijn eerste
piep kwam pas om kwart voor 7 en weet je wat zo leuk was?Het vrouwtje dacht, dat het kwart voor 8 was.
Het hele ochtendritueel kon dus al beginnen. Plassen, ik leek wel een ouwe vent
met prostaatklachten. Ik moest wel drie keer. Netjes buiten in het gras gedaan
en toen vlug terug gesjeesd, voor poepen had ik echt geen tijd, want ik wou mijn
ontbijt. De hoeveelheid valt me elke keer weer tegen. Ik hoop, dat dàt toch echt
in de toekomst beter wordt.
Uiteraard heb
ik heerlijk gespeeld. Mijn nieuwe pieper heb ik getest op geluid, stevigheid,
elasticiteit en schudvermogen. Kassa had me dat gevraagd. Over de uitslag moet
ik nog even nadenken.
In de
woonkamer stond een werkelijk achterlijk plantenbakje. Ik had me daar al enige
dagen aan geërgerd. In een poep en een scheet had ik hem beet en begon ik hem
leeg te schudden. En ja, toen moest ik de kamerkennel in. Men vond het nodig om
te zuigen.
Ik heb uit
protest geblèrd! Maakt hier helaas niks uit. Die twee hanen in het hok kraaien
nog harder.
Nu lig ik
opgevouwen in mijn mandje, kop op de rand, na te genieten van mijn
sloopwerkzaamheden.
Tante
Kaytie heeft drie dagen in de vriezer gelegen, maar ze is nu uit de kast
gekomen. Volledig ontdooid. Bij mijn eerste grote wandeling over het terrein,
hebben we gerend en malle sprongen gemaakt tussen de narcissen door.
Voor de kijkers thuis, helemaal links in beeld is tante
Kaytie. Ik rechts, want ik kon haar, verdorie,
niet bijhouden. Komt nog wel. Later als ik groot ben.
Daarna heeft tante mij geleerd, hoe ik een kuil
moet graven.
Ik
kreeg wel wat aarde in mn ogen. Omdat ik in dit gat niet gewenst was, ben ik
op inspectie gegaan.
Hoe
pak ik dit nu aan.
Nog
even kijken, hoe ze het doet.
Gesnopen!
Dit noemen ze simultaan graven.
Daarna
nog even een paar gezonde drolletjes in het gras deponeren.
Als ze
al te vervelend zijn, dan trek in dit gastenverblijf. 25% herder past wel in de
Herdershut.
Zo,
tante, als u denkt, dat u er ook in kan, dan hebt u het mis.
Op de
terugweg kwam ik nog een emmer tegen. Niks bijzonders. Ging ik in Andel al mee
aan de wandel.
Onderweg
kwam ik nog een pad tegen, maar daar mocht ik van het vrouwtje niet aankomen.
Wacht maar, als ze er niet bij is.
Ik was
zo dorstig als een paard. Wat een tocht. Ik ga nu pitten!
Het was me het dagje wel. Dat noemen ze integreren in de
samenleving!
Eerst kreeg ik een tweedehands jas aan, die van tante
Kaytie is geweest, met een maffe opdruk. Alsof ik Geert Wilders moest
verdedigen.
Moest weer in de limousine mee naar een dierenzaak in
Dalfsen. Goed bedoeld, dat gehobbel, ik weet nu tenminste dat tractors veel
lawaai maken, spoorwegovergangen en treinen ook.
Quasi aanhankelijk ben ik maar tegen de nek van mn bazin
gekropen, dan hield ik ook mijn maag recht.
Ongeschonden uitgestapt en meteen
had ik daar mijn eerste date.
Ik heb aan hem mogen snuffelen. Hij had ook al zon raar
jasje aan. Ook heb ik even gekeken wat het menu van de dag was.
Die dierenzaak was wel leuk.
Ik heb eerst even gekeken, welke gang ik in moest om niet
bij kippenvoer uit te komen.
Ik ben er even voor gaan zitten. Je moet namelijk tussen
de 6 en 14 weken inprenten. Nou, kijk, dat doe je dus zo.
Al gauw had ik het juiste vak gevonden, al stonden die
Snuggle Puppys er ook.
Het vrouwtje was zo intelligent om op een pieper te
drukken, die ik nog niet in mijn collectie had.
Ze vond hem te duur, maar dat heb ik niet gepikt. Ik ben
gaan huilen als een echte wolf.
Toen heeft ze hem maar gepakt.
Na dat collectors item bekeken te hebben, heb ik een vak
even uitgemest. je weet maar nooit, wat ze daar aan goeds verstopt
hebben.
Het vrouwtje heeft afgerekend. Ik ben lekker voor de
kassabalie gaan liggen met zicht op de uitgang.
Tenslotte ben ik van de security.
De winkelbaas drong er op aan om daar maar voorgoed te
blijven. Aantrekkelijk idee natuurlijk, met al dat lekkers, maar weet je,
ze hebben daar ook konijnen en cavias achter glas zitten
en daar ga ik echt niet tussen.
Weer hobbelend met veel bochtenwerk naar huis, dat heb ik
goed doorstaan.
Thuis gekomen heb ik een flinke plas gedaan in de
boomgaard (goed voor de walnotenboom) en goed stevig achteruit gekrabd. De kluiten mos vlogen de bazin om haar oren.
Gisteren had ik dat al minder krachtig gedaan. Ze vindt me
een macho, maar het spaart wel een verticuteermachine uit.
O ja, vanmorgen heb ik een stukje met tante Costa
meegelopen in het benedenbos aan de overkant.
Ze noemen dat daar de gedachtenhoek. Ik kon er echter niet
helemaal bij wezen met al die ritselende blaadjes.
Tante Costa vindt me wel leuk. Ik haar ook wel. Het is
jammer, dat er niets uit die tepels komt.
Hier Falco. Die Snuggle Puppy met hartritme en warmte heb
ik de eerste nacht al direct aan de kant gegooid. Toen ik hem vannacht om 12.00
uur dan ook weer aantrof in mijn slaapkamerkennel ben ik op hem gedoken en heb
ik hem getracht te vermoorden. Is niet gelukt. Het hart bleef slaan. Mijn
broertjes en zusjes lagen naast me in een zwarte lap. Ik heb ze getracht tot
leven te wekken. Is ook niet gelukt. Ben toen maar in slaap gekacheld, want het
licht ging uit. Tenslotte sliep mijn familie ook al. Om 3.15 uur kreeg ik
aandrang en ben ik begonnen met zacht piepen. Niet te hard, want ze hoort het
toch wel, die bazin van mij. Ik heb even een plas gedaan en ben onmiddellijk
weer ingedut. Is ook wel te begrijpen. Zon eerste dag in den vreemde is wel
vermoeiend. Ik heb van alles gezien, geroken en besnuffeld. Die kippen en vogels
zijn heel leuk, als ze me zien. Zit tenminste beweging in. Nadeel is, dat ik ze
niet in mijn bek kan nemen en effe goed kan schudden. Met die ponys lukt dat
niet. Gaan niet op zij. Mij rest dan niet anders dan neuzen. Ze vinden me wel
tof. Tante Costa wil ook graag met me neuzen, maar weet niet erg goed, hoe ze
haar tepels en achterste moet beschermen. Tante Kaytie vindt me Erik Engerd. Ik
kan lekker achter haar aan rennen. Ze houdt haar staart dan in. Wil geen
treintje spelen. Jammer, komt wel.
Daar heb ik dus allemaal over gedroomd vannacht. Gevolg
was, dat ik pas wakker werd, toen de bazin me om kwart voor 8 wekte. Ik ben toen
weer keurig in het gras gegaan om eerst te plassen en daarna te poepen. Die
volgorde hou ik streng aan. Geeft houvast. Mijn bazin zegt, dat ik niet aan de
rasstandaard voldoe. Ik ben nu al zindelijk, heb nog niks in huis gedaan en ik
blaf. Ook grom ik naar mijn tantes, als ze te dicht bij me in de buurt komen en
ik op wat lekkers kauw. Vrouwtje mag alles van me afpakken. Die vult alles toch
weer aan.
Er is hier in de buurt een camping De hongerige Wolf.
Daar wil ze mij naar toe sturen. Ik vind namelijk, dat ik niet genoeg krijg. Ik
loop soms wel vijf en twintig keer terug naar mijn bak om te kijken, of hij zich
vanzelf vult en er nog wat in zit.
Ik heb vanochtend al twee keer buiten de buurt verkend.
Leuk, dat grind en die stokjes. Helaas mag ik niet aan de planten rukken. Ik
hoor dan nee en dan stop ik maar. Ik doe wel mijn best om dat mens bij te
houden. Je moet toch laten zien, dat je ergens bij hoort.
Ik zit nu te joelen in mijn kennel. Ik ben wel een
Tamaskan. Ik huil met mijn kop gestrekt omhoog. Goed, hè.
Doe mijn familie en vooral mijn moeder de groeten. Ik weet
al niet meer, hoe ze heten, want ik heb nu mijn voorwaarts geheugen hard
nodig.
Falco lag heerlijk op mijn
schoot, maar na drie kwartier in de auto kotste hij in één keer zijn maag leeg.
Daarna lag-ie heerlijk, zowat in coma, te slapen, koppie stijf tegen mijn nek
aan.
Thuisgekomen mocht hij op
het grote grasveld een plas doen, hij vond het er erg leuk en ging vrolijk
kennis maken met de oppas op hurken en met de werkster en de vrouw van de
oppas.
Geen enkele schroom. Daarna
hobbelde hij achter mij aan naar een heerlijk beschut bankje, waar hij op mijn
schoot stuk voor stuk kennis kon maken met Kaytie en Costa.
Kaytie vond het allemaal
maar niks. Ze stond ervan te zeveren, maar vertoonde geen enkele agressie. Zij
moet gewoon een dag wennen is de ervaring. Costa heeft Falco van top tot teen
besnuffeld, inclusief zijn edele delen en zij vindt het allemaal zeer
interessant. We hebben met zn allen wat gedronken, Falco heeft natuurlijk als
eerste water gekregen na zon zware reis, hij mocht op mijn schoot de boel goed
bekijken aan tafel. Toen is hij in slaap gesukkeld. Nu ligt hij al drie
kwartier te slapen in zijn kamerkenneltje met de nestlap naast zich. Costa
inspecteert regelmatig of hij nog beweegt.
Het eten van 4 uur staat op
Falco te wachten, maar ik wacht wel tot hij wakker wordt en eerst nog even
buiten is geweest. Stralende zon, lekker warm, wat kun je nou nog mooier
bedenken voor een eerste aankomst en twee dates!
Mijn naam is Falco. Ik ben geboren in een heel prettig sluiswachtershuisje in Brabant op 28 januari 2016.
Ik ben een Tamaskan Dog, een wolfhond.
Hier zie je mijn vader Sampo, een hele lieve hond. Hij woont in Duitsland.
Mijn moeder heet Ylva. Zij is een echte schoothond. Dat hoort ook bij ons ras.
Zij is half wolfhond, half Duitse herder, maar ook een echte Tamaskan. Om het
ras gezond te houden en inteelt te voorkomen wordt er namelijk gebruik gemaakt
van outcross, dat wil zeggen, er wordt af en toe een ander soort doorheen
gegooid. Ik ben 25% Duitse herder, 25% echte wolf en 50% poolhond.
Mijn ras is nog niet officieel
erkend bij de Raad van Beheer, maar of dat zo erg is, weet ik niet. Er wordt nu
met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gefokt en dat moet zeker zo
blijven.
We worden verplicht gekeurd,
via onze DNA, op wel 300 ziektes en natuurlijk moeten ook onze heupen, rug en
ellenbogen goed zijn.
We hebben een groot formaat,
zijn heel energiek en willen het liefst de hele dag een roedeltje om ons heen.
Bazen, die een hele dag van huis zijn, zijn niet geschikt voor ons. We zijn
hartstikke vriendelijk en niet geschikt als waakhond. Daar ben ik een
uitzondering op, want ik blaf lekker, als er iemand aan de poort staat. Dat is
mij geleerd door mijn tantes Costa en Kaytie. Costa is een halve Duitse
herder/halve Mechelse herder, daar speel ik heel lief en ook heel woest mee. Zij
vindt alles goed van me, dus heb ik de opvoeding nodig van tante Kaytie, een
echte boerenfokkie van drie turven hoog, waar ik, jammer genoeg, de kachel niet
mee kan aanmaken.
Ik heb drie zusjes en nog twee broers. We zijn allemaal terecht gekomen in leuke roedels.