Na mijn gesprint met tante Kaytie heb ik heerlijk liggen
tukken. Tante Costa had echter ook wat aandacht nodig en om haar niet jaloers
te maken op mijn prille relatie met haar vriendin, ben ik zo aardig geweest om
met tante Costa tien minuten te gaan stappen aan de voet van de Lemelerberg in
het benedenbos. Ze vond het zeer aantrekkelijk om liggend naast het bospad met
mij te spelen. Ik mocht op haar buik en ze heeft mij in mijn nek gevlooid. Ik
denk, dat het een kleine APK was en ook wel een uiting van liefde. Ik ben van
al die blijken van aanhankelijkheid natuurlijk wel wat moe geworden en heb maar
weer een paar uur gedut. Kijk, als mijn vrouwtje de deur denkt uit te sluipen,
dan hoor ik dat echt wel hoor en dan kan ik mijn scheur flink opentrekken.
Ik werd ruw gewekt door de bel bij de poort. Ik zag twee
mensen staan en heb daar maar even kennis mee gemaakt. Ze dachten, dat als de
bazin mij op de grond zou zetten, ik ervandoor zou gaan. Gekke mensen toch, ik
heb ze uitgebreid tussen de poortspijlen door begroet. Het was zondagmiddag en
dan ben ik wel gewend om betast en bekeken te worden.
Toen ze weg waren, heb ik op een uitzonderlijke manier
geplast. Ik zat op mijn kont en er kwam een straalboogje, oeps, voor me op de
stenen terecht. Moet het vrouwtje ook maar niet roepen: Plassen, als ik nog
op mijn gemak onderweg ben naar het gras. Ik heb het daar nog even op een meer
natuurlijke wijze voortgezet.
Weer mijn mand
in, slapen en toen was er kraambezoek! Die kwamen aan met een verige eend in een
papiertje. Ik werd helemaal wild. De grijze haren van die eend werkten alle
instincten in me boven en ik werd even een TT (Tamaskaanse Terrorist). Ik moest
schudden en grommen, of ik nou wilde of niet. De gevers waren totaal
verbouwereerd. In no time had die eend geen vleugel meer. Vrouwtje mocht die
natuurlijk uit mijn bek verwijderen, maar toen de mannelijke gever mijn eend af
wilde pakken heb ik mijn 25% Duitse herder niet verloochend: ik hield vast (op
naar IPO 1) en heb eenzijdig nogal fel
grommend staan rukken. Eerst helemaal vol in de bek. Voor de foto moest ik het
van de bazin echter opnieuw doen, maar ik kreeg hem toen met de kop
aangeboden.
De vrouwelijke visitehelft zat inmiddels verstard op de bank met tante Kaytie naast haar.
Zoveel geweld van een 7 weken oude Tamaskan
hadden ze niet verwacht.
Vanavond hebben ze hier een tunnel
aangelegd. Mijn mishandelde eend werd er in gegooid. Ik heb eerst gekeken, of
hij er zelf uitkwam en toen dat niet gebeurde heb ik hem gered. Moedig, al zeg
ik het zelf. Die eend mag dan wel dood zijn en vleugellam, ik heb er toch een
band mee.
Na het redden van vervolgens een paaskuiken, mijn gisteren
gekregen pieper en een bal, werd ik zo baldadig, dat ik van het vrouwtje naar
bed moest.
Vannacht ben
ik om 12.00 uur mijn bench in gestapt met riant uitzicht op bed. Volgens de
gedragstherapeute ben ik de enige, die niet naast bed hoeft, maar gelukkig wist
mijn bazin dat tot gisteravond niet. Ik kan je wel vertellen: roedelen is fijn.
Dat gesnurk om je heen doet een hond goed.
Het vrouwtje schijnt er nog om 3.15 uit te
zijn geweest, maar daar weet ik niets van. Met die bezigheidstherapie om mij
sociaal te maken lig ik s nachts gewoon lam te wezen.
Mijn eerste
piep kwam pas om kwart voor 7 en weet je wat zo leuk was?Het vrouwtje dacht, dat het kwart voor 8 was.
Het hele ochtendritueel kon dus al beginnen. Plassen, ik leek wel een ouwe vent
met prostaatklachten. Ik moest wel drie keer. Netjes buiten in het gras gedaan
en toen vlug terug gesjeesd, voor poepen had ik echt geen tijd, want ik wou mijn
ontbijt. De hoeveelheid valt me elke keer weer tegen. Ik hoop, dat dàt toch echt
in de toekomst beter wordt.
Uiteraard heb
ik heerlijk gespeeld. Mijn nieuwe pieper heb ik getest op geluid, stevigheid,
elasticiteit en schudvermogen. Kassa had me dat gevraagd. Over de uitslag moet
ik nog even nadenken.
In de
woonkamer stond een werkelijk achterlijk plantenbakje. Ik had me daar al enige
dagen aan geërgerd. In een poep en een scheet had ik hem beet en begon ik hem
leeg te schudden. En ja, toen moest ik de kamerkennel in. Men vond het nodig om
te zuigen.
Ik heb uit
protest geblèrd! Maakt hier helaas niks uit. Die twee hanen in het hok kraaien
nog harder.
Nu lig ik
opgevouwen in mijn mandje, kop op de rand, na te genieten van mijn
sloopwerkzaamheden.
Tante
Kaytie heeft drie dagen in de vriezer gelegen, maar ze is nu uit de kast
gekomen. Volledig ontdooid. Bij mijn eerste grote wandeling over het terrein,
hebben we gerend en malle sprongen gemaakt tussen de narcissen door.
Voor de kijkers thuis, helemaal links in beeld is tante
Kaytie. Ik rechts, want ik kon haar, verdorie,
niet bijhouden. Komt nog wel. Later als ik groot ben.
Daarna heeft tante mij geleerd, hoe ik een kuil
moet graven.
Ik
kreeg wel wat aarde in mn ogen. Omdat ik in dit gat niet gewenst was, ben ik
op inspectie gegaan.
Hoe
pak ik dit nu aan.
Nog
even kijken, hoe ze het doet.
Gesnopen!
Dit noemen ze simultaan graven.
Daarna
nog even een paar gezonde drolletjes in het gras deponeren.
Als ze
al te vervelend zijn, dan trek in dit gastenverblijf. 25% herder past wel in de
Herdershut.
Zo,
tante, als u denkt, dat u er ook in kan, dan hebt u het mis.
Op de
terugweg kwam ik nog een emmer tegen. Niks bijzonders. Ging ik in Andel al mee
aan de wandel.
Onderweg
kwam ik nog een pad tegen, maar daar mocht ik van het vrouwtje niet aankomen.
Wacht maar, als ze er niet bij is.
Ik was
zo dorstig als een paard. Wat een tocht. Ik ga nu pitten!
Het was me het dagje wel. Dat noemen ze integreren in de
samenleving!
Eerst kreeg ik een tweedehands jas aan, die van tante
Kaytie is geweest, met een maffe opdruk. Alsof ik Geert Wilders moest
verdedigen.
Moest weer in de limousine mee naar een dierenzaak in
Dalfsen. Goed bedoeld, dat gehobbel, ik weet nu tenminste dat tractors veel
lawaai maken, spoorwegovergangen en treinen ook.
Quasi aanhankelijk ben ik maar tegen de nek van mn bazin
gekropen, dan hield ik ook mijn maag recht.
Ongeschonden uitgestapt en meteen
had ik daar mijn eerste date.
Ik heb aan hem mogen snuffelen. Hij had ook al zon raar
jasje aan. Ook heb ik even gekeken wat het menu van de dag was.
Die dierenzaak was wel leuk.
Ik heb eerst even gekeken, welke gang ik in moest om niet
bij kippenvoer uit te komen.
Ik ben er even voor gaan zitten. Je moet namelijk tussen
de 6 en 14 weken inprenten. Nou, kijk, dat doe je dus zo.
Al gauw had ik het juiste vak gevonden, al stonden die
Snuggle Puppys er ook.
Het vrouwtje was zo intelligent om op een pieper te
drukken, die ik nog niet in mijn collectie had.
Ze vond hem te duur, maar dat heb ik niet gepikt. Ik ben
gaan huilen als een echte wolf.
Toen heeft ze hem maar gepakt.
Na dat collectors item bekeken te hebben, heb ik een vak
even uitgemest. je weet maar nooit, wat ze daar aan goeds verstopt
hebben.
Het vrouwtje heeft afgerekend. Ik ben lekker voor de
kassabalie gaan liggen met zicht op de uitgang.
Tenslotte ben ik van de security.
De winkelbaas drong er op aan om daar maar voorgoed te
blijven. Aantrekkelijk idee natuurlijk, met al dat lekkers, maar weet je,
ze hebben daar ook konijnen en cavias achter glas zitten
en daar ga ik echt niet tussen.
Weer hobbelend met veel bochtenwerk naar huis, dat heb ik
goed doorstaan.
Thuis gekomen heb ik een flinke plas gedaan in de
boomgaard (goed voor de walnotenboom) en goed stevig achteruit gekrabd. De kluiten mos vlogen de bazin om haar oren.
Gisteren had ik dat al minder krachtig gedaan. Ze vindt me
een macho, maar het spaart wel een verticuteermachine uit.
O ja, vanmorgen heb ik een stukje met tante Costa
meegelopen in het benedenbos aan de overkant.
Ze noemen dat daar de gedachtenhoek. Ik kon er echter niet
helemaal bij wezen met al die ritselende blaadjes.
Tante Costa vindt me wel leuk. Ik haar ook wel. Het is
jammer, dat er niets uit die tepels komt.
Hier Falco. Die Snuggle Puppy met hartritme en warmte heb
ik de eerste nacht al direct aan de kant gegooid. Toen ik hem vannacht om 12.00
uur dan ook weer aantrof in mijn slaapkamerkennel ben ik op hem gedoken en heb
ik hem getracht te vermoorden. Is niet gelukt. Het hart bleef slaan. Mijn
broertjes en zusjes lagen naast me in een zwarte lap. Ik heb ze getracht tot
leven te wekken. Is ook niet gelukt. Ben toen maar in slaap gekacheld, want het
licht ging uit. Tenslotte sliep mijn familie ook al. Om 3.15 uur kreeg ik
aandrang en ben ik begonnen met zacht piepen. Niet te hard, want ze hoort het
toch wel, die bazin van mij. Ik heb even een plas gedaan en ben onmiddellijk
weer ingedut. Is ook wel te begrijpen. Zon eerste dag in den vreemde is wel
vermoeiend. Ik heb van alles gezien, geroken en besnuffeld. Die kippen en vogels
zijn heel leuk, als ze me zien. Zit tenminste beweging in. Nadeel is, dat ik ze
niet in mijn bek kan nemen en effe goed kan schudden. Met die ponys lukt dat
niet. Gaan niet op zij. Mij rest dan niet anders dan neuzen. Ze vinden me wel
tof. Tante Costa wil ook graag met me neuzen, maar weet niet erg goed, hoe ze
haar tepels en achterste moet beschermen. Tante Kaytie vindt me Erik Engerd. Ik
kan lekker achter haar aan rennen. Ze houdt haar staart dan in. Wil geen
treintje spelen. Jammer, komt wel.
Daar heb ik dus allemaal over gedroomd vannacht. Gevolg
was, dat ik pas wakker werd, toen de bazin me om kwart voor 8 wekte. Ik ben toen
weer keurig in het gras gegaan om eerst te plassen en daarna te poepen. Die
volgorde hou ik streng aan. Geeft houvast. Mijn bazin zegt, dat ik niet aan de
rasstandaard voldoe. Ik ben nu al zindelijk, heb nog niks in huis gedaan en ik
blaf. Ook grom ik naar mijn tantes, als ze te dicht bij me in de buurt komen en
ik op wat lekkers kauw. Vrouwtje mag alles van me afpakken. Die vult alles toch
weer aan.
Er is hier in de buurt een camping De hongerige Wolf.
Daar wil ze mij naar toe sturen. Ik vind namelijk, dat ik niet genoeg krijg. Ik
loop soms wel vijf en twintig keer terug naar mijn bak om te kijken, of hij zich
vanzelf vult en er nog wat in zit.
Ik heb vanochtend al twee keer buiten de buurt verkend.
Leuk, dat grind en die stokjes. Helaas mag ik niet aan de planten rukken. Ik
hoor dan nee en dan stop ik maar. Ik doe wel mijn best om dat mens bij te
houden. Je moet toch laten zien, dat je ergens bij hoort.
Ik zit nu te joelen in mijn kennel. Ik ben wel een
Tamaskan. Ik huil met mijn kop gestrekt omhoog. Goed, hè.
Doe mijn familie en vooral mijn moeder de groeten. Ik weet
al niet meer, hoe ze heten, want ik heb nu mijn voorwaarts geheugen hard
nodig.
Falco lag heerlijk op mijn
schoot, maar na drie kwartier in de auto kotste hij in één keer zijn maag leeg.
Daarna lag-ie heerlijk, zowat in coma, te slapen, koppie stijf tegen mijn nek
aan.
Thuisgekomen mocht hij op
het grote grasveld een plas doen, hij vond het er erg leuk en ging vrolijk
kennis maken met de oppas op hurken en met de werkster en de vrouw van de
oppas.
Geen enkele schroom. Daarna
hobbelde hij achter mij aan naar een heerlijk beschut bankje, waar hij op mijn
schoot stuk voor stuk kennis kon maken met Kaytie en Costa.
Kaytie vond het allemaal
maar niks. Ze stond ervan te zeveren, maar vertoonde geen enkele agressie. Zij
moet gewoon een dag wennen is de ervaring. Costa heeft Falco van top tot teen
besnuffeld, inclusief zijn edele delen en zij vindt het allemaal zeer
interessant. We hebben met zn allen wat gedronken, Falco heeft natuurlijk als
eerste water gekregen na zon zware reis, hij mocht op mijn schoot de boel goed
bekijken aan tafel. Toen is hij in slaap gesukkeld. Nu ligt hij al drie
kwartier te slapen in zijn kamerkenneltje met de nestlap naast zich. Costa
inspecteert regelmatig of hij nog beweegt.
Het eten van 4 uur staat op
Falco te wachten, maar ik wacht wel tot hij wakker wordt en eerst nog even
buiten is geweest. Stralende zon, lekker warm, wat kun je nou nog mooier
bedenken voor een eerste aankomst en twee dates!
Mijn naam is Falco. Ik ben geboren in een heel prettig sluiswachtershuisje in Brabant op 28 januari 2016.
Ik ben een Tamaskan Dog, een wolfhond.
Hier zie je mijn vader Sampo, een hele lieve hond. Hij woont in Duitsland.
Mijn moeder heet Ylva. Zij is een echte schoothond. Dat hoort ook bij ons ras.
Zij is half wolfhond, half Duitse herder, maar ook een echte Tamaskan. Om het
ras gezond te houden en inteelt te voorkomen wordt er namelijk gebruik gemaakt
van outcross, dat wil zeggen, er wordt af en toe een ander soort doorheen
gegooid. Ik ben 25% Duitse herder, 25% echte wolf en 50% poolhond.
Mijn ras is nog niet officieel
erkend bij de Raad van Beheer, maar of dat zo erg is, weet ik niet. Er wordt nu
met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gefokt en dat moet zeker zo
blijven.
We worden verplicht gekeurd,
via onze DNA, op wel 300 ziektes en natuurlijk moeten ook onze heupen, rug en
ellenbogen goed zijn.
We hebben een groot formaat,
zijn heel energiek en willen het liefst de hele dag een roedeltje om ons heen.
Bazen, die een hele dag van huis zijn, zijn niet geschikt voor ons. We zijn
hartstikke vriendelijk en niet geschikt als waakhond. Daar ben ik een
uitzondering op, want ik blaf lekker, als er iemand aan de poort staat. Dat is
mij geleerd door mijn tantes Costa en Kaytie. Costa is een halve Duitse
herder/halve Mechelse herder, daar speel ik heel lief en ook heel woest mee. Zij
vindt alles goed van me, dus heb ik de opvoeding nodig van tante Kaytie, een
echte boerenfokkie van drie turven hoog, waar ik, jammer genoeg, de kachel niet
mee kan aanmaken.
Ik heb drie zusjes en nog twee broers. We zijn allemaal terecht gekomen in leuke roedels.