Uit voorzorg, ten behoeve van een hele preek, ben
ik alvast maar weer gaan zitten.
|
|
Wel lekker, hoor, zo hoog en droog en dan vooral
schuin gaan zitten. Hoef ik haar niet aan te kijken.
|
|
Ik mag ook niet blaffen naar de ponys. De bazin
snapt maar niet, dat ze dat juist heel leuk vinden.
Wie wil er nou geen aandacht? Ik roep ze toch
gewoon bij me? Met die koeien van de buurman gaat
dat ook zo lekker.
|
|
Dus wat doe je dan, je gaat maar weer op sjouw.
Naar de geit.
|
|
Die tut heet Jozefien. Ze staat me altijd aan te
staren. Zegt niet eens bèh.
Ze heeft een prachtig chalet en hondenhok, dat ze
geheel sjofel heeft geramd. (En ik mag niks)
|
|
Slechts mijn hulp wordt gewaardeerd bij het
bladeren verplaatsen.
Ik duw de kar, zeg maar,
|
|
en tante Costa heeft zo haar eigen instrumentarium.
|
|
Die meid is zo snel in alles. Zij is mijn personal
trainster. We doen elke dag wedstrijden. Wie er het eerste is.
Dat gaat me steeds beter af.
Ik heb natuurlijk wel een grote handicap. Die
staart vangt veel wind.
Ik denk, dat ik binnen afzienbare tijd haar èn de
baas ben èn sneller ben. Ik heb mn poten er aan vol.
We klieren de hele dag door.
|
|
Niets fijner dan rotzooien in de bladeren en daar
liggen er hier genoeg van.
Ik ben blij, dat ik nog niet in de herfst van mijn
bestaan zit. Er valt dan wel veel van je af.
|
|
Hopen!
|
|
Uiteindelijk kreeg ik vandaag slinks de bal. Madame
had iets anders in het snotje.
|
|
Ik ben hem helaas weer snel kwijt geraakt. Ik moest
waken.
|
Ik ben zo lief tegen mensen en toch zijn ze bang
voor me. Ik heb gewoon mijn uiterlijk niet mee.
Als er weer eens een motorclub op zondag langs
raast hier, dan ga ik er maar achter aan.
Grof en stoer. Krijg ik vast ook zon leren
jack.
Nou, ik moet nu mee de kippen (krijg ik misschien
een eitje) en de geit voeren.
Ik zal proberen mijn hormonen onder controle te
houden. Mijn vrouwtje proberen te gehoorzamen, niet meer tegen de stoelpoot plassen, de
composthoop met rust laten, niet zachtjes in handen happen, die aan mijn kluif
willen zitten, geen brood meer van het aanrecht jatten, geen koek
meer van de tafel laten verdwijnen, niet mee liften op tante Costa, geen vies
water meer drinken vanuit de regenpijp, niet hard meer sleuren aan de
lijn, niet vrouwtje meer half verslinden van vreugde, kortom: gaat
nooit lukken.
Fijne zondag verder,
Poot van Falco
|