Riffer's vriendinnetje is niet meer: een ode - Deel 3 / 3
Als zij met grondverplaatsingen bezig was had ik andere
bezigheden.
We hadden altijd wel de grootste pret.
Soms moest ik haar naar haar etensbak duwen. Dan was ze weer
eens schijndrachtig. Tussen ons is gezinsvorming trouwens nooit wat
geworden.
De laatste maanden was Kaytie niet zo fit.
Ze werd een beetje oud.
Vier dagen vóór haar dood ving ze nog een rat. Ze versaagde
haar plicht nooit.
Het wordt hier nooit meer hetzelfde. Misschien moeten Costa
en ik in plaats van boommarters en katten muizen en ratten gaan vangen. Best
lastig als je niet zo flitsend snel als Kaytie bent. Hoe het allemaal gaat
worden: ik weet het niet.
Zelfs Costa mist haar. Tenslotte had Kaytie haar opgevoed.
Liefde en haat liggen dicht bij elkaar.
Al is Kaytie er niet meer, voor mij zal
ze altijd op de Berghoeve zijn.
Een hele bevrijding, dat de winter weer voorbij is
en de zon de bloemen hier bestraalt, want dan hoef ik dat niet te doen.
Bovendien worden ze dan geel en we hebben de Pasen al gehad.
De wegen worden hier nu niet versperd door klimaatbeperkten,
maar door de natuur, zodat je vanzelf wel gaat liggen of zitten of
bukken.
Daarom ligt Costa hier op haar Sanka (billen) in het groene
gras. Ze ziet er Bootylicious uit ondanks haar grijze leeftijd. Ze houdt de bal
constant klem in haar bek, omdat ze bang is, dat de ratten die anders gaan
aanvreten.
Zelfs tijdens de twee minuten stilte
gingen ze gewoon door met vreten.
Ik ben heel stil gebleven en heel
alert. Je hebt namelijk ook hele grote ratten buiten de poorten. Door hun grote
dikke-ik-mentaliteit ziet de wereld er nu minder jofel uit.
Overal maar veel kleur in blijven
brengen. Dan zie je het bruine niet meer zo goed.
Je kunt de Eskimolaan wel veranderen in
IJsbaanlaan, maar het blijft zwart-wit.
De eekhoorns hier mogen wel op kleur
blijven. Ze zien er iets warmer uit dan ratten. Ze roven ook van alles, maar
poepen niet in het klimaatwater. Ik wil toch wel kunnen blijven drinken zonder
Weilen te gaan.
Helaas wordt mijn kleine vriendin
Kaytie oud. Ik denk, dat ze toe is aan “Geranium” roepen tijdens de
bejaardenbingo.
Hopelijk valt ze straks niet in een zorgfraude.
Dan heb ik nog liever dat ze in onze eerste sinkhole kukelt.
Kost minder Doekoe en je zit beschut.
Voorlopig stapt Kaytie nog behoedzaam rond. Moet ook, want
het blijft straks bij de namaak-opvolger. De bazin wordt een dagje ouder, heeft
stijve knietjes en moet tot overmaat van ramp vanmiddag geïdentificeerd worden
door een bank! En ik maar denken, dat je daar eerst voor moet doodgaan, maar ook
dat hoeft dus niet meer.
Voor de zekerheid lig ik op wacht, al
maak ik liever geen Beef (ruzie), want daar houd ik wel van. Misschien heeft die
bankman wel een dossier onder zijn arm, dat ik kan lezen.
Het is hier zo mooi, dat ik graag binnen mijn grenzen
blijf.
Ik heb Joost nog wel laten weten om hem graag als
tuinkabouter met één oor naar Zweden te vergezellen, maar ik had geen blauw pak
in mijn bench hangen en ook geen euro van mijn papa gekregen.
Ik blijf dus maar lekker thuis. Er zijn zeker nog 40 ratten
te doden. Erg Kaulo (veel) allemaal.
Ik oefen de straattaal voor als wij helemaal worden
overgenomen door rare ratten, maar Costa en ik hebben liever koel
gras.
Costa is mijn Capi en ziet er Slay (super dan de
bom) uit.
Zolang ze maar bommen gooien op
Verweggistan zitten wij hier goed.