Nauwelijks tijd gehad om iets van me te laten
horen. Er gebeurt hier altijd zoveel.
Mijn vrouwtje had een nieuw tuig voor me gekocht.
Had van mij echt niet gehoeven. Ik heb een hekel aan al dat verband om mijn
lijf. Ik loop liever in natura rond.
De bazin schijnt het niet prettig te vinden, als ik
trek. Maar wat denkt ze nou eigenlijk? Ik ben voor de helft een sledehond en
moet gewoon aan mijn conditie werken.
Nieuw tuig dus, met de aansluiting voor de riem van
voren! Zie je het voor je? Nou, ik dus liever niet. Trek ik, dan kom ik schuin
te liggen en zie ik weer alles, wat ik net daarvoor ook al heb
gezien.
Krijg je zon onbestendig déjà vu gevoel
van.
We lopen dus in het bos met dat foute tuig. Na een
kilometer scheef te hebben gelegen, dacht het vrouwtje kennelijk, dat ik
voorgoed geremd was. Ze deed de riem weer op mijn rug vast. Klinkt er een schot
van rechts.
Jachtseizoen. Die schoten doen me niks, die hoor ik
regelmatig.
Komen er toch opeens twee reeën met een rotgang voor mijn snoet langs!
Die jagers hadden gemist. Nu was het mijn beurt.
Tenslotte ben ik voor 25% hongerige wolf. Bazin heeft het gered door een boom
te omklemmen, maar ik moet van haar laten weten, dat haar linkerarm iets langer
is geworden en
dat ze mij erg ongehoorzaam in mijn instincten
vindt. Dat zigzaggen met mijn neus op het spoor nadat ze de boom weer had
losgelaten, beviel haar ook niet echt. Ruiken mag wel, maar niet met een
snelheid van een kart-racer.
We waren dus weer snel thuis.
Alles is anders de laatste tijd. Er is van alles
binnen de hekken gesjouwd. Ik schijn niets goed meer te kunnen doen, want er is
veel op mij gemopperd. Ik hou gewoon niet van verandering. Het was hier net
Robs grote tuinverbouwing.
Er stond opeens een boom. Die heb ik twee keer omgegooid. Nu is hij zwaar
verankerd en toch mag ik er niet tegen aan piesen.
Er was ook opeens een pinguïn. Het vroor niet eens! Ze hebben hem ook maar hoog
gezet. Ik wilde hem het hele terrein laten zien. We hadden nog geen ijsschotsen
in de vijver, maar gaat het vriezen, dan douw ik hem alsnog een wak in. Als
halve poolhond weet ik gewoon, dat die beesten het gauw te warm hebben.
In de bloembak belandden zomaar een eekhoorn en iets wat voor een hert moest
doorgaan. Ze hadden een soort acné op hun huid. Het stomme van alles was, dat
die rare pukkels nog licht gaven ook. Alsof je met zon huidafwijking te koop
moet lopen. Ik was maar onopvallend in het bos gebleven.
Toen er ook nog een boom in huis werd neergezet heb
ik toch maar even aan tante Costa gevraagd, wat er nou toch allemaal aan de hand
was. Het wordt Kerst, zei ze. Dat betekent allemaal lichtjes, groen, rood,
wit en de mensen gedragen zich dan anders.
Nou, tante Costa ook. Die kwam ook al helemaal in hoger sferen!
Buiten zag het er ook zo langzamerhand nogal rood uit.
Ik heb toen besloten me maar helemaal niets aan te trekken van al die
veranderingen en tante Costa maar af te tuigen in plaats van de
kerstboom.
Toen ik met haar zo aan het bekvechten was overviel me ineens het ultieme
kerstgevoel.
Ik besloot een kerststal te gaan
bouwen.
Stuk voor stuk heb ik uit de hoge houtwallen
stokken gesleept, met veel passie.
Helaas heb ik een stok door het glas van de broeikas heen (en weer) gemaaid.
Stond even in de weg. Was gewoon niet hufterproef.
Soms lopen de dingen nou eenmaal wat anders. (En
fout)
Van die stal is dus niets terecht gekomen. Elke keer werd ik ook nog door mijn
twee tantes gedwarsboomd. Vrouwen mag je wel terecht wijzen, maar niet aan- of
opvreten.
Binnen kon ik ook mijn kont niet keren. Die staande ganzenpatés waren niet voor
mijn consumptie geschikt
en buiten was men ook niet van plan de kippen los te
laten voor mijn broodnodige beweging en goede maagvulling.
Misschien moet ik Wakker Dier maar eens gaan bellen, dat die beesten altijd in
detentie zitten. s Nachts is een bench best comfortabel, overdag moet je de
poten zo ver mogelijk kunnen strekken.
Ik heb dit echt niet gedaan, hoor! (Iemand was me voor)
En, vrouwtje, kijk! Ik mol echt geen herten. Daar heb ik tante Costa voor...
(Die meid kan rennen!)
Vanwege mijn wilde gedrag en mijn scherpe
wolfsklauwen, waarmee ik in een foute kersttrui ben blijven hangen, met fatale
afloop, heeft men vandaag getracht mij de ware kerstgedachte bij te
brengen.
Ik moest heel netjes gaan zitten, kreeg een aureool
boven mijn kop en een boomkleed om mijn lijf. (Hoe verzint ze het)
Tante Costa heeft me echt uit staan lachen.
Ik moest blijven zitten, héél rustig, tot ik zou
begrijpen, waar de Kerst over ging, over het geboren worden van een biologisch
vaderloos kindje, dat de wereld moest verbinden, lief zijn voor elkaar, denken
aan arme kindertjes, eenzame hondjes, hertjes die gedood worden om in de
supermarkt te gaan liggen, eekhoorntjes met pukkeltjes, mislukte
kerststalletjes, geen vaste bench- of verblijfplaats, kapotte ruit in de
broeikas, gezelligheid thuis, vrede op aarde. Is dat laatste dan alleen met
Kerst?
Je denkt te diep door, zei Kaytie: Als het altijd vrede was, zou je ook niet
Kerst hoeven te vieren. Dan is het elke dag Kerst.
Toen zette tante Costa de aanval in, vrouwtje had alleen mijn boomkleed nog vast
en ik ontkwam met dat engelding nog op. Helaas is het mij daarna
ontvallen.
Ik zal beloven hem in gedachte af en toe op te hebben.
(En soms te lopen met de stok van Jozef)
(En tante Costa als Maria te behandelen)
(Ik hoop alleen niet op een onbevlekte
ontvangenis)
(En tante Kayties gevangen muizen niet in één keer op te eten)
(En de boom de boom te laten)
Een fantastische kerst met alles en
iedereen, waar je van houdt!
Tijd niets gehoord, hè? Dat komt, ik heb het druk.
Er is hier altijd wel wat te doen.
Neem nou vanmorgen. Wind, bladeren en dan zie ik
ineens een verschoven bloempot.
Die heeft dan de keuze, òf weer terug op zijn plek,
òf hij gaat met mij mee.
Mijn bazin vond de uitkomst droevig.
Stom, natuurlijk, want ze weet, dat een Tamaskan er
niet tegen kan, als hij buiten komt en er is iets veranderd.
Ik moet dan gaan zitten van haar en ze spreekt me
dan toe.
Ik doe dan gewoon mijn ogen dicht. Zie ik niets, dat me niet bevalt en zeker
niet haar gemene blik.
Ze vindt me een puber. Je moet weten, dat ik
gisteren voor het eerst mijn poot heb opgetild! Ik zet het maar
even dik, want dit is toch wel een mijlpaal.
Dat vond ze, geloof ik, wel leuk, maar niet, dat ik
even later ook mijn poot heb opgetild tegen een stoelpoot, waar haar jas aan
hing.
De jas heb ik trouwens helemaal niet geraakt, wel
de vloer. Ik kon niet aankomen met de smoes, dat ik het niet op kon houden. Ze
weet, dat ik dat een hele dag kan. Als ze mij meeneemt, dan pies ik
pas als ik weer terug ben op eigen terrein. Ik zou zeggen: netter kan
niet.
Zeg nou zelf, je bent jong en je wilt wat en dan
lopen hier ook nog eens twee teven rond. Ze zijn wel niet loops, maar toch:
oefening baart kunst.
Helaas heeft tante Costa nog niet gezegd: Spring
maar achter op bij mij.
Vanochtend heb ik dat toch maar even wèl gedaan.
Laat ze namelijk de bal los en kan ik hem pakken.
Tenminste, dat is de bedoeling.
Ze geeft me echter niet veel ruimte en moet ik weer
iets anders verzinnen.
Resetten en doordouwen!
Die meid is ook zo snel...
Even slijmen en als dat ook niet lukt, ga ik maar
met tante Kaytie op rooftocht.
Eerst bij het kippenhok muizen ruimen. Gevaarlijk
karwei tegenwoordig. Je zult maar vogelgriep oplopen.
Vervolgens opgravingen doen bij de houtwallen. Die
egels zitten heel diep. Als ik hard bijt hoef ik mijn lippen niet te laten
fillen.
Mijn tactiek is: eerst de hele kop er in, Plaats
bepalen.
Dan zakken met de hele handel en geduld
hebben.
Vandaag leverde het niets op. Mijn tantes begonnen
te drammen, dat ik mee moest.
Dat ouwe kreng links had die verrekte rooie bal nog
en ik moest het doen met een aangevreten bal, die er uit zag alsof-ie drie dagen
in de sneeuw had gelegen.
Daar wil ik dus niet mee gezien worden. (Mn kont
tot daar aan toe)
Mijn puberale gedrag uit zich ook in niet luisteren
op momenten, dat het mij goed uitkomt.
Ik ben namelijk verzot op keutels van die vier
pony-wijven. Daar ligt een hele berg van in de bak.
Nonchalant en zeker niet opvallend neem ik daar wel
eens een hap van af. Dat is gewoon meewerken aan het oplossen van het
mestprobleem.
Wordt niet gewaardeerd. Vooral niet, als ik de
bazin daarna een lekkere lik over haar snoet geef.
Ze heeft ook veel liever, dat ik drink uit mijn
waterbak en niet uit de vijver of uit de emmer, die staat onder de regenpijp en
waar zo af en toe een muis in wordt verzopen.
Uit voorzorg, ten behoeve van een hele preek, ben
ik alvast maar weer gaan zitten.
Wel lekker, hoor, zo hoog en droog en dan vooral
schuin gaan zitten. Hoef ik haar niet aan te kijken.
Ik mag ook niet blaffen naar de ponys. De bazin
snapt maar niet, dat ze dat juist heel leuk vinden.
Wie wil er nou geen aandacht? Ik roep ze toch
gewoon bij me? Met die koeien van de buurman gaat
dat ook zo lekker.
Dus wat doe je dan, je gaat maar weer op sjouw.
Naar de geit.
Die tut heet Jozefien. Ze staat me altijd aan te
staren. Zegt niet eens bèh.
Ze heeft een prachtig chalet en hondenhok, dat ze
geheel sjofel heeft geramd. (En ik mag niks)
Slechts mijn hulp wordt gewaardeerd bij het
bladeren verplaatsen.
Ik duw de kar, zeg maar,
en tante Costa heeft zo haar eigen instrumentarium.
Die meid is zo snel in alles. Zij is mijn personal
trainster. We doen elke dag wedstrijden. Wie er het eerste is.
Dat gaat me steeds beter af.
Ik heb natuurlijk wel een grote handicap. Die
staart vangt veel wind.
Ik denk, dat ik binnen afzienbare tijd haar èn de
baas ben èn sneller ben. Ik heb mn poten er aan vol.
We klieren de hele dag door.
Niets fijner dan rotzooien in de bladeren en daar
liggen er hier genoeg van.
Ik ben blij, dat ik nog niet in de herfst van mijn
bestaan zit. Er valt dan wel veel van je af.
Hopen!
Uiteindelijk kreeg ik vandaag slinks de bal. Madame
had iets anders in het snotje.
Ik ben hem helaas weer snel kwijt geraakt. Ik moest
waken.
Ik ben zo lief tegen mensen en toch zijn ze bang
voor me. Ik heb gewoon mijn uiterlijk niet mee.
Als er weer eens een motorclub op zondag langs
raast hier, dan ga ik er maar achter aan.
Grof en stoer. Krijg ik vast ook zon leren
jack.
Nou, ik moet nu mee de kippen (krijg ik misschien
een eitje) en de geit voeren.
Ik zal proberen mijn hormonen onder controle te
houden. Mijn vrouwtje proberen te gehoorzamen, niet meer tegen de stoelpoot plassen, de
composthoop met rust laten, niet zachtjes in handen happen, die aan mijn kluif
willen zitten, geen brood meer van het aanrecht jatten, geen koek
meer van de tafel laten verdwijnen, niet mee liften op tante Costa, geen vies
water meer drinken vanuit de regenpijp, niet hard meer sleuren aan de
lijn, niet vrouwtje meer half verslinden van vreugde, kortom: gaat
nooit lukken.
Mislukt om mij te laten zwemmen. Er waren twee
schoolklassen met jonge kinderen aan het voetballen. dat vond ik veel mooier. Ik
heb heel lief ongeveer tien kinderen trachten te omhelzen. Gelukkig vonden ze
het allemaal leuk.
Ik ben nog wel even het water in
geweest.
De voetbal van die kinderen vond ik veel
leuker!
Weer gevangen! Met weemoed denk ik er aan terug...
Ik heb me nog wel verdekt opgesteld om wederom te kunnen ontsnappen.
Stinkend jaloers ben ik geweest op mijn broertje Max, die elke dag het
wijde water in duikt.
Ik moest het doen met een verdomd klein badje, waar ik mijn kont amper in
kon keren. Een goudvis in een kom heeft nog meer ruimte.
Behelpen dus.
Maar vandaag is er een einde gekomen aan mijn droge bestaan.
De schaapsherderin van de Lemelerberg (vitamine R.) gaf een vochttip en die
bleek voor mij goed uit te pakken.
Hoppekee de autobench in en hobbelen naar Ommen. Het stikt van hier tot
daar van de drempels in de weg, maar een lichte maagkanteling weegt op tegen nieuwe
avonturen. Ik at, na het uitladen, dan wel een lading gras, doch de koeien
van buurman boer doen het daar ook goed op. Even oppassen morgen met de grote boodschap. Slierten aan mijn
achterste geven geen kalmerend gevoel.
Met mijn staart in de detective-stand heb ik eerst de oever grondig
bestudeerd.
Daarna het water. Er zat goed stroming in en de bodem was te zien. Eau de
parfum van een niet te nadrukkelijke kwaliteit.
Ik ben er eerst maar eens in gaan liggen in mijn (nog) te ruime vel. Die
klei aan mijn buik voelde prima.
Echt een Welness-resort. Zonder te grote sloffen en een te ruime witte
badjas.
Het leek me een goed idee om te gaan rietzeilen.
Een dobber uitgooien had niet veel zin. Een snoek vangen met mijn staart
had gekund, maar dan had ik hem moeten laten hangen. ik leg hem nou eenmaal graag in een krul,
als ik het naar mn zin heb.
Ik besloot helemaal los te gaan en als een gek te gaan rennen, oever op,
water in.
Mijn circus-act heb ik ook kunnen uitvoeren. Misschien wat voor het
programma Dance, dance, dance.
Ik vond het zelf een hele mooie auditie.
Ik heb gekeken, of er geen mensen van de TV aan de kant stonden.
Ik heb nog extra veel golven in de Regge aangebracht. Vrouwtje vond me net
een cruise-schip.
Er werd een dikke stok, bij gebrek aan beter, in het water gedonderd en
daar moest ik achteraan.
Ik vond het net Nessie.
Ik heb hem wel mooi uit de stroming gered.
Er werd wat anders gezocht en in het water gesmeten.
Heb ik ook gered. Monsterlijk ding overigens.
Ze hadden natuurlijk verwacht, dat ik een tweede keer ging zwemmen om dat
maffe geval uit de Regge te vissen. No way. Soms moet je dingen gewoon laten gaan.
Ik heb hem nog mijn volledige zegen gegeven door hem fors aan te blaffen.
Toen verdween hij uit mijn leven.
Ben toen maar volledig het riet in gedoken. Ze bleven echter gooien.
Als ik de heenreis er af knip, met al dat optrekken en stoppen en dat
gewiebel in mijn maag, heb ik een geweldig toffe dag gehad.
Het begon al met mijn broertje Max. Vroeger heette hij Flash. Wat was die
grijs geworden! Volgens mij kan hij zo in het nieuwe programma van Linda de
Mol.
Ik herkende hem helemaal niet. De laatste keer, dat ik hem zag, zat hij nog
in de luiers. Hij was heel leuk geworden met die barnsteen ogen.
Ik heb onder de tafel met hem kunnen babbelen.
Hij vertelde, dat hij een groot zwemmer is. Jammer, dat de Olympische Spelen net
voorbij zijn. Moet-ie vier jaar wachten om mee te doen.
Ik heb hem bemoedigend toe gesproken.
Max kon helaas niet lang blijven en we lagen juist zo lekker. Hij schijnt thuis
een hele grote kat te hebben en twee op ratten lijkende hondjes. Die
moesten
op tijd buiten plassen. Op een flat kun je moeilijk de deur open zetten.
Moet je een diploma schoonspringen voor hebben.
Mijn broer Shadow was er ook. Ook een toffe bink. Die heette vroeger Fang.
Verwarrend hoor, die andere namen. Ik heb gelukkig mijn eigen naam
gehouden.
Shadow zit echt gebeiteld. Die zit bij een dierenarts.
Hij vertelde mij, dat hij als proefkonijn dient. Hij wordt regelmatig
ingewikkeld in lange verbanden, moet op zijn rug liggen op behandeltafels en
voortdurend zijn gebit laten zien. In ruil daarvoor krijgt hij lekker eten en
gratis prikken en pillen. Hij heeft ook een vriendin. Die begint hij al in
verdediging te nemen. Stoer, die broer van mij. Die tantes van mij zoeken het
even nog maar zelf uit.
Wij broers lijken helemaal niet op elkaar. Je zou denken, dat mama Ylva het met
drie verschillende heeft aangelegd. Of ze heeft ontzettend gehusseld met al die
genen van poolhonden, wolven en Duitse herders. Mengsmering dus. Een grijze, een
bruine en een zwarte, een gewone staart, een gewone krul en dan die rookworst
van mij. Shadow lijkt veel op zijn beide zusjes. Die waren er ook. Ze hadden ook
van die bruine koppen.
Mijn zusje (je spreekt haar naam uit als Heja) is een schatje, zo licht
als een veertje. Die wil je zo in verdediging nemen.
Ze was er met haar baas en bazin. We hebben het gehad over de dierentuin in
Amersfoort. Daar zijn we allebei geweest. Ze was zich de eerste keer het rambam
geschrokken van een grote bruine beer, die op haar af sprong. Heeft ze gelukkig
geen trauma van over gehouden. Ze is een lekkere vrije meid. Klein, maar fijn.
Shadow en zij hebben als gekken gedold in die heerlijk naar kattenpis ruikende
sloten achter het terrein, waar we zaten. Ik mocht niet. De bazin is bang, dat
de inruilwaarde van de auto onder druk komt, als ik daar twee uur in heb liggen
stinken. Mocht ik ook niet onder de waterslang en dat vind ik juist vet gek.
Gemiste kans.
Mijn andere zusje is een grotere kopie van Heja. Ook zon aandoenlijk
vossenkoppie. Jammer, dat we niet in een roedel leven.
We zijn met zn allen op de foto gegaan.
We hebben er gelijk maar een zooitje van gemaakt. Max verdween zelfs
helemaal achter zn bazin. Even voor de goede orde: hij kon daar niets aan doen.
Opeens waren er die twee benen.
Op deze foto, die door de bazin van Max is gemaakt, zitten we er wat redelijker
bij.
(Normaal fotografeert ze mooie bloemen en dat is rechts op de foto wel te
zien).
Stefanie, het was geweldig voor ons om je weer te zien. Zoals jij puppys
roept, ken ik er niet één. Je had wel moeite om ons te herkennen na al die
maanden en in t echt is het toch weer anders dan op Facebook. Je zoon heb ik
een paar keer kunnen bedelven
en aan Wil, je vriend, bewaar ik heel goede
herinneringen.
Hij had graag mee gestept op zon raar voertuig, maar hij heeft een te klein
hondje.
Het is namelijk de bedoeling, dat je als hond voorop loopt en helpt mee te
bewegen met je baas, die met één been probeert het gras achter jouw poten weg te
maaien.
Hier thuis hebben we gelukkig een zitmaaier, waar ik me niet mee hoef te
bemoeien, laat staan voort te trekken.
Max is hier kennelijk al aan t oefenen met zn baas. Nu die step er nog achter.
Persoonlijk vond ik de sfeer van de dag heel goed en dat kon je ook wel merken.
Gebit tonen ging de hele dag door.
Er waren veel honden, de meeste van mijn ras. Bijna allemaal nog grijzer dan
broer Max. Voor een jong ras eigenlijk heel apart, dat ze allemaal zo grijs
zijn.
Waarom zijn we eigenlijk niet groen. Is het beter hazen vangen.
Heel opgelucht, dat er nog een zwarte rond liep. Bleek het geen Tamaskan te
zijn. Geeft niet. We zijn sociaal.
Mijn tante Kim zou ook zon krul in haar staart hebben als ik. Hij zag er echter
uit als een Stegeman leverworst.
Kan ik volledig begrijpen. Als ik ook zo als een paard aan de muur geketend
zou moeten staan, liet ik hem zeker hangen. Die Shitlanders, die we hier hebben,
doen dat ook. Ze zwengelen er alleen mee, als er vliegen zijn.
De organisatie van de Tammy-dag had veel moeite gedaan om het gezellig te maken.
Her en der hadden ze mensen en honden gedrapeerd.
(Zeker geassisteerd door de stylist van het Zuiden)
Mn zussie en ik vonden broer Shadow heel leuk, maar helaas kun je dáár niet zo
ruim op gaan liggen.
Al werd dat wel geprobeerd.
Na enige uren rasproeven moest ik de auto weer in. Door gebrek aan files
ben ik vlekkeloos thuis gekomen.
Ik heb direct gekeken, of alles nog op zn plek stond, inclusief
kippen.
Mn loopse tantes hadden weinig oog voor mij. Bij gebrek aan mij waren ze acuut
op elkaar verliefd geworden.
Ik trof geen smakelijke beelden binnen aan.
Ik heb daarom, na een heerlijke maaltijd Carnibest, mn favoriete
knuffel uit de bench gesleept, mn tantes van de bank af gezet en slaap nu
nog.
Ik droom nog van die geweldige dag in Kerkwijk.....