Hebben we een familiewapen ?
Zodra iemand in de familie op zoek gaat naar verre verwanten, ontstaat een vreemd soort nieuwsgierigheid. Openlijk wordt daar zelden over gesproken, maar stiekem wordt gehoopt op roemrijke verhalen. Zou ergens in Frankrijk nog een chateau aan de familie toebehoren? Of is een voorvader in de middeleeuwen ooit in de adelstand verheven? En zijn we zonder het te weten misschien wel een baron of jonkvrouwe? Want er zijn een paar ooms en tantes die zich wel héél deftig gedragen, om niet te zeggen dat ze kapsones hebben. Voor ruïnes, gespuis en piraten heeft de familie geen belangstelling.
Maar toch, hij bestaat echt.....! Graaf Klercq duikt op in het interbellum rond 1926 in Parijs. De schatrijke graaf leeft een flamboyant bestaan op Mont Martre en is zeer gekend bij de haut-financiërs- industriëlen en kunstenaars. Zijn vriendenkring is van een bedenkelijk allooi, doordat hij zich inlaat met de Parijse Apaches. Grote risico's neemt hij met gokken bij de paardenraces, maar wordt daar nog rijker van. Met al zijn voorspoed en rijkdom, dat er ook voor zorgt dat zijn vrienden hem afpersen, slaat het noodlot toe. Terwijl hij zijn jachtgeweer schoonmaakt, schiet hij zichzelf per ongeluk naar de eeuwige jachtvelden. Zijn allercharmanste jonge weduwe, waar hij een deel van zijn vermogen aan te danken heeft, blijft ontroostbaar wenend achter. Zijn afpersers zijn onthutst, doordat ze de macht over de graaf verliezen. Zo beschrijft Patrick Pecherot zijn literair hoofdpersoon in de politiethriller "Les Brouillards de la Butte." Dus Klercq is weldegelijk ook een Franse naam.
Toen een tante met aangeboren gevoel voor "Haagse chic" lucht kreeg van de speurtocht naar de familie oorsprong, vroeg ze heel voorspelbaar; "Hebben we een familiewapen?" Ze kreeg van mij te horen; "Ja, tante Louise, er bestaat een familiewapen." Waarop ze gretig vroeg; "Mag ik daar een voorbeeld van hebben? Dan kan ik daar een mooi borduurseltje van maken." Haar hebberigheid was van een misplaatste pronkzucht. Ze wilde zich beter voordoen tegenover haar vriendinnen in het pesionado paradiso van Benidorm. Ik moest haar teleurstellen. "Het familiewapen behoort toe aan een andere tak van de familie, wij mogen het niet voeren." Een bittere deceptie overviel haar zichtbaar. "Troost u tante, ik wil wel een wapen voor u ontwerpen. Wat vindt u van een mandje en sleutels op een kwadrantschild, rondom geloverd met eiken bladeren en een casque d'or. Dat verwijst naar opa' s occupatie als mandenmaker." Ze was helemaal onder de indruk van mijn antwoord en zeer verrukt van het idee. Het vraagt wel tijd, tante." Ik moet er nog steeds aan beginnen. Er knaagt verzet in mij.
|