Beeld- Tekstverantwoording; Foto's afkomstig van diverse bronnen; Beeldbank-Zeeuws Archief, Beeldbank-ZeelandNet, Beeldbank-Zeeuwse Bibliotheek Beeldbank-Wikipedia, Beeldbank-Google Openbare Sites, Collectie uit eigen archief. Tekst afkomstig van Wikipedia, en andere bronnen. in bewerkte of verkorte vorm Tekst uit eigen bron. Copyright; Eigenaren van foto's kunnen zich melden voor bronvermelding.
Educatief Internet-Magazine over historie van familie Klercq en duurzame mandenmakerscultuur
18-04-2013
Sporen in Essequebo
Sporen in Essequebo
Zeeuwen en Hollanders hebben overal in de wereld sporen achtergelaten. Niet alleen in het verre oosten, waar de verbondenheid met voormalig Nederlandsch Indië nog bij veel Nederlandse families aanwezig is. Ook in Japan, Ceylon, Formosa, of de Filipijnen hebben we Portugezen verjaagd om onze handelsbelangen veilig te stellen. Het zal me niet verbazen als de Portugezen ons als erfvijanden zien.
Onze historische aanwezigheid in de West is minder bekend, met uitzondering van Suriname en de Boven- en Beneden Windse eilanden, van Curaçao tot Sint Maarten, terwijl in Brazilië al sinds mensenheugenis nog steeds een Hollandse colonie bestaat.
Waterfront van voormalig Nieuw Amsterdam in Guyana
De "Wilde Kust" met Demerary en Essequebo waren Zeeuwse kolonies in een gebied noordelijk van Suriname. Lange tijd hebben de Zeeuwen de kolonies kunnen handhaven, totdat de overheersing van de Engelsen zo groot werd, dat uiteindelijk in de 19de eeuw Brits Guyana ontstond.
Planterswoning in Essequebo rond 1850
Hier liggen ook sporen van de familie van Eeden en Borloz. Willem Klercq was getrouwd met Anna Elisabeth Lucretia van Eeden, de dochter van Pieter van Eeden, ze was geboren in Saint John's Island, een eilandje op een splitsing in de rivier Rio Essequebo, vlakbij Battica en Saint Edwards Mission. Haar vader bezat belangen, en naar het laat aanzien zelfs grote belangen, in plantages en suikerraffinaderijen. En hij niet alleen. Ook zijn schoonvader Isaac Borloz en zijn dochter Judith Elizabeth Borloz-Kok, bezaten plantages. In 1851 worden delen van deze plantages, waaronder de Plantage De Otter, verkocht aan Pieter van Eeden en aan zijn vrouw Petronella Jaquelina Christina van Eeden-Borloz
Slaven aan het werk bij de suikermolen
Doordat Willem Klercq trouwt met Anna E.L. van Eeden moet hij waarschijnlijk een aanzienlijk vermogen hebben geërfd, tenzij vader van Eeden berooid is terug gekeerd naar Sambeek in Nederland. Maar dat valt te betwijfelen, want Pieter van Eeden koopt van Samuel Louis Ries de villa Rosalia Rust in Sambeek. De villa is vernoemd naar de dochter van Samuel Ries. Bij de verkoop wordt bedongen dat de grafkelder van Rosalia in tact wordt gehouden tot ten minste juli 1847.
Een merkwaardig feit doet zich voor rond deze tijd, want op 12 april 1847 wordt Rosalia van Eeden in Sambeek geboren, wat valt af te leiding uit de volkstelling van dat jaar. Vader Pieter van Eeden vult het formulier nauwkeurig in, wie op dat moment in de villa woonachtig is. Wat de beweegreden van vader en moeder van Eeden is om hun pasgeboren dochter Rosalia te noemen is niet duidelijk. Tot nu is weinig bekend van deze Rosalia, vermoedelijk is ze helaas ook jong gestorven. In Huize Rosalia Rust overlijd Pieter van Eeden op 09 januari 1873.
Slaven aan het werk in het kookhuis
Er doet zich nog een vreemd voorval voor bij de familie van Eeden. In de New York Times wordt op 3 oktober 1933 melding gemaakt van het overlijden van Sophie van Eeden, weduwe van Pieter van Eeden. Mrs. Sophie Van Eeden woonde de laatste dertien jaar in Boonton N.J. en overleed, na twee maanden lijden, op 88-jarige leeftijd in een tehuis voor ongeneeslijk zieken. Sophie was geboren op 15 mei 1845 in Brits Guyana. Haar echtgenoot, die grote belangen bezat in suikerplantages, was 30 jaar geleden in 1902 overleden, op 56-jarige leeftijd.
Het raadsel is; wie is Sophie en wie is Pieter van Eeden, want deze Pieter is tot nu toe niet bekend als zoon van Pieter van Eeden, die in Sambeek is overleden. De puzzle moet nog worden opgelost.
De Rio Essequebo
Van de familie Borloz is veel bekend. Deze familie is zeer omvangrijk en heeft zich verspreid over de hele wereld. Voornamelijk komt de naam voor in Frankrijk en Zwitserland en dat is niet verwonderlijk, want van oorsprong is het een Zwitserse familie, die haar wortels heeft in het plaatsje Borloz.
Zondagmiddag overkwam Ds. W. Klercq van Koudekerk op zijn terugtocht van Woudbrugge, waar Z.Eerw. des morgens de preekbeurt had waargenomen, een ernstig ongeval, dat gelukkig nog betrekkelijk goed afliep. Tegenover de zaagmolen van de h.h. Gebr. Piek schrikte het paard voor een passeerenden stoomboot en nam een zijsprong, waardoor de tilbury, waarin Z.Ew. met den hr. v. Egmond van Koudekerk gezeten was, omsloeg en van den vrij hoogen dijk in de poldersloot terechtkwam. Gelukkig daagden spoedig reddende handen op en werden beiden uit hunne benarde positie gered, wat zeker niet het geval zou geweest zijn, wanneer het onheil niet zoo dicht bij 's Molenaarsbrug had plaats gevonden.
Een tlbury is een tweepersoons overkapt rijtuig.
Dankzij den vriendelijke tusschenkomst van de h.h. van Giesen en M. Kloot, werden den beide drenkelingen in de gelegenheid gesteld zich van droge kleederen te voorzien en konden zij later in een ander rijtuig huiswaarts keeren. Ds. K. had een kwetsuur aan het been gekregen, terwijl de hr. v. E. met den schrik vrijkwam. Paard en rijtuig werden nagenoeg ongedeerd op het drooge gebracht en later thuis bezorgd.
Naschrift; Willem Klercq verklaard in zijn Bundel Schetsen (een essay waarin hij zijn belevenissen als predikant bloemrijk verteld - waarover ik nog zal berichten-), dat de situatie van het ongeval ernstiger is geweest. Hij kwam terecht onder het gewicht van het paard en rijtuig waardoor hij zó bekneld raakte dat hij zich niet kon bevrijden, met gevolg zelfs dat hij onder water raakte en de verdrinkingsdood nabij was. Zijn been dreigde afgekneld te raken. Een soortgelijk ongeval dat zijn vader ook overkomen was bij het beleg van de Citadel van Antwerpen. Vader Johannes Frederik Klercq (2e luitenant der infanterie - Ridder in de Militaire Willems-Orde) leed 5 jaar lang aan de gevolgen van zijn afgekneld linkerbeen, dat uiteindelijk geamputeerd moest worden. Onverschrokken liet bij van het restant van het bot een briefopener maken, met zilveren heft en inscripte van het voorval. Dit memorabilium is nog steeds in bezit van de familie.
Oog in oog met de tijd die nooit stil zal staan, laat zij sleets haar sporen na, tot de lente bloeit. Licht verjaagt de duisternis, de tijd verschijnt in eindloosheid.
Dagelijks flitsen beelden aan het oog voorbij, zonder deugd noch daad vervagen berichten in onverschilligheid.
Veelkleurig stroomt de dag door het bestaan, eindig in grijs en grauw, sluit het leven in stralend hemelsblauw.
Zonder moraal, gezicht of mededogen hervat de tijd hertellen dwingend aan. Oog in oog staan we met de droom verlangend naar een beter bestaan.
Ik wens u inspirerende Kerstdagen, voorspoed en gezondheid in het komend jaar.
Biezen-mat stoelen - Rush-bottom chairs Text in prgress
Al is ons leven sterk afhankelijk geworden van techniek, planten leveren nog steeds een nuttige bijdrage aan ons bestaan, ook al zijn we ons daar weinig van bewust. In de 16de eeuw werden al biezen geoogst in de streek rond Genemuiden, dat door de jaren heen zal uitgroeien tot het centrum van mattenvlechterij en veel meer interessante bedrijvigheid. Het plaatsje is zo welvarend dat er nauwelijks werkeloosheid bestaat.
De aanplant van biezen bedroeg rond 1846 ca. 150 ha, later is het areaal uitgebreid tot Kampen en het Zuiderzeegebied, toen het IJsselmeer nog niet bestond. De omvang nam toe tot 500 ha. De kwaliteit was zo hoog, dat op grote schaal export naar omliggende landen grote vlucht nam. Behalve in de IJsseldelta is de biescultuur uitgebreid naar de Hollandse Delta en Biesbosch, wat nu een belangrijk productiecentrum is geworden.
Our lives has become highly dependent upon technical inventions, but plants deliver a useful contribution to our excistence today still, allthough we are less aware of it. In the 16th century rushcrob were harvested allready in districts of Genemuiden, a small village north of Zwolle. Centuries ahead this place will become the industrial centre of woven rush floormats and many more interesting industries, which made this community prosporous without unemploiment.
Cultivation of rush grew from 150 ha in 1846 toward 500 ha in 1900, including new areas of Kampen and Zuiderzee, today known as IJsselmeer. The high quality brought export to all countries bordering Holland. Except the IJssel Delta, rush culture expended toward Hollandsche Delta and Biesbosch wetlands, today main productioncentres.
Map of Biesbosch Wetlands - Plan Biesbosch
Aerial picture of Biesbosch Wetlands - Luchtfoto Biesbosch
Biezenvelden worden aangelegd op de onbegroeide zandbodem in ondiep, stilstaand of getijdenwater. Voor de mattenbies moet dit zoet water zijn, de ruwe bies, geschikt voor stoelmatten, verkiest brak water. Nieuwe aanplant gebeurt in april-mei, opdat de scheuten stevig wortel kunnen schieten, voordat in de winter het water ruw wordt. Wanneer de bossen bies dichtgroeien begint een één- tot driejarige oogstcyclus.
In het voorjaar heeft de bies regen nodig, anders blijven de stengels kort. Nadat de groei ca. 1 tot 2 meter hoog staat, wordt vanaf juli gesnoeid. De oogst moet voor augustus binnen zijn, daarna neemt de kwaliteit af. Om het vocht te laten verdampen worden de bussels bies op zogenaamde klaverruiters windgedroogd, het gewicht en omvang neemt dan drastisch af. Na het in de openlucht drogen worden de bussels bies afgevoerd naar de opslag.