Een bolus vor bie de koffie
Zeeuwen staan erom bekend dat het zoetekauwen zijn. Mijn opa Klercq was daar geen uitzondering in. "As 't maor zoete is," was de boodschap wanneer je hem met iets wilde verwennen. Tot op hoge leeftijd bleef hij trouw aan zijn snoepzucht. Vroeger, toen hij nog mandenmaker was, ontdook hij soms stiekem zijn werkplicht, dan kon je hem zonder moeite vinden bij Kaatje-van-onder-en-boven. Kaatje had haar bijnaam te danken aan het feit dat ze vaak achter de halve deur van haar snoepwinkeltje op de uitkijk stond te lonken naar klanten. Theeuwes had een speciale band met haar, al was het alleen maar voor het enorme assortiment snoepgoed dat ze in de aanbieding had.
Grote dikke spekken, rol- en veterdrop, zoethout, kaneelstokken, zuurtjes, pepermunt en dan ook nog van die overheerlijke verrassende tum-tum in allerlei variaties. Bovendien kon Theeuwes altijd een gezellig praatje met Kaatje maken, en dat liep doorgaans uit de hand. Ondertussen stond zijn vrouw voor een gesloten winkeldeur. Verbaasd en een beetje nijdig vroeg ze zich af waar haar man te vinden was. Juffrouw Klerk van het alle-dingen-winkeltje aan de overkant, kon dat wel vertellen. Haar ontging niets wat op de Vlasmarkt gebeurde. "Kiek maor is bie Kaatje-van-onder-en-bove," kon ze opoe met zekerheid meedelen. Ze had Theeuwes wel zien "wegstekkeren" richting Kromme Weele.
Daar verscheen de toornige zwarte blik van Betje in het deurgat bij Kaatje. "Wa doe jie 'ier? Moe jie nie wèrreke?" Theeuwes schrok van die plotselinge onderbreking in gezelligheid. "M'n snoeptrommetje is leeg," probeerde opa onschuldig uit te leggen. "Uh, uh, kom jie maor is mee naor 'uus. Je moet d'n deur ope' maoke, 'ier 'eb jie verder niks te zoeke." Gedwee als een stout jongetje liep opa met zijn vrouw naar huis.
Lief waren ze voor elkaar, Theeuwes toost met Betje op 50-jaar huwelijk
Nu hij in het bejaardehuis woonde hoefde hij geen verantwoording meer af te leggen aan zijn Betje. Ze was enkele jaren daarvoor overleden. Het nieuwe bejaardenhuis lag ver buiten het centrum. De afstand naar de stad was voor Theeuwes niet meer te belopen, zijn benen wilden hem niet meer zover dragen. Een bolus, een tompouce, een lekker zoet nougatinegebakje, of een pakje verse koekjes, daar was hij nog steeds goed mee te verwennen. De bolus moest dan wel van bakker Rotte komen, en het nougatinegebakje van Wolf op de Burg. Ja, ja... Klercq had zo zijn wensen. Als zoon van een bakker annex snoepwinkelier wist hij waar hij het over had.
Nu moest Theeuwes een bevriende buurman aanspreken voor de zoete boodschap. "Abram, gao jie straks nog naor d'n stad? Wil jie dan wâ lekkers voor mien meeneme'?" Abram zei gedienstig, "Tuurluk Klercq, wâ zâ 't weze? Zeg maor wâ jie wil 'ebbe." Maar Abram bleek loslippig te zijn, hij vertelde in de recreatiezaal; "Nou zeg, die Klercq neem 't er ook wel van. Gister 'eb ik nog een tompouce voor 'm moete haole." Dat kwam Klercq vanzelf ter ore. Het was gedaan met Abram, voortaan hoefde die niets meer voor hem mee te brengen uit de stad. Abram vroeg nog wel. "En Klercq, moe 'k nog wâ vor joe meebrienge?" Waarop Theeuwes een beetje jokte. "Nee 'oor, 'k 'eb alles nog." Tot de volgende vertrouweling ook zijn mond voorbij sprak, en daarmee van zijn lijstje boodschappers werd afgevoerd. Ze moesten niet over Klercq kletsen.
Bakker Boer uit Kloetinge bakt de lekkerste bolussen.
De bolus is een specifiek Zeeuws streekgerecht, het staat zelfs op de nominatie verheven te worden tot beschermd Europees streekgerecht. Het gebak heeft de laatste jaren aan erkenning gewonnen, zo veel zelfs dat er een jaarlijkse bakkerswedstrijd aan gewijd wordt. En de kwalificaties om in de prijzen te vallen zijn niet mals. Het lijkt een simpel produkt maar het moet wel gebakken worden van een luchtig soort brooddeeg, dat in een speciale sliert gespiraleerd wordt opgerold, het is nog steeds handwerk. De bolus moet zacht en mals zijn, een beetje spekkig en vooral zoet en stroperig van de suikerstroop en kaneel
Een bolus voor bie de koffie
Zeeuwen zijn er dol op, de bolussen ontbreken dan ook nooit bij een koffietafel, huwelijk of begrafenis. Probeer dan maar geen namaak voor te zetten, de gasten zullen het niet waarderen. Succes kent vele vaders, dus de bolus kan degraderen tot een smakeloze hap. Daar wordt nu dus voor gewaakt door een vakkundige jury.
De zware keuring voor een echte bolus.
De herkomst van de bolus gaat terug tot de eerste helft van de zeventiende eeuw, toen Sefardische Joodse bakkers uit Portugal toevlucht vonden in Zeeland. Het woord 'bolus' is ontleend aan het jiddisch, de internationale Joodse taal. Het kent ook afgeleide woorden. In het Spaanse betekent "bollo" een fijn broodje, of "bola" voor een bal of bol.
De bolus is door Joodse bakkers over de hele wereld verspreid. In New York worden in tal van delicatesse-shops bolussen verkocht, even stroperig, zoet en mals als de Zeeuwse bolus. Maar wel zoeter en tot wel twee keer zo groot. Amerikanen houden nu eenmaal van "oversized." In Jeruzalem worden ook veel bolussen verkocht. Zelfs in Moskou leveren twee Joodse bakkersfamilies de lekkernij, alleen zijn ze daar dan weer kleiner van formaat, In Parijs, de stad van culinaire buitennissigheden bij uitstek, zijn ze eveneens te vinden, zelfs tot in Zuid-Frankrijk etaleren Joodse bakkers de bolussen in een mandje. Dicht bij huis is in het Zuid-Limburgse Noorbeek een bakker te vinden die een fantastische bolus "draait." Ik vroeg hem hoe dat zo gekomen is. Hij bleek met een bevriende bakker uit Zeeland enkele recepten te hebben uitgewisseld.
Ook heel Zeeuws zijn bruine bonen met uitgebakken spekjes, overgoten met suikerstroop, rijkelijk bestrooid met kaneel, misschien een snufje nootmuskaat erbij. Het smaakt me voortreffelijk. Wellicht is dit ook van Joodse origine, want zoet en kaneel, daar moet de oorsprong liggen.
Een prinsesselijke poging om een bolus te "scoren"
Maar wat te zeggen van Harry Bolus (1834-1911). Bestaat die dan...? Jazeker....! Harry, een geboren Engelsman uit Nottingham, emigreerde naar Zuid-Afrika. Daar is hij een beroemd botanicus, schilder van planten en bloemen, beurshandelaar en philantroop geworden. Veel planten en bloemen zijn naar hem "bolusia-" vernoemd. Samen met zijn broer Walter stichtte hij de Bolus Bros. Comp, waar hij fortuin mee maakte, waardoor hij een omvangrijke botanische collectie en bibliotheek kon opbouwen. Zijn bezittingen heeft hij geschonken aan de Cape Town University waar hij ook oprichter is geweest van de South African Philosophical Society.
Harry Bolus; 28 april 1834-25 mei 1911
http://www.uct.ac.za/depts/bolus
© 2011 Albert Prins
Servicepoint; Recept voor Zeeuwse bolussen zie; http://www.bakkerboer.nl/recept_zeeuwse_bolus.htm Meer over Bakker Boer uit Kloetinge, zie; http://www.bakkerboer.nl Zeeuwse recepten, restaurants, evenementen, etc. zie; http://www.zeeuwseziltezaligheden.nl Videoclip; Bolusbakker bij Life and Cooking (3.30 min) http://youtu.be/dqlbh4BzU3E
|