De Grote Ramp van 1889
Nederland is door de eeuwen heen geteisterd door vele rampen. De meeste rampen werden veroorzaakt door natuurgeweld, een hevige stadsbrand of munitie-explosie zorgden voor minder slachtoffers. Het ongeluk in 1275 toen de eerste Romeinse brug in Maastricht instortte tijdens een boete-processie, waren daar 400 doden te betreuren, de datum 12 juli van dat jaar zal niemand iets zeggen.
Van al die rampspoed is maar weinig in ons hedendaags geheugen bewaard gebleven. Dat is maar goed ook, je zou moedeloos worden van al die ellende die over ons land is heengespoeld. Niet voor niets wordt Nederland door de Fransen Les Pays Bas genoemd. De Lage Landen aan de Noordzee, onder zeeniveau.
De allervroegst bekende ramp gebeurde in het jaar 838, toen tijdens een Stormvloed een aanzienlijk deel van Noord-West Nederland onder water liep. Een groot aantal plaatsen verdween van de landkaart. Meer dan 100.000 slachtoffers heeft dat gekost, heden ten dage is dat wereldnieuws. Er zullen er nog veel van zulke rampen volgen. In 1170 breekt bij de Eerste Allerheiligenvloed de zee door bij de duinenrij tussen Texel en Huisduinen, Den Helder. Het Marsdiep ontstaat dan.
De Scheveningen Sch. 169 vaart uit ondanks het slechte weer.
Bij de Sint-Luciavloed van 1287 is de schade nog veel groter. Niet alleen vallen zo'n 80.000 mensen ten prooi aan het gulzige water, ook wordt nu West Friesland van Friesland en Groningen gescheiden. De Zuiderzee ontstaat door dit watergeweld. Het drama heeft ook een taalkundige catastrofe tot gevolg, want de Friese taal verdwijnt grotendeels uit Noord-Holland. De arme Friesen beklagen zich met het credo; "God doe sende ene vloet also groot, daer vele volx in bleef doot."
Naast de grote vloedrampen, die ons land en de eilanden in vorm en omvang herhaaldelijk heeft doen veranderen, waren er ook de kleine rampen. In 1457 ontstond een grote brand in Dordrecht, 600 huizen, waaronder ook de Grote Kerk werden verwoest. Later zou 's Hertogenbosch ook voor een aanzienlijk deel door een hevige stadsbrand worden getroffen. In elke eeuw gebeurd er wel iets waar we nu niet meer bij stil staan.
In de nacht van 26 op 27 novermber 1790 vergaat bij de Koog de klipper Negotie. Het schip breekt in stukken; 238 doden. En dan een kort berichtje waar nu niemand meer van opkijkt, maar mij wel aan het denken zet. 18 oktober 1888, "Brand in de Korte Delft in Middelburg; 5 doden." Het is de straat waar ik heb gewoond.
De bomschuit Sch 168, schilder Henk Dekker 1897-1974 . Wanneer ik spreek over de winter van 1888-1889 zal niemand daar van opveren uit z'n stoel. Onze zaliger overgrootouders lagen er wel wakker van. Het hele leven was ontwricht door de meest barre winter.
De krant; Het Nieuws van de Dag, meldt; Zware regenbuien, windstoten, sneeuwstormen, ijsschotsen op de Zuiderzee en rivieren. Al die narigheid zorgde voor verlamming van het dagelijks leven.
De scheepvaart in Friesland was grotendeels gestremd. Door een snel invallende strenge vorst moest de dienst op de lijn Zevenaar - Kleef - Keulen andermaal worden gestaakt. Bij Lobith is het vaartuig van schipper Koek, geladen met steenkool, bestemd voor Rotterdam lek geslagen en gezonken. Met moeite zijn de opvarenden gered.
De sneltrein welke Zaterdag van Maastricht naar Aken om 4.09 uur vertrok, is tusschen Simpelveld en Aken in de nabijheid van Bochholtz, in de sneeuw blijven steken. Onmiddelijk werden van alle zijden werklieden ontboden om den in nood verkeerende trein te helpen. De locomotief, welke des avonds ter hulp gezonden werd, kwam, daar men door de sneeuwjacht den ingesneeuwden trein niet kon zien, in botsing met dezen, zodat de ingenieur, de Heer Coenegracht, van de hulplocomotief geslingerd werd, waardoor hij zijn schouder ontwrichtte, en een reiziger en een paar spoorwegbeambten licht gekneusd werden.
Schipbreuk bij stormweer, de nachtmerrie voor iedere zeeman.
Het schip Marie, toebehorende aan Dolham te Maastricht en geladen met steenkolen, is Zaterdag op het zijkanaal tusschen Maastricht en Luik gezonken. De opvarenden zijn gered.
Op het 3de blad van de krant staat nog te lezen. Men seint ons uit Keulen; Tengevolge van sneeuwstorm is het verkeer op de spoorweg-trajekten van de spoorweg-directie (Links Reinische) voor het ogenblik gestremd; Cöln - Bonn, Cöln - Trier, Eifellinie, Cöln - Neuss, Neuss - M. Gladbach en Aachen - Bleiberg.
Door de storm van Vrijdag en Zaterdag is de voet van de duinen te noorden van Petten geheel weggenomen. Dit is ook het geval met de duinen ten zuiden van Kamp. Het voorkomen van de kust is daardoor geheel veranderd; de anders afhellende zandheuvels gelijken nu steile rotsen.
In de Wieringerwaard (N-H) is zaterdag de dienstbode van de landbouwer P. levenloos uit het water opgehaald. Men vermoedt dat zij, terwijl zij een emmer water wilde scheppen, bij ongeluk voorover is gevallen. Zaterdag is te Petten het lijk aangespoeld van een man met zwarten baard. de weinige nog overgebleven kleeding was niet gemerkt.
Voormalige Chr. Geref. Kerk, Steengracht te Den Helder, waar ds. J.A. Klercq beroepen was.
Hoewel de kranten volstaan met verontrustende berichten, terwijl het weer in al haar grilligheid te keer gaat, varen toch vissers uit. Gedreven door reders of uit noodzaak vis te vangen, want zonder vis geen inkomsten en zonder inkomsten geen brood, geen monden te vullen van de kinderen thuis. De geharde visserslui, getaand, gelooid door zon, zilt en zeelucht zoeken dicht bij de kust viswateren op, die evenwel gevaarlijk en verradelijk zijn, vanwege zeestromingen, zandbanken of waar bij stormweer sterke slaggolven te keer gaan.
Op 9 februari 1889 vaart de bomschuit Scheveningen Sch. 169 toch uit. Het koerst met volle equipage richting Nieuwediep, komt in zwaar weer terecht, stuurman Krijn Dijkhuizen probeert het schip drijvende te houden door de netten met balast uit te werpen zodat De Vier Gebroeders, van reeder M.J. Tuyt, niet kapseist. Het is hem niet gelukt, de natuurelementen bleken sterker, dan zijn noest vergaarde kennis als zeeman. De krant Het Nieuws van de Dag doet op 9 februari hiervan verslag; Het schip, De Vier Gebroeders, is in de zware Februaristorm omgeslagen, alle zeven bemaningsleden zijn jammerlijk verdronken. Vier dagen later is de Sch. 169 geborgen. Een dag later lezen we dat; eenig hout en ook een zwaard, afkomstig van de SCH. 169 aangespoeld wordt teruggevonden in Scheveningen. Op 13 februari zal bij gunstig weder de Scheveningsche bomschuit SCH 169, wier bemanning door het omslaan van het vaartuig in den Februaristorm zoo jammerlijk omkwam, van Nieuwediep met eigen tuigage naar Scheveningen komen zeilen.
De Chr. Geref. predikanten van Den Helder
In die dagen is Johannes Anthonie Klercq, zoon van Johannes Cornelis Klercq en Wilhelmina Cornelia Gal uit Middelburg, predikant in Den Helder. Hij is een geliefde dominee om zijn trouw en medeleven met zijn gemeente, toegevelijk om bezwaren weg te nemen, geen groot redenaar.
Begraafplaats Huisduinen in Den Helder, waar oude zeemansgraven zijn te vinden
Het ongeval met de vissersboot raakt zijn ziel diep, zijn medeleven met de door het noodlot bezochtte families is groot. Op het kerkhof te Huisduinen spreekt hij innig bemoedigende woorden, bij de teraardebestelling van de zes omgekomen schepelingen die daar begraven worden. Het zevende bemanningslid blijkt later de man met de zwarte baard te zijn. Aangespoeld in Scheveningen, vlak bij huis. Hoe tragisch kan het lot zijn loop hebben.
Vredige rust in Huisduinen
Tot slot nog dit. Bij het speuren in historische kranten kom je naast alle boven beschreven misère ook hilarische berichten tegen. Hiervan zou je een aparte rubriek kunnen maken, ter lering en vermaak. Zo stond in de krant op 13 maart 1889 landelijk het volgende te lezen.
Dat de hedendaagsche methode van huizen bouwen - een geheele reeks woningen van binnen als van buiten sprekend op elkaar gelijken - somtijds eigenaardige bezwaren kan hebben, bleek dezer dagen te Dordrecht. In eene der woningen van de "Vereeniging" aan den Godfried Schalkensingel, kwam een tamelijk beneveld persoon des avonds half elf thuis; althans zoo meende hij. Hij begaf zich regelrecht naar het slaapvertrek en bemerkte niet, dat hij gekomen was in de slaapkamer zijner reeds rustende buurvrouw, die vergeten had hare huisdeur van binnen te sluiten. De vrouw, die terstond zag, dat deze man met baard niet haar baardloze echtgenoot was, dien zij van een vergadering thuis verwachtte, schrikte hevig en snelde terstond de kamer uit. Gelukkig ontmoette zij reeds aan de deur haar eigen man, die nu den verdwaalde indringer op tamelijk onzachte wijze de deur uitwierp.
Servicepoint: Inzage historische kranten zie; http://kranten.kb.nl Lijst van Nederlandse rampen zie; http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Nederlandse_rampen Geschiedenis van de Scheveningen SCH 169 zie; http://www.scheveningen-haven.nl
© 2011 Albert Prins Videoclip Scheepsrampen aan de kust (6,20 min) http://youtu.be/nccYnHcRttg
|