't clijn Paradijs
't clijn Paradijs op de Vlasmarkt stamt uit de 17de eeuw, waarschijnlijk gebouwd rond 1680, of zelfs veel eerder, want bewijsstukken van de bouw ontbreken. Het is wel duidelijk dat hier sprake is van koppelbouw, omdat het pand bestaat uit een voor- en achterhuis, wat verbonden wordt met een binnenplaats. De achtergevel op de binnenplaats is dus de eerste fase van het huis, met vermoedelijk een overdekte houten trappartij, zodat de verdiepingen bereikbaar waren. Dat spaarde ruimte in huis, bovendien was het eenvoudiger te construeren.
Het huis is gebouwd in Vlaamse Renaissance stijl met een trapgeveltje, dat op het hoogste punt vertikaal is versterkt met ingekast metselwerk. Een paar huizen verderop, richting Markt op de hoek bij de Penninghoek, staat een huis met nagenoeg identieke gevel, genoemd; Het Paeken, eveneens een 17de eeuws pandje. Schuin aan de overkant van de straat, woonde voor de oorlog Mauritz Cohen met zijn gezin, de Joodse koosjere slager en huidenhandelaar. In de oorlog is de familie weggevoerd en nooit meer weergekeerd, alleen zijn dochter wist alle oorlogs ellende te overleven. Eva Louise is later naar Amerika geëmigreerd.
Uiterst links 't clijn Paradijs, rond 1890, nog vóór de periode "Klercq"
Dat de trapgevel behouden is gebleven mag uitzonderlijk worden genoemd, want in de 18de en 19de eeuw verdwenen deze typische Hollandse- Vlaamse trapgevels vaak, om plaats te maken voor lijstgevels. Eén van de redenen was dat veel van deze gevels scheef trokken, of dreigden om te vallen vanwege de verzwakte constructie. Buiten dat raakten ze ook uit de mode. En als men het zich enigzins kon veroorloven werden die vervangen door fraaie krullerige rococolijsten aan de gootlijn.
De Vlasmarkt vanaf de Markt gezien. rechts de winkel van Van Keulen, verderop Mandenmakerij Klercq, 1935
De gevel is opgetrokken in Zeeuwse moppen, een kloeke metselsteen van lichtrood bakkende klei. De stenen werden aangevoerd uit de omgeving of uit het Vlaamse land. Horizontaal lopen zogenaamde speklagen van een harde zandsteensoort. Boven de ramen zijn gebogen rollagen ingemetseld en het bovenste raam wordt extra versierd met een kroonrollaag, waardoor de druklast op de vensters wordt verminderd. De kozijnen zijn fors uitgevoerd met zogenaamde blokstijlen en dorpels, waarin schuiframen zijn opgenomen met een grote roedeverdeling.
Het schilderwerk is uitgevoerd in traditioneel streekgebonden kleuren. Zandgeel voor de kozijnen, melkwit voor de ramen en aan de ondergevel is gebruik gemaakt van groen-blauwe olieverf bij de voordeur. Olieverf heeft de eigenschap dat het na verloop van tijd, door de zon een prachtige matte patina krijgt, maar ook blazen kan gaan vertonen, wat voor kwajongens aanleiding geeft de bollende blazen door te prikken.
Het pand heeft slechts twee verdiepingen, daardoor is het geen indrukwekkend patriciërshuis. Maar door vorm en verhouding past het allercharmantst in het straatbeeld. De stoep is gelegd in gezoete dikke Naamse hardstenen platen, die door de druk van de tijd zijn gaan verzakken en scheuren.
Vlasmarkt 1940, net voor het bombardement. Tegenover van Keulen lag de slagerij Cohen.
Het huis is na vertrek van opoe en opa Klercq drastisch verbouwd door hun opvolger, meneer Versluis. Een man die van buiten Middelburg kwam, uit de Alblasserwaard. Hij had geen enkele binding met 't clijn Paradijs. Radicaal heeft hij huis gehouden, alle ingewanden, kamers, alkoven heeft hij laten verwijderen. Het moest modern en praktisch worden. Zelfs de zo legendarische binnenplaats moest eraan geloven, de plek waar gefeest was, waar tijdens de watersnood de geëvacueerde families samen kwamen om te eten.
Dit was ook de plek waar verliefde stelletjes hadden staan keuvelen en maar geen afscheid van elkaar konden nemen, bij het zwakke schijnsel van een petroleumlampje. Totdat opoe het genoeg vond en zei; "t Is tied 'oor!" waarna ze demonstratief het lampje uitblies. Hier stond het ook elke donderdag volgestald met degelijke boerenfietsen, want opoe had op de marktdag er nog een handeltje bij.
Reconstructie tekeningen Voor- Achtergevel Vlasmarkt 46
De sloop gaf heel wat tumult, vooral bij opa Theeuwes. Maar tja...., hij had er niets meer over te vertellen. Het huis moet van al dat verwoestend geweld hebben gekermd van de pijn. Alle aangekleefde verhalen, alle emoties van groot en klein leed, het plezier, de lol, de geest van alle voorgaande bewoners, wat ons huis tot een thuis maakte, het is met ziel en karakter verloren gegaan. Het verleden is met puin en gruis naar een onbekende bestemming afgevoerd.
Weg was nu ook de spookachtige plek op de trap, waar ik oude geesten vermoedde en daarom op een holletje, bijna struikelend over de treden, snel toevlucht zocht in de bedstee. Rap de dekens over mijn hoofd trok, in de hoop veilig te zijn voor nog engere wezens. In de strakke nieuwbouw hoef je daar niet meer bang voor te zijn. De spoken zijn vermoord.
Restaurauratie 1977, samenvoeging Vlasmarkt 46-44
Veel later is opnieuw de sloper het huis binnengetrokken. Toen is de achterbouw flink ingekort en teruggebracht naar de oudst bekende achtergevel. En of dat nog niet genoeg was is in de jaren '70 de rechter zijgevel verwijderd, waardoor het huis is samengevoegd met dat van de dames Mattena. Nu bestaat nog slechts de oorspronkelijke voorgevel als kitscherig decorstuk, van een ontmanteld verleden. Hoever kun je gaan tot aanvaardbare geschiedenis vervalsing?
Mijn moeder Corrie Klercq, bij haar geboortehuis, nu een wat rommelige meubelwinkel, 1994
© 2011 Albert Prins
|