De legende van het Zeeuwse melkmeisje
Het verhaal over "Het ijdele melkmeisje," is een legende uit Oost-Souburg, of beter gezegd van de Groôte Abeêle, een gehucht tussen Middelburg en Vlissingen. Keetje woonde daar en was de enige dochter van een hardwerkende, maar arme boer. Thuis hadden ze slechts drie magere koeien, die niet veel melk gaven.
Zeeuwse streekdracht omstreeks 1830
Elke dag trok ze er met de hondenkar er op uit, melk te venten in Midelburg. Keetje was een fris en aantrekkelijk meisje, die haar klanten vrolijk bediende, en voor iedereen wel een aardig woordje over had. Ze hielp ook mensen in nood, maar was wel een ijdel meisje, wat op zich geen ondeugd hoeft te zijn. Ze lacht om verhaaltjes dat achter elke spiegel een duivel huist. Tijdens de kermis leert ze Arjaan kennen, de zoon van een welgestelde boer. Ze komt elke dag langs zijn boerderij en ze worden smoor verliefd op elkaar. Het verschil in geld en goed telt niet. Keetje wil echter gouden krullen aan haar muts inplaats van zilveren, waar andere meisje haar voor uitlachen.
Hollands melkmeisje door veldwachter gecontroleerd
Ze verdunt de melk met water uit het Ronde Putje op het erf van haar vader en houdt zo elke dag enkele stuivers over. In het begin een klein beetje water, later met veel meer water. Ze kan de verleiding niet weerstaan, dat ze door haar truc steeds meer geld overhoudt. Haar klanten beginnen te mopperen over de kwaliteit van de melk, maar ze heeft altijd wel een opgewekt smoesje klaar. Zo spaart ze genoeg geld bijeen voor gouden krullen. Bij de beste goudsmid in Middelburg bestelt ze gouden krullen. Vol trots bekijkt ze in het spiegelbeeld van het Ronde Putje haar fraaie muts met krullen. Het staat haar prachtig, maar opeens vliegen haar krullen in het water. Met een stok zoekt ze naar haar verloren sieraad, maar helaas...., ze vindt het niet.
Domburgs melkmeisje
Keetje kan ook niet om hulp vragen, want dan moet ze vertellen hoe ze aan haar gouden krullen is gekomen. In de put hoort ze de stem van Ossaert, de spottende watergeest; "Wat is van mij, keert tot mij. Zoek maar niet meer, het komt nooit weer." Het melkmeisje schrikt van deze onzichtbare plaaggeest, die je kunt bespringen en je voor altijd doet verstijven. Keetje is nu gestrafd, ze heeft haar lesje geleerd. Ze doet nooit meer water bij de melk en trouwt ondanks haar eenvoudige afkomst toch met Arjaan. Pas op het koperen bruiloftsfeest durft ze Arjaan te vertellen over de gouden krullen die ze op een vreemde manier is kwijtgeraakt.
Het "Gedoetje" van Tante Leintje op d'n Abeele. Tek. Kees de Plaa
Op de Groôte Abeêle woonde tante Leintje met haar man Arjaan en zoon Cassaan. Het is niet dat ik tante Leintje verdenk van zulke ijdelheid, daarvoor was ze een oprechte boerenvrouw. Eén met de natuur, de eenvoud zelve, ze sprak nooit grote woorden, alleen wat "nuudig" was kwam over haar lippen. Ze was de zuster van opoe Klercq. Een vrouw met een hart van goud, gul in de hand. Een "beetje" eigenwijs, met bijzondere gebruiken. Het "Gedoetje" waar ze woonde, daarvan is een tekening gevonden, helaas is het huis nu verdwenen. Er valt niet aan te ontkomen over haar, Arjaan en zoon Cassaan, en niet te vergeten over buurman Kaljouw een paar verhaaltjes te schrijven. (Op blog 't clijn Paradijs kun je er al een paar lezen) Binnenkort komen ze er aan.
© 2011 Albert Prins
PS; Deze legende wordt in varianten ook elders in het land verteld. Klik voor 't clijn Paradijs op; http://blog.seniorennet.be/t_clijn_paradijs
|