Arjaan kan niet zonder zijn "gheld" (nov. 1944) Op de Vlasmarkt was het bericht ook doorgedrongen welk een misère te wachten stond, nu de dijken doorgebroken zouden worden voor de bevrijding van Walcheren. In Middelburg ontstond een nerveuze stemming. Met de aanstormende Engelse en Canadese legers viel niet te spotten. Maar wat zouden de Duitsers gaan doen, nu ze in het nauw gedreven werden? De Duitse Wehrmacht raakte in paniek, ze wisten niet waar ze hun troepen moesten samentrekken.
Maar nog meer bang waren ze voor de gevolgen wanneer ze verslagen zouden worden. Geruchten deden de ronde dat Duitsers afgeslacht konden worden, hun toekomst zag er somber uit. Het deed hun magen ineen krimpen van de zenuwen. Want hoe arrogant of krijgshaftig ze ook waren, bijna allemaal waren het maaglijders. Het IJzeren Kruis bood daar geen redemie voor.
De invasie is aanstaande
Tante Leintje met haar man Arjaan de Visser en hun zoon Cassaan, woonden op de Grôôte Abêêle, even buiten Middelburg, zij begrepen dat het nu menens werd. Hun land en boerderij kwam zonder twijfel onder water te staan. In optocht zijn ze met koeien, paarden en het spekvarken te voet naar Middelburg vertrokken. Het vee stond, her en der in de stad, tijdelijk gestald in allerhaast opgetrokken stallen van de gemeentebedrijven.
Landingsvaartuigen aan de Walcherse kust
Op de Vlasmarkt kon familie de Visser bij de zuster van Leintje, een kamertje op zolder krijgen. Betje en Theeuwes kregen het druk in huis. Niet alleen woonden drie van de vier kinderen nog thuis. Nu bevolkte ook zwager Jaap met zijn vrouw Jans, en broer Louw met zijn Leu het huis, terwijl hun zoon Joost met Martje een plekje in de winkel hadden gekregen. De winkelvoorraad was zo sterk geslonken dat er wel een woon-slaapkamer van gemaakt kon worden.
Niet alleen was het inschuiven op de Vlasmarkt. Voor Middelburg was de toestroom van gezinnen uit omliggende dorpen zo groot, dat in korte tijd het inwonertal verdubbelde. Terwijl er toch al grote woningnood heerste als gevolg van het bombardement in mei 1940, toen de hele binnenstad in puin geschoten was. Ieder huis zat nu tjokvol met ooms, neven, nichten, tantes en hele stellen "ghuus."
Het was dus krap geworden in 't clijn Paradijs. Dat betekende inschikken, bestaande onenigheden even vergeten, maar ook niet teveel over elkaars onhebbelijkheden zeuren. Arjaan en Cassaan aten op hun boers, broer Louw stoorde zich daar stevig aan, Bure de Troye stond erop dat ze met zilver bestek en linnen servet aan tafel zat. Jaap had op z'n tijd een neut nodig, Martje zette de schoenen van Joost buiten op de gang, waarop Betje ze even prompt weer binnen zette, en Martje vervolgens die zweetvoetengeur weer buiten de deur zette. De plee zat regelmatig verstopt, de mannen verveelden zich en de vrouwen deden het huishouden. Op de binnenplaats was een grote tafel neergeplant waar gezamelijk werd gegeten. Achteraf vond iedereen het de mooiste tijd.
Een jonge Duitse soldaat in benarde positie
Het water kwam. De dijk bij Westkapelle was na zware bombardementen doorgebroken, met desestreuze gevolgen voor een deel van de inwoners. Meer dan 42 mensen zijn omgekomen in de molen aan de dijk. Toch bleek de overstroming niet snel genoeg te gaan, waarop enkele dagen later bij Veere en Vlissingen ook gaten in de zeewering werden geslagen. Walcheren stond nu blank, Middelburg bleef droog, omdat het hoger is gelegen.
Arjaan was niet gerust over de toestand van zijn achtergelaten boerderijtje. De eerste nacht kon hij de slaap al niet vatten. Hij had Leintje in haar slaap aangestoten, slaperig vroeg ze wat aan de hand was. "Mien gheld bin 'k vergete mee te neme," zei Arjaan klaarwakker. De volgende morgen moest en zou hij naar de Grôôte Abêêle gaan. Zijn vrouw probeerde hem van dat hachelijk avontuur af te houden. De tocht zou veel te gevaarlijk zijn, want overal hadden zich Duitsers verschanst, die van de zenuwen op alles en iedereen konden schieten wat verdacht was.
Het enige vervoermiddel
"Doe ét nie, Arjaan, 't is veel te gevaerlik, ze kunne je wel doôd schiete," smeekte Leintje. Haar dringend beroep bereikte Arjaans gezond verstand niet. "Kan me niks schele, ze schiete me toch nie raek. Ik kiek wel uut. En as ze schiete gae 'k bukke." Koppig als een Zeeuwse boer liet Arjaan zich niet van de wijs brengen. "Mae' as ze joe noe wel doód schiete, dan 'eb ik joe nie' meer." Leintje probeerde nu op zijn gevoel in te werken, ook daar liet Arjaan zich niet door verleiden. "Dan 'eb jie mien 'gheld te minste nog. 'k Gae toch."
Arjaan leende een roeiboot en vertrok, de hele familie in grote onrust achterlatend. Ze hadden hem nog nageroepen; "Arjaan....., en jie kan nie eens zwemme." Arjaan hoorde die laatste waarschuwing niet meer. Zijn geld vond hij veel belangrijker. In kortdate overmoed roeide hij het hele eind van Middelburg naar de Grôôte Abêêle, over wegen die nu onder water lagen.
De overstroming bracht onbeschrijfelijke ellende
Het huis stond er gelukkig nog, de schuur had wel wat schade opgelopen, dat deerde hem minder. Het water stond tot halverwege deurhoogte. Door de waterdruk en aangespoeld wrakhout kreeg hij de deur niet open. De ronddrijvende dode kippen en de verdronken hond van de buurman zag hij gemakshalve over het hoofd. De stank van ontbinding was niet te harden.
Dan maar door het raam, de ruiten waren toch al gesneuveld. Voor zijn geld had Arjaan alles over. Strompelend en duikelend in de koude novemberwater bereikte hij zijn doel; de kast naast de bedstee in de woonkamer. Het geldkistje was er gelukkig nog, en de papieren van de verzekering ook. Drijfnat klauterde Arjaan weer in zijn bootje. Op zijn gemak roeide hij terug naar Middelburg. De kogels hadden hem niet rond de oren gevlogen. "Zie je wel, dacht Arjaan, alle zeurg om niks gewest."
Op de Vlasmarkt stond de familie Arjaan nieuwsgierig op te wachten, van al die belangstelling was hij niet gediend. Met zijn kistje stevig onder zijn arm, joeg hij iedereen de kamer uit. Jaap had hem nog plagerig gevraagd; "En, Arjaan wat zit er allemaal in je kistje?" Dat was genoeg reden om niemand tot de woonkamer toe te laten. Arjaan moest "zien gheld" tellen. Daar had hij geen pottenkijkers bij nodig. Gelukkig... alles zat er nog in, alleen waren de papieren flink doorweekt, maar wel bruikbaar.
Arm verweesd paard, door kou bevangen
Rond de kachel spande Arjaan een paar touwtjes, waar hij met wasknijpers het geld te drogen hing. Geduldig zat hij al die tijd te wachten tot het geld droogde. Dat duurde wel een tijdje. Alle aanbiedingen van een kopje koffie, tot een sneetje zoete koek wees hij resoluut van de hand. Voor alle verleidingen bleef de deur op slot. Op een gegeven moment ging de deur dan toch op een kiertje open. Arjaan had een strijkplank en strijkbout nodig, het nut daarvan was niet moeilijk te raden.
Benieuwd naar de uitkomst van de operatie, zat de familie in de keuken verbannen, in afwachting van Arjaans mededeling over zijn rijkdom. Die nieuwsgierigheid werd niet beloond. Arjaan opende voor geen goud zijn kistje en zijn mond bleef zo gesloten als een oester. Rijk is Arjaan niet gestorven, maar "an zien gheld" moest niemand komen.
De pronkkachel in de "nette" kamer
© 2011 Albert Prins
Servicepoint; Videoclip; 3D Animation Middelburg bef. 1940 (1.01 min) http://youtu.be/KFkB_lq8H4 Videoclip; 3D Animation Middelburg bef. 1940 (1.51 min) http://youtu.be/1bXxXyhk4bc Videoclip; Liberation of Walcheren 1944 (11.54 min) http://youtu.be/XAL4s2fCFb8
|