Joekels van ratten
Wonen in de binnenstad van historische steden is aantrekkelijk geworden, nu veel leegstaande bovenwoningen verbouwd zijn tot appartementen. Dat betekent ook dat de oorspronkelijke indeling verloren raakt, waardoor het "historisch wonen" betrekkelijk is. Het kan haast niet anders. We slapen niet meer in een alkoof, we wassen ons niet meer aan de gootsteen. Een volwaardige badkamer is onontbeerlijk, compleet met massagedouche, bidet, tweepersoonsbad en als het even kan ruimte voor een solarium en de fitnessfiets, die je met geen mogelijkheid vooruit krijgt.
De Vlasmarkt anno 2010. Het is een horeca-annex winkelstraat geworden.
Het huis van opoe en opa Klercq, met de lieflijke naam 't clijn Paradijs, is evenmin ontkomen aan modieuze restauratie opvattingen. Meermalen verbouwd sinds 1954, ingekort, samengevoegd met de naastgelegen woning van de dames Mattena, om daarna weer een zelfstandig leven te leiden. Is het pand eerst in gebruik geweest, na het vertrek van Klercq, als mandenmakerswinkel door Versluis en van der Ven. Een aantal jaren heeft het dienst gedaan als makelaarskantoor van Dijk. Het is ook het adres geweest voor verkoop van trendy grenenhouten meubelen, om vervolgens door verwaarlozing en leegstand bijna ten onder te gaan. Het heeft nu de bestemming van winkel-appartement gekregen, waarmee één van de oudste panden van Middelburg is gered van verder verval. Echter, alleen de gevel is bewaard gebleven, van de oude indeling is niets meer terug te vinden.
Vlasmarkt 46 in oorspronkelijke staat, omstreeks 1954.(Foto I.Lamain)
In de oude situatie trof je aan je rechterhand de winkel aan wat ooit een woonkamer moet zijn geweest, want het restant van de schoorsteenmantel was duidelijk aanwezig. Daarachter lag de werkplaats van Theeuwes Klercq. Het was er donker en intiem, de juiste sfeer waar hij zo op gesteld was. Slechts één petiterig lampje aan het plafond van 60 watt moest voldoende zijn voor de noodzakelijke verlichting. "Groôte pitte" vond zijn vrouw niet nodig, dat kostte stroom, dus geld. Het voordeel was het grote raam aan de zijde van de overdekte binnenplaats, dat gaf overdag voldoende daglicht, 's avonds werkte Theeuwes niet.
De vloer was belegd met dikke eikenhouten planken, die wekelijks met zilverzand blank werden geschrobd. Aanvankelijk moeten de wanden warmgeel of lichtgroen zijn geweest, die door de jaren heen van kleur waren veranderd in bruin-rood vanwege de sigarenrook. En niet alleen daardoor. Midden in zijn werkplaats stond de schouw met daarboven een ingelijst schilderijtje, voorstellende een ploegende boer met Zeeuws trekpaard, dat natuurlijk net zo verkleurd was geraakt als de wanden.
Hier stond opa's grote passie. Het rood verbrandde potkacheltje op een stalen vloerplaat. Deze laatste voorziening was wel nodig, want hij stookte dat kacheltje op tot de hoogste haalbare temperatuur, zodanig dat het soms stond te trillen van zalig geluk. Alles wat maar branden kon verdween in zijn grote hobby; vuurtje stoken. Geen jaargetijde weerhield hem daarvan. Met kinderlijk genoegen zat hij in de vlammetjes te staren. Hij moet er poëzie in hebben gezien. Opoe wist van deze afwijking bij haar man, daarom wierp ze af en toe een inspekterende blik door het raam. Op een ander moment tikte ze driftig tegen het venster en riep; "Theeuwes moe' jie nie' werreke?" Gedwee schoof hij dan weer op zijn bokje.
In de hoek naast het grote raam was een houten muurkast ingebouwd. Je kon het bijna niet zien, omdat het was verwerkt in de wandbetimmering. Met een houten wervelknop sloot hij de kast af, daaronder zat het echte slot met een sleutel. Die sleutel bewaarde hij op een veilige plek. Zijn vrouw wist daarvan, maar liet hem begaan. Deze kast heeft voor menigeen een belangrijke rol gespeeld. Het grootste belang lag bij opa zelf. Hier bewaarde hij alles wat hij voor Betje verborgen moest houden; zijn sigaren, zijn snoeptrommetje en zijn centjes om weg te geven aan zijn kinderen. Hij moest toch ook wat voor zichzelf hebben, Betje hield haar man soms wel erg kort.
Plattegronden van de oorspronkelijke indeling, wat geheel is verdwenen
De binnenplaats was belegd met hardstenen tegels in verschillende soorten en van wisselend formaat. Blijkbaar een restantpartijtje dat een goede bestemming had gekregen. Overigens lagen ze schots en scheef, door de verzakte ondergrond, waar later de waterput de oorzaak van bleek te zijn. Deze ruimte was het centrale punt in huis. Van hier liep je rechts naar de woonkamer, links lag de gang naar de keuken en de tuin. Verscholen in een hoek was de trap naar de verdiepingen gebouwd. En daarnaast trof je de waterpomp aan met een loeizware hardstenen stortbak, zo zwaar dat die met geen mogelijkheid te vertillen was.
Schets van de binnenplaats
De pomp leverde water voor het huishouden en het weken van de wissen. Boven de pomp hing een duivenkastje met één duif erin. Het beest had nagenoeg geen ruimte zich te bewegen. Door het duivenvoer was ze moddervet geworden. Vliegen had ze allang verleerd. De enige taak waartoe ze was veroordeeld, dat ze van tijd tot tijd "Koekeroe" moest roepen. Maar, o wee...., als ze daarvoor te lui was. Opa pakte een rotanstokje en pookte wat in het kooitje; "Ze leeft nog," zei hij dan tevreden.
De duif van jeanette-justjeanette.blogspot.com
De keuken was intact gebleven zoals die ooit was ingericht. De grote schouw met kookkachel voor dagelijks gebruik. Daarnaast een kolenkast en een kist voor het aanmaakhout. Een beetje rommelig en vuil hoekje was het eigenlijk. Een muizennisje kon je best wel zeggen, waar inderdaad soms een nieuwsgierig muizensnuitje nerveus speurde of de kust wel veilig was. Aan de kast hing ook opoe's scheurkalender, waar ze de dagelijkse bemoediging vond in een stichtelijke spreuk.
Meer van dat scheurwerk hing daar. De krant spaarde ze op, die ze tot reepjes scheurde. Met een touwtje bijeen gebonden hing dat klaar voor het aanmaakhout aan te steken met papier en een scheut petroleum. Nog zo'n bundeltje krantenpapier hing in het "Gemak," om je kont ermee af te vegen. Het toilethuisje met de poepdoos, waar het in de winter bitter koud was. In de zomer was je daar nooit alleen, dikke vette strontvliegen cirkelden om je hoofd, die uit eigen belang nooit rust zochten op een kleverige vliegenvanger. Opoe onderhield het huisje goed. Op gezette tijd kreeg het een verfbeurt, maar dat weerhield me er niet van om dit gemak zoveel mogelijk te mijden. Het was het grote diepe zwarte gat, waar ik als kind angst voor had.
Vergelijkbare waterpomp op een binnenplaats
In de keuken, links naast de schouw stond het terrazzo aanrecht met gootsteen, van binnen bekleed met geelzwarte mozaïktegeltjes. Een koudwaterkraan aan de wand leverde water. Onder het aanrecht had in het verleden een nijverige timmerman een paar kastjes en schappen geknutsteld. De schappen waren afgedekt met een bont kleedje op een spiraaltje gespannen. Hier bewaarde opoe haar schoonmaakspullen. Een groot raam in de achtergevel bracht daglicht binnen. Tegenover het aanrecht stond een grote uitschuiftafel met links en rechts een rieten stoel. Voor opoe een knopstoel met een hoge rugleuning. Opa moest tevreden zijn met een laag model. Opoe hield van onderscheid. Dit was ook de plek waar opoe de krant zat te lezen, zich verdiepte in De Spiegel of Margriet, of 's middags een dutje deed.
Plattegrond in oorspronkelijke staat.
De achtertuin was rondom omgeven met hoge witgekalkte muren dat het zonlicht reflekteerde, wat in de zomer een heerlijk subtropisch gevoel gaf. De tuin lag een flinke stap hoger dan de keuken. Het lagere deel bij de achtergevel had de bestemming gekregen van weekbak voor de wissen. Door gebrek aan een echte grote weekbak, gebruikte opa dit stukje tuin voor dit doel. Wat zo goed en kwaad waterdicht gemaakt was met forse hardstenen platen. In feite was het een provisorische oplossing, maar het funktioneerde prima. Het waterpeil werd op hoogte gehouden met een forse afdeksteen op de afvoerput.
Het achterhuis is verdwenen
Theeuwes nam de voorbereiding voor het mandvlechten heel serieus. Het wilgenteen, of de wissen zoals hij dat plachtte te noemen, moest minstens een nacht in het water weken, zodat het de volgende dag soepel genoeg was om te vlechten. Al de wissen die hij nodig had spreidde hij uit in de weekbak. Wie in de buurt was kon er op rekenen dat hij of zij moest helpen emmers water aan te dragen. Eén persoon werd aangesteld bij de waterpomp op de binnenplaats, de anderen stonden in meer of min brandweerman formatie de emmers door te geven. "Waoter, waoter, 'k moe nog meer waoter 'ebbe," commandeerde opa gespannen. Flinke hoeveelheden water werden over de wissen geplensd, totdat het lichtelijk ging drijven. Op dat moment was zijn doel bereikt. Theeuwes spande een zeildoek over de wissen, verzwaarde het hele zwikje met enkele zware stenen, opdat alles op orde bleef. Klaar was Kees. Opa trok zich terug in zijn rookfauteuil. Voor hem zat de dag erop.
De tuin met het "Gemak" berging en kippenhok, op de voorgrond de weekbak
Dat zoiets een broeiplaats van ongedierte wordt mag wel duidelijk zijn. Om de haverklap liet een brutale rat zijn kop zien, en was even zo snel weer verdwenen. De kat die in huis was opgenomen, om dit soort van haar mededieren te bestrijden, liet de rat wijselijk lopen. De ratten waren zulke grote joekels van beesten, dat ze er schrik voor had. Trouwens, ze bezat maar één oog en zal het andere oog op dat moment hebben dichtgeknepen. Die verwonding had ze aan zichzelf te danken.
Een professionele weekbak voor wissen, in zink of hardsteen
Op haar strooptochten naar lekkere hapjes sloeg ze nooit de naastgelegen tuin van buurman slager Leijnse over. Dat kon die slager niet langer verdragen, hij pakte zijn windbuks en schoot een partij hagel op poesje Mina af. En dat was goed raak ook. Strompelend, als een strijder die het slagveld verlaat, zocht ze haar toevlucht bij opoe, die de hagel uit haar oog pulkte. Uit eeuwige dankbaarheid zat poesje Mina voortaan bij opoe op schoot te spinnen en te kroelen. Met het schot van de slager, had ze ook haar natuurlijke jachtdrift verloren.
Familie van poesje Mina?
Maar goed, daarmee was de rattenplaag niet opgelost. Op een dag zat weer zo'n hondsbrutale rat uitdagend op het afvoerputje opa te beloeren. Een hevige driftbui overviel Theeuwes. Zo'n grote onbeschoftheid kon hij niet langer tolereren. Hij greep naar zijn klomp, gooide die met olympisch gebaar van een discuswerper naar het verfoeilijke beest en meende een doodsklap te hebben uitgedeeld. Niets van dat al bleek waar. De rat was rapper dan opa's projectiel.
Ratten in hun sas, Foto PZC
Van schrik was hij nu wel voorgoed vertrokken, tot een neefje van de rat hetzelfde pandoer opvoerde. Rattenvallen zetten hielp niet, zo slim als ratten zijn kennen ze uit ervaring de gevolgen van deze menselijke verlokking. Er zat niets anders op, dan te moeten leven met dit onderaards gespuis.
Servicepoint; Manden- en rotanmeubelfabriek Aangeenbrug, Lisse Sinds 1890, zie http://www.aangeenbrug.nl Professionele informatie over manden maken zie; http://blog.seniorennet.be/mandenmaken Mandenmakerij De Mythe, Zuidschermer zie; http://www.mandenmakerij.nl Mandenmakerij Ton Herijgers, Susteren, zei; http://www.mandenteen.nl
Source photo; PZC, Google Picture Gallery, Private Archive, Mandenmalen.be
Text © 2011 Albert Prins
|