Amok op ss De Klerk text in progress
Het Nieuws van den Dag voor Ned. Indië
|
De "amok"-partij aan boord van de "De Klerk".
Naar aanleiding van de telegrammen gisteren en eer-gisteren in het Nieuws gepubliceerd over de "amok"-partij aan boord van een der K. P. M. schepen, waaromtrent de wisselende naamsvermel- ding aanleiding gaf tot misverstand, kunnen wij thans, aan de hand van gegevens van de K.P.M. afkomstig, de juiste toedracht der zaak vermel- den.
De "amok"-partij had plaats aan boord van de De Klerk. De "amok"-maker was een Timoreesch matroos,die 's morgens koortsig was en buiten dienst werd ge- steld. Tegen etenstijd kreeg hij een vlaag van waan- zin, doch zoo gek was de man niet, of hij heeft als het ware zijn slachtoffers u i t g e - z o c h t.....! Eerst stak hij den volks kok dood, die midden in het hart getroffen werd. Toen is hij voorbij de passagiers op het eer- ste-klasse dek geloopen naar den Gezagvoerder Van der Meyde en trof dien in den schouder; ver- volgens liep hij naar voren, waar hij den twee- den stuurman Sonnenveldt verwondde, waarna hij naar bakboord liep waar hij den derden stuurman Klercq met den por trof.
Daarop is een worsteling met den eersten stuurman Butteling ontstaan, die probeerde, den woesteling zijn mes af te nemen, waarbij deze of- ficier aan de hand werd gewond. Vier vingers echter werden hem niet afgesne- den.(Gelijk aanvankelijk werd gemeld).
Thans snelde de hoofd-machinist ten hulp. Direct daarop werd de "amok"-maker door den eer- ste officier met een stuk ijzer neergeslagen.
Opmerkelijk is, dat de Javaansche soldaten die aan boord als passagier aanwezig waren, geen hand uitgestoken hebben om den amokmaker onscha- delijk te maken..... Twee verpleegsters aan boord verleenden direct hulp aan de gewonden. De tweede en eerste stuur- man zijn in het ziekenhuis te Soerabaia opgeno- men. De toestand der gewonden is goed, en er be- staat voor hen hoegenaamd geen gevaar.
27 Maart 1929 (original text)
|
Het artikel in de krant laat niet weten wie deze derde stuurman Klercq werkelijk is. Want er zijn meer Klercq-en geweest die een zeevaartopleiding hebben genoten. Toch valt na enige recherche een aannemelijke conclusie te construëren. Het is Arnold Petrus Klercq die in mei 1928 slaagt voor zijn examen 3de stuurman op de grote vaart in 's Gravenhage, samen met zijn klasgenoten W.P.A. Ditmar, C.A.C.E. Diehl, P.D.M.A. Bijlard en D.A. van de Wedden. En omdat zijn wieg in Indonesië heeft gestaan, zou het best mogelijk zijn geweest dat zijn hart hem naar de Archipel van Smaragd heeft doen verlangen.
Tot na 1933 is Arnold in dienst geweest bij de KPM, wat is af te leiden uit de familieadvertentie waarin Arnold Klercq het huwelijk aankondigt met zijn vrouw May L. Klerk, omdat hij zijn funktie bij de KPM vermeld. De jaren daarna is Arnold in dienst getreden van de Koninklijke Nederlandse Marine. Hij stelde een kalm gezinsleven meer op prijs dan avonturen op de wilde vaart. In 1939 laat Arnold weer van zich horen, wanneer hij als 3de luitenant ter zee in de Zeeuwse wateren commando voert over een mijnlegger.
De KPM werd op 4 september 1888 in Amsterdam opgericht door de Rotterdamsche Lloyd (RL) en Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN). De nieuwe maatschappij nam een deel van de schepen van de Nederlandsch Indische Stoomvaart Maatschappij over. Het bedrijf richtte zich primair op de scheepvaartverbindingen voor passagiers en vracht tussen de eilanden van Nederlands-Indië, de zg. "inter-insulaire vaart".
De gebruikelijke naam voor dit soort vervoer van passagiers, post en vracht was aan het einde van de 19de eeuw "paketvaart." Waarbij het voorvoegsel "Paket-" in de betekenis van postpakket nog met één "k" werd geschreven. Later werd de algemene schrijfwijze "pakket, pakketvaart en pakketschepen" gebruikelijk. Maar de naam van de maatschappij bleef ongewijzigd in; NV Koninklijke Paketvaart-Maatschappij.
|
|
Luxery K.P.M. Liner Nieuw Holland
|
Luxery K.P.M. Liner Nieuw Zeeland
|
Vanaf 1906 werden ook routes vanuit de Indische Archipel naar het buitenland opgezet. Deze kregen vaak eigen namen zodat het zelfstandige bedrijven leken, maar ze stonden toch onder directie van de KPM. Zo kwam er in 1908 de Java-Australië Lijn (JAL), in 1910 de Java-Siam Lijn (JSL) en in 1915 de Deli-Straits-China Lijn (DSCL). Tussen 1918 en 1940 groeiden de activiteiten van de KPM zodanig dat het bedrijf in tonnage en aantal schepen de grootste Nederlandse rederij werd.
De Tweede Wereldoorlog maakt een abrupt einde aan deze voorspoed, de KPM kwam zwaar gehavend uit de oorlog. Ze verloor 96 schepen waarbij ongeveer 1.000 mensen om het leven kwamen. Het eerste vrachtschip dat door een vijandige daad verloren ging was de Rantaupandjang. Ze werd op 22 februari 1941 door een Duitse kruiser voor de kust van Madagascar tot zinken gebracht.
|
|
Old fashion luxery
|
Old fashion luxery
|
In 1957 kwam een einde aan het voortbestaan van de KPM. De Indonesische regering besloot het bedrijf in bezit te nemen en het in te lijven in de staatsdienst Pelni, wat in feite neerkwam op een nationalisering. Na vele verwikkelingen weken de meeste schepen in april 1958 uit naar Singapore, waar een nieuw opgezet hoofdkantoor werd gevestigd. Een groot deel van de vloot bestaande uit relatief kleine schepen werd verkocht en personeel werd ontslagen. Met grotere, modernere schepen werd geprobeerd nieuwe vaarverbindingen in het Verre Oosten, de Pacific, Perzische Golf en de Middelandse Zee op te zetten.
Op 1 januari 1967 fuseerde de KPM met de Koninklijke Java-China-Paketvaart Lijnen (KJCPL). Na deze overname fuseerde het bedrijf in 1970 met enkele andere Nederlandse scheepvaartmaatschappijen tot Nedlloyd, dat ik 1996 werd omgevormd tot P&O Nedlloyd, door de samenvoeging met het Engelse bedrijf P&O. Nog geen tien later kwam opnieuw een fusie tot stand, nu met het Deense conglomeraat Maersk, waardoor definitief een einde is gekomen aan de zelfstandige Nederlandse Zeevaart glorie.
Het archief van de KPM is door Nedlloyd overgedragen aan het Nationaal Archief, het Indische archief ging bij inbeslagname van het hoofdkantoor in Djakarta grotendeels verloren. Het kunstbezit van de KPM is ook een onderdeel geworden van de Nedlloyd-collectie, welke in bruikleen is gegeven aan het Maritiem Museum Rotterdam en het Scheepvaart Museum in Amsterdam. Voor veel oud-Indiëgangers zal de afkorting KPM nog wel een andere betekenis hebben. Voor de grap werd KPM soms vertaald als "Komt Pas Morgen," omdat nogal eens vertraging bij aankomst optrad.
|
|
Impressions
|
Two K.P.M. captains
|
The ss De Klerk was a steamship, built in 1900 by De Nederlandse Scheepbouw Mij. Amsterdam together with her sistership ss Alting under construction nrs. 32 and 33. It was a typical Far East passsenger-cargoship operated by the KPM (NV Koninklijke Paketvaart Maatschappij), serving connections between Indonesian Islands, South-East Asia and Australia.
This vessel was taken over by the Dutch Indies Government at the end of January 1942 for conversion to a troop carrier for the Royal Dutch Navy at Tjilatjap. The conversion was cancelled due to shortage of personel, and the Navy scuttled her at Tandjonk Priok on 2nd March 1942.
The Japanese Navy salvaged De Klerk on 28th November that year, renovated her, and she entered Japanese service as the "Imaji Maru." Fleeing Borneo, she was sunk by a bomb from the Australian Air Force on 16th September 1944 at Laboean. Many female prisonors on board (so called "comfort ladies') were drowned as the Japanese took the life boats for themselfs.
The divers of Panaga report; Several divers believe the wreck, laying 35 m below sealevel opposite Laboean and Muara, to be haunted. The vessel has lost most of its horizontal plating leaving just the riveted shell and the cross beams. The steam engine is a lovely example of its kind.
The wreck retains the shell plating, however, all that remains of the horizontals are the frames. Horizontal plating is all rusted away, leaving the verticals and the machinery in place. The bow hole in the starboard bow is impressive and a view from the hole looking upwards through the wreckage is shown on pictures at www.panagadivers.com.
The anchor chain runs from the starboard hawse pipe. This wreck is home to many lionfish, shrimps and barracuda of various species. In July 2006 the Panaga divers swam through the wreck end to end, passing the impressive steam engine and boiler. More to learn about the wreck ss De Klerk; visit the very informative site of Panaga Divers.
Text © 2011 Albert Prins
Photo sources; Panagadivers, Timetableimages,Google Picture Gallery
|