In den Soete Inval
|
|
|
Middelburg
|
Gevulde Heer - Gevulde koek
|
Gevulde heer van Botero
|
Ouderwetse snoepjes of gebak zijn soms uit toevalligheid ontstaan, de eigenaardige naam kan weleens op de lachspieren werken. Want wat te denken van een "Gevulde Heer?" Wanneer je zo'n koek in Middelburg bestelt zal daar niemand van opkijken, maar dezelfde bestelling zal in Amsterdam of Haarlem wel de wenkbrauwen doen fronsen. De ietwat bollende koek, gevuld met een dunne spijslaag, bestreken met een glanzend laagje, doet toch zeker niet aan een heer denken. Tenzij de zuinige halve amandel een navelpuntje moet voorstellen. Een normaal mens krijgt daar beslist geen opwinding van. Dus....wel een beetje raar, die naam.
|
|
|
Wat zal het zijn; Bolussen, of cadetten?
|
"n Cadet geliek an mien konte"
|
Goed Zeeuws, ......
|
Nee......, dan die boerin in Middelburg die bij een leerling-winkeljuffrouw cadetjes bestelde. Het meisje begreep in haar jeugdige onschuld werkelijk niet waar de mevrouw het over had. De fors uitgevallen boerin, want goed Zeeuws, goed rond, was aan haar postuur niet voorbij geaan, kreeg het licht bij het winkelmeisje niet branden. Tot ze stevig op haar kont sloeg en pinnig zei; "k Moe vuuf cadette 'ebbe, geliek an mien konte." Waarop het meisje heel gevat maar ook wel een beetje brutaal antwoordde; "Mevrouw, zo groot bakken we ze niet!"
|
|
|
Bakkerij In den Soete Inval
|
Arnhemse Meisjes
|
Schrijver; Roald Dahl
|
Bakker Hagdorn uit Arnhem bedacht in 1829 een nieuw koekje. Zijn ovale hardgebakken koekjes van bladerdeeg bestrooide hij rijkelijk met fijne witte suiker. Waar hij op dat moment aan dacht weet niemand. Misschien keek hij wel uit het raam en zag een lieftallig Arnhems meisje voorbij gaan, waarmee hij in een flits de naam voor zijn baksel had gevonden. Voortaan heette zijn koekjes; "Arnhemse Meisjes."
Deze Arnhemse Meisjes zijn tegenwoordig zeer gewild, ze reizen de hele wereld over. En toen Roald Dahl op bezoek kwam in Arnhem, viel hij als een blok voor de charme van deze meisjes. Hij raakte er zo van onder de indruk, dat hij het een plekje gaf in zijn "Roald Dahl's Revolting Recipe Cookbook."
Deze koekjes staan zelfs op de menukaart van Hilton restaurants in Engeland, waar ze bekend zijn als "Arnhem biscuits." Maar ze worden wel gebruikt bij een rabarberdessert. Hoe krijg je het voor elkaar, hoe kom je op het idee om Arnhems meisjes in de zure rabarber te stoppen? Dat overkomt je alleen in Engeland. Zo heb ik met verbazing ooit een Engelse collega bij de lunch, na een pittig Indisch kipgerecht, een mierzoet moccagebakje zien verorberen. De combinatie van die smaaksensatie ontging mij volledig. Het zijn toch rare kwiebussen, die Engelsen.
|
|
De originele reklame van Van Haaren
|
Nu maakt Rademakers ook de Hopjes
|
Het Haagsche Hopje kent ook zo'n aparte geschiedenis. Ook die zoetigheid is per toeval ontstaan. Het snoepje is genoemd naar Baron Hendrik Hop (1723-1808), oud-gezant der Staten van Holland. Toen de Fransen in 1792 Brussel innamen, werd Baron Hop naar Den Haag teruggeroepen. Hij nam zijn intrek in de woning boven het confiseurhuis van de Firma Van Haaren & Nieuwerkerk op de Lange Voorhout, waar hij tot 1801 woonde.
De baron was verzot en verslaafd aan koffie. Op een avond liet hij zijn kop koffie, met suiker en room op de kachel staan. De volgende morgen bleek het te zijn opgelost tot caramel. Hendrik Hop vond die brokken koffiecaramel erg lekker. Toen hij korte tijd later van zijn dokter te horen kreeg, dat koffie drinken niet zo goed was voor zijn gezondheid, vroeg hij aan zijn onderbuurman bakker Theodorus van Haaren voor hem van die "Brokken Koffie" te maken. Ze werden al gauw "De brokken van Hop" genoemd. In 1880 kregen ze de nu beter bekende naam; "Haagsche Hopjes."
Het confiseurhuis werd tot ver over de grenzen beroemd met deze lekkernij. De export ging zelfs naar vorstenhuizen in heel Europa. Ook de Russische tsaar in St. Petersburg deed bestellingen plaatsen. Chique waren ze ook, de Hopjes van Van Haaren. Het waren de eerste snoepjes in een papieren wikkeltje. Ze bestaan al meer dan 200 jaar.
|
|
De winkel van Diesch op de Markt in Middelburg
|
Sinds jaar en dag niets veranderd
|
Suikerbakkers zijn uit het straatbeeld verdwenen. Misschien vindt je in een toeristische plaats nog wel een nostalgische bakker, die het sprookje "In den Soete Inval" doet herleven, en zowaar Suyckerbuyck heet. De realiteit is anders. Tegenwoordig komen alle zoetwaren uit blikken gebouwen, waar luidruchtige machines per minuut duizenden, jawel zelfs honderduizenden snoepjes uitspugen.
Maar er is één snoepje dat alle razernij van de moderne tijd heeft overleeft. De Zeeuwse Boterbabbelaar. In 1892 vestigde de Zwitserse suikerbakker J.B. Diesch een winkel aan de Lange Burg in Middelburg. Hij specialiseerde zich in botersnoepjes. Niet enorm origineel, want in Duitsland en Frankrijk bestond soortgelijke zoetigheid allang. In 1925 volgde zijn zoon hem op. Zijn huwelijk bleef helaas kinderloos. Door geen opvolger te hebben dreigde de receptuur verloren te gaan. Maar niet voor lang. Nadien zette de familie Christiaanse het werk van Diesch voort. Op de Markt in Middelburg bestaat nog steeds de nostalgische winkel in oude staat. Hopelijk raakt die niet verloren.
Waar komt de naam "boterbabbelaars" eigenlijk vandaan? In de volksmond heette ze vroeger; "Spekjes." Ze werden bij het tweede kopje koffie of thee geserveerd. En omdat men er lang over deed tot het harde snoepje ging smelten, bleef het gezelschap nog lang napraten. Ze waren nog lang niet "uitgebabbeld." Net zo simpel als het ontstaan van de naam, is het snoepje ook zelf te maken. Mijn grootmoeder maakte ze bijna elke zaterdag. Het vraagt wel even wat tijd, maar binnen een uur heb je het best voor elkaar.
|
|
|
Mevrouw Traas geeft les aan kinderen
|
Zo maak je strengen
|
Nog even in kleine stukjes snijden, en....klaar
|
Er circuleren heel wat recepten op het internet hoe je boterbabbelaars kunt maken. Maar mevrouw Traas uit Nieuwdorp heeft het echte recept. Hoe moet je het maken ?
Ingredienten 1/2 kopje azijn (wijn- of appelazijn) 1/2 kopje water 500 gr. kristalsuiker (Zeeuwse bietensuiker) 1 klein bouillonblokje 20 gr ongezouten roomboter Bereiding a.- Water en azijn in een pan met dikke bodem doen b.- Suiker, bouillonblokje en roomboter erbij c.- Mengsel voorzichtig aan de kook brengen d.- 10 min. laten koken (niet roeren) Bewerking a.- Het mengsel uitgieten over een beboterde granieten gepolijste plaat b.- Laten afkoelen tot handwarm c.- Met beboterde handen tot strengen trekken, onderling twisten en opnieuw tot strengen trekken d.- De lange strengen in blokjes snijden en verder laten uitharden Toegift Je kunt de smaak versterken door koffielikeur, cognac, vermouth etc, toevoegen. Experimenteer er maar op los. |
|
De echte Zeeuwse Boterbabbelaars
|
© 2011 Albert Prins
|