L' osier de Gué-Droit à TV France 3
Een paar kilometer onder Tours-Rotomagos in het Franse departement Indre et Loire waar ook het arrondisement Chinon onder valt, treft u het kleine plaatsje Saché aan. Niets bijzonders zult u zeggen. Frankrijk kent duizenden onbeduidende dorpjes waar best iets over te vertellen is. En dat is ook zo. Maar als er in de buurt kastelen te bezichtigen zijn, moet hier vast geschiedenis geschreven zijn. In het Kasteel van Saché verbleef Honoré de Balzac regelmatig. Minder bekent maar van grote betekenis voor de kunst is het atelier van de Amerikaanse kunstenaar Alexander Calder, beroemd geworden door zijn mobiles. Zwevende vormen in balans gehouden door staalstructuren. In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw kon je afgeleidde vormen in het klein in veel geschenkwinkels kopen.
Voor de buitenstaander is evenmin bekent dat Frankrijk een belangrijk land is voor de wilgenteencultuur. Het materiaal waar manden van worden gevlochten. Wilg is een snelgroeiende plant dat in struik en op stam wordt gekweekt. Er zijn meer dan 400 soorten, maar slechts enkele soorten zijn geschikt voor vlechtwerk van manden. Overige soorten worden geteelt voor grove toepassingen, zoals tuinafscheidingen of zinkstukken bij zeeweringen en beschoeiingen in rivieren.
In het voorjaar worden stekken gepoot. Kleine stukje tak groeien de maanden daarna uit tot flink struikgewas. Tegen het najaar verliezen de takken hun bladeren, lijken de staken dood te gaan, maar niets is minder waar. De kale struiken verkleuren naar gelang hun soort in groen, geel of rood. Tegen het einde van de jaar wordt geoogst. Het gebeurt de laatste jaren machinaal. De oogst wordt op lengte gesorteerd. In bakken met water vertikaal opgeslagen, want het wilgenteen mag niet uitdrogen, omdat het daarna nog bewerkt moet worden. Om wit wilgenteen te krijgen wordt de bast afgeschild. Dat arbeids intensieve karwei wordt niet meer handmatig gedaan. Ook daar is een machine voor ontwikkeld.
In Saché drijven Severine en Patrick Boyer een plantage voor de teelt van wilgenteen, dat in het Frans "culture d'osier" heet. Door heel Frankrijk en ook daarbuiten leveren ze bossen wilgenteen. Naast de handel hebben ze mandenmakers in dienst. Een beroep dat in Frankrijk nog steeds bestaat en zelfs een opleving kent. Geen Franse bakker zal het in zijn hoofd halen zijn stokbrood te presenteren in een plastic mand. De klant zou zijn vakmanschap sterk in twijfel trekken.
Het is lang geleden dat de bierreklame van Grolsch furore maakte met de leus "Vakmanschap is Meesterschap." Dat sloeg niet alleen op de waardering voor de brouwmeester, ook de zadelmaker, de tinnengieter, meubelmaker, kunstschilder en tapijtwever kregen aandacht voor hun creatief, ambachtelijk beroep. Nu wordt daar opneer gekeken, wat onterecht is. Er bestaat geen beter beroep waar je met hoofd en handen een uniek produkt fabriceert. Alle zintuigen zijn in actie. Het resultaat geeft enorme voldoening. Dat is wel even anders bij een callcenterbaantje, waar meestal frustraties "gemanaged" moet worden. Maar goed het is een "schoon" baantje.
Anders is dat in Frankrijk, Duitsland of Italië, waar men trots is op traditionele beroepen. Met regelmaat wordt in TV-programma's aandacht besteedt aan regionale bijzonderheden. Hoe streekgerechten alle eeuwen overleven, hoe streekdrachten behouden blijven, hoe idyllisch een dorpje wel is, of hoe een oud beroep door vernieuwing in stand kan worden gehouden. Het is niet muf, of nerds, maar verrassend levendig in een wereld waar steriele moderniteiten de overhand nemen. Enkele weken geleden heeft een Franse televisieploeg van France 3 een bezoek gebracht aan L'osier de Gué-Droit van Patrick Boyer. De reportage wordt a.s. zaterdag 18 februari om 15.30 uur uitgezonden op France 3 in het programma Côté Jardin. Daarna kun je de site van France 3 aanklikken en voor enkele weken de herhaling bekijken, of via YouTube een clip afdraaien.
© 2012 Albert Prins
|