Kees Klercq Sigarenmagazijn Deel 2
Ome Kees Klercq, die bij geboorte gewoon Cornelis heette, was de enige zoon van Rinus Klercq en Bets Klercq-Simonse. Rinus Klercq was mijn eigenlijke oom, maar omdat het ingewikkeld was uit leggen welke nichten en neven van mijn moeder geen ooms en tantes waren, maar daar wel oud genoeg voor waren, bleef ik hardnekkig "Oom en Tante" zeggen wanneer de familie op een feestavond bijeen was. Het was wel zo veilig de fatsoensgebruiken bij begroetingen in acht te nemen. Vrijpostigheid van een jonge jongen werd niet zo op prijs gesteld. Dus bleef Kees Klercq voor mij "Ome Kees."
|
|
|
Zeeuwse Bode 25 november 1949
|
Zeeuwse Bode 19 februari 1946
|
Zeeuwse Bode 25 november 1952
|
En dat was wel goed zo, want "Ome Kees" kon donker kijken vanachter zijn zware bril. Ook al genoeg reden wat afstand te houden. Bijna dagelijks kwam ik langs zijn winkel gefietst, die nooit aan mijn aandacht kon ontgaan, want een dependance van de Ambachtschool was gelegen in de Singelstraat. Of ik ooit zijn winkel van binnen heb gezien? Nee nooit!! Tenminste, ik kan me geen moment herinneren een stap over de verboden drempel te hebben gezet. Te jong om een rokertje te kopen. "Ome Kees" zou mij zwaar onderzoekend hebben aangekeken, zo niet doorgrond of mijn boodschap wel in orde zou zijn. Mijn vader kocht zijn eigen shag.
|
|
|
Zeeuwse Bode 09 maart 1951
|
Zeeuws Dagblad 06 juni 1949
|
Zeeuwse Bode 04 augustus 1950
|
Kees kwam uit een gezin van 5 kinderen. Vier meisjes en één jongen, in een tijd dat de besmettelijke ziekte TBC stevig narigheid verspreidde. Ook het gezin van Rinus en Bets werd bezocht, evenals bij de broer van Rinus; Cornelis en Berber, die vijf van hun zes kinderen verloren aan TBC. Het eerste kind van Rinus en Bets, Pieternella moet in 1916 op de rand van leven en dood hebben verkeerd. Want op 31 april 1916 verschijnt een opmerkelijke dankbetuiging in de krant;
"Ondergeteekenden brengen bij deze hunnen hartelijken dank aan allen, die behulpzaam zijn geweest bij de redding van hun kind op 30 april, inzonderheid aan den Wel.Ed.Heer Dr. Hoorweg enz."
W.G.; C. Klercq en Echtgenoote, Gravenstraat, Middelburg.
|
|
|
Zeeuws Dagblad 10 oktober 1951
|
Zeeuwse Bode 27 november 1951
|
Zeeuws Dagblad 24 juni 1954
|
Cornelia, de jongere zuster van Kees, die in de familie bekend was als Keetje, wordt ook getroffen door TBC. Na een lange lijdensweg, wat deze ziekte met zich meebrengt, overlijd Keetje op maandag 11 juni 1934 een week voor haar verjaardag. Ze is nog maar 21 jaar, bijna 22. Haar moeder blijft, door verdriet getekend, jarenlang in rouw gekleed.
De besmetting raakt ook Kees, maar hij geneest na lange behandeling. Toch zou hij de rest van zijn leven hinder ondervinden. Zijn gezondheid is bij tijd en wijle gebrekkig. In zijn jeugd is Kees korte tijd leerling-bakker bij Brouwer op de Lange Viele. Hier doet zich het merkwaardige voorval voor, dat weer een Klercq bakker wil te worden. Want ook zijn opa Cornelis Klercq was banket-bakker, die de zaak van Brouwer op de Pottemarkt had overgenomen. Het moet dankzij relaties binnen de familie zijn geweest, dat Kees in de leer kon gaan bij een collega-bakker.
|
|
|
Zeeuwse Bode 30 november 1957
|
Zeeuwse Bode 11 december 1956
|
Zeeuwse Bode 28 juni 1950
|
Middelburg en haar verenigingsleven, het is een apart hoofdstuk over sociale verhoudingen, waar standsverschillen veilig kader vonden, en nog steeds vinden, voor hun levenbeschouwelijke opvattingen. Er aan deelnemen betekende geborgenheid, saamhorigheid en leerzame overdenkingen. Ook alle families Klercq waren bij traditie lid van vele verenigingen.
De meisjes hoorden lid te zijn van de meisjesvereniging "Nunia." De jongens waren lid van de Christelijke Jongemannen Vereniging. Klercq-en met een zelfstandig beroep kozen voor "Patrimonium" of de "Kappersbond." Barbier Cornelis Klercq was jarenlang secretaris van de Middelburgse Kappersvereniging. De dames Klercq hielden wekelijks bijeenkomst met gebed, declamatie en nuttig handwerk bij de Geref. Vrouwenbond; "Rondom Gods Woord." Nooit is een vergeefs beroep gedaan, als collectant, door weer en wind, huis aan huis, deur aan deur voor een goed doel geld op te halen. Maatschappelijke betrokkenheid is als vanzelfsprekend bij Klercq-en.
|
|
Zeeuws Dagblad 14 december 1956
|
Vernieuwde winkel naar laatste moderniteiten
|
Het mag niet onvermeld blijven, dat ook Jo Wattez haar rol in het kerkelijk- en verenigingsleven serieus opvatte. In 1958 tot presidente gekozen, gaf ze leiding aan bijeenkomsten. De afzonderlijke Geref. Mannen- en Vrouwen verenigingen kwamen jaarlijks gezamelijk bijeen voor een gezellige avond in het Geref. Verenigingsgebouw. Na gebed en inleiding was altijd een thema ter lering door een spreker; onderwerpen als; "Wij en onze kinderen, Waarom Gereformeerd? of Rome en de Reformatie," gaven aanleiding tot stellige discussies.
Een vrolijke noot mocht natuurlijk niet ontbreken, dus verschenen enkele dames op het podium die een historisch persoon voorstelden. Wie de juiste naam kon raden kreeg een prijsje; meestal een pak koffie, of een doos bonbons van industriële kwaliteit. Nog was de avond niet ten einde, voordat een komisch schetsje was opgevoerd door vijf dames en heren, al improviserend op een thema. Ook hier konden de deelnemers rekenen op een beloning; de heren een doos sigaren, van Klercq natuurlijk, en de dames een flesje Boldoot. De presidente besloot deze stichtelijke avond met dankzegging. Het was weer mooi geweest.
|
|
Winkel Singelstraat 48, Jo en Kees voor het laatst poserend
|
Gerenoveerd pand Brakstraat-Singelstraat 2012
|
De winkel van Kees Klercq bestaat al lang niet meer. Het hoekpand Brakstraat 45-Singelstraat 48 is een tijdlang in gebruik geweest als kunstenaarsatelier, daarna verbouwd tot kantoor voor de OVM Univé verzekeringen. De ingang van de winkel is verdwenen en de gevel aan Singelstraatzijde is teruggebracht naar de oorspronkelijke indeling. (Zie straatzijde met reklamebord)
Op 27 maart 1976 sloot Kees Klercq na 36 jaar definitief de deur van zijn sigarenmagazijn.
© 2012 Albert Prins
|