Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Marseille start jaar als culturele hoofdstad met groots spektakel
Wie vroeger Marseille zei, dacht grauw en gevaarlijk,
maar dat is niet meer zo. De tweede stad van Frankrijk is helemaal
opgepoetst als culturele hoofdstad 2013. Dit weekend is het officiële
startschot gegegeven voor wat een echt feestjaar moet worden.
Redenen voor een bezoek aan uw favoriete vakantieland
Juíst wel naar Griekenland
Douwe Laansma/Griekenland Magazine
AMSTERDAM -
De laatste
tijd is er een flinke dosis kritiek over Europas meest zuidwestelijke
lid uitgestort. Tijd voor tegengas! Griekenland heeft een assortiment
ijzersterke troeven in huis, waarop menig land jaloers kan zijn. Redenen
te over voor een of meerdere bezoeken.
Douwe Laansma geeft een aantal goede redenen om naar Griekenland te gaan. In willekeurige volgorde, "want ik kan niet kiezen".
1. De mensen en cultuur
De beroemde Griekse gastvrijheid, de Filoxenia. Wie in Griekenland is geweest, heeft deze ook ervaren, dat kan niet missen.
De
Komboloi, de kralensnoer in bijna iedere Griekse mannenhand. Echte
komboloia zijn veelal van amber. Goedkopere exemplaren hangen bij bosjes
in de toeristenwinkels.
De Griekse taal, uniek
in Europa. Staat tot op heden als enige taal met een afwijkend schrift
op Europas bankbiljetten en munten. Ook onze taal kent talloze woorden
met Griekse afkomst.
Grieks Pasen, veruit het
belangrijkste feest voor de Grieken. Processies op Goede Vrijdag,
kerkdiensten op zaterdagavond, waarna vrolijk klokgelui en vuurwerk.
Paasvuren, smijtwerk van kruiken op Corfu en een ludieke
vuurpijlenoorlog op Chios.
Het Grieks-orthodoxe
geloof. Opvallend aanwezig door de vele prachtige kerken en kapellen,
bebaarde priesters met hun karakteristieke pijen en hoeden en de vele
kerkelijke rituelen.
Alom geliefd en bekend: de
Griekse dranken en gerechten, dikwijls met een beschermde naam. Enkele
voorbeelden: Ouzo, Metaxa, Retsina, feta, yoghurt en mezes.
2. Bezienswaardigheden
De
eilandenpracht, zowel in de Ionische Zee als de Egeïsche Zee.
Kilometerslange witte stranden aan een azuren kust. Favoriete
vakantiebestemming van toeristen uit heel de wereld. Griekenland heeft
een kustlijn van maar liefst 15.000 km.
Oia,
misschien wel het meest pittoreske stadje van Europa, zowel qua kleur
als qua ligging, bovenop de rand van de caldera van Santorini. De
Griekse zon krijg je er bij cadeau.
De
Vikoskloof in Epiros, volgens het Guiness Book of Records de diepste
kloof ter wereld. Bloedstollend mooi en duizelingwekkend diep. Voor
sportievelingen te lopen in zeven uur.
De
oudste en belangrijkste zilvermijnen ter wereld (vijfde eeuw v. Chr.)
lagen bij Lavrio(n), 60 km ten zuidoosten van Athene. Met de opbrengst
werd onder andere het Parthenon gefinancierd en een vloot van 200
triremen.
Kanaal van Korinthe. Zes strakke kilometers lang, 80 meter diep en 25 breed. Spectaculair vanaf de brug bij Isthmia.
3. Geschiedenis
De
Griekse scheepvaart heeft grote reders voortgebracht. De meest bekende:
Aristoteles Onassis. De Griekse vloot beslaat ruwweg 20% van de
wereldvloot.
De trireme (Grieks: triëres). Zeer
wendbaar oorlogsschip uit de Oudheid met drie rijen uitstekend
getrainde roeiers boven elkaar. Triremes bezorgden de Grieken in de
vijfde eeuw v. Chr. de hegemonie op de Middellandse Zee. Bij Piraeus
ligt een replica, de Olympias.
Van de zeven
wereldwonderen bezat Griekenland er vroeger vier: de Kolossus van
Rhodos, het beeld van Zeus in Olympia, de tempel van Artemis in Efeze en
het Mausoleum van Hallicarnassus. Beide laatste stonden ooit op Grieks,
tegenwoordig op Turks grondgebied.
Het
treintje van Diakofto naar Kalavryta, over smalspoor, deels tandradbaan.
Een van de mooiste spoorwegtrajecten ter wereld dwars door een
overweldigende natuur. Langs spectaculaire ravijnen, over bruggen en
door tunnels.
De kloosters van Meteora. Deze
adelaarsnesten bovenop eenzame monolieten domineren de omringende
vlakte. Alle bouwmaterialen werden destijds aan touwen naar boven
gehesen. Over monnikenwerk gesproken!
Waar naartoe in 2013? Laat jou alvast inspireren door deze 10 topbestemmingen!
Myanmar Myanmar, het vroegere Birma, heeft de wind
in de zeilen. Het bewind vindt stilaan de weg naar de democratie en het
land heeft zijn authenticiteit (nog) bewaard. De inwoners zijn heel
vriendelijk en gastvrij. Tempelstad Bagan (foto) is een wereldwonder,
indrukwekkender dan Angkor in Cambodja en Borobudur op Java. De vlakte
van Bagan beslaat zo'n 26 km² en ooit hebben hier 13.000 tempels,
pagodes en andere religieuze gebouwen gestaan. Nu zijn er nog altijd
meer dan tweeduizend. Hoogtepunt? Een zonsondergang boven op een tempel.
Hoofdstad Yangon is een fascinerende stad die je het best aan het einde
van de reis aandoet om - bij wijze van afscheid - de beroemdste
bezienswaardigheid van het land te bekijken: de reusachtige
Shwedagon-pagode. Ze bevat naar verluidt meer goud dan de voorraad van
de Bank van Engeland. Weinig bekend: Myanmar heeft ook prachtige
stranden. Prima accommodatie in Chaungta en Nwe Saung, op vier uur
rijden van Yangon. Ngapali is een uurtje vliegen en biedt eindeloze
zilveren rustige zandstranden, een turkooizen zee en luxueuze
verblijven.
Beste periode: van oktober tot februari. De
moessonregens zijn dan net achter de rug en de temperatuur is aangenaam.
Neem een trui mee voor in de bergen. Ondraaglijk warm van maart tot
mei.
Erheen: in groep of individueel bijvoorbeeld met Jetair Specialists, Imagine Travel, Thomas Cook.
Marokko 2013 is hét jaar om in Marokko de kust van
Essaouira (foto) te ontdekken. De stad is vrij onbekend in vergelijking
met het toeristische Agadir, maar heeft toch al een moderne
hotelinfrastructuur. Essaouira ligt aan de Atlantische kust, tussen
Marrakech en Agadir. Zonnekloppers komen aan hun trekken op het brede
strand. In het havenstadje is het gezellig flaneren en winkelen.
Oman Met 3,5 miljoen inwoners is Oman, aan de
zuidoostkust van het Arabische Schiereiland, een van de minst bevolkte
landen ter wereld. Als je de naam hoort, denk je onmiddellijk aan
woestijn. Ja, er ís woestijn, veel zelfs. Probeer er zeker eens de nacht
door te brengen, dat kan uiterst comfortabel. Er zijn ook tot 3.000
meter hoge bergen in Oman - fijn voor bergsporters. En paradijselijk
witte stranden vind je er ook, over meer dan 2.000 kilometer, maar ze
hebben vreemd genoeg niet zo veel succes. De inwoners trekken liever
naar een vochtige wadi. Echt hoge wolkenkrabbers kent hoofdstad Muscat
niet, het meest imposante gebouw is de Grote Moskee (foto). Alles is
naar verhouding: hier hangt de grootste kroonluchter ter wereld.
Uiteraard zijn ook de soeks een must. En elk jaar leggen 20.000
zeeschildpadden hun eieren op een aantal beschermde stranden.
Belangrijke nestelplekken zijn Ras al-Hadd en Ras al-Jinz, op drie uur
rijden van de hoofdstad. Tijdens het broedseizoen kan je er met een gids
naartoe.
Beste periode: van oktober tot april. In die maanden is de temperatuur tussen 25 en 35°C.
Erheen:
rechtstreekse vluchten onder meer vanuit Amsterdam. Touroperators:
onder meer Imagine Travel, Exclusive Destinations, 7PLUS, VTB-Reizen.
Duitsland Niet alleen voor korte vakanties of een
citytrip wordt Duitsland steeds populairder bij Vlamingen. Van oost naar
west en van noord naar zuid biedt onze oosterbuur een waaier aan
mogelijkheden. Een weergarantie krijg je niet aan de Wadden- en de
Oostzeekust, wél karaktervolle badplaatsen. Rügen is een heel populair
schiereiland met duinen, rietlanden en beukenbossen. Echte bergen van
3.000 meter kom je in het uiterste zuiden tegen. Nog in het zuiden is
het sprookjeskasteel Schloss Neuschwanstein van Ludwig II van Beieren
(foto) een te gekke ervaring. Wie een kuuroord op prijs stelt, zal in
Duitsland zeker zijn of haar gading vinden. Het nabije Ruhrgebied is een
prachtig voorbeeld van een industriële regio die omgetoverd werd tot
cultuur- en natuurgebied. Langs rivieren als de Elbe, de Rijn en de
Donau is het heerlijk fietsen. Overnachten? "Of je nu opteert voor stro
of een suite, je vindt het wel bij ons", zo zegt men bij de Duitse
Dienst voor Toerisme.
Beste periode: het hele jaar door. Erheen: makkelijk met de wagen. Ook goede spoorverbindingen.
De Manche, Frankrijk Samen met de Azurenkust en de
Provence is Normandië de populairste Franse regio voor de Belgen.
Manche, in noordwest-Normandië is iets minder bekend. Althans de naam,
want je hebt zeker al gehoord van Utah Beach, Cherbourg en de
Mont-Saint-Michel (foto) - na de Eiffeltoren en het Louvre de meest
bezochte plek van Frankrijk. De toegang tot dit unieke erfgoed is
onlangs (niet tot ieders tevredenheid) helemaal vernieuwd om verzanding
te vermijden. Manche heeft een lange kustlijn van 350 km en steekt
helemaal in het noorden uit in Het Kanaal. Cherbourg is een levendige
stad, Utah Beach herinnert aan D-Day, natuurliefhebbers kunnen dan weer
genieten van het Natuurpark Cotentin met zijn moerassen, weilanden,
mooie lemen huizen en miljoenen vogels. Heerlijk fietsen en wandelen is
het in de vallei van de Vire. Zet zeker het op een rots gebouwde stadje
Granville op je programma en bewonder er de roze villa van Christian
Dior. Of neem de boot naar de Chausey-archipel: 365 eilandjes bij laag
water, 52 bij vloed en eentje is er bewoond. Maak een tocht rond de
archipel: het spel van eb en vloed is spectaculair.
Beste periode: lente en herfst, in de zomer kan het druk zijn.
Gambia Het kleinste land van Afrika, Gambia, is
nauwelijks enkele tientallen kilometer breed. Het ligt ingebed in
Senegal, met een mooie Atlantische kust. Een aanrader voor een
strandvakantie, maar er is veel meer te beleven. De gewezen Britse
kolonie ligt in de subtropen en er is dus een gevarieerde vegetatie.
Opvallend zijn de apenbroodbomen (baobabs) die heel groot en oud kunnen
worden en de meer dan 400 vogelsoorten - sommige leven alleen in Gambia.
Groot wild, op krokodillen en nijlpaarden na, vind je er niet.
Hoofdstad Banjul kan zijn koloniale verleden niet verbergen en
rondslenteren (én afdingen) op de Albert Market is een belevenis. De
Abuko National Reserve, op 20 km van Banjul, is zeker een bezoek waard.
Apen die in dierentuinen zijn geboren, worden hier vertrouwd gemaakt met
de natuur en daarna vrijgelaten op Baboon Island. Bezoek zeker James
Island, een werelderfgoedlocatie die herinnert aan de tijd dat Gambia
een verzamelplaats was voor slaven. Mooie resorts liggen aan badplaatsen
als Kololi Beach en Kotu Beach of minder bekende plekken als Bijilo en
Brufut.
Beste periode: droog van half oktober tot half juni. Maart, april en mei zijn de zonnigste maanden.
Erheen: onder meer Thomas Cook, Rainbow, Neckermann. SN Brussels Airlines vliegt rechtstreeks naar Banjul.
Montenegro Mooie stranden, authentieke, ommuurde
stadjes, een groen berglandschap en zon. Montenegro, ongeveer zo groot
als Vlaanderen, ligt in het zuiden van het voormalige Joegoslavië en
wordt wel eens de verborgen parel van de Middellandse Zee genoemd. Budva
(foto) en Becici zijn de populairste toeristische plaatsen, en vooral
het historische Budva is de moeite waard. Maar Montenegro is meer dan
kust. Je ontdekt hier de meest zuidelijke fjord van Europa. Vanuit de
hoogte bekeken heb je echt de indruk dat je in Noorwegen bent. Beneden
doet alles Venetiaans aan: de plaza's van de kleine stadjes langs de
baai, de mooie maar soms verwaarloosde panden met hun fraaie balkons, de
lieflijke eilandjes met sprookjesachtige kerkjes. Misschien nog mooier
dan Stari Grad is de oude stad Kotor, die op de werelderfgoedlijst van
de Unesco staat. Een groot stuk van Montenegro is bergland met toppen
tot boven de 2.500 m. Je vindt hier ook het diepste ravijn van Europa:
de Tara Canyon. Alleen de Amerikaanse Grand Canyon is dieper.
Beste periode: april tot begin oktober
Erheen: met onder meer Neckermann, Thomas Cook, Te Voet, Anders Reizen, Exclusive Destinations.
Lake District, VK Al meer dan twee eeuwen is het
groene, romantische Engelse Lake District een bijzonder populaire
vakantiebestemming. Bergen, valleien, meren wisselen elkaar af.
Pensions, gastenkamers, cottages, hotels zijn er in overvloed. Het Lake
District is een perfect wandelgebied. Middels een beetje fitness geraak
je wel op de top van een berg. Met net geen duizend meter is de Scaffle
de hoogste. Minder inspannend, maar echt een must is een boottocht op
Lake Windermere, het grootste en bekendste van de zeventien meren die
het Nationaal Park telt. Er zijn diverse routes die je eventueel kan
combineren met een treinrit - op een stoomtrein uiteraard. Wordsworth,
de beroemde dichter die het Lake District romantisch heeft bezongen en
hier woonde, vond de trein maar niks. Die kon alleen maar zijn rust
verstoren en nieuwsgierige toeristen lokken.
Kids zullen zich
niet vervelen met een bezoek aan de 'konijnenwereld' van Beatrix Potter,
het Lakeland Motor Museum of het Potloodmuseum in Keswick. En bijna
vergeten: Stan Laurel ('de Dunne') is in het nabije Ulverston geboren.
Laurel en Hardy hebben hier dan ook een charmant museumpje.
Beste
periode: in de zomer kan het heel druk zijn. Erheen: Een makkelijke
manier om naar Noord-Engeland te gaan is in Zeebrugge de P&O-ferry
tot Hull nemen. Dan is het nog drie uur rijden naar Windermere. Of met
de Eurostar naar Londen en dan verder met de trein. Onder meer Gallia
heeft reizen met eigen wagen.
Costa Rica Een vijfde van het kleine
Midden-Amerikaanse Costa Rica is beschermd natuurgebied. En dat heeft
dit land zonder leger geen windeieren gelegd: toerisme is een van de
belangrijkste bronnen van inkomsten geworden. Veel Europeanen komen
genieten van de zowat dertig natuurparken, de vele tropische wouden en
planten, de 200 soorten zoogdieren, de 30.000 soorten insecten en de
parelwitte stranden. Een groene kikker is overigens het nationale
symbool. Het land stond niet toevallig model voor Spielbergs Jurassic
Park. Zeker doen: Tortuguero National Park (foto). Daar maak je tijdens
een boottocht kennis met kaaimannen, brulapen, leguanen en unieke
vogels. Verder het Manuel Antonio National Park en de Arenalvulkaan met
eventueel een overnachting aan de voet van de vulkaan. Spectaculair: een
Canopy Tour boven de jungle in het Selvatura Park. Een prima manier om
het land te ontdekken is een rondreis. Dat kan in groep of individueel
met huurwagen. Zowel aan de Caribische Zee als de Pacific vind je
honderden kilometers strand, met all-inhotels maar ook pensionnetjes en
B&B's.
Beste periode: van november tot maart.
Erheen: met onder meer Jetair, Thomas Cook, VTB-Reizen, 7PLUS, Enjoy Paradise.
Costa de la Luz, Spanje Voor mooie en rustige
stranden moet je aan de Spaanse Costa de la Luz zijn. Aan de Atlantische
Oceaan is het altijd iets frisser dan aan de andere costa's, daarvoor
zorgt de wind. De zandstranden zijn mooi en breed, hoogbouw is er
nauwelijks.
Nog een pluspunt: veel excursiemogelijkheden. Denk
aan Jerez de la Fontera, het zeer mooie intieme Cádiz, witte dorpjes als
het prachtig gelegen Arcos de la Fontera (foto), het verbluffende
natuurpark Doñana met middenin het bedevaartplaatsje Rocío waar elk
jaar, vaak met kar en os, duizenden bedevaarders komen.
Ook
Sevilla is niet ver weg. Voor golfspelers en paardenliefhebbers zijn er
veel mogelijkheden en surfers hebben de wind mee. De vlucht naar Jerez
duurt pakweg drie uur en vandaar is het nooit verder dan 50 km naar de
hotels. Voor sommige bestemmingen die dicht bij de Portugese grens
liggen, wordt ook naar Faro gevlogen.
Beste periode: van lente
tot herfst. Erheen: grote touroperators Neckermann, Thomas Cook, Jetair.
Maar ook bijvoorbeeld Caractère.
Spanjaarden zijn
normaal gesproken mensen die houden van nieuw. Ze kopen liever een
nieuwbouwhuis dan een huis dat al door een ander bewoond is geweest en
ook meubels, kleding en boeken behoren ongebruikt en nieuw te zijn. Een
heel contrast dus met veel buitenlanders, die niets liever doen dan
tweedehandsmarkten afstruinen en hopen dat ze tussen alle rommel dat
ene prachtige koopje vinden.
De huidige economische situatie heeft de hierboven geschetste situatie veranderd. Als men minder geld
te besteden heeft, zal men zich moeten aanpassen en zo kan het zijn dat
ook Spanjaarden tegenwoordig schoorvoetend een kijkje gaan nemen in een
tweedehandswinkel en de stalletjes met gebruikte kleding op de
weekmarkten een opvallende groei in populariteit doormaken. De altijd al
populaire rommelmarkten die in het weekend onder meer in La Nucía,
Jalón, Polop en Benidorm worden georganiseerd, trekken nu soms zoveel
publiek dat er bijvoorbeeld zondag op de toegangswegen naar het
industrieterrein van La Nucía rond elf uur een lange file staat.Maar
zoals gezegd, als de portemonnee het toelaat, heeft de Spanjaard nog
altijd liever nieuw dan gebruikt en de uitverkoop die op de dag na
Driekoningen begint, is van oudsher dé periode om kostbare noodzakelijke
aankopen te doen, zoals nieuwe laarzen, een winterjas of huisraad. In
de winteruitverkoop worden die producten namelijk met kortingen van
vijftig tot wel zeventig procent aangeboden. Dit jaar is de uitverkoop
in veel winkels zelfs al eerder begonnen. De wet die vastlegde dat de
uitverkoop op 7 januari moest beginnen, is veranderd en dus besloten
sommige winkeliers al eind december beginnen met fikse kortingen. Ze
hoopten daarmee de mensen die hun kerstinkopen nog moesten doen over de
streep te trekken of te profiteren van het feit dat veel mensen de
cadeautjes voor Driekoningen nog moesten uitkiezen.Het is een stuk
aangenamer winkelen nu de uitverkoop enigszins gespreid is. Vroeger kon u
7 januari en in eerste weekend na die datum rekenen op een lange rij
voor pashokjes en kassas en de korting op een artikel moet wel heel
hoog zijn, wil het waard zijn dat u een half uur moet wachten voor u het
kunt afrekenen. Maar ook nu hopen de winkeliers dat de enorme kortingen
de klant overhalen om toch de portemonnee te trekken om die lang
uitgestelde aankoop te doen, zodat de winkeliers weer wat geld in de
kassa krijgen en nieuwe collecties kunnen aanschaffen.Maar we gaan terug
naar het tweedehands artikel, dat ook in januari populair blijft omdat
het nu eenmaal een maand is dat mensen minder willen uitgeven, als
gevolg van goede voornemens of omdat december toch weer duurder is
uitgevallen dan was gepland. Op de weekmarkten die in elke plaats
worden gehouden, is het heel opvallend dat er de laatste jaren steeds
meer stallen bijkomen met tweedehands kleding. Niet iedereen is er
echter op gesteld om te graaien in deze bergen kleding die op lange
tafels worden neergegooid maar het blijft een feit dat men er voor heel
weinig geld soms heel aardige of nuttige kledingstukken op de kop kan
tikken.
Nog meer is dat het geval op de rastros of
rommelmarkten die in de weekends worden gehouden. We hebben het al gehad
over de rastro van La Nucía, die in het begin van het afgelopen jaar
van het centrum van de plaats naar het industrieterrein verhuisde maar
nog steeds elke zondagochtend veel publiek trekt. Het is één van de
grootste rommelmarkten van de provincie en u kunt het zo gek niet
bedenken, of het wordt er te koop aan geboden. Bovendien kunt u een
bezoek aan deze rommelmarkt combineren met de slechts één kilometer
verderop gelegen rastro van Polop. Ook deze markt ligt op het
industrieterrein en ze is zo mogelijk nog groter en interessanter, omdat
er doorgaans meer stallen met echte tweedehands spullen staan en minder
stallen met op toeristen gerichte en in China gefabriceerde nieuwe
rommel. Beide markten samen tellen meer dan zeshonderd
stalletjes.Persoonlijk vind ik de rastro van Jalón wat sfeervoller. Deze
rommelmarkt wordt al sinds enkele decennia elke zaterdagochtend op de
parkeerplaats van de lokale bodega gehouden. Tegenwoordig nemen de
stalletjes ook de wijde omgeving van dit terrein in beslag en het
marktgebied loopt zelfs door tot aan de weg langs de rivier. U vindt
hier meer meubels dan in La Nucía en heeft er ook meer kans nog iets
écht bijzonders op de kop te tikken.Vroeger was er op het
industrieterrein van Teulada ook elke zondagmorgen een grote
rommelmarkt. Deze werd een jaar of tien geleden naar het
industrieterrein van Pedreguer verplaatst waar de markt almaar groter
werd. Enkele jaren geleden keerde er echter een kleinere markt terug in
Teulada zodat er tegenwoordig op zondagochtend zowel in Pedreguer als
in?Teulada rommelmarkten te bezoeken zijn.Een aparte rommelmarkt vindt u
op donderdag, zaterdag- en zondagochtend naast El Cisne in Benidorm. El
Cisne is een heel bijzonder, rond gebouw waar het hele jaar door vrij
kostbare, antieke voorwerpen te koop aan worden geboden. Maar drie dagen
per week worden naast die antieke voorwerpen ook goedkopere tweedehands
spullen aangeboden op het terrein naast het ronde gebouw. De mensen
komen van heinde en verre en het enorme parkeerterrein aan de
Levante-entree van?Benidorm staat op zaterdag- en zondagochtend dan ook
helemaal vol.In het zuiden van de provincie is vooral de rommelmarkt El
Zoco in de gemeente Algorfa heel populair. De markt ligt namelijk
dichtbij de urbanisatie Ciudad Quesada in Rojales en ook dichtbij
urbanisaties inm Torrevieja en Los Montesinos. El Zoco trekt dus heel
veel buitenlandse residenten en overwinteraars.Op alle genoemde markten
kunt u terecht voor tweedehandskleding, maar ook voor tweedehands
meubels, servies, boeken, cds en videos. En op de meeste van de
markten is wel een stand te vinden van een goed doel zoals de
kankerstichting of de lokale dierenbescherming, zodat het weinige geld
dat u uitgeeft aan een boek of een leuk stel kopjes ook nog een goede
bestemming krijgt. En over goede doelen gesproken: steeds vaker openen
deze stichtingen tweedehandswinkels waar u ook doordeweeks terecht kunt
voor originele cadeautjes en waar u zelf ook spullen kunt achterlaten
die u niet meer gebruikt. Het voordeel van deze winkels ten opzichte van
een (rommel)markt is dat de tweedehandskleding netjes op een hanger
hangt en de boeken keurig op alfabet in de kast staan. Dat zoekt toch
een stukje prettiger. En u steunt er ook nog een goed doel mee, zodat uw
koopjesjacht een aardig neveneffect heeft.
Door: Bea Lutje Schipholt (Bron: Weekblad De Week)
Waar in Nederland en België de kerstbomen en versieringen begin januari de kast weer ingaan, is de kerstperiode in Spanje nog niet voorbij.
Sterker
nog, voor de kinderen moet de belangrijkste dag nog komen:
Driekoningen. In de namiddag van 5 januari komende drie wijzen uit het oosten in alle steden en dorpen aan en even later worden de kinderen overladen met speelgoed.
Want
ondanks het feit dat de gemiddelde Spaanse familie de laatste jaren
minder te besteden heeft, wordt toch altijd wel een spaarcentje opzij
gelegd om cadeautjes te kunnen kopen voor de kinderen. Kinderen zijn
heel belangrijk in Spanje en de uit de Bijbel afkomstige gebeurtenis
rondom de wijzen die uit het oosten kwamen, wordt aangegrepen om de
kinderen eens flink te verwennen.Eigenlijk heeft het driekoningenfeest
zoals de meeste Spaanse families dat vieren, veel raakvlakken met ons
eigen Sinterklaasfeest. Het wordt precies één maand later gevierd
maar ook hier
mogen de kinderen hun verlanglijstjes bekend maken en worden de goede
gevers met een optocht verwelkomd. Vervolgens verzamelt de familie zich
rond een grote mand met cadeautjes en is het uitpakken geblazen. Soms
krijgen de kinderen zo veel pakjes dat ze het papier gehaast en bijna
onverschillig van de cadeaus afscheuren, naarstig op zoek naar dat ene
cadeau dat ze liever dan wat dan ook willen hebben. In veel gevallen is
dat tegenwoordig een computerspel of zelfs een smartphone, want ook
Spaanse ouders gaan met hun tijd mee en de tijd dat je een kind nog blij
kon maken met lego of een boek, lijkt voorbij.
De gemeenten
verzamelen in de dagen voor 5 januari via zogenaamde Koninklijke
postbodes de verlanglijstjes van de kinderen zodat de drie koningen bij
aankomst al op de hoogte zijn van de wensen en het juiste cadeau kunnen
uitdelen.
Het driekoningenfeest heeft zoals gezegd een Bijbelse
oorsprong. In de Bijbel wordt gesproken over drie wijze mannen die uit
het oosten kwamen. Ze gingen op zoek naar het pasgeboren kindje Jezus om
deze Messias cadeaus te geven. Ze volgden een heldere ster en vonden
het kind uiteindelijk in een stal in Bethlehem. Ze gaven het kind goud,
wierook en mirre.
Nergens in de Bijbel staat vermeld hoe de
wijzen heetten en er wordt ook niet gezegd om hoeveel wijzen het ging.
Maar omdat er in het Matteüs-evangelie gesproken werd van drie cadeaus
werden al op de aller oudste christelijke afbeeldingen drie wijzen
afgebeeld. Die drie mannen zagen er echter wel vrijwel hetzelfde uit,
het onderscheid in uiterlijk kwam pas later.
In een
zevende-eeuws geschrift dat wordt bewaard in de nationale bibliotheek
van Parijs worden de wijzen voor de eerste keer bij naam genoemd en ook
wordt hun uiterlijk beschreven: Melchior, oud en met een lange baard,
Kaspar, jong, blond en baardloos en Balthasar, zwart met een volle
baard. In latere afbeeldingen is dit onderscheid in uiterlijk vrijwel
altijd terug te vinden, in elk geval is er altijd een zwarte man bij.
De wijzen hebben ook steeds mooiere keren aan en uiteindelijk worden ze vaak koningen genoemd.
Over
de herkomst van de wijzen is niet veel bekend. Omdat in de Bijbel
alleen uit het Oosten staat, denken historici dat ze uit Babylonië of
Perzië kwamen.
In Spanje werd in de zeventiende eeuw een manuscript geschreven dat de Auto de los Reyes heette. Het is een geschrift over het verhaal van
de drie wijzen, gebaseerd op het evangelie van Matteüs. Verteld wordt
hoe drie wijze mannen ieder afzonderlijk in een ver land een grote ster
zagen. Zij volgden deze ster en ontmoetten elkaar. Samen reisden ze
verder, op zoek naar de koning die zojuist geboren zou zijn, om hem
cadeaus te geven. Aangekomen in Jeruzalem, zien ze de ster niet meer. Ze
gaan naar de Romeinse heerser Herodes en vragen hem waar ze de
pasgeboren koning kunnen vinden. Herodes weet het niet maar hij vraagt
de wijzen wel of ze hem, als ze het kindje vinden, willen informeren
zodat hij de nieuwe koning ook kan komen vereren. Herodes heeft van zijn
eigen raadgevers gehoord dat er een Messias zou komen en hij is dus op
zijn hoede. Het zeventiende-eeuwse geschrift, dat bewaard wordt in de
Biblioteca Nacional in Madrid, stopt hier.
Het verhaal van de
drie koningen was altijd al geliefd in het katholieke Spanje maar het
kreeg nieuw leven ingeblazen toen de Spaanse theoloog Gaspar Fernández
de Ávila in de achttiende eeuw de Auto de los Reyes gebruikte als bron
voor een gedicht van twaalf strofen. Het gedicht ging over de kindertijd
van Jezus Christus en het werd heel populair in Spanje. Het is dit
gedicht dat de aanleiding was tot de opvoering van het
Driekoningenverhaal in het dorpje Cañada in het binnenland van Alicante.
Al sinds 1764 doet de hele bevolking van het dorp mee aan de
opvoering van het kerstverhaal: de geboorte van het kind in de stal en
de komst van de wijzen. Sinds 1964, bij het 200-jarig bestaan van de
opvoering, speelt men ook andere delen van het Bijbelverhaal, de vlucht
van Jozef, María en Jezus naar Egypte en de kindermoord van Herodes.
Maar
ook in veel andere plaatsen wordt het verhaal van de ontmoeting tussen
de wijzen en het kindje Jezus opgevoerd. Vaak wordt er op 5 januari een
levende kerststal opgesteld op het plein voor het stadhuis en als de
drie wijzen aankomen, eren zij de pasgeborene en overhandigen zij hun
geschenken.
Het is erg leuk om een Driekoningenoptocht bij te
wonen, vooral omdat deze in sommige gemeenten werkelijk spectaculair is.
Zo is daar de aller oudste Driekoningenoptocht van Spanje, die
plaatsvindt in Alcoy, of de enorm grote optochten van Elche en
Alicante, die gepaard gaan met praalwagens. In sommige plaatsen komen
de drie wijzen met de boot aan, hetgeen de associatie met Sinterklaas
nog vergroot, in andere plaatsen arriveren ze met de trein of op een
kameel. Ook heel bijzonder en sfeervol is de traditie in Elda, waar de
bevolking met toortsen de achter Elda gelegen berg Bolón oploopt en zo
de drie koningen, die in de schemering de berg afdalen naar het centrum,
bijlicht.Maar het mooiste van alles is waarschijnlijk wel het
observeren van de gezichten van de kleinste kinderen. Zij staan vol
ontzag te kijken als de drie koningen op hun paarden of kamelen voorbij
komen en ze verheugen zich zichtbaar op de snoep- en pakjesregen die
komen gaat.
In de gezinnen vindt deze pakjesregen meestal op 6
januari plaats. Dat is immers een feestdag en dus verzamelt de hele
familie zich om eerst samen te eten en daarna, onder het genot van een
roscón de reyes (banketstaaf met daarin verrassingen meegebakken), de
berg met pakjes uit te pakken. En dit jaar hebben de kinderen extra lang
de tijd om met hun nieuwe aanwinsten te spelen: meteen na Driekoningen
volgt namelijk een weekend.
Bali: rijstvelden, tempels, water, en nog véél meer.
Bali: ooit een exclusief eiland voor de 'happy few', is de jongste
decennia uitgegroeid tot een zeer toegankelijke bestemming die elk jaar
miljoenen toeristen ontvangt. Het fabelachtige Indonesische eiland heeft
voor elke reiziger wat te bieden.
Kuta en Legian hebben alles voor je veeleisende tiener: van waterpret tot McDonalds.
Balinezen zijn dol op kinderen. Deze minigoden krijgen overal de onverdeelde aandacht.
Van trendy boetiekhotels tot designvilla's: in Seminyak kun je je luxe-ei kwijt.
Seminyak is ook een shopping-walhalla: chique boetieks met Zara-prijzen.
Je kan ook rondfietsen. Ubud leent zich daartoe dankzij het nog landelijke karakter.
Laat je niet overtuigen tot massages in je all-inpakket. Die boek je gewoon zelf voor nog geen 5 euro per uur.
Budgetbewakers Wie met een beperkt budget vertrekt,
mag zich verheugen op best veel comfort. Zoals op andere
Zuid-Oost-Aziatische bestemmingen kan je er spotgoedkoop slapen, eten,
uitgaan en shoppen. De goedkoopste en populairste logies zijn de
'homestays': je logeert bij een gezin dat enkele kamertjes of
gastenverblijven verhuurt. Vanaf 2,5 euro per nacht heb je al 'basic'
onderdak met een gedeelde badkamer zonder warm water, airco of ontbijt.
Met wat geluk, krijg je er een venster en lakens bij. De meeste
Balinezen spreken Engels, dus onderhandel (hoe meer nachten je vooraf
boekt, hoe voordeliger)!
Supereconomisch zijn de zogenaamde surf
shacks in Uluwatu. Vooral studenten en surfers die langere tijd wensen
te blijven, kiezen deze homestays omdat het de beste manier is om de
Balinezen te leren kennen. Meestal zijn ze huiselijk en gezellig en niet
zelden word je er behandeld als een (tijdelijk) lid van de familie. De
jongste jaren zijn er ook die meer luxe aanbieden. Vanaf 20 euro per
nacht heb je het comfort van een goed hotel, maar dan intiemer en zonder
de drukte.
Op levendige plekken als Kuta en Legian zijn de
homestays grotendeels verdrongen door grote hotels, maar hier kun je dan
weer voor een prikje terecht in een herberg. Vanaf 3,5 euro heb je al
een propere, eenvoudige kamer met simpel ontbijt. Voor het dubbele kun
je een zwembad, warm water en airco verwachten. Helaas ook inbegrepen:
de drukte van duizenden motorfietsen die zich door de smalle straatjes
wurmen en het kabaal van het uitgaansvolkje.
Wie dat wil
ontvluchten, kan vanuit Padang Bai, Benoa of Sanur de boot nemen naar
Nusa Lembongan, een eilandje aan de zuidkust met nauwelijks verkeer.
Slechts een handvol hotels kijken uit op verlaten, spierwitte stranden
zoals Mushroom Bay, Sunset Beach en Dream Beach. Ideaal om in alle rust
te zonnen, surfen, duiken of snorkelen. Zo was het leven hier 25 jaar
geleden: een beetje luieren, naar de bootjes kijken, geen internet en
elektriciteit die het geregeld laat afweten. Er zijn dagelijks
overzetten vanaf 10 euro tussen Bali en Nusa Lembongan en je kan kiezen
tussen slow en speed boat (duurder).
Lowcostfood Voordelig
eten kan in de ontelbare warungs. Die ontstonden in de 18de-eeuw uit de
behoefte aan lokaal aangepast voedsel voor westerlingen in het door
Nederland gekoloniseerde Indonesië. Je frisdrank kost er vaak meer dan
je hele maaltijd: voor nauwelijks 1 euro geniet je van Nasi Campur
(rijstgerecht) of Soto Ayam (kippensoep met noedels). Let op voor
eetgelegenheden die zich Warung noemen maar 'echte' restaurants zijn,
met een menukaart, airco en bediening aan tafel en een vijfvoud
aanrekenen (maar nog steeds betaalbaar).
Om over het (ei)land te
reizen, is er het goede en veilige Perama-busnetwerk dat de
hoofdplaatsen verbindt. Wie de hitte en occasionele tropische bui wil
trotseren, kan ook een fiets huren voor 0,5 euro per dag. Vooral in Ubud
is dat populair. Het culturele en religieuze hart is door zijn
landelijke karakter de enige plek waar je nog van het pure Bali kan
genieten: uitgestrekte rijstvelden, veel (ambachtelijke) kunst, unieke
tempels en omhuld door bossen en glooiende heuvels. Dat alles behoedt
Ubud voorlopig voor grote resorts, hoewel er aan de rand wel een
meersterrenhotel werd neergepoot - met een lift in een uitgehouwen rots!
Door
de ligging op een dik uur van hoofdstad Denpasar wordt Ubud overspoeld
door dagjestoeristen, maar de budgetreiziger blijft wat langer hangen in
een van de homestays of budgethotels.
Sinds de bestseller Eat,
Pray, Love en de gelijknamige Julia Roberts-film is Ubud ook een
trekpleister voor eco- en new age-toeristen. Een hele subcultuur van
biorestaurants, yogascholen, meditatieworkshops, holistische spa's en
sjamanen hoopt hier een graantje mee te pikken.
Praktisch Vluchten:
tijdig boeken bij Cathay Pacific, Malaysian Airlines en Qatar Airlines
voor goedkope vluchten vanaf 750 euro. Wie flexibele reisdata heeft,
betaalt minder!
Logeren: 7 nachten in
comfortabele homestay (met ventilator/airco en badkamer) in bijvoorbeeld
Kuta: 85 euro per persoon. Wie genoeg heeft aan een bed in een basic
kamer en gedeelde badkamer met koud water: vanaf 2,5 euro per nacht per
persoon.
Totaalprijs: ± 850 euro per persoon.
Transport: - Perema-tours boek je beter vooraf via de site of lokale kantoren: 5 euro (1,5 u.) of 7 euro met hoteltransfer. - Publieke overzetboot: 4,5 euro (1,5 u.). -
Snelle boot: (1u. - snel volzet, dus dag vooraf reserveren): 18 euro
enkel, 32 euro retour, inclusief oppikken aan hotel op populaire
plaatsen als je voor twee personen boekt. - Speedboot (30 min.): 20 euro zonder, 40 euro mét hoteltransfer.
Excursies: snel de helft goedkoper als je deze zelf organiseert en met bus, taxi of scooter reist.
Gezinnen Ondanks
de lange afstand en vluchturen (15 uur inclusief tussenstop) is Bali
een uitstekende reisbestemming voor gezinnen met kinderen. Om te
beginnen is de Balinese cultuur erg kindvriendelijk: het gezin is het
hoogste streefdoel in een mensenleven en een kind is zo heilig dat het
pas op de honderdste levensdag met de voeten de aarde mag raken.
Letterlijk!
Gezinnen worden er dan ook met open armen ontvangen
en je zal snel merken dat in restaurants en hotels je kinderen de
onverdeelde aandacht van het personeel krijgen.
Kant-en-klaarpakketreizen
van grote touroperators besparen je een heleboel geregel: veel
internationale hotels bieden all-in pakketten met animatie en opvang in
meerdere talen.
Maar wie over stevige zenuwen en veel geduld
beschikt, kan gerust zelf rondtrekken met zijn koters, want ook de
'homestays' en gastverblijven verwelkomen gezinnen met kinderen.
Mijd niettemin het kamikazeverkeer op de drukke plekken en trek naar de rustigere stranden als Sanur, Nusa Dua, Lovina of Benoa.
Tienerpret Wie
met veeleisende en snel verveelde tieners naar Bali trekt, kiest beter
voor levendige plaatsen als Kuta en Legian: de twee meest bevolkte en
dus drukste badplaatsen. Waterpretparken, McDonalds (levering tot aan je
hoteldeur inbegrepen), KFC, Hard Rock Café, lunaparken en grote
shoppingcentra gevuld met gadgets (namaak en echt): de moed zakt je als
ouder misschien al in de schoenen, maar voor de meeste pubers is dit het
idee van de ideale vakantie.
Watersport Niet
te vergeten: Bali is ook een surfparadijs, dus wie weet kan je je
pubers overtuigen zich in te schrijven in een van de vele surfscholen
langs het strand van Kuta, dat overloopt in Legian. Voor het geld moet
je het niet laten: voor amper 10 euro boek je al een halve dag surfles
met materiaal. Andere betaalbare waterpret: parasailing, kitesurfen en
jetski. Tot slot telt Bali ook een aantal pretparken, zoals Waterbom en
Kuta Green Park. Hier betaal je als toerist wel 50% meer toegangsgeld
dan de lokale bevolking, maar dat is met een gemiddelde van 1,5 euro nog
steeds een lachertje.
Praktisch Vluchten:
bij de meeste maatschappijen vliegen kinderen tot 2 jaar gratis op de
schoot van de ouders. Kies voor comfort bijvoorbeeld bij Singapore
Airlines (vanaf 900 euro per persoon) of rechtstreeks met KLM.
Logeren:
standaardkamer met ontbijt in gezinshotel (bv. Peneeda View Resort in
Sanur): ± 210 euro per persoon als de kinderen op de kamer slapen.
Inbegrepen: luchthaventransfers en drie dagexcursies naar de
belangrijkste bezienswaardigheden met chauffeur.
Totaalprijs: voor 2 volwassenen en 2 kinderen gratis (dus jonger dan 2 jaar): vanaf 2.220 euro.
Luxepaardjes Hoewel
zuidelijke badplaatsen als Nusa Dua en Sanur bekend staan voor hun
internationale tophotels (prijskaartje: minstens 170 euro per nacht) die
zich in één lange strook naast het strand hebben gevestigd, vind je met
gemak luxe over heel het eiland. In Seminyak, een paar kilometer ten
noorden van Kuta, vind je kleinere maar erg trendy boetiekhotels,
stijlvol ingerichte restaurants en loungeclubs.
Het oord wordt
druk bezocht door de expatgemeenschap van Bali en is the place to be
voor hippe vogels, die ontbijten in tentjes zoals Cornerstone in de
bekende Jalan Oberoi-straat.
Hier zijn ook de beste restaurants
van het eiland gevestigd, en de twee grootste en bekendste clubs van het
eiland: de legendarische KuDeTa en Potato Head. Dit is de habitat van
de iets kapitaalkrachtigere toerist die met een cocktail van 7 euro (een
fortuin in Bali) in de hand en loungemuziek op de achtergrond van de
zonsondergang geniet. Potato Head Beach Club is zo mogelijk nog groter
en spectaculairder en heeft naast drie restaurants ook een beach club
met verlicht zwembad en sinds kort een eigen boetiekhotel.
Dure alcohol Niet
onbelangrijk: hoewel het zelf hindoeïstisch is, behoort Bali tot
Indonesië, het grootste moslimland ter wereld. Het gevolg is dat de
prijzen van geïmporteerde alcohol de pan uit swingen. Zo betaal je in
betere restaurants al snel 50 euro voor de goedkoopste wijn.
Daartegenover
staat dat elke fashionista in Seminyak haar hart kan ophalen in de
talrijke, wederom westers gerunde boetieks. Peperduur naar Balinese
normen, maar voor ons vergelijkbaar met ketens als Zara en Mango.
Evenals op de drukste winkelplekken op Bali kan je ook hier een pak
volledig op maat laten maken. Vanaf 100 euro heb je al een kostuum met
twee hemden. Goed om weten: in Seminyak zijn de winkels open tot tien
uur 's avonds, je hoeft er dus geen streepje daglicht voor te laten.
Designvilla's Wie
het écht breed wil laten hangen, kan in deze regio in de mooiste
villa's logeren. Deze designparels, opgetrokken uit marmer en hoog
ommuurd, zijn eigendom van steenrijke Chinezen en Japanners of
Amerikaanse miljonairs en Saoedische oliebarons. Ze worden verhuurd via
plaatselijke immokantoren of rechtstreeks van de eigenaar op websites
zoals Booking.com en Asiarooms.com voor bedragen die oplopen tot 25.000
euro per week! Daarvoor krijg je wél een zwembad met poolboy, vijf
badkamers, een tuinman, butler, schoonmaakster, kok, nanny,
privé-security, een auto met chauffeur... Gelukkig zijn er ook villa's
te huur voor meer schappelijke prijzen. Sommigen liggen midden in een
rijstveld: ecologisch onverantwoord, maar het blijft een unieke
ervaring!
Praktisch Vluchten:
Singapore Airlines (vertrek Brussel of Amsterdam) vanaf 900 eurp per
persoon met tussenstop in Singapore. Rechtstreeks met KLM
(Amsterdam-Bali) vanaf 995 euro.
Logeren: 3
nachten luxesuite in een vijfsterrenresort (zoals Komaneka Bisma in
Ubud) gecombineerd met vier nachten in een exclusieve privévilla met
zwembad (bijvoorbeeld The Balé): 1.260 euro per persoon (logies +
ontbijt, transfer luchthaven-hotel, drie dagexcursies naar de
belangrijkste bezienswaardigheden met gids en privéchauffeur). Vanaf
2.160 euro per persoon.
Pakketreizigers Geen
gedoe, lekker genieten en jezelf achterover in een aircobusje tot in
alle hoeken van Bali laten brengen onder begeleiding van een
Nederlandstalige gids: de meeste reizigers kiezen nog steeds voor een
totaalpakket omdat je zo de toeristische bezienswaardigheden in alle
comfort bezoekt en tegelijk geniet van de luxe en rust van de betere
hotels. Zowat alle grote touroperators bieden pakketreizen naar Bali
aan, al dan niet met excursiepakket, maar dé specialist terzake is
GoBali (GoBali Travel).
Gezien
het uitmuntende culinaire aanbod binnen elk budget mijd je beter
all-informules en kies je voor halfpension. Wie over een iets hoger
reisbudget beschikt, kan een reis op maat laten maken door een
gespecialiseerd reisbureau met eventueel een auto met chauffeur. Ook fly
& drive-formules zijn via de betere reisadviseur beschikbaar, maar
gezien het hectische verkeer in Kuta en Denpasar rijd je beter niet
zelf.
Wie houdt van wellness en massages kan voor belachelijk
lage prijzen (vanaf 5 euro per uur voor een massage!) terecht in een van
de talrijke massage- en schoonheidssalons. Laat je dus niet overhalen
om dit tegen een meerprijs in je reispakket op te nemen.
Doe het zelf Zelf
reisagent spelen en je pakket samenstellen met vluchten en hotels via
internet en met een goede reisgids bij de hand, is natuurlijk ook een
optie. Wie het geduld heeft om een paar uur uur te surfen (bijvoorbeeld
op booking.com en asiarooms. com, kan 10% besparen op de vlucht en soms
tot 70% op overnachtingen! De hoogste korting krijg je bij nieuwe hotels
of via 'deals'.
Op datzelfde internet kan je ook betaalbare
huizen boeken, vaak verhuurd door westerlingen, al dan niet via
gespecialiseerde immosites. Een beetje digitaal zoekwerk levert al snel
een huis op voor 500 euro per week, zij het dan wel net buiten het
hoogseizoen en de drukke plaatsen.
Om een vliegtuigticket te
scoren voor een correcte prijs, negeer je beter de zoekmachines die
beweren de goedkoopste vluchten van de maatschappijen te groeperen. De
ervaring leert ons dat de sites van de vliegtuigmaatschappijen zelf
gebruiksvriendelijker én goedkoper zijn.
Vluchten:
vanaf 750 euro met Cathay Pacific (Amsterdam via Hong Kong), Qatar
(Brussel via Doha) of Malaysian Airlines (Brussel via Amsterdam, Kuala
Lumpur)
Praktisch Logeren:
vanaf 350 euro per persoon voor 7 nachten in middenklassehotel
(bijvoorbeeld Ramada Benoa in Benoa), kamer met ontbijt. Inclusief drie
dagexcursies met gids en transfer van en naar de luchthaven, maar zonder
massages en spa's: vanaf 1.000 euro per persoon.
Shoppingtips van een insider Bali
is een winkelparadijs voor elke toerist. Belangrijk om te weten:
behalve in de chique boetieks met vaste prijzen is afbieden een must.
Tip
1: Wacht met shoppen tot je wat kleur hebt. Balinezen schatten aan de
hand van je huidskleur in hoelang je al in het land bent en of je dus
nog veel of weinig geld hebt of de prijzen al kent.
Tip 2: Begin elke onderhandeling door de prijs te halveren.
Tip
3: Ochtendshoppen kan voordelig zijn. Bijgelovig als ze zijn, geloven
Balinezen dat de eerste klant van de dag geluk brengt voor de rest van
de dagverkoop. Kijk niet verbaasd op als de verkoper met het geld op
zijn waren slaat; het is zijn manier om de goden te bedanken voor die
eerste verkoop.
Tip 4: Op de markt communiceren marktkramers door
middel van de kleur van de plastic tasjes waarin ze je aankoop
opbergen. Elke kleur heeft een betekenis. Zo zegt een zwart zakje: "Dit
is een goede onderhandelaar", zo weet de volgende verkoper hoe hij je
moet aanpakken.
Tip 5: Ook al is het voor westerlingen vreemd om
te onderhandelen bij het shoppen, bekijk het als een spel en blijf
vriendelijk en rustig. Wie het hardst lacht, betaalt het minst!
Het 'oehoehoe' van de midwinterhoorn klinkt weer als wolfgehuil over Twentse akkers.
Hoe kun je het klaaglijke geluid van demidwinterhoorn uitleggen?
Het 'oehoehoe' van de anderhalve meterlange houten hoorn die in Twente
en de Achterhoek op de eerstezondag van de Advent uit de put wordt
gehaald om er 's avonds bijde schemering op te blazen.
Dit blazen gebeurt alleen in de adventstijd,
verteltmidwinterhoornblazer Henk Steggink uit Rossum bij
Oldenzaal.Omdat de blazers de geboorte van het kerstkind aankondigen.
Datis niet altijd zo geweest. De traditie gaat terug tot de Keltenen de
Germanen. Midden in de donkerste periode van het jaar -vandaar de naam
midwinterhoorn- joegen onze voorvaderen met hetsonore geluid de boze
geesten van het erf en keerden zij dewinterse duisternis.
En in
tijden van oorlog gebruikten de Germanen de hoorn vanhet oerrund -de
voorloper van de houten hoorn- alsintimidatiemiddel, weet Steggink. Ten
bewijze voert hij deRomeinse geschiedschrijver Tacitus op, die bij de
beschrijvingvan de slag in het Teutoburgerwoud (9 na Chr.) van
het'angstaanjagende geluid van de hoorns' rept. De Romeinen noemdenons
de Tubanti, wat hoornblazers betekent. Daar is later hetwoord Twente van
afgeleid.
Na de kerstening werd het Germaanse gebruik ingepast
in hetchristelijk geloof en ging het niet meer om de komst van hetlicht
maar van het Christuskind. Zeker is dat het karakteristiekeinstrument
voor het eerst te zien is in een christelijke context,en wel in een
illustratie bij psalm 150 die rond het jaar 800wordt gedateerd.
Traditiegetrouw
speelt maar één blazer tegelijk. Vaak staande blazers in groepjes en
reageert iemand van de ene groep op hetgeblaas van een ander. Maar
prachtige melodieën hoeft deluisteraar niet te verwachten; het
hoorngeschal kent weinigklankvariatie. Bij het bespelen van het
instrument bolt debloazer zijn wangen en door steeds harder te blazen,
bereikt hijde hoogste van de vijf tot zeven natuurtonen die de
hoornvoortbrengt. Dan is de lucht op en komt hij weer terug bij
degrondtoon.
Op dit traditionele patroon - 'n oald'n roop genoemd -
wordthier en daar gevarieerd, al is dat bepaald niet naar ieders
zin.Felle tegenstanders van de tierelantijnen zweren bij 'n oald'nroop.
Ook Steggink geeft daar de voorkeur aan. De oald'n roopklinkt als
wolvengehuil en gaat door merg en been. Je moet welecht kracht zetten
bij het blazen, maar dan hoor je het ook inde wijde omtrek.
Hij
wijst erop dat door dat krachtige geluid de midwinterhoornvan oudsher
tevens een communicatiemiddel was van boeren, herdersen nomaden. In de
18de eeuw bijvoorbeeld, toen katholiekeerediensten niet werden
getolereerd in Twente. Wanneer de Drostrondreed op zoek naar illegale
misvieringen, waarschuwden dekatholieke boeren elkaar met de
midwinterhoorn. En in deAchterhoek werd op de hoorn geblazen wanneer
smokkelaars actiefwaren en de douane ze op het spoor dreigde te komen.
Het
maken van een midwinterhoorn is handwerk. Overlangsdoorgesneden elzen-,
wilgen- of berkenstammetjes worden uitgeholden weer aan elkaar geplakt.
Oorspronkelijk legde men een rietenbies tussen de twee helften, waarna
ze met wilgentwijgen ofbraamstengels werden vastgebonden. Vervolgens
werd de hoorn inde put gelegd. Door het water zet de bies uit en blijven
de tweehelften aan elkaar zitten. Steeds meer hoornmakers
gebruikenechter moderne lijm. Ook Steggink, die -waarschijnlijk als
enige-zelfs gekuipte hoorns maakt: hoorns vervaardigd uit houtenduigen,
net zoals wijnvaten en biertonnen. Dat is niks nieuws,vóór de oorlog
gebeurde dat ook al. Het voordeel is dat je ergeen bomen voor hoeft te
kappen, wat vaak illegaal gebeurt.Bovendien blazen ze makkelijker en
beter.
De hoorn kan niet gestemd worden. Daardoor is het
mondstuk,gemaakt van eenjarig vlierhout, enorm belangrijk. Dit
mondstuk,ook wel happe of spool genoemd, verschilt dan ook per persoon.
De
eeuwenoude traditie van het hoornblazen is weerspringlevend. Aan het
begin van de jaren vijftig van de vorigeeeuw was dat wel anders. De
enkele hoorn die toen nog op deze ofgene boerderij aanwezig was, stond
meestal doelloos naast de put.Met een wedstrijd tussen het handjevol nog
praktiserende blazerskwam daar verandering in. Het enthousiasme groeide
gestaag en menblies niet meer alleen boven een put, waarin de hoorn nat
werdbewaard, maar ook vanaf kerktorens en tijdens kerstmarkten.
Dat
laatste ging sommigen evenwel te ver, omdat het niets meermet 't old
gebroek te maken had. Een jaarlijksemidwinterhoornwandeling maakte een
einde aan het commerciëlegeblaas bij hotels en op markten. Dat was in
1984 en sindsdienwordt er elk jaar een wandeling georganiseerd, steeds
door eenandere lokale vereniging. Duizenden wandelaars komen op
hetevenement af. Lopend over de glooiende akkers van Twente (en ookin de
Achterhoek is de traditie van het midwinterhoornblazen weertot bloei
gekomen) luistert men naar het hoorngeschal datkilometers ver draagt.
Vooral als het stevig vriest.
Deze 13de-eeuwse burcht kwam voor in films als Highlander en The World is not Enough.
Sinds half oktober kan je niet alleen vanuit Charleroi rechtstreeks
vliegen naar Edinburgh, maar ook vanuit Brussel. Daarmee wordt de
Schotse hoofdstad dé uitvalsbasis voor een route die het mooiste bundelt
van het noorden van het Verenigde Koninkrijk.
Edinburgh
Isle of Skye
Strathisla Distillery
Boven Edinburgh, op een uitgedoofde vulkaan van 135 meter hoog, torent
een van de pronkstukken van de stad: Edinburgh Castle. Een toegangsprijs
van £16 (20 euro) is niet goedkoop, maar je krijgt zeker waar voor je
geld. Zelfs met een oppervlakkig bezoek ben je uren zoet. Hoogtepunten
zijn de koninklijke vertrekken, en in het bijzonder de Great Hall, waar
feesten en ceremonies werden gehouden. Mis ook het grote kanon en de
zaal met de Schotse kroonjuwelen niet. Die zijn ouder dan de Britse en
je ziet er ook de Stone of Scone, de steen waarop de Schotse koningen
werden gekroond. Daarnaast vind je er meerdere militaire musea en
expo's, onder meer over de politieke gevangenen die in het kasteel
verbleven. Bij een eerste bezoek is het niet evident om het overzicht te
bewaren en daarom kun je beter voor een geleid bezoek opteren. Dat zit
in de prijs inbegrepen.
Aan het kasteel begint ook de Royal Mile,
een parelsnoer van historische gebouwen, fish- en chipsrestaurants,
koffiebars en souvenirwinkels. Loop zeker even binnen in de de Saint
Giles Cathedral, die bekend is om de kapel van de Orde van de Distel, de
belangrijkste Schotse ridderorde. Verlaat ook af en toe de hoofdstraat
om een van de vele 'closes', pittoreske steegjes, te ontdekken. De Royal
Mile eindigt bij het Palace of Holyrood House, de officiële residentie
van de koningin als ze Edinburgh bezoekt. Als het paleis niet in gebruik
is, kan het worden bezocht. Koop bij voorkeur een combiticket (£15,10)
met The Queen's Gallery, waar wisselende expo's uit de koninklijke
kunstcollectie te zien zijn. Het paleispark is evenzeer een bezoek
waard, omdat je er nog ruïnes vindt van de vroegere abdij.
Havenwijk Met
New Town en het hogergelegen Old Town telt Edinburgh twee stadsdelen
die beschermd zijn als werelderfgoed, maar het is Old Town - met zijn
levendige kasseistraatjes - dat het meest fascineert. De Grassmarket is
een supergezellig pleintje waar eeuwenlang de wekelijkse markt werd
gehouden. Tot in de jaren 80 vormden Grassmarket en het aangrenzende
Victoria Street een verpauperde wijk, maar vandaag barst het van de
trendy winkels, pubs en studentenhuizen. In het lager gelegen New Town
moet je absoluut naar Charlotte Square afzakken, dat geheel omringd is
door Victoriaanse gebouwen. Via Princes Street wandel je naar het Walter
Scott Memorial, een Victoriaans monument opgedragen aan de schrijver
van heldenverhalen als Ivanhoe en Rob Roy.
De havenwijk Leith,
iets buiten het centrum, is in no time een van de levendigste stadsdelen
geworden. Tussen de tientallen bars, pubs en restaurants is het
moeilijk kiezen. The Honours is de brasserie van sterrenchef Martin Wishart, en The Ship on The Shore
is misschien wel het beste visrestaurant van Schotland. Voor een
gezellige pub-avond is The King's Wark, aan The Shore, nog steeds the
place to be. Mis ook The Royal Yacht Britannia niet. Dit luxejacht werd
tot in de jaren 90 gebruikt door de Queen en haar gevolg, en ligt
sindsdien permanent aangemeerd in Leith als museumschip. Je kan het
schip in eigen tempo bezoeken (£11,75) met een audiogids. Ook in het
Nederlands!
Bruggen Verlaat Edinburgh via de
Forth Road Bridge: dan heb je een prima uitzicht op de eerste stalen
brug ter wereld: de Forth Rail Bridge. Het duurde van 1883 tot 1890 om
dit 2,5 kilometer lange gevaarte te bouwen. Op deze route krijg je ook
de pracht van de Ochils te zien, met indrukwekkende valleien en
vergezichten. Golfliefhebbers moeten halt houden in het wereldberoemde
Gleneagles Hotel in Auchterarder, dat liefst vier golfterreinen telt.
Het hotel beschikt zelfs over een eigen treinstation! Iets ten oosten
ervan, in Scone Palace, werden meer dan veertig koningen gekroond, tot
de kroningssteen in 1296 naar Londen werd vervoerd. We zijn vooral onder
de indruk van de collectie ivoren voorwerpen en het porselein uit
Sèvres. Opmerkelijk is ook de Grote Koninklijke Galerij, waar de
koninklijke familie in ijsvrije tijden curling speelde. Die sport is
overigens een Schotse 'uitvinding' uit de 16de eeuw.
Harry Potter Daarna
gaat het noordwaarts naar Pitlochry, waar de kleinste distilleerderij
van Schotland staat te pronken in een lieflijk valleitje. Maar wat The
Edradour écht de moeite maakt, is dat je er het productieproces kunt
volgen. Slechts twee mannen brouwen er zo'n twaalf vaten whisky per
week.
De volgende stop ligt een eind verderop. In Glenfinnan
staat een monument voor de Highlanders die in 1745 ten strijde trokken
tegen de Britten om de rooms-katholieke Stuarts weer op de Britse troon
te brengen. De opstand draaide uit in een fiasco en als wraak werd het
dragen van tartan, het spelen van de doedelzak en het spreken van Gaelic
verboden in Schotland. Vanboven op het monument kijk je uit op een
prachtig viaduct waarover een stoomtrein dendert. Liefhebbers herkennen
meteen de Hogwarts Express van Harry Potter. Je kan het uurschema op
voorhand raadplegen zodat je op het juiste moment ter plaatse bent om
foto's te maken. In Mallaig vertrekt de ferry naar het Isle of Skye. Je
kan best op voorhand via internet (Calmac Bookings)
een overtocht boeken. De prijs is sterk afhankelijk van de gekozen
datum en vertrekuur, maar reken op zeker £30 voor een auto met twee
passagiers. Isle of Skye heeft als bijnaam 'eiland der nevelen' en je
moet inderdaad veel geluk hebben om blauwe lucht te zien. Toch is het
leuk om te toeren tussen heidevelden en veenderijen, en je te laten
verrassen door de schapen die achteloos de weg oversteken.
We
laten het eiland achter ons via de brug en belanden bij een 'highlight'
van Schotland: Eilean Donan Castle in Kyle of Lochalsh. Die 13de-eeuwse
burcht werd in het water gebouwd om Scandinavische piraten de toegang
tot het meer te belemmeren. In 1719 werd het slot bijna volledig met de
grond gelijkgemaakt toen Engelse aanvallers de kruitvoorraad lieten
ontploffen. De ruïne werd vanaf 1913 heropgebouwd en nadien opengesteld
voor het publiek (£6). De burcht is alleen te bereiken via een stenen
brug en dankzij de prachtige ligging is het een van de meest
gefotografeerde kastelen van Schotland. Filmfreaks herkennen het uit
Highlander, Entrapment en de Bond-film The World Is Not Enough. Het
interieur is hersteld in zijn middeleeuwse staat, maar gevuld met
meubels uit begin 20ste eeuw.
Meer van Nessie We
verlaten de begane paden en rijden richting het water, waar we
aangenaam verrast worden door enkele charmante dorpjes. Plockton, aan de
oevers van het Loch Carron, is een schilderachtig stadje dat tal van
schilders aantrekt vanwege de palmbomen die hier groeien. Volgens veel
Schotten is het een van de mooiste dorpen langs de noordwestkust, mede
te danken aan het gezellige jachthaventje. Wie in de buurt is, kan niet
om een bezoek aan Loch Ness heen. Het meer is zeker niet het mooiste van
Schotland, maar wel het meest mythische. Je kunt er een boottocht maken
langs de ruïnes van Urquhart Castle, terwijl de kapitein weetjes spuit
over Nessie.
De volgende halte brengt ons meer noordwaarts, in
een regio die bekend is vanwege de Malt Whisky Trail. Maar voor het
zover is, houden we even halt in Elgin voor de knappe 19de-eeuwse
gebouwen. Bezoek ook de ruïnes van Elgin Cathedral, een gotische
kathedraal die de Reformatie niet overleefde. Elgin heeft ook een
bruisend nachtleven, met exotische restaurants en uitstekende foodpubs
zoals Sunninghill Hotel en Bijou Café.
Maar dan is het
whiskytijd! Stap je maar één distilleerderij binnen, kies dan de
Strathisla Distillery in Keith, gebouwd in 1786 en de oudste nog actieve
distilleerderij van Schotland. Hier wordt onder meer de wereldberoemde
Chivas Regal gemaakt. Na de rondleiding volgt een proeverij van drie
whisky's. Met een inkomprijs van amper £6 is dat een uitstekende
prijs-kwaliteitsverhouding.
Onze laatste stop is Aberdeen, de
derde grootste stad van Schotland. Een vrij onbekende buurt is Fitdee
('Footdee' staat op de bussen), een charmante visserswijk aan de monding
van de Dee. Wat meteen opvalt, is dat alle huizen hier met de
achterkant naar de zee staan. In het historische centrum doet Aberdeen
haar naam van granietstad alle eer aan, want in de zon krijgt de
natuursteen een zilveren glans. De vele parken en bloemen maken van
Aberdeen een aangename stad om je reis af te sluiten.
Logeer in een kasteel In
Schotland leefden de clans lang op voet van oorlog. Daarvan getuigen de
honderden kastelen in deze streek. Sommige zijn vervallen tot ruïnes,
andere worden nog bewoond door de clans en nog andere zijn omgevormd tot
hotel. Zo is er Aldourie Castle and Estate (Aldourie Castle),
op de zuidoever van Loch Ness. Dit prachtige kasteel telt 15 luxekamers
(hoge prijsklasse) en op het domein bevinden zich ook cottages voor wie
langer wil blijven. Meer kastelen op Celtic Castles.
Praktisch Erheen: Op 28 oktober start Brussels Airlines
met rechtstreekse vluchten naar Edinburgh, zesmaal per week (heen en
terug). Vanaf volgende zomer komen er zelfs twee vluchten per dag.
Retourtickets vanaf 99 euro, taksen inbegrepen.
Wie niet opkijkt tegen een overstap in Londen, kan opteren voor British Airways of Cityjet.
British Airways vliegt vanuit Londen naar Edinburgh en Aberdeen.
Cityjet heeft vluchten vanuit London City naar Edinburgh en Dundee. Je
vertrekt dan in Antwerpen, waar gratis parking is en je geniet van
ultrakorte instaptijden.
Beste periode: Hou rekening met regen en/of bewolking in élk seizoen van het jaar. Herfst: 10-15 °C. - Klimaatinfo.
Rondreizen: Een huurwagen met verblijf in hotels onderweg kan je onder meer boeken bij Gallia of Buro Scanbrit. Een begeleide busrondreis kan je boeken bij VTB Reizen of de reisagent.
Onze stops Edinburgh-Auchterarder: 72 km Auchterarder-Pitlochry: 60 km Pitlochry-Mallaig: 184 km Mallaig-Kyle of Lochalsh: 44,3 km Kyle of Lochalsh-Plockton: 10 km Plockton-Elgin: 179 km Elgin-Keith: 27 km Keith-Aberdeen: 78 km Aberdeen-Edinburgh: 2