Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Er gaat niets boven het werpen van bewonderende blikken op de skyline van een wereldstad vanuit
het vliegtuigraam op het moment dat de landing is ingezet.
Cheapflights.com pikte er de meest impressionante voor ons uit. Kortom
ziehier tien iconische skylines waar toeristen terecht mee dwepen.
1. Hongkong
Hongkong
telt meer wolkenkrabbers en inwoners die minstens veertien verdiepingen
hoog wonen dan elke andere wereldstad. De indrukwekkende skyline lijkt
wel iedere dag te wijzigen en vormt een boeiend schouwspel.
2. New York
Als
je aan skylines denkt, kan je natuurlijk niet voorbij aan New York
City. De Empire State Building, de Chrysler Building, de Metlife
Building, ... Moeten we nog doorgaan? Adembenemende vergezichten te
over, vanop de Brooklyn Bridge of aan de Hudson rivier. Aan jou de keuze.
3. Sydney
Er
zijn weinig gebouwen te vinden met dezelfde iconische uitstraling als
het Sydney Opera House. De wonderlijke constructie aan de Parramatta
vormt het middelpunt van de skyline van deze Australische stad. Gewoonweg niet te missen!
4. Rio de Janeiro
Het symbool van Rio is zonder twijfel het enorme standbeeld van Christus de Verlosser, dat vanop de Corcovado berg uitkijkt over de indrukwekkende miljoenenstad omringd door natuurwonderen.
5. Parijs
De skyline van Parijs moet het duidelijk niet hebben van de wolkenkrabbers maar wel van enkele magische iconen zoals de Eiffeltoren en de Sacré Coeur.
6. Chicago
Vanop het water kan je de skyline van Chicago het best bewonderen. De Willis Tower, de Hancock Building en de Navy Pier zijn allemaal even bijzonder.
7. Dubai
Dankzij de oliedollars is de ontwikkeling van Dubai in een stroomversnelling gekomen. Dat wordt ook weerspiegeld in de skyline met de Burj Khalifa als imponerend hoogtepunt.
8. Kuala Lumpur
De impressionante Petronas Towers, die 's avonds sfeervol in het licht baden, zijn zonder twijfel de blikvanger van deze uitermate boeiende skyline van de hoofdstad van Maleisië.
9. Shanghai
De skyline van Shanghai
valt op door de diversiteit aan gebouwen waar zoal Art Deco,
neoclassicisme en traditionele architectuur een plaatsje gevonden
hebben.
10. Moskou
De skyline van Moskou reflecteert de boeiende historiek van de
stad en is eigenlijk ongeëvenaard. Als bezoeker maak je een reis
doorheen de tijd waarbij oude gebouwen moeiteloos lijken aansluiting te
vinden met moderne architectuur.
Tijdens de nazomer heb je de Ardèche voor jou alleen
Het dorpje Balazuc lijkt wel uit de kalkstenen rotsen gehakt en leunt aan tegen een steile helling die uitkijkt over de Ardèche.
De Franse Ardèche is 's zomers erg populair, maar verken de streek
ook eens in de nazomer. Dan heb je de parels van dorpjes en prachtige
natuur voor jou alleen.
Kaart Ardèche
Het uitzicht op het terras van Château de Balazuc is verbluffend. Een
overnachting voor twee met ontbijt heb je hier vanaf 130 euro.
De Picondonkaas van Belg Christian Moyersoen, die een AOC-kwaliteitslabel draagt.
Château Clement in kuuroord Vals-les-Bains. Er zijn vijf kamers, een loft en appartement in ondergebracht.
In de late zomer ben je vrijwel alleen als je als toerist door de nauwe straatjes van Voqüé slentert.
De Ardèche wordt vaak in één adem genoemd met de Provence, maar dat doet
deze streek wat onrecht aan. Wie door het landschap rijdt, denkt eerder
aan Corsica vanwege de impressionante rotsformaties, gevormd door
vulkanische activiteit en erosie. De Ardèche slingert zich als een brede
ader door de kalkstenen dalen, wat machtige uitzichten oplevert.
Tuffend van dorpje naar dorpje geniet je het meest van de natuur, die
zich in de nazomer en de vroege herfst stilaan in diepe kleuren hult.
Start:Privas en het dorp van Jean Ferrat Onze
tocht start in Privas, op ongeveer 870 km rijden van Brussel, maar de
makkelijkste manier om in de Ardèche te geraken is met de tgv van
Brussel-Zuid tot in Valence, amper vier uur sporen. Van daaruit is het
nog 40 km rijden. Privas zelf, met zijn 15de-eeuwse brug, is niet
bepaald een hoogvlieger, maar toch voel je dat je in Frankrijk bent,
vanwege de bouwstijl, de vele passanten met stokbrood onder de arm en
het tragere levensritme. Dat ligt nog een pak lager 36 kilometer
verderop, in het charmante, op een vulkanische rots gelegen
Antraigues-sur-Volane. Ooit speelden Georges Brassens, Jacques Brel en
Jean Ferrat hier samen jeu de boules. Misschien is het zelfs door hen
dat er nu een bordje hangt om te waarschuwen dat petanque verboden is na
middernacht.
Jean Ferrat is zonder twijfel de beroemdste inwoner
van Antraigues en elk winkeltje verkoopt cd's, postkaarten en posters
van de chansonnier, die in 2010 overleed. In 1964 schreef hij hier de
hit 'La Montagne', bij ons bekend als 'Het Dorp' van Wim Sonneveld. Het
lied, over de leegloop van de dorpen van de Ardèche, was een emotionele
liefdesverklaring aan Antraigues, waar hij ook een tijdlang burgemeester
was. Op het kerkhof stuiten we op het graf van Jean Tenenbaum, Ferrats
echte naam. "Quelle est belle ta montagne", staat er op een
herinneringsplaat tussen de bloemen. Kijk rond en je kan niet anders dan
hem gelijk geven...
Na 9 km: Kuuroord Vals-les-Bains Net
voor het riviertje de Volane de grote Ardèche ontmoet, vind je
Vals-les-Bains, een kuuroord met tal van bronnen, een casino en een
fabriek waar bronwater wordt gebotteld. Hier kom je vooral om te
ontspannen, maar er zijn ook tal van goede restaurants aan het water,
zoals 'Le Carré des Maîtres', dat ook een wijnbar is. Bij goed weer kan
je op het terras zitten met uitzicht op het kabbelende riviertje.
Overnachten doen we in een charmant 19de-eeuws kasteeltje boven op een
heuvel (Chateau Clement,
vanaf 170 euro voor twee personen met ontbijt). De vijf kamers, één
appartement en één loft zijn knap ingericht, het ontbijt is erg lekker
en je kan gebruikmaken van de hamam en de twee zwembaden.
Na 6 km: Kastanjestad Aubenas Wat
verderop, in Aubenas, staat de fabriek van Sabaton, de meest vermaarde
producent van 'marrons glacés' (gekonfijte kastanjes) en 'crème de
marron' (kastanjepasta). Ooit redde de kastanje de inwoners van de
Ardèche van de hongersnood, maar nu is het een luxeproduct met een eigen
AOC-merk. Vooral de gekonfijte kastanjes zijn een delicatesse die één
voor één met de hand worden ingepakt. De productie vindt plaats vanaf
eind oktober, na de oogst, maar allerlei vruchtenconfituren en crème de
marron worden hier het hele jaar door gemaakt.
Na 10 km: Vogüé en Balazuc, fotogenieke dorpjes Vanuit
Aubenas is het 10 km zuidwaarts naar Vogüé, een plaatsje dat geregeld
opduikt in lijstjes met de charmantste dorpen van Frankrijk en
gedomineerd wordt door het kasteel van de gelijknamige familie. De
Vogüés waren een van de machtigste geslachten van 'Vivarais', zoals het
departement Ardèche vroeger heette. Door de talrijke verbouwingen blijft
er niet veel meer over van het middeleeuwse kasteel, maar het gebouw is
al bijna 1.000 jaar in handen van dezelfde familie. Nog eens 10 km
verder en niet te missen is Balazuc, een dorp dat uit de rotsen lijkt te
zijn gehakt en aanleunt tegen een steile helling die uitkijkt over de
Ardèche. Van bovenaf lijkt het volledig te bestaan uit daken. Trek wat
tijd uit om de steegjes, winkelvrije straatjes, de fraaie Romaanse kerk
en doodlopende arcades te ontdekken.
Maak vanuit het stadje zeker
ook een wandeling naar het gehucht Le Viel-Audon aan de rivieroever. In
de 19de eeuw verlieten de dorpelingen hun huizen om te gaan wonen in
het hogergelegen deel van Audon, dichter bij de zijderupsplantages. In
de jaren 70 ontdekten enkele inwoners van Aubenas de ruïnes en ze
besloten het gehucht nieuw leven in te blazen. Vandaag wonen er
permanent vijf (!) mensen in Le Viel-Audon. Er worden geiten en varkens
gekweekt, kaas gemaakt en groenten en fruit geteeld. En zo is de Ardèche
nog een mooi dorpje rijker...
Een unieke logeerervaring vind je in Château de Balazuc,
boven aan de rots, in luxekamers waarin natuursteen harmonieus
gecombineerd wordt met trendy details. Het resultaat is verbluffend, net
als het uitzicht op het terras. Er is zelfs een zwembad op het kleine
binnenpleintje waar je onder gewelven uit de 12de eeuw zwemt. Kamer voor
twee met ontbijt vanaf 130 euro.
Na 11 km: Largentière en zijn markt De
naam Largentière is afgeleid van 'argentaria', de mijnen waar al sinds
de Romeinse periode zilverlood werd gewonnen. Later kreeg de stad
rechten om geld te slaan en die weelde vertaalde zich in de bouw van
fraaie gebouwen, zoals het stadhuis (deels in renaissancestijl), de
gotische kerk en burgerhuizen. Een van de oude stadspoorten bleef
intact, en ook de nauwe geplaveide straatjes flitsen je terug in de
tijd.
Probeer op dinsdag naar Largentière te komen om rond te
slenteren over de uitgebreide markt, inkopen te doen en allerlei lekkers
te proeven.
Voor een heerlijke nazomerlunch op een terras naast een fonteintje of in de zon naast een zwembad, moet je naar hôtel Le Chêne Vert in Rocher, op 5 minuten rijden van Largentière.
Na 21 km: Picadon in Planzolles In het kleine Planzolles ontmoeten we Christian Moyersoen, een Belg die al meer dan twintig jaar pikante Picodon-geitenkaas
maakt. "Ik heb zelf zo'n 120 geiten en koop ook kwaliteitsmelk van
andere producenten, om zo tot een Picodon te komen die een AOC-label
heeft", legt Christian uit. Deze zomer opende hij samen met een aantal
andere Picodon-makers boven zijn zaak een exporuimte waar jong en oud
kan zien hoe deze lekkernij uit de Ardèche wordt gemaakt.
Wie
niet genoeg krijgt van streekspecialiteiten, kan op weg naar Planzolles
stoppen in Joyeuse, waar het 'Musée de la Châtaigneraie' is gevestigd.
Na 28 km: Gorges de l'Ardèche Op
naar het bekendste stukje van de Ardèche: de Gorges de l'Ardèche. Dit
indrukwekkende kloofdal strekt zich 32 km lang uit tussen
Vallon-Pont-d'Arc en Aiguèze. Wil je niet met de kajak op verkenning,
dan kan je het vanuit de auto verkennen en halt houden aan de vele
uitzichtspunten. Die zijn allemaal spectaculair, maar stop zeker aan de
Belvédère du Serre de Tourre, waar je de overweldigende natuur perfect
in je kan opnemen, en de beroemde Pont d'Arc, een natuurlijke rotsbrug
over de rivier. Vlak bij de brug kan je slapen en eten in de nieuwe
Lodge du Pont d'Arc (Prehistoric Lodge, vanaf 95 euro). Het concept is uniek: je overnacht in tenten met alle comfort of het ecologische hoofdgebouw.
Dat
de Ardèche niet alleen een streek van water is, ontdekken we in
Bourg-Saint-Andéol, even ten noorden van de Gorges de l'Ardèche. De
Vlaamse Jessy leidt er samen met echtgenoot Roland en schoonmoeder
Jocelyne wijndomein Château Rochecolombe (tel. 0033/475 54 50 47).
Rolands overgrootvader, de Oudenaardse schrijver en componist Robert
Herberigs, kocht het kasteel in 1928 om er abrikozen te telen. Na de
Tweede Wereldoorlog plantten zijn kinderen wijnstokken in de plaats.
Vandaag beslaat het domein 24 hectare, goed voor 70.000 flessen rode,
witte en roséwijn per jaar.
Wil je overnachten bij een wijnmaker,
trek dan naar Domaine Notre Dame de Cousignac waar Raphaël Pommier
kenners en leken laat genieten van de omgeving vol druivenranken (tel.
0033/475 54 61 41). Eenvoudige kamers en prima ontbijt (vanaf 50 euro),
maar je komt hier vooral voor de rust en Raphaëls enthousiasme. Hij
wijst je ook goede restaurants in de buurt aan, zoals Le Prieuré in
Bourg-St-Andéol. Van hieruit terugkeren naar huis is simpel: de afstand
tot het station van Valence bedraagt 75 km.
Praktisch Erheen: Met de tgv vanuit Brussel naar Valence, dagelijks viermaal rechtstreeks. Heen en terug vanaf 58 euro. NMBS-Europe
Beste periode: september en oktober voor de herfstkleuren en temperaturen tot 23°C.
Wandelen in de omgeving van Alicante: de Serra Grossa
Als
eerste tocht na de zomerstop een niet al te lange en vrij eenvoudige
tocht op de Serra Grossa, de berg aan de noordkant van de stad Alicante.
Deze
wandeling leent zich bij uitstek voor een heldere dag want de
uitzichten zijn fantastisch. Door het zeewindje op de top is de
wandeling zelfs op warme nazomerdagen nog goed te doen.
Praktische informatie
Duur: 1,5 uur
Moeilijkheidsgraad: Eenvoudig
Beginpunt:
Over de snelweg (A-70) komend neemt u de afslag Alicante Norte en u
rijdt dan de N-332 op in de richting van Alicante-centrum. Als u al
over de N-332 reed, blijft u vanuit het noorden de doorgaande weg volgen
tot u uitkomt bij een aantal hoge gebouwen. Links van de weg staat de
oogkliniek Vissum, rechts de vruchtbaarheidskliniek IVI. Op dit punt
neemt u één van de rechter rijstroken zodat u de rotonde met de grote
fontein bereikt. Hier gaat u helemaal rond zodat u eigenlijk weer
terugrijdt richting noorden maar daarna gaat het meteen schuin rechts
van de doorgaande weg af. U rijdt nu evenwijdig aan de N-332 en passeert
een groot restaurant (Colonial), gaat aan het einde rechts en op een
rotonde die meteen daarna komt, linksaf. Op de volgende rotonde slaat u
rechtsaf en u parkeert rechts van de weg.
Komt u over de N-332
uit het zuiden, dan rijdt u tussen de haven en Explanada naar het
noorden en neemt even na het passeren van een driehoekige flat de
rechter-rijstrook. Op de rotonde van kliniek Vistahermosa gaat u heel
even rechtdoor en dan meteen schuin rechtsaf, u passeert het restaurant
en gaat dan verder zoals hierboven beschreven.
Wandeling
U
bevindt zich nu vlak naast de Serra Grossa, wat letterlijk de groffe
berg betekent. De Serra Grossa is dan ook de grootste van de drie
heuvels die er op het grondgebied van de stad Alicante liggen en die
alle drie een belangrijke rol speelden in de geschiedenis van de stad.
De meest noordelijke is de Tossal de las Manises, waarop de Romeinse
opgravingen van Lucentum liggen, de meest zuidelijke is de Benacantil,
waarop het Santa Bárbarakasteel ligt, en ertussen ligt de Serra
Grossa, waar vondsten uit de prehistorie zijn gedaan.
U loopt
een stukje verder over de weg waaraan u geparkeerd staat en ziet ter
hoogte van een zebrapad aan uw linkerhand een trapje. U kunt dit oplopen
en achter het door graffiti onleesbaar geworden informatiebord rechtsaf
slaan. Maar het is gemakkelijker om na de zebra nog een paar meter
verder te lopen en dan aan uw linkerhand het brede pad in te slaan waar u
even later een ketting ziet. Doet u het eerste dan komt u daar ook
terecht.
U passeert de ketting en gaat via een breed pad dat
tussen de dennenbomen doorloopt geleidelijk omhoog. De Serra Grossa is
slechts 161 meter hoog dus de klim is niet vermoeiend. Na enkele minuten
kunt u echter al over de nabije wijken uitkijken en met elke stap wordt
het uitzicht weidser.Het pad maakt een scherpe bocht en loopt nu
noordwaarts verder omhoog.
U
passeert de resten van een steengroeve en even later een oefenmuur van
rotsklimmers. Inmiddels kunt u al een heel eind het binnenland in kijken
en van de stad Alicante ziet u onder meer het voetbalstadion. Het pad
maakt nog een paar zigzag-bewegingen omhoog en u blijft steeds het
doorgaande pad volgen. Er zijn hier en daar wat smallere paden die
afslaan maar die negeert u.
Na een mooi stukje vlak langs een
rotswand maakt het pad nog een scherpe bocht en komt dan uit op een
grote open plek boven op de berg. U heeft nu uitzicht naar beide kanten
en kunt een stuk in de richting van de zee lopen om verder weg te kunnen
kijken.Voor onze route volgt u echter het pad dat verder zuidwaarts
loopt, ofwel met het binnenland aan uw rechterhand en de zee aan uw
linkerhand.
Vijf minuten na de grote open plek komt u bij een
tweede open plek. Ook hier kunt u een stukje naar links lopen voor een
extra mooi uitzicht, op bijvoorbeeld Cabo de Santa Pola en de haven van
Alicante. Aan deze kant gaat er ook een smal pad verder zuidwaarts, dat
na een paar minuten weer uitkomt op hetzelfde pad dat u net volgde.
U
loopt zuidwaarts tot u een half vergaan betonnen paaltje bereikt. Loop
nu nog een paar passen verder over de rotsen en ga dan eens even rustig
zitten. U heeft hier een fantastisch uitzicht op het Santa
Bárbara-kasteel, het grootste Middeleeuwse kasteel van Europa. Het ligt
recht tegenover u. Ook opvallend is de grote waterput die in de diepte
onder u ligt en die vroeger een grote rol speelde bij de
watervoorziening van de stad. En verder een tweetal steengroeven en het
Postiguet-strand.U loopt terug naar het paaltje en eventueel even naar
een groepje dennenbomen aan de linkerkant. Daar loopt een smal paadje
naar een andere kleine steengroeve, waar u een kijkje kunt nemen.
Tegenwoordig komt alle steen voor de gebouwen in Alicante van bergen
verder buiten de stad maar in de negentiende eeuw en de eerste helft van
de twintigste eeuw waren de steengroeven in de Serra Grossa heel
belangrijk.
U loopt via hetzelfde pad als van de heenweg
noordwaarts naar de eerste grote open plek. Daar aangekomen loopt u
verder noordwaarts, tussen enkele halfvergane betonnen paaltjes door. U
komt uit bij een breed grindpad dat u rechtsaf oploopt en gedurende
enkele tientallen meters gaat u naar beneden tot u weer bij een
splitsing komt, waar u links gaat. Het zal u opvallen dat hier veel
cipressen zijn aangeplant, die stammen nog uit de tijd dat de
steengroeven in gebruik waren.Op het pad waar u nu loopt, is het heel
stil. U hoort geen verkeer en is het ongelooflijk dat u dichtbij een
drukke hoofdstad loopt. Het pad stijgt weer een beetje en komt uit op
een prachtig uitkijkplekje waar u zich recht boven de Albufereta
bevindt. Links ziet u de Cabo de las Huertas en voor u de omstreden
flats die veel te dicht bij zee staan.
U vervolgt het pad en
komt na enkele tientallen meters een ander pad tegen. Het pad dat verder
rechtsaf naar beneden gaat leidt naar de Albufereta. U gaat echter
linksaf en na vijf minuten bij een muurtje met cipressen schuin
rechtsaf. Even later staat u weer op de grote open plek op de top. U
gaat hier rechtsaf naar beneden en bent in twintig minuten via hetzelfde
pad van de heenweg terug bij de auto.
In een dorpje in het hoge noorden van de provincie Groningen is een
voormalige gereformeerde kerk (vrijgemaakt) en pastorie van het
pittoreske dorpje Houwerzijl aan de rand van het Nationale Park
Lauwersmeer omgetoverd tot een uniek en veelzijdig
toeristisch-recreatief bedrijf met
de theeschenkerij met de meest uitgebreide theekaart ter wereld en
een geurige theewinkel,
Het is een vreemd idee dat je in de kerk gezellig een kopje thee kunt
drinken met een keuze uit 273 soorten thee.uit alle hoeken van de
wereld.maar ik kan u verzekeren dat het enorm gezellig is.
Kun je niet wachten om het Australische Groot Barrièrerif te ontdekken, maar
zie je op tegen de vlucht naar 'Down Under'? Dan heeft Google goed nieuws:
op een speciale pagina kunnen bezoekers rondkijken in het grootste koraalrif
ter wereld
Wereldtoerismedag staat stil bij verantwoord toerisme
Op 27 september
aanstaande is het Wereldtoerismedag, een jaarlijks terugkerend evenement
waarbij stil wordt gestaan bij het belang van het internationaal
toerisme.
Dit jaar is Spanje aangewezen als gastland voor
deze dag, en de plaats Maspalomas op het eiland Gran Canaria is
uitgekozen als gastplaats. Maar ook in sommige plaatsen aan de Costa
Blanca wordt stilgestaan bij de Wereldtoerismedag.
Op 27
september 1970 werden in het kantoor van de United Nations World Tourism
Organisation (UNWTO) statuten vastgelegd die tot doel hadden
internationaal bewustzijn te creëren op het gebied van Wereldtoerisme.
Onder de paraplu van de Verenigde Naties wilden de initiatiefnemers meer
aandacht genereren voor de sociale, culturele, politieke en economische
voordelen van grensoverschrijdend toerisme. Men kwam tot de conclusie
dat toerisme een belangrijk middel kan zijn bij de ontwikkeling van een
plaats of gebied maar dat grenzeloos toerisme ook tot uitwassen kan
leiden.
Tien jaar na die bewuste dag besloot hetzelfde UNWTO dat
er een jaarlijkse dag voor het toerisme in het leven moest worden
groepen waar even stilgestaan zou worden bij de belangen van toerisme.
Als datum werd de dag uitgekozen waarop ooit de statuten werden
vastgelegd.
De Wereldtoerismedag zag daarmee het levenslicht
maar als terugkerend evenement duurde het vele jaren voor het enige
aandacht kreeg. In het begin werd er niet of nauwelijks bij stilgestaan
en het is pas de afgelopen tien jaar dat de dag meer aandacht krijgt. In
die laatste tien jaar is de Wereldtoerismedag ook meer gestructureerd
geworden. Er wordt elk jaar een land aangewezen als gastland en elk jaar
krijgt een thema.
In 2012 is het gastland dus Spanje en het
thema luidt: Toerisme en verantwoord energiegebruik: stuwende kracht
achter een verantwoorde ontwikkeling. Een hele mond vol, maar het is
duidelijk wat men hiermee wil zeggen: toeristische ontwikkeling is
waardevol maar hoe verenig je dat doel met het verantwoord gebruiken van
de steeds schaarser wordende energiebronnen in de wereld?De keuze voor
Spanje als gastland is niet heel vreemd als men bedenkt dat Spanje niet
alleen een land is dat een groot deel van zijn inkomsten uit het
toerisme haalt, maar ook tot de landen behoort die het meest investeren
in schone energie. Op dit moment is twintig procent van alle energie die
in Spanje gebruikt wordt, afkomstig uit schone energiebronnen zoals
windmolens en zonnepanelen.
Alicante
Maar het gaat op de
Wereldtoerismedag dus vooral over toerisme en daarom hebben sommige
gemeenten op die dag een speciaal programma opgesteld, waarbij het thema
in het oog wordt gehouden. Het meest actief op dat gebied is de
gemeente Alicante, waar men zich vooral op de eigen inwoners richt,
gezien de titel Wees toerist in uw eigen stad.
Maar iedereen kan zich tot 26 september bij het
toeristeninformatiekantoor aan de Rambla Méndez Núñez aanmelden voor de
drie verschillende excursies die de gemeente heeft uitgestippeld.
De
eerste excursie neemt de deelnemers op 27 september mee naar het Museo
de Aguas in het oudste gedeelte van de stad. Het watermuseum is
gevestigd in en naast de Pozos de Garrigós, eeuwenoude waterputten. De
putten zorgden tot 1898 voor de watervoorziening in de stad Alicante. In
het museum wordt op een didactische manier uitgelegd hoe deze
watervoorziening tot stand kwam en hoe na het graven van het zogenoemde
Canal del Cid het water uit Sax werd aangevoerd. Ook is er een
verdieping gewijd aan de huidige waterhuishouding in de stad.Het
watermuseum ligt tegen de hellingen van de berg Benacantil en de
excursie wordt dan ook voortgezet met een bezoek aan het Parque de la
Tuna, een vorig jaar ingewijd park dat een mooi voorbeeld is van hoe
natuur kan worden opgeknapt. In het Parque de la Tuna is de geërodeerde
berghelling opnieuw beplant met 800 bomen en duizenden autochtone
planten. Ook is er een waterval, een drinkwaterbron en zijn er
wandelpaden en bankjes neergezet.
De tweede excursie nodigt de
deelnemer uit op de TRAM te stappen. Alicante is trots op dit schone
vervoermiddel, dat de laatste jaren enorm aan populariteit wint. Er
wordt een rit naar Playa de San Juan gemaakt en vervolgens wordt het
controlecentrum van de TRAM bezocht, waar uitgelegd wordt wat de rol van
de tram is in het kader van verantwoord en schoon toerisme. De derde
excursie voert te voet naar het Parque de la Ereta, het park met het
mooiste uitzicht van de stad Alicante. Hier is het doel te laten zien
dat dit soort mooie plekjes ook heel goed bereikt kunnen worden, zonder
dat men de vervuilende auto in stapt. Het is weliswaar een aardige klim
maar de beloning is een uitzicht op de hele baai van Alicante. Om mee te
doen aan deze gratis excursies moet men zich zoals gezegd van te voren
opgeven. Maar de genoemde parken en het museum zijn natuurlijk ook prima
geschikt voor een bezoek op eigen houtje. Ze vormen bovendien een mooie
aanleiding om het sfeervolle oude centrum van Alicante weer eens met
een bezoek te vereren.
Pego
In Pego (Marina Alta)
organiseert men in verband met de Wereldtoerismedag ook twee excursies,
die de komende weken elk weekend plaatsvinden. Van 15 september tot 20
oktober kunt u elk weekend deelnemen aan een wandeltocht door het
centrum van Pego. En van 16 september tot 11 oktober kunt u zich elk
weekend door het mooie natuurpark El Marjal tussen Pego en Oliva laten
leiden en kennis opdoen over de rijstteelt en de flora en fauna die hier
voorkomt. Beide excursies zijn gratis en de informatie wordt in meer
dan één taal verteld. Opgeven kan bij het plaatselijk toeristisch
informatiekantoor.
Er zijn ongetwijfeld meer gemeenten in de
provincie Alicante die op of rondom 27 september activiteiten
organiseren in verband met de Wereldtoerismedag. Over het algemeen kan
men u in de plaatselijke toeristeneinformatiekantoren meer vertellen
over deze initiatieven.
ALICANTE De afgelopen maand augustus was in de provincie Alicante de warmste én de droogste in de afgelopen 42 jaar. Tot die conclusie komt het staatsmeteorologisch agentschap AEMET, dat berekende dat de gemiddelde temperatuur in augustus op het extreem hoge cijfer van 27,5 graden uitkwam. Dat is 2 graden warmer dan de gemiddeld. De warmte was het ergst in de periode 9 tot 11 augustus en 18 tot 25 augustus, hoewel er de hele maand slechts twee dagen waren dat de temperatuur onder het normale gemiddelde lag: 7 en 31 augustus. Augustus was ook extreem droog, met een gemiddelde neerslag van slechts 5 liter per vierkante meter (5 mm). Dat laatste baart de klimaatexperts zorgen omdat er het hele jaar al zeer weinig neerslag valt. Gewaarschuwd wordt dat de waterreserves op hun einde lopen en dat het in de herfst overvloedig moet regenen om nieuwe reserves op te kunnen bouwen. Een ander punt dat de klimaatexperts zorgen baart is de extreem hoge temperatuur van het zeewater. Het zeewater was vorige week nog 28 graden en als deze warme luchtlagen in botsing zouden komen met veel koelere die van het land afkomen, zou de kans op hevige regenbuien in de komende weken, de zogenaamde gota fría, wel eens groter kunnen zijn. Ondanks het feit dat regen zeer welkom en nodig is, veroorzaken dergelijke gota fría-buien over het algemeen veel schade door overstromingen en dat is het laatste waar de kustgemeenten op zitten te wachten.
De enige theeplantages van Europa liggen aan de noordkust van São Miguel.
De Azoren liggen niet langer aan het eind van de wereld, maar op goed
vier uur vliegen. Sinds kort is er immers vanuit Brussel een wekelijkse
rechtstreekse vlucht naar San Miguel, het grootste eiland van de
Azoren. Maar ook de drie centraal gelegen eilanden - Terceira, Pico en
Faial - zijn de moeite waard. Viermaal uniek, viermaal verschillend.
Maak kennis met de Azoren!
De kerk in de buurt van de haven van Agra do Heroïsmo is pastelblauw.
Een sportieve daguitstap: de vulkaan Pico (2.351 meter) beklimmen.
Tweemaal per dag kan je met de boot gaan walvissen spotten vanuit uit Horta.
Net zoals in IJsland kan je in Furnas kokende en pruttelende minigeisers gaan bekijken.
Pico Pico is misschien wel het boeiendste eiland,
gedomineerd door de lichtjes rokende vulkaan Pico, die tot aan de wolken
reikt. Vergeet je wandelschoenen niet. De lucht is zo zuiver dat je
steeds maar diep blijft inademen en inademen. Op de hellingen grazen
duizenden koeien: Simmenthalers die nooit de binnenkant van een stal
hebben gezien. Aan de kust ligt een lint van schattige dorpen met witte
huisjes en verzorgde tuinen.
Niet te missen Beklimming
van de vulkaan Pico: reken op een wandeling van zes uur heen en terug.
Een gids is aan te bevelen. De krater is 500 m breed, en overal komt er
warme stoom uit de berghellingen.
Walvismuseum in Lajes: tot de
19de eeuw kwamen Amerikaanse walvisjagers hier potvissen vangen. De
inwoners van Pico waren uitstekende harpoeniers.
Wijngaarden in
Criação Velha: eeuwenlang hebben wijnboeren de vulkanische stenen op
elkaar gestapeld om muurtjes te vormen rond kleine percelen, waarin ze
dan één wijnstok plantten. De lavawanden gaven 's nachts de warmte van
de zon weer af, ecologie avant la lettre. De witte verdelhowijn van Pico
werd zelfs door de tsaren van Rusland gedronken. Het landschap is zo
merkwaardig dat het door Unesco is beschermd.
Logeren Bijzonder
leuk is een verblijf in een van de twaalf huisjes van Adegas do Pico.
Maria en José zijn lang geleden geëmigreerd naar California en nu op
rijpe leeftijd teruggekeerd naar hun eiland. De Amerikaanse invloed is
te merken aan de uitstekende inrichting van keuken en badkamer, de woon-
en slaapkamers zijn gezellig rustiek. Alle huisjes hebben een uitzicht
op de oceaan, geen zwembad, maar zwemmen kan in de oceaan! Vanaf 27,20
euro per persoon per nacht.
Eten & drinken Voor
een heerlijke vissoep is Marisqueria O Ancoradouro in Areia Larga (kade
ten westen van Madalena) een goed adres. Een klassiek voorgerecht op
alle eilanden is een soort ricottakaas bestreken met een laagje pikante
rode saus.
Hoppen Vluchten naar Terceira en San Miguel, de ferry naar Faial (zonder auto).
Faial Malse
groene weiden, rode windmolens, zwarte lava, bonte koeien en dan die
bloemen: alle wegen op Faial zijn afgeboord met felblauwe hortensia's.
Op Faial vind je heel wat uitgedoofde vulkanen (caldera's), maar ook een
vulkaan die in 1957 nog van zich liet horen en ervoor zorgde dat het
eiland een paar vierkante kilometer vergrootte.
Niet te missen Maanlandschap:
zes maanden lang werden huizen en velden van Faial bedolven onder een
regen van as en gruis. De vuurtoren die vroeger op de rand van de klif
verrees, staat nu eenzaam middenin een desolaat landschap. Ondergronds
werd een Vulkaanmuseum van Capelinhos gebouwd, wetenschappelijk, maar
boeiend voorgesteld met 3D-computeranimatie.
Wandelen naar de tien vulkanen: dat neemt al gauw een paar dagtochten in beslag, maar is ook leuk met de auto.
Walvissen
spotten: je moet een beetje geluk hebben, dolfijnen daarentegen zijn er
in overvloed. Je kunt ze bijna aanraken, zo dicht zwemmen ze langs de
boot. Twee keer per dag is er een excursie vanuit Horta.
Peter's Café in Horta: het café dat alle zeilers ter wereld kennen en beroemd is voor zijn gin tonic.
Vlaamse
sporen: Faial is gesticht door Vlamingen, getuige het dorp Flamengos en
de graven en wapenschilden in de kerk van Horta. Ze waren snel
ingeburgerd, want Willem van de Haeghen werd Guilhermo da Silveira en
Joost van der Aerden veranderde in José de la Terra.
Logeren Wij
logeerden in Hotel do Canal, een doorgangshotel tegenover de
aanlegsteiger van de ferry. Leuker is de Pousada de Horta in het
16de-eeuwse fort. Met zwembad en vanaf 41,40 euro per persoon per nacht.
Eten & drinken In
Horta: O Marineiro (Rua Almeida Garett) en Canto do Boca (Rua Nova)
waar je zelf je vis en vlees moet grillen op gloeiend hete lavastenen.
Hoppen Tussenvluchten
naar San Miguel en Terceira. Meerdere afvaarten per dag naar Pico (30
minuten), maar de ferry neemt geen auto's mee.
Terceira Agra
do Heroïsmo op Terceira is de oudste en mooiste stad van de Azoren en
sinds 1983 Unesco-werelderfgoed. Bronnen beweren dat ze in 1450 is
gesticht door ene Jakob uit Brugge, een Vlaming in dienst van de
Portugese koning Hendrik de Zeevaarder. Vijftienhonderd landgenoten zijn
hem gevolgd: boeren, vissers, ambachtslui, met vrouwen, kinderen en
vee!
Niet te missen De stad Agra: rijke
herenhuizen, kerken en stemmige pleinen. De haven had twee baaien waar
de galjoenen en karvelen veilig konden aanmeren, beladen met goud,
zilver en specerijen uit de Nieuwe Wereld. Toen later de zeilschepen ook
in staat waren om tegen de wind in te varen, waren de Azoren niet
langer een noodzakelijke tussenstop en verloor Agra die belangrijke rol.
Sindsdien is het historische centrum vrijwel onaangeroerd gebleven.
Quintas: mooie, statige landhuizen van rijk geworden sinaasappelboeren en wijnhandelaren.
'Imperios': felgekleurde kapelletjes overal langs de weg, ter ere van Santo Spirito, de Heilige Geest.
Logeren Op
wandelafstand van het centrum van Agra ligt Terceira Mar Hotel: keurig,
een beetje saai van inrichting, maar wat een uitzicht! Met een zwembad
in een enorme tuin. Vanaf 27,20 euro per persoon per nacht.
Hou
je van design, dan is hotel Atlantida jouw adres: nieuw, helder wit, en
altijd uitzicht op de oceaan. Op wandelafstand van Praia da Vitoria.
Vanaf 34 euro per persoon per nacht.
Altijd stemmig is een verblijf in een quinta, een tot gastenverblijf omgebouwd landhuis.
Eten & drinken Het
beste restaurant van onze hele trip was Sabores do Chefe, in Praia da
Vitoria, met prijzen die naar onze normen laag zijn. Een fles wijn kost
10 euro, het duurste hoofdgerecht 15 euro.
De beste biefstuk (Bife a casa) aten we in restaurant Caneta in Altares, op de kustweg naar Angra.
Hoppen Tussenvluchten naar alle eilanden mogelijk.
San Miguel San
Miguel is het grootste eiland van de Azoren. Hier kan je gerust een
week verblijven zonder je te vervelen. De Azoren zijn van vulkanische
oorsprong, de kraters die al miljoenen jaren geleden tot rust zijn
gekomen heten hier 'calderas'. Vaak zijn ze gevuld met water en vormen
ze gaafronde meren. Veel toeristen komen om te wandelen, maar je kunt
perfect alles met de auto bezoeken.
De wegen zijn uitstekend en
afgeboord met hagen van bloemen, wilde azalea's, hortensia's,
aronskelken en lelies. Elk seizoen heeft zijn kleur. Overal langs de
kust zijn er miradores, uitkijkplekken om dé foto van je leven te maken.
Niet te missen Caldera
Lagoa das Sete Cidades: één meer is gevuld met groen water, het andere
met blauw. De top zit vaak in de wolken, maar het weer verandert hier om
de haverklap, een halfuur later heb je veel kans dat de hemel plots is
opengetrokken.
De honderdjarige vuurtoren van Feteiras: omdat
alle schepen nu met gps varen, doet hij geen dienst meer, maar hij wordt
zorgvuldig onderhouden door de Portugese marine. Een officier, netjes
in uniform, geeft je uitleg in zijn beste Engels. Aan de voet van de
vuurtoren ontspringen talrijke hetewaterbronnen en kun je in het warme
zeewater zwemmen in bassins die in de lava zijn uitgehouwen.
Furnas
om klokslag twaalf uur: de aarde borrelt en pruttelt en overal komen
kleine geisers uit de grond. Net zoals in IJsland graven de inwoners
diepe kuilen waarin ze hun 'cozido' laten garen. Grote potten in
aardewerk worden 's ochtends gevuld met lagen groenten, vlees en
aardappelen en voor het middagmaal met busjes naar de restaurants rond
het meer gebracht. Typische boerenkost en nogal zwaar; tijd dus voor een
wandeling in de botanische tuin Terra Nostra met 2.500 soorten planten.
Om elke tuinliefhebber stikjaloers te maken.
Theeplantages in
Formosa: de kunstig gesnoeide bolvormige struiken groeien tot aan de
rand van het klif. Net alsof je in Sri Lanka was.
Ponta Delgada:
dé stad om te winkelen, niet dat ze er het laatste modesnufje hebben,
maar wel een stuk goedkoper dan bij ons. The place to be voor een
terrasje is het einde van de havenpier, met het mooiste uitzicht op de
stad.
Logeren Hotels in Ponta Delgada zijn
stadshotels. Wij logeerden in Royal Garden, nieuw en in het centrum, met
zwembad en tuin. Vraag een kamer die niet aan de straat ligt. Vanaf
29,80 euro per persoon per nacht met ontbijt. Voor een langer verblijf
is Hotel Caloura Resort een goed adres, schitterend gelegen aan zee in
een bloementuin, en je kunt eten op het terras. Om héél lang te
aperitieven, zo mooi is het uitzicht.
Eten & drinken Leuke
restaurants zijn er op de kade van Ponta Delgada. Restaurant van Hotel
Do Collegio is uitstekend en serveert een driegangenmenu voor 25 euro.
Onderweg
op het eiland kun je stoppen in elk café waar de lokale Maria in de
potten roert en echtgenoot José de klanten bedient. Op de kaart: vooral
stoofschotels. Ook de inktvis in café O Micaelense in Vàrzea (naast de
vuurtoren van Feteiras) is heerlijk.
Hoppen Tussenvluchten naar alle eilanden en een ferry naar Faial, Pico en Terceira. Naar zustereiland alleen in juli en augustus.
Vier seizoenen in één dag Op
de Azoren kan het weer zo snel omslaan zodat je hier wel eens 'vier
seizoenen in één dag' kan beleven. Door de ligging in een atmosferisch
hogedrukgebied is het klimaat hier bijna altijd zacht en aangenaam, maar
afgewisseld met stevige buien. De grote vochtigheid op de Azoren heeft
als bijkomstigheid dat het een schitterend groene eilandengroep is. Bron: Klimaatinfo
Praktisch Erheen:
Jetairfly vliegt tot 8 oktober elke maandag rechtstreeks naar San
Miguel in goed vier uur. Je kan ook alleen het vliegtuigticket boeken
(vanaf 110 euro enkel) of in combinatie met hotel(s) uit de
Jetairbrochure Azoren. Jetairfly of Jetair
Eilanden
combineren: Wie verschillende eilanden wil bezoeken, kan à la carte en
op eigen ritme zijn reis samenstellen met de domino formule. Je bepaalt
zelf het aantal tussenvluchten, aantal nachten per eiland en de
huurauto's die telkens aan de luchthavens klaar staan. Wil je niet zelf
rijden, dan zijn er begeleide excursies en transfers naar de hotels.
Meer info op: Jetair Azoren of via de reisagent.
Golfen:
nooit druk en de temperaturen zijn ideaal om te golfen. In San Miguel
beschikt de Golf de Batalha (1986) over 3x9 holes, deels langs de
oceaan. Furnas Golf Club (1939) is vlakker en gelegen in een woud van
Japanse ceders. Greenfees (± 50 euro) te boeken via hotels ter plaatse.
Op Terceira is er een aangename golfbaan (18 holes), in de jaren 50
aangelegd voor de VS-basis. Greenfee: 30 euro. Azores Golf Islands
Op de stranden van Arromanches zie je zelfs nog de landingsvoertuigen van de Britten liggen.
De hoogtepunten van de Vrijheidskust, en meer, gebundeld in een goedgevuld weekend.
Honfleur Honfleur heeft een vissershaven, smalle
straatjes, hoge vakwerkhuizen en natuurlijk restaurants, cafés,
terrasjes, winkels en galeries. Het meest pittoreske badstadje van de
mondaine Côte Fleurie is een plaatje en is dan ook al eeuwen een
pleisterplaats voor schilders en schrijvers. Koop op zaterdagmorgen je
picknick op de sfeervolle markt met streekproducten: baguette met
Camembert of Pont-L'Eveque - de beroemde lokale kazen. Of wat
stijlvoller: kies op de visserskade van Honfleur het zonnigste terras
uit en bestel een schotel zeevruchten en een flesje witte wijn, met een
lokale Calvados als pousse-café.
Deauville Honfleur
heeft geen strand, Trouville-sur-Mer en Deauville wél. Trouville is
ouderwetser, maar gezelliger dan het mondaine Deauville. Geen betonnen
blokkendozen, maar villa's en hotels met stijl en karakter. Napoleon III
had hier zelfs zijn zomerresidentie. Al honderd jaar werkt Deauville
als een magneet op de 'rich and famous', met exclusieve winkels,
thalossacentra, een casino en chique jachthaven. Fijn om te flaneren op
'Les Planches' - de houten promenade.
Houlgate In
badplaatsjes Bénerville, Blonville-sur-Mer en Villers-sur-Mer wisselen
zandstranden en spectaculaire kliffen ('falaises') elkaar af. Op de
heuvels met uitzicht op zee bouwde de Europese aristocratie haar
villa's. Rij helemaal tot in Houlgate - nog zo'n droomplek - voor mooie
lanen, huizen en tuinen, een pracht van een zandstrand en zalige
vakantiesfeer.
Logeren: Le Bellevue (***) in Villerville sur Mer.
Een mooie Normandische villa met prachtig uitzicht op zee, uitstekende
service en (vis)restaurant. Prijs: 124 euro per persoon per nacht,
ontbijt en diner, kamer met zeezicht. Bellevue Hotel
Arromanches In Normandië werd
in 1944 de Tweede Wereldoorlog in een beslissende plooi gelegd. Tussen
Arromanches en Sainte-Mère-Eglise liggen tientallen grote en kleine
oorlogsmusea, militaire kerkhoven en natuurlijk de landingsstranden als
Utah en Omaha Beach.
Arromanches was een mobiele haven,
die door de Duitsers fel werd verdedigd. Vandaag vind je hier nog het
Musée du Débarquement en boven op een helling Arromanches 360, een
bioscooptheater in cirkelvorm waar een panoramische film wordt getoond.
Het uitzicht over de baai is mooi, maar de parking peperduur.
Longues-sur-Mer Een
volgende interessante stop is Longues-sur-Mer, waar zich Duitse
versterkingen bevinden met bunkers die nog zijn uitgerust met kanonnen.
Herinner je de legendarische scène uit de oorlogsfilm De Langste Dag,
wanneer een Duitse soldaat op ochtendwacht zich de slaap uit de ogen
wrijft en door de nevel plots de geallieerde boten ziet opdoemen. Het is
trouwens ook vanuit deze observatiepost dat de iconische beelden werden
opgenomen.
Een natuurfenomeen in de buurt is Le Chaos, een
prachtige kuststrook met rotsen die onderaan zijn afgebrokkeld en waar
je bij laagtij een mooie wandeling kan maken.
Colleville-sur-Mer Het
grootste en meteen ook bekendste Amerikaanse kerkhof ligt in
Colleville-sur-Mer, dat uitkijkt over Omaha Beach. Een terrein van
zeventig hectare, perfect onderhouden, met 9.386 graven, alles in
Carrara marmer.
Maisy Battery Maar dé
ontdekking van onze landingsroute is Maisy Battery, het Duitse
verdedigingswerk nabij Pointe du Hoc, dat zestig jaar lang voor de
wereld verborgen bleef en door de gepassioneerde Brit Gary Sterne stuk
voor stuk werd blootgelegd. De site omvat kilometerslange gangen en
bunkers. Onder een laag aarde werden wapens en afweergeschut gevonden,
maar ook stoffelijke resten van omgekomen Duitse soldaten. Maisy Battery
komt niet voor in de geschiedenisboeken en de jacht op nieuwe
ontdekkingen duurt voort tot op vandaag. Bezoekers kunnen door de
loopgraven wandelen, vanuit bunkers door kijkgaten naar de zee turen en
naast de originele met camouflagenetten bedekte Duitse Howitzers staan
die hun projectielen afschoten op de naderende Amerikanen. Het vergeten
deel van de Atlantic Wall werd uiteindelijk op 9 juni 1944 ingenomen
door de US 5th Rangers.
Sainte-Mère-Eglise Nog
zo'n beeld uit De Langste Dag dat op ieders netvlies is gebrand: de
Amerikaanse parachutist John Steele blijft tijdens de landing met zijn
parachute haken aan de toren van de dorpskerk van Sainte-Mère-Eglise en
houdt zich twee uur lang voor dood. Dat redt zijn leven. Er hangt nog
altijd een geüniformeerde pop aan het kerkje, compleet met parachute.
Nieuw: voor 8 euro (+ 250 euro waarborg) kun je een visioguide huren,
waarmee je in een straal van 50 km elf oorlogssites in alle vrijheid kan
bezoeken. Het gps-toestel biedt films, interviews en andere historische
informatie die je op je tocht vrij kan raadplegen.
Logeren: Le Grand Hard (***) in Saint-Marie-du-Mont (Le Grand Hard).
Belgisch hotel net buiten het dorp vlakbij Utah Beach op een groot
domein met paardenstallen. In een prachtig natuurgebied, omringd door
tientallen kilometers zee met fijne zandstranden en woeste rotskusten.
Goed restaurant met zeevruchten en grillades. Prijs: 97 euro voor een
luxekamer, ontbijt 14 euro per persoon. Halfpension mogelijk.
Praktisch Routes: een uitgestippelde vierdaagse autoroute Normandië kun je gratis downloaden op Reisroutes
De invasiestranden van Normandië zijn wereldberoemd, maar rijd
ook eens het minder bekende binnenland in. Vijf plaatsen die de omweg
meer dan waard zijn.
De tuin van Monet in Giverny
Oude herbergen in Rouen
De Ciderroute
Op antiekjacht in de Orne
Het museum van Dior in Granville
De tuin van Monet in Giverny Het mooie dorpje
Giverny telt slechts 500 inwoners,
maar jaarlijks komen er meer dan een half miljoen bezoekers. Dat is te
danken aan schilder Claude Monet, die hier de laatste 40 jaar van zijn
leven werkte en gek was op de prachtige tuin die hij gedeeltelijk zelf
liet aanleggen. Er moest zelfs een rivier voor worden omgelegd. De
bloemen, planten en waterpartijen inspireerden hem tot prachtig
impressionistisch werk, onder meer het beroemde schilderij van de
waterlelies. Het rozegroene huis dat je kan bezoeken, was de woning van
de schilder. De vijver met de waterlelies ligt achteraan de tuin. Je
bereikt die via een ondergrondse passage. Ook het bezoeken waard is het
Musée des Impressionnismes. Om in de sfeer te blijven, kan je lunchen of
iets drinken in het gewezen Hôtel Baudy.
Oude herbergen in Rouen Rouen
is een stad van 400.000 inwoners aan de Seine. De 12de-eeuwse
Cathédrale Notre-Dame is een van de meest indrukwekkende bouwsels van
Frankrijk. Het oude Rouen barst van de prachtige gebouwen en monumenten.
Loop met je neus in de lucht en bewonder de gevels van de vakwerkhuizen
in de Rue St-Romain, de Rue Martainville, de Rue Damiette en de Rue
Eau-de-Robec. Iets
eten? La Couronne op de Place du Vieux-Marché is naar verluidt de
oudste herberg van Frankrijk, uit 1345. Logeren kan in Le Clos Jouvenet.
Catherine en Baudouin De Witte hebben er een mooi burgerhuis met vier elegante gastenkamers.
Ciderroute in Pays d'Auge Normandië staat bekend om zijn cider. Wie
de 40 km lange toeristische Route du Cidre volgt in het karakteristieke
Pays d'Auge, ten oosten van Caen, komt langs sfeervolle dorpjes zoals
Beuvron en Auge, Bonnebosq en Beaufour Druval in het gebied rondom
Cambremer. Wil je helemaal in de sfeer blijven, bestel dan een cidermenu
in Château les Bruyères, in Cambremer. Je kan er ook logeren. Of in Aux
Pommiers de Livaye, een B&B in Notre Dame de Livaye die West-Vlaming Germain Lambert en zijn vrouw Marie Jo uitbaten.
Op antiekjacht in de Orne Het
Normandische departement dat het verst van de kust ligt, is de Orne,
een groene streek met indrukwekkende landerijen en boerderijen. Maar de
Orne staat ook bekend om zijn vele antiekwinkeltjes en -markten.
Liefhebbers van brocante moeten naar Mortagne-au-Perche, La Perrière of
Bellême. In de buurt van winkel- en wandelstad
Alençon bevindt zich een van de mooiste dorpjes van Frankrijk,
St-Céneri-le-Gérei. Enkele van onze favoriete logeeradressen: Domaine de
la Louveterie in Moutiers au Perche, La Maison d'Hector, een schattige
B&B in St-Mard de Réno, en Hôtel des Tailles, een herenhuis in
hartje Mortagne-au-Perche.
Het museum van Dior in Granville De
Mont-Saint-Michel is met 3,5 miljoen bezoekers een van de meest
bezochte plekken van Frankrijk. Wil je het rustiger, rij dan door tot in
Granville. De bekendste burger van dit stadje was modeontwerper
Christian Dior, die hier geboren is. De roze villa van de familie werd
een museum. Daarna is het niet ver meer naar Coutances, bekend om zijn
kaas. Het stadje pronkt met zijn 11de- tot 13de-eeuwse kathedraal
Notre-Dame. Eten kan in Le Mascaret in Blainville-sur-Mer, dat een
combinatie biedt van sterrenrestaurant, wellness en gastenkamers.
St Jovan Bogoslov is een van de vele kerkjes van Ogrid en ligt op een klif in het meer.
Macedonië is nog geen klinkende naam als reisbestemming. Nieuwe
vluchten vanuit Brussel en Eindhoven naar Ohrid - waar Europa's diepste
meer zich bevindt - zouden daar wel eens verandering in kunnen brengen.
Even kennismaken!
Waar ligt Macedonië? In het midden van de Balkan, in
Zuidoost-Europa. Het maakte ooit deel uit van Joegoslavië, en is
onafhankelijk sinds 1991. Begrensd door Kosovo in het noordwesten,
Servië in het noorden, Bulgarije in het oosten, Griekenland in het
zuiden en Albanië in het westen. Hoofdstad is Skopje.Het is er nog heel
authentiek, met meer dan vijftig meren en zestien bergen hoger dan 2.000
meter.
Waar moet ik naartoe? Ohrid, aan het
gelijknamige meer, is een prachtig stadje. Het heeft kronkelige,
grotendeels verkeersvrije klinkerstraatjes, met overhangende etages en
rode daken. De stad werd gebouwd tegen een 700 meter steile heuvel, met
op de top het 11de-eeuwse fort van Tsaar Samuil. In die periode was
Ohrid de hoofdstad van het Bulgaarse imperium en kreeg de stad de
bijnaam 'Jeruzalem van de Balkan'. Orthodoxe kerken en kapelletjes zijn
er bij de vleet. Er wordt beweerd dat er 365 gebedsplaatsen zijn, één
voor elke dag. Meest fotogeniek is het St Jovan Bogoslov kerkje, even
buiten de stad op een vooruitstekende klif in het meer. Vissers varen je
er voor een habbekrats naartoe. Wie te voet gaat, passeert langs de
visserswijk Kaneo, met leuke terrasjes aan het water.
Het
doodstille meer is een attractie op zich. Het ligt in het zuidwesten van
Macedonië, op de grens met Albanië. Met 289 meter diepte wordt de 350
vierkante kilometer grote plas het diepste en oudste meer van Europa
genoemd. Groene bossen, rotspartijen en ruige bergen omzomen het. Een
rondrit langs de oevers levert steeds veranderende uitzichten op. In het
westen doemen de woeste bergen van Albanië op en zie je 's avonds de
zon ondergaan, wat voor magnifieke kleurschakeringen zorgt.
Wanneer ga ik? Onze
zomer: in de streek heerst een mediterraan klimaat met 260 zonnige
dagen per jaar. Reken op ± 25 °C of meer. Geen tijdverschil.
Voor wie? Natuurliefhebbers
kunnen mooie wandelingen maken op de flanken van het meer en voor
sportievelingen zijn er mountainbikeroutes. Langs de Macedonische kant
ligt het Nationaal Park Galicica. Hier leven zeldzame diersoorten, zoals
de Balkanlynx. De hoogste bergtop is de habitat van steenarenden,
slechtvalken en vale gieren.
Zeker een omweg waard is het
orthodoxe klooster van Sint-Naun, dat vanop een rots over het meer
uitkijkt. Luidruchtige pauwen heten je er welkom en in het kerkje zijn
mooie fresco's te bewonderen. In de buurt van het klooster liggen
bronnen en een idyllisch riviertje waarop je kan roeien.
Voor wie
niet bang is van een cultuurschokje: het zuidwestelijke deel van het
meer behoort tot Albanië en de grenscontrole gebeurt hier nog erg
grondig. Je rijdt er over slechte wegen en ziet overal koepelvormige
bunkertjes, een erfenis van de communistische dictator Hoxha die er
veertig jaar de plak zwaaide.
Langs het water in Pogradec, het
enige Albanese stadje aan het meer, zie je overal barak-restaurantjes
waar Ohrid-forel wordt geserveerd. Die bedreigde vis mag niet meer in
Macedonië gevangen worden, maar langs deze kant wél. Overheerlijk en
voor geen geld.
Voor wie niet? Strandfanaten
en families met kinderen die all-inparadijzen gewend zijn. Alleen bij
het stadje Struga vind je een echt strand. Elders tref je keien en
kiezels aan, soms gras en riet. Veel hotels hebben pontons in het meer
van waarop je een duik in het kristalheldere water kunt nemen. Ook
fijnproevers zijn niet aan het juiste adres. Restaurants bieden stevige
kost aan, maar niet altijd hoogstaand. Het bier en sommige wijnen zijn
wél lekker. En je kan eten en drinken voor weinig geld. Een pintje kost
nog geen euro (1 euro = ± 62 denars).
Waar kan ik logeren? De
meeste hotels in de streek liggen aan het meer. Meestal gaat het om
grote hotels uit de jaren van de communistische leider Tito. Ondanks de
renovaties heerst er nog steeds een Oostblok-sfeertje, waardoor
gezelligheid niet meteen het sterkste punt is. Toch worden er grote
inspanningen geleverd om alles op te frissen en is het comfort op de
kamers aanvaardbaar. In het straatbeeld van Ohrid duiken steeds meer bed
& breakfasts op en er zijn ook campings. Naast de lage prijzen voor
eten en drinken, valt ook de prijs voor een hotelverblijf reuze mee.
De Camargue, het wilde Westen van Frankrijk
De Plaine de la Crau met op de achtergrond de Provençaalse hoogvlakten.
Fleur de sel, volgens fijnproevers het beste zout ter wereld.
Het haventje van Fos-sur-Mer.
Uitgestrekte zoutwaterbassins, roze flamingo's, elegante
stieren, witte wilde paarden, het beroemde gefilterde licht dat
schilders inspireerde: de Camargue in het zuiden van Frankrijk behoeft
geen aanbeveling meer. Iets oostelijker ligt nog een stukje bijna
onbetreden Camargue dat de omweg zeker waard is. Wij trokken, in het
kielzog van gastheer Marc De Schutter op ontdekkingstocht door het wilde
Westen van Frankrijk.
De Camargue is een waterland. Overal waar
je kijkt, zie je stromen, stranden, étangs of zoutmeren, de Rhônedelta
met haar wirwar van waterwegen en uiteindelijk de Middellandse Zee. Een
van de belangrijkste wetlands van Europa, een uniek en beschermd
natuurgebied, habitat van purperreigers en roze flamingo's. Het gros van
de bezoekers rijdt linea recta door naar het meest westelijke deel,
waar grote toeristische trekpleisters als Arles en
Les-Saintes-Marie-de-la-Mer de massa opslokken. Het oostelijke deel is
relatief onbekend. "Jammer", meent Vlaming Marc De Schutter. In twee
dagen loodst Marc ons langs middeleeuwse molens, onmetelijke stranden,
onaangetaste dorpskernen en zijn eigen haven.
La vie provençale Op
Plage Napoleon trekken de kitesurfers zich niets aan van de rookpluimen
van de petrochemie in de golf van Fos-sur-Mer op de achtergrond. Dit is
met zijn 120 meter het mooiste en breedste strand van de Camargue. Op
een boogscheut van Plage Napoleon ligt Port Napoleon. Negen jaar geleden
kreeg de Antwerpse zakenman Marc De Schutter (51) de kans om deze
privéjachthaven te reorganiseren en uit te baten. Booteigenaars huren
hier hun standplaats of laten hun schip op de werf renoveren, maar je
kan er ook een zeiljacht of motorboot huren, eventueel inclusief water-
of jetski's. Bootloze bezoekers kunnen in Port Napoleon terecht voor een
boottripje over de Rhône naar Arles, waar geluncht wordt in het
drijvende restaurant La Péniche.
Omgekeerd is Port Napoleon voor
het varende cliënteel de ideale uitvalsbasis voor een uitstap op het
land. Naar het naburige 10de-eeuwse dorpje Fos-sur-Mer bijvoorbeeld, een
typisch voorbeeld van een village perché, hoog op een uitstekende rots,
vanwaar je een fantastisch uitzicht hebt op de Plaine de la Crau. Op
dit vlakke achterland met steenvlakten en graslanden laten herders hun
schapen al sinds mensenheugenis grazen. Hier is ook de traditie van de
transhumance nog springlevend, de grote schapentrek naar de Provençaalse
hoogvlakten en terug, een jaarlijks terugkerende va-et-vient van
duizenden schapen die onlosmakelijk verbonden is met de Provençaalse
identiteit.
Vanaf de aanlegsteigers in de drie kleine haventjes
die samen de haven van Port-Saint-Louis-du-Rhône vormen, maken kleine
houten bootjes zich voor dag en dauw gereed voor la pèche au gros, de
tonijnvangst. Niet voor langslapers, want al om vijf uur varen ze uit.
Als de bootjes zo'n veertig mijl van de kust zijn, beginnen de vissers
de jacht, die vaak de hele dag duurt, met een flink ontbijt dat
traditiegetrouw wordt weggespoeld met witte wijn. Wie zin heeft, mag
mee. Dat valt allemaal te regelen in Port Napoleon.
Fleur de sel Stel
dat je van de lokale producten zou moeten leven, dan zou je zeer goed
af zijn in de Camargue. Mosselen, olijven, wijn, kruiden, fruit,
schapen- en stierenvlees, zelfs biologische rijst... Het land is rijk
aan grondstoffen, en dat weerspiegelt zich in de streekkeuken. En dan is
er nog het zout dat aan de zee wordt onttrokken. Sel de Camargue en het
kostbare fleur de sel, volgens fijnproevers het beste zout ter wereld,
worden gewonnen in grote, witte zoutbassins en -lagunes, onder meer in
de buurt van Salin-de-Giraud. Dit werkmansdorpje werd speciaal voor de
zoutwinning opgetrokken en heeft met zijn rechttoe rechtaan stratenplan
een heel apart karakter.