Morgen word ik 8 maanden. Ik heb al heel wat
stormen doorstaan.
Vandaag was er weer zo’n straffe wind. Mijn kapsel werd
volledig in de war geblazen.
Ik geef nog niet om hoe ik er uit zie,
Het maakt me geen Kim Kardashian reet uit, hoe breed mijn
achterwerk is. Ik vul hem niet op in Turkije. Goed eten en vaak zitten en de
rest komt vanzelf.
Ook hoef ik geen Jeroentje van mijn onderkant te maken. Niks
te zien. Ik hou hem nog lekker voor mezelf. Ik ben geen malle
Appie.
Mijn
Dicktail mag iedereen bekijken. Die volgt mij, waar ik ook ga..
Ik kan er reuzengoed mee zwabberen.
Al valt hij me zwaar om omhoog te houden. Soms moet je
wat.
Door al dat gedoe deze week met die Mollen heb ik vandaag voor
het eerst aan een plasje van mijn vriendinnetje geroken.
Ik vind dat van Alie maar Bombarie. Hij weet
waarschijnlijk niet, hoe laat het is. Zijn horloge is gestolen.
Kaytie heeft vanmiddag een schuttersputje gegraven voor als de
Russen komen. Poet mag er van haar ook in.
Ik heb mij bij dit loket gemeld. Altijd beter dan in
Peking-quarantaine.
Costa
stelde zich direct in de aanval op als Russin met een klimaatvriendelijke kogel.
Ik moest van haar (Na)ar(Vo)ren.
Een paar weken terug heb ik, zo jullie weten, ook een aanval
ingezet, op een kip. Haar staart groeit weer aardig aan en haar kam staat weer
omhoog.
Ze voelt zich vast schuldig, dat ze mij voor de
poten liep. Ze kan zich vervoegen aan mijn loket. Ze weet natuurlijk niet waar
dat is, maar je moet ook niet in alles duidelijk willen zijn.
Kaytie val ik niet lastig en niet aan. Ze is al oud en ik leer
nog elke dag van haar. Vooral, dat ik van haar af moet blijven, als ze dat niet
wil.
Helaas bevriest ze niet, als ik haar botje af wil
pakken.
Ze is mijn coach. Ik hoop, dat ze voor me draait, als ik mijn
best doe.
Ik stond op het bordes naast Prutzle en Knaagje en
keek neer op het volk. Dan voel je je ineens zó machtig. Ik wàs iemand.
Toen ik even naar beneden keek zag ik grijze
schoenen met stalen neuzen. Mijn blik dwaalde via een been omhoog. Verrek, het
was Hugenootje.
Die moest kennelijk gelijk de bouw in.
Naast mij hoorde ik overduidelijk geritsel. Bleek
Popke te zijn. Hij had iets in zijn handen. Een vliegticket!
Hij moest van zijn vrouw op buitenland. Die spaarde
namelijk huisjes van de KLM. Voor het einde van het jaar zou de schouw bij hem
thuis wel vol moeten staan.
Popke keek een beetje afgunstig naar
Knaagje.
Knaagje had aan zijn portefeuille zitten kluiven.
Ze stond aan mijn zij al te wuiven met nieuwe eurobiljetten. Al dansend op de
keukentafel had ze die door haar hulpje perfect glad laten strijken.
Haar hoofddoek had ze, ongestreken, al aan Popke
gegeven.
Graaf Dijk sprak nog, onwennig, Amerikaans, met
Boterkuipje. Die keek heel ernstig naar de Perssinaasappelen, die aan het
flitsen waren. In talkshows was hij al dat geflits niet gewend.
Hij miste ook de ziekenhuislucht, al snoof hij nu
een beetje verziekte lucht. Ik vermoed, dat Knaagje Prutzle al een poepje had
laten ruiken.
Mijn droom werd minder leuk.
Een rits ministers stond om mij heen te trappelen
om stukken te gaan bestuderen. Ze keken elkaar nu al verliefd aan.
Erg sociaal was Geniepje, die het werk stond uit te
delen.
Ze maande Jetje om tot de kern van de zaak te gaan.
Die keek een beetje klimaatneutraal. De zonnepanelen op zijn huis hadden de
energie waarschijnlijk bij hem weggevreten.
Ollie deed haar papieren direct onder haar corset.
Het mapje paste niet, maar een naar voren geschoven generaal stopte het snel in
één van haar laarsjes.
Erg defensief, dat wel. Voorkwam weer een functie
elders.
Micky wilde van Geniepje een A-drietje, anders
paste het klimaat er niet helemaal op. Economisch gezien moeten de papieren
rollen, dus leek zij geschikt.
Weerscheetje rende als eerste het bordes af op
rechts. De wind, die nu al opstak, bood hem daar de beste
bescherming.
In een mum van tijd was het hele bordes leeg en ik
weer wakker.
Ik kwam pas weer een beetje tot mezelf op mijn
zandhoop.
Nu maar hopen, dat Prutzle het oudejaarslot niet
treft, dat Knaagje aan zijn poot heeft zitten knauwen, als hij uit de klok komt.
Ik hoop, dat Boterkuipje dan nog een plekje voor hem kan regelen.
Het nieuwe jaar is nog maar net begonnen of ik word
al geconfronteerd met mensen, die mij van fake betichten. Dat schijnt modern te
zijn.
Is
dit een halve kip of niet? Is haar kapsel niet verwoest? Normaal is ze voor de
helft langer.
Ik heb nog zo gezocht naar haar staart, zelfs in alle bakken
geloerd.
Zou ik dat doen, als het allemaal gisteren niet was
gebeurd? We hebben haar staart niet opgevreten, dus hij moet er nog
zijn,
Ik ben samen vanmiddag met Costa en wat cadeautjes om haar
kam en lel weer in orde te maken, op ziekenbezoek bij de kip
geweest,
Ondanks de hevige wind, die mijn haren overeind
lieten vliegen, zijn wij voor haar een beetje schijnheilig wel op pad
gegaan.
Ik kan jullie vertellen: het gaat goed met de
kip.
Ze had alweer een ei gelegd! Haar kam stond zelfs even een
paar seconden goed.
Om daarna weer te gaan zwabberen. Ik benadruk nog: DIT IS GEEN
DEEP FAKE!
Weliswaar had ze op het ei gepoept, maar het begin
van herstel is er. Politici doen ook niets anders dan hun eigen nest bevuilen en
mensen halveren in hun portemonnee en ze staan ook gewoon weer op. Hiermee
wil ik Costa’s en mijn naam gezuiverd hebben.
De kip moet nog even in quarantaine blijven. Ik ben
benieuwd of ze gehalveerd nog in de pikorde de hoogste zal zijn. Anders wordt
het misschien een menuutje halve kip. Rutte is het ook gehavend gelukt om de
hoogste te blijven, dus de hoop is er.
Voortaan vergrijpen we ons maar aan de Kong, al is het alleen
maar om de bazin te plezieren, al gaat dat niet altijd van ons uit van
harte.
Het jaar is gestart, de voornemens waren goed, maar
als dan iemand zijn rust niet op de feestdag wil nemen en zo nodig kippenhokken
moet gaan schoonmaken, dan is dat op zich al een valse start.
Ik lig nu op mijn vervlogen hoop.
Ik zal even trachten uit te leggen, hoe dat zo
komt. Mijn bazin ging met vuilniszakken, stoffer en blik
en een baal kippenstro voor haar buik, dat moet natuurlijk allemaal weer
tegelijk mee, door de deur van het kippenhok. De zilverwitte opperkip, haar
trots, glipte ongezien naar buiten.
Costa was er als de kippen bij. Een rennende kip is
zeer enerverend en de rondvliegende veren ook. Het gekakel zorgde voor extra
driften, maar helaas hoorde de bazin daardoor de schranspartij in wording ook.
Ze was er, volgens mijn mening, te snel bij. Dat ging best vlug voor haar
leeftijd. Ze ontzette de kip, Costa droop af en toen kon ik het werk snel
voortzetten. .
Ze praten hier steeds over de natuur en dat je die
niet moet verstoren. Het is dan toch van de zotte, dat je de kippenkop uit je
bek moet gaan lossen, als die er net vers in zit.
Nu is haar staart weg, er is daardoor nog een halve
kip over en veel sneeuw.
De kip is even naar de kippen-IC gebracht. Ze
snakte naar adem. Kan natuurlijk ook door al dat ge-ren komen.
Costa en ik wordt verweten, dat wij ons hebben
misdragen, maar de andere kippen begonnen de opperkip te pikken op de geplukte
staart. Het zijn kannibalen met geen enkel respect voor
vriendschap.
Nu ligt de aangerande kip in de kippen-recovery.
Ernstig verwend met voer, water en stro. En wij, wij worden nog steeds vals aan
gekeken.
Wat maakt het nou uit. Die kip had toch ook aan de
vogelgriep kunnen sterven.
We moeten nu van de bazin duimen, zie je het voor
je, dat ze herstelt. De kip heeft de eerste stapjes al gedaan. Haar kam zit nog
wat scheef. Voor haar is het te hopen, dat de kappers snel weer open
gaan.
Mijn geboorte was niet getimed en dat kan ik me
goed voorstellen.
De wijde wereld om me heen doet zo grieperig, dat
ik beter in de pijpleiding van mijn vader had kunnen blijven.
Net als het gas nu doet in Rusland.
De kleine wereld hier is ook al niet
veilig.
Dat komt door netfixen. Met het ene oog heeft
iemand getiktokt en met het andere oog een heideplannendwaandenkbeeld
gezien.
Dat alles uitgewerkt op een lui
achterste.
Ongeveer net als ik hier. Daar word je nogal wereldvreemd
van.
Ik zit hier regelmatig op mijn kleine
naturabureauhoop. Op de berg is het nu één grote, natte vermenselijkte
zandhoop.
Foetsie is het bos links en foetsie is het bos
rechts.
In de wereld is er namelijk een ander soort hoop:
een puinhoop.
Er is ook nog een Omicycloon onderweg. Zonder hoge
bomen zit je dan vol in de wind.
We moeten omzien naar elkaar. Misschien hebben ze
daarom zoveel gekapt. Kun je elkaar beter in de gaten houden. Vluchten kan dan
niet meer.
Zo denken de reeën, die wegblijven, er ook over.
Maar goed ook. Anders trappen ze misschien op een zandhagedis.Vooruitkijkend
naar de toekomst moeten die nou juist in leven blijven.
Vanwege onze Low Trust Society vermoed ik de komst van een
datacenter in mijn achtertuin.
Daar heb ik me al op voorbereid. Als straks gas en
electra op zijn heb ik een dikke vacht om warm te blijven.
Groningen kan ons niet meer redden. Je kunt daar
ook alles laten zakken. In andere provincies is ook veel
scheefstand.
Maar dat komt dan weer door de oudjes, zoals
Kaytie, die te groot wonen.
Ik heb haar al in haar oor gefluisterd, dat ze waarschijnlijk
naar drie-hoog achter moet.
Jonge aanplant, daar moeten we het van hebben. Oude
bomen hebben hun best gedaan. Weg met die handel. Ze slaan alleen maar CO2
op.
Die jonge aanplant staat nu in lock-down, gewikkeld in
gaasjes. Je plast daar zo doorheen. Ik nog niet, want ik til mijn poot nog niet
op.
Vanuit mijn huis kan ik zien of ze zich rustig
houden in hun tiny bubbels. Ik ben bang, dat ze met oudjaar knaldrang gaan
krijgen. Toch proberen die poot maar op te tillen om er veel vocht tegenaan te
gooien. Rotjes vanzelf weg.
Ik ben zelf nog jong, maar kan nu al overal angst voor hebben.
Nu weer moet ik bang zijn, dat onze enige duif met die aanstormende vogelgriep
op zijn rug liggend beide pootjes verkeerd gaat optillen. In dat geval kan-ie ook geen prikspijt meer krijgen. Met prik Gezond in het hok en Gezond op de stok, dat noemen ze
tegenwoordig 2G. Als de duif dan omlazert is het in ieder geval een verantwoorde
dood. Tutu is vast geprikt.
Voor een stroomband hoef ik niet meer bang te zijn. Die zijn
per 1 januari verboden. Dat komt vast, omdat de stroom te duur is geworden.
Leveranciers van energie vallen gewoon om. Je moet
voorzichtig bewegen. Je energie verdelen. Ze hebben vast geen goede vader en
moeder gehad. Die helpen je overeind te blijven. Of een goede bazin.
Voorlopig knijp ik een oogje dicht voor de wijde wereld en
wrijf ik het zand uit mijn ogen, als er weer eens teveel in zit.
Ik wens iedereen een goede hoop in het nieuwe jaar en beloof
me: maak er geen puinhoop van.
Vanochtend iets later opgestaan dan gewoonlijk. Het
is zondag. Dat heb ik al in de 13 weken, dat ik in wandelbare vorm op de aarde
vertoef, geleerd.
Nou ja, zondag.
Toen ik buiten kwam kon ik mijn urenlang opgespaarde plas op
de stenen loslaten. Niks geen zon. Regen.
Het gras was nat en lang, alleen mijn kleine kweektuintje,
waar ik al eerder mijn plasje had gedeponeerd, lag er kaal bij.
Na eerst de vogels bij het vogelhuis grondig te hebben
weggejaagd heb ik wat zaad tot me genomen. Poep ik namelijk de volgende keer op
de kale plek, dan groeit er vast wat moois en eetbaars uit.
Van het ochtendnieuws ben ik niet vrolijk geworden. Oma Kaytie
weet veel, dus toen ik vroeg, wat een zedendelict was, zei ze: “Nou,
dit!”
“En schietpartijen dan?”
“Die gebeuren, als jij grote, uitgekauwde buffelhuiden in het
hoge gras verstopt en de zitmaaier er overheen gaat.”
“Je moet kleine stokjes nemen, zoals ik, dan schiet de bazin
ook niet meer de boom in.”
Ik was gelijk even niet meer te zien, want ik kreeg een
gridstraf. (De oorbeschermers van de bazin hingen nog in de boom)
Nadat
ik de gridsporen uit mijn vacht had verwijderd,
heb ik een pitstop gemaakt.
Oma werd wat ongeduldig en wilde verder met mijn opleiding. Ik
was opeens IS-K en zij Taliban. Als Ka maakte ze er een Boeltje van. “Wees
blij,” zei ze, “dat je hier op Chateau Berghoeve zit, want anders kwamen
we nooit meer tot elkaar”. Ik begreep uit haar verhaal, dat sommige
schietpartijen nooit tot een einde komen en een IS-Kaatje nooit een likje over
de snuit van een Talibannetje zou gaan geven.
Bovendien zou één Orkaan Kaytie Costa doen omliggen
in de lucht van een riool. Vergisslachtoffer.
We kunnen Costa wel van het Chateau wegsturen,
voordat Orkaan Ida komt, maar geen prins zal voor haar kosteloze woonruimte
hebben, vermoed ik.
Ik begrijp van Oma, dat Ik in ieder
geval goed aan mezelf moet denken, mijn plaats moet verdedigen, ook mijn buit,
dan lijk ik een beetje mens te gaan worden.
Ik leer snel en kan straks hoogstwaarschijnlijk meedoen aan de
Slimste Mens. Als Riffer Loeb. De stoelen voor Maarten en Philip staan al klaar,
zag ik.
In de huidige setting ben ik nog slechts het nieuwe logo van
de Shell. Groen en Naïef en dat wil ik nog een poosje blijven. Even geen
CO2 meer, noch van oma, noch van tante. Uitsluitend mijn eigen geurlijn.
Ik weet even niet meer hoeveel poten ik nu moet
geven. Mijn witte tenen zijn aan het vervagen. Ik verander.
Ze noemt mij nieuw leven na de dood van Falco. Ik
moet weer een beetje muziek bij haar gaan brengen. Vandaar dat ik Riffer heet.
Pas sinds een week, hoor. Hiervoor heette ik Binkey.
Ik ben de kleinste uit het nest, wat ze vroeger een
straathond noemden, zonder papieren. Brutaal en onverschrokken.
Dat moet ook om je plaats in deze maatschappij te veroveren.
Dat ze na twee weken Binkey zo nodig moest veranderen in Riffer maakt me
helemaal niets uit. De beloningskoekjes zijn er niet minder om. Ik kom toch wel,
al noemt ze me malle Pietje. Riffer is dus eigenlijk een vlag op een
strontschuit. Ik stuur dat schip trouwens vier keer per dag naar de grashaven om
de lading te lossen.
Ik zal wel proberen me een beetje te gedragen.
Tenslotte heeft mijn grote en stoere vader wel papieren.
Het is natuurlijk een hele eer om Falco op te
volgen. Ik ben wat minder subtiel. Falco was met zorg gefokt. De geboorte van
mij en mijn broer en zusjes was ongepland. Tja, niet alles is maakbaar in deze
wereld. Voordeel is, dat ik mij minder aan de etiquette hoef te houden. Iedereen
is dus bij deze gewaarschuwd.
Ik werk voornamelijk thuis. Stel je voor, dat ik een
Parvo-virus op loop. Ik ben nog te jong voor een mobieltje met QR-code, al ben
ik eenmaal geprikt.
Ben ik ouder en moet ik meer buiten de poort, dan
is zo’n mobiel in mijn bek een blokkade in mijn speur- en bijtontwikkeling.
Daarom noemen ze het waarschijnlijk een Smartphone.
Ik ben al een paar keer de wijde wereld in geweest. Eerst dat
benchgedoe in de auto en vervolgens winkels onveilig maken. Iedereen wil me
paaien door aan me te zitten. Ik schijn geboren te zijn in een anderhalve meter
samenleving, maar ik merk er niks van.
Het liefst sloop ik de hele boel, zodat alles wat luchtiger
wordt.
Ik help graag Oma Kaytie. Steun het kwetsbare oudje in haar
graafwerkzaamheden. Als dank voor de gepaste mantelzorg zwiept ze met haar
achterste aarde op mijn kop en over mijn lijf. Dat noemen ze een warm bad met al
die opgewarmde aarde.
Het is heel prettig, dat hier een paar waterbakken staan, al
moet ik er voor hogerop. Als er meer gletsjers in de Poolzee smelten kom ik
vanzelf omhoog.
Ik heb stiekem gekeken, hoe ver het grondwater al is gestegen.
Bijzonder intensief werkje.
Voorlopig modder ik maar door. Ze heeft me verteld, dat de
maatschappij hard is en de wereld steeds minder mooi.
Ik kan mijn oren dus beter laten hangen. Hoef ik al
die ellende niet aan te horen.
Voor leuke dingen, in beperkte kring, doe ik dan
wel even één oor omhoog.
Ik zie wel, hoe de toekomst wordt. Ik hoop met goed
en veel vlees in de kuip. Witte voetjes hoef ik niet te halen. Ik heb er al
drie.
Ik ben van plan mijn naam eer aan te doen. Een
beetje muziek in het leven te brengen, als oude ziel. Mijn rug recht te
houden.
Ik ben niet voor niets een Oud Duitse
herder.
Drie poten van Riffer (Hou ik er één over om op te
tillen)