De dood van een koning
Koning Willem II (1792-1849) regeerde slechts korte tijd als constitutioneel vorst. na het overlijden van zijn lievelingszoon Alexander ging zijn gezondheid snel achteruit. Ook de problemen met zijn oudste zoon, de latere Koning Willem III, gingen hem niet in de koude kleren zitten. Kroonprins Willem was het namelijk helemaal niet eens met de grondwetswijziging waar zijn vader mee had ingestemd. Hij deed zelfs schriftelijk afstand van zijn rechten op de troon, wat hij later weer introk.
Inhuldiging van Koning Willem II op 7 oktober 1840 in de Ridderzaal te 's Gravenhage.
Toen Koning Willem II op 13 februari 1849 voor het eerst de nieuwe Tweede Kamer toesprak, merkte men op dat hij er slecht uitzag en zijn stem zwak was. Begin maart wenste de koning zich voor korte tijd terug te trekken in het door hem geliefde Tilburg. Zijn lijfarts raadde hem dit af, maar de koning zette zijn wil door. Op 13 maart nam hij afscheid van zijn vrouw en reed naar Rotterdam.
In Rotterdam was Willem gekleed in een lange mantel met als hoofddeksel zijn typische Russische muts. In de haven wilde hij het in zijn opdracht in aanbouw zijnde stoomjacht bezichtigen. Bij het aflopen van de trap raakte hij met zijn laars verward in zijn mantel en viel van zes treden af. Onmiddelijk stond hij weer op en op de ontstelde vragen reageerde hij met een geruststellend; "Het is niets." Toen de koning via Geertruidenberg naar Tilburg reisde werd hij door de menigte toegejuicht. Maar tegen de gewoonte in werd er vanuit het rijtuig niet gerageerd. Het slechte weer deed de koning geen goed en hij had de mantel dicht om zich heen geslagen.
Het jonge gezin van Willem II. vlnr. Prins Alexander, Prins Willem, Koning Willem II, Koningin Anna Paulowna, Prinses Sophie, Prins Hendrik
In Tilburg aangekomen verergerde de gezondheidsproblemen. Willem II was ook niet meer in staat om stukken te bestuderen. Twee dagen lang was de koning ernstig kortademig. Op 16 maart kwam zijn jongste zoon Hendrik op bezoek, waardoor zijn gemoed enigzins verbeterde. Toen koningin Anna Paulowna kort daarna ook arriveerde, werd zij niet meer toegelaten. Zij luisterde van achter de deur gespannen of zij zijn dierbare stem hoorde.
Op 17 maart werd zijn toestand zeer kritiek. Rond drie uur kreeg Willem II een ernstige aanval van kortademigheid, waarbij hij zijn arts in de armen vloog. Deze zette hem weer terug in zijn stoel, waarna hij stierf. Koningin Anna Paulowna was zo geschrokken dat zij zich gillend op zijn levenloze lichaam wierp. Enkele dagen heeft zij urenlang bij zijn lijk gezeten.
Het lichaam werd naar 's konings wens niet gebalsemd en in een zinken kist gelegd. De kist was voorzien van een glazen plaat. Op 3 april werd koning Willem II uit Tilburg opgehaald om de volgende dag bijgezet te worden in de grafkelder van de Oranjes in Delft.
Koning Willem II
De Nieuwe Rotterdamsche Courant doet op 4 april 1849 verslag;
Aankomst van het stoffelijk overschot van Z.M. Willem II
Het stoffelijk overschot van Z.M. koning Willem II, moest heden binnen deze stad van Geertruidenberg worden aangebragt; daartoe was de stoomboot Stad Geertruidenberg uitgekozen, die voor deze gelegenheid geheel en al de zwarte rouwkleur had aangenomen; op het achterste gedeelte van het met zwarte kleeden bedekte verdek, was eene katafalk geplaatst; ook deze was met zwart laken, met zilver afgezet, bekleed over welke eene zwarte tent, van af het achterschip tot den schoorsteen, was aangebracht.
Heden avond ten 6 uren nadere die boot, met haren treurigen last beladen, deze stad. Nauwelijks was zij in het gezigt, of 's lands oorlogsbrik Pegasus heesch vlag en wimpel ter halve stok, de equipage paradeerde in het want en op hetzelfde oogenblik werd een koninklijk saluut van 101 minuutschoten gedaan, door de Pegasus, twee kanonneerbooten en de batterij aan de werf. Onder het plegtig stilzwijgen der vergaderde menigte, liep de boot de haven aan 's rijks werf binnen, ten einde de ontscheping te bewerkstelligen. ten 3½ ure was Z.M. de koning met den generaal majoor Jhr. A.R.J. Klercq en ten 5 ure Z.K.H. Prins Frederik met H.D. adjudant gearriveerd, ten einde deze plegtigheid bij te wonen.
Het laatste uur van Koning Willem II in zijn verblijf in Tilburg
Toen de boot aan den wal was bevestigd, verscheen H.M. de koningin-weduwe, H.K.H de erfgroothertogin Sophie van Saksen-Weimar Eisenach en Z.K.H prins Hendrik, met gevolg, op het verdek. H.M. de koningin-weduwe begaf zich naar de katafalk en bleef daar in eene biddende houding staan. Onmiddelijk daarop begaf zich Z.M. koning Willem III aan boord der stoomboot, ging naar H.D. moeder toe en omarmde haar teederlijk. Bij de lijkkist van den overleden vorst, omhelsden elkander toen al de leden van het koninklijke huis en stelden een tafereel daar, dat ieder, die er bij tegenwoordig was, met aandoening vervulde.
Het koninklijk lijk werd daarop ontscheept en ontvangen door Z.K.H. prins Frederik, eene deputatie uit de stedelijke regering, den vice-admiraal en buitengewoon adjudant Rijk, als minister van marine, en den opperstalmeester graaf van Rechteren, als groot-officier van 's konings huis; terwijl tot datzelfde einde aldaar tegenwoordig waren de gouverneur der provincie Zuid-Holland, en de generaal majoor Jhr A.R.J. Klercq, buitengewoon adjudant des konings, waarnemende provinciale kommandant.
Het stoomschip de Stadt Geertruidenberg, schilder Jan Baptist van der Hulst
De lijkkist werd gedragen en begeleid naar de rouwzaal, aan de woning van den directeur der marine, door heeren officieren der Rotterdamsche schutterij der marine en van het korps mariniers, bijgestaan door de bazen en kommandeurs van 's rijks werf. Achter de lijkkist volgde Z.M. de koning, H.M. de koningin-weduwe aan de arm geleidende; vervolgens Z.K.H. prins Frederik, geleidende H.K.H de erfgroothertogin Sophie van Saksen-Weimar Eisenach aan zijn regterarm, terwijl Z.K.H. prins Hendrik aan hare regterzijde ging; voorts volgde de stedelijke deputaties, officieren van alle wapenen,. enz.
In de rouwzaal werd de lijkkist nedergezet en in de buitenkist overgeplaatst, waarvan de deksel open bleef staan. H.M. de koningin-weduwe, waarna zij nederknielde, een kort gebed deed, zich weder oprigte en diep bewogen een kus op den lauwerkrans drukte; H.K.H de erfgroothertogin Sophie van Saken Weimar Eisenach naderde mede de kist en drukte hare lippen op de lauwerkrans. De buitendeksel werd daarop digt gesloten, waarop H.M. de koningin-weduwe aan het hoofdeinde van de kist, op de zilveren plaat, bevattende de woorden; Waterloo, Quatrebas, Leuven en Hasselt, nogmaals een lauwerkrans legde.
Begrafenisplechigheid in de Grote Kerk van Delft
Niet minder bewogen dan zijne moeder nam koning Willem III de met eene witte panache prijkende muts zijns overleden vaders en plaatse haar in het midden van den lauwerkrans, waarna de kist door heeren officieren der Rotterdamsche schutterij op de estrade van den troon werd nedergezet. De zaal was thans met waskaarsen verlicht, terwijl de rijkssieraden benevens de ridderorden van den ontslapene, op tabouretten waren gelegd.
Onbeschrijfelijk indrukwekkend was toen de aanblik van dit geheel met zwart laken omhangen vertrek, langs welke wanden de zes reusachtige met zwart bekleede, kandelabres, slechts een flauw schijnsel wierpen. Treffend was toen de aanblik van de lijkkist, welke het stoffelijk overschot bevatte van den koning, eenmaal de trots van zijn volk; van den man, beweend door duizenden, die hij met het koninklijk huis bij het lijk van koning Willem II; van de gemalin, de zonen, de dochter en den broeder, bij het ziellos ligchaam van hunen echtgenoot, vader en broeder!
De bewaring van het koninklijk lijk werd daarna toevertrouwd aan de opperkamerheer en aan de dienstdoende adjudanten van wijlen den koning. H.M. de koningin-weduwe, H.K.H. de erfgroothertogin Sophie van Saksen-Weimar Eisenach en Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden, benevens een talrijk gevolg, zullen den nacht in de woning van den directeur der marine doorbrengen en dus onder hetzelfde dak, hetwelk het lijk van den overleden koning bedekt.
De Orangerie aan de Kneuterdijk (Huidige Raad van State)
Koning Willem II bezat behalve een grote schilderijencollectie ook een verzameling van ruim drieduizend exotische planten. Deze verzameling werd na zijn dood in 1850 geveild. Onder de hamer gingen onder meer destijds populaire planten als palmen, varens, bromelia's, citrusbomen en zeldzame boomvarens. Zodat deze subtropische planten de Hollandse winters konden overleven, bouwde de koning aan zijn paleis op de Keuterdijk in Den Haag ruime kassen. Tijdgenoten van de koning hebben beschreven hoe men tijdens een bal aan het hof in deze wintertuin verbleef. Dit paste in de traditie aan andere hoven, zoals in Wenen en St. Petersburg, waar orangerieën en palmenhuizen favoriet waren voor het houden van feesten.
Noot; Tekst, levensbeschrijving Koning Willem II, afkomstig van Wikipedia, zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_II-der_Nederlanden Verslag, Rotterdamsche Courant 4 april 1949, afkomstig van Historische Kranten, zie http://kranten.kb.nl Jhr A.R.J. Klercq is niet bekend binnen één van de stambomen. Vermoedelijk moet dit zijn; Jhr. A.R.J. Lek van der Klercq. © 2011 Albert Prins Servicepoint; Photoclip; Koning Willem II (2,38 min) http://youtu.be/zVPstWbbdRo
|