De Legende van Saeftinghe Ontpolderen NEE !!
De familie van Elisabeth Joosse, de vrouw van Theeuwes Klercq, wijd en zijd bekend als Betje van Theeuwes van de Vlasmarkt, stamt van oorsprong uit een zeer oud geslacht, dat ver terugvoert in de geschiedenis. Opoe Betje zal dat niet hebben geweten. Was dat wel het geval geweest, dan zou het haar neus hebben doen krullen van voornaamheid. De vroegste sporen van haar voorfamilie zijn rond 1558 terug te vinden in het Land van Saeftinghe, toen ene Adriaan Joos in deze streek leefde. Het gebied waar Adriaan woonde bestond uit vele losse polders, welke tijdelijk aan elkaar slibden om vervolgens door overstromingen weer van elkaar verwijderd te raken.
Het Verdronken Land van Saeftinghe, nu beschermd natuurgebied
Doordat Zeeland een deltagebied is waar rivieren uitmonden, de zee met eb en vloed haar krachten doet gelden kon het niet uitblijven dat sinds mensenheugenis land gewonnen en verloren is geworden. Delen van Zuid-Beveland zijn aan het water ten prooi gevallen, zoals het Land van Reimerswaal. De Braakmanpolder is lange tijd een deel van de Westerschelde geweest. Axel heeft tijden gekend dat het een eiland was. Op Schouwen-Duiveland zijn ook stukken land in het water verdwenen. Tot aan Dordrecht en Goeree-Overflakkee heeft de bevolking uit alle macht strijd gevoerd, land te behouden tegen de gulzigheid van de zee. Vele malen zijn eilanden op drift geraakt en van vorm veranderd. Vele dorpen, kleine steden, kastelen en gehuchten zijn voorgoed kopje onder gegaan. Van meer dan 117 dorpen is bekend dat ze ooit hebben bestaan. Onderstaand kaartje laat de situatie zien rond het jaar 1580.
Kaart van Zeeland anno 1580, ten tijde van Adriaan Joos, getekend door Jacob van Deventer
In 1594, tijdens de Tachtig Jarige Oorlog, staken Nederlandse troepen onder bevel van prins Maurits om tactische redenen de laatst overgebleven dijken door, waardoor de Spaanse troepen werden verdreven. Zeeuws Vlaanderen is al eeuwen van strategisch belang gebleken, omdat met het bezit van dit landsdeel ook de vaarroute op de Schelde wordt gecontroleerd.
Na de Eerste Wereldoorlog kwam dat opnieuw aan de orde toen de Belgen, Zeeuws Vlaanderen wilden annexeren omdat Nederland neutraal was gebleven. Maar niet alleen om die reden. Koningin Wilhelmina had vrijgeleide gegeven over Nederlands grondgebied aan de toenmalige Duitse troepen. Bovendien schonk ze haar oom, Onkel Willie, de Duitse keizer Wilhelm asiel in Nederland. Dat had bij onze zuiderburen veel ergernis opgeroepen. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd Zeeuws Vlaanderen nog zwaarder getroffen. Voor de bevrijding van Zeeland moest het Duitse leger verdreven worden. Door de geallieerden troepen is zwaar gevochten. Nagenoeg geen dorp is gespaard gebleven voor bijna totale vernietiging. Ook toen ging de strijd om invloed op de Westerschelde.
Reimerswaal gaat verdrinken
Mensen in de streek van Saeftinghe kwamen er goed aan de kost door landbouw, turfsteken en zoutwinning. Adriaan woonde in Saeftinghe, waar in de buurt nog enkele dorpen lagen, zoals Namen, Sint Laureins en Casuwele. De dorpen waren omringd door afgelegen gehuchten, waaronder Auwersluis. Tijdens de Grote Allerheiligenvloed van 1570 kon de primitieve bedijking niet verhinderen dat de streek bijna geheel onder water kwam te staan.
Vier jaar later reikte het "Verdronken Land" tot Verrebroek en zelfs tot aan Kallo, niet ver van Antwerpen. Alleen Saeftinghe en nog enkele andere stukken land bleven als eilandjes boven water. Ook de toren van Namen bleef gespaard. De klokken werden uit de toren gehaald en opnieuw opgehangen in het nabijgelegen dorp Grauw. Het fort van Namen bleef tijdelijk dienst doen als tolhuis. Belasting betalen is zo oud als de mensheid.
Detailkaart rond 1580 van het Land van Saeftinghe
Uiteindelijk kwam Saeftinghe ook onder water te staan. Soms gunt de Westerschelde ons nog een blik op restanten van verdwenen dorpen. Door het schurende effect van het water komen zo nu en dan nog restanten van huizen en kerken even bloot te leggen. Helaas zorgt het stijgende zeeniveau ervoor dat de kans er iets bloot komt te liggen steeds kleiner wordt.
Legendarische zeemeerminnen en zeermeermannen
Dat deze gebeurtenissen aanleiding geeft tot legenden bewijst ook het volksverhaal over het gebied van Saeftinghe. Zo gaat het verhaal dat de bewoners van Saeftinghe ijdel en hoogmoedig waren, wat in de middeleeuwen ook al tot een doodzonde werd beschouwd. Op een dag ving een visser een zeemeermin. De zeemeerman wilde natuurlijk zijn vrouw terug. De visser weigerde zijn bijzondere buit af te staan, waarop de zeemeerman met de vloek dreigde; "Het Land van Saeftinghe zal vergaan, alleen zijn torens blijven bestaan." De verwensing kwam uit. Het land van Saeftinghe verdween inderdaad onder water. De legende verteld verder dat bij ontijdige dagen men in het gebied nog steeds mysterieuze witte gedaanten in de mist ziet opdoemen. Dat zouden de geesten van verdronken mensen zijn, die spookachtig blijven ronddwalen.
Mysterieus landschap nabij Saeftinghe
Er is geen grote fantasie voor nodig, geloof te hechten aan deze fabel wanneer een zware lage mist over dit uitstrekte landschap neerdaalt op een naargeestige herfstdag. De eenzame wandelaar, omringd door nevelen, zal zich ongetwijfeld bewust raken van rusteloze dwalende zielen, die nooit tot het hiernamaals zijn toegelaten. Deze legende spreekt niet alleen over Saeftinghe, ook op Schouwen-Duiveland bestaat een soortgelijk verhaal, zelfs in de Zuid-Hollandse polders wordt over een dergelijk voorval bericht.
Hoe nietig kan een mens zich voelen?
Adriaan Joos moest dus het Land van Saeftinghe verlaten. Hij koos voor Axel, toch een niet al te veilige plek omdat het aan het water gelegen was. Hulst zou veiliger zijn geweest, maar dat viel kennelijk vaak in Spaanse handen. In Axel heeft Adriaan sporen achter gelaten. Van hem is bekend dat hij en ook zijn familie veel grondstukken, landhuisjes en stadse huizen hebben gekocht en ook weer verkocht. Armlastig was de familie Joos blijkbaar niet, tijdens een periode toen regelmatig strijdende partijen door het land joegen, daarbij dood en verderf zaaiend. Voor de familie Joos was dit geen reden voor vertrek naar een rustiger oord, bijvoorbeeld Walcheren. Men wist om te gaan met de onzekerheid van het bestaan en er zelfs munt uit te slaan.
Want een zoon van Adriaan; Adriaan Pieter Joos, soldaat onder de Compagnie van kapitein Jacques de Chartreuse, heer van Baarland en hoogbaljuw van het Vrije Sluis, moet in zijn positie vermogen hebben vergaard. Zo blijkt uit de vele kopen en verkopen van huizen in Axel. In 1638 trouwt hij met Catharina Sachsen uit Hanau bij Frankfurt. Hoe komt deze Duitse dame in vredesnaam in Zeeuws Vlaanderen terecht? Was zij een marketenster bij huurlingen die onder bevel stonden van de Prinsen van Oranje?
Het beroep van marketenster was eerzamer dan de verhalen doen geloven. Meestal was dit een vrouw, die getrouwd was met een militair beneden de rang van onderofficier. Legereenheden die ten velde trokken werden vergezeld van deze dames, die de soldaten tijdens een rustpauze van een borreltje en hartig hapje voorzagen. Maar er ook voor zorgden dat de was werd gedaan. Zo verkregen ze inkomen en waren ze verzorgd en beschermd in woelige tijden.
De ware toedracht hoe Adriaan Pieter Joos en Catharina elkaar hebben leren kennen zal helaas nooit aan het licht komen. Lang heeft het huwelijk niet geduurd. Catharina stierf enkele jaren na de geboorte van haar eerste kind. Daarna trad Adriaan Pieter in het huwelijk met Geertien Arents Nijssen, wat niet kinderloos is gebleven.
Belegering van Aardenburg in 1672
Zijn broer, Hijbrecht Pieter Joos genaamd, blijkt een levensgenieter te zijn, zo niet te spreken van een rokkenjager. In die zin dat hij vijf meisjes op de wereld heeft geholpen. Het zou niet zo opzienbarend zijn geweest, ware het niet dat hier sprake is van veelwijverij. Want elke dochter is verwekt bij een andere vrouw. Elk meisje kreeg de voornaam Elijsabeth, maar wel met de achternaam van de moeder. Na deze opzienbarende dadendrang is niets meer van onze Hijbrecht vernomen. Hij had zijn best gedaan om vervolgens in vergetelheid ten onder te gaan.
Droogvallende slikken Land van Saeftinghe
Pas na 1715 vertrekken de mannen Joosse, want hun naam in ondertussen aangepast van Joos naar Joosse, naar Kleverskerke op Walcheren en 's Heer Hendrikskinderen op Zuid-Beveland. Over de naam Joos valt nog wel het een en ander te vertellen. De één verklaart dat het de van oorsprong Bretons-Keltische naam Jodocus betreft. Weer anderen beweren dat de naam haar oorsprong heeft in de Belgische Kempen.
Maar als kind heb ik dat anders ervaren. Opoe Betje sprak altijd met een nadrukkelijk slepende dubbele "ssj." Deze fonothiek tref je ook aan bij de Spaanse en Griekse taal. In mijn verbeelding moest opoe wel van Spaanse afkomst zijn. Haar diepzwarte ogen, haar ravenzwart haar kon niets anders verklaren. Niets van dat al blijkt nu waar te zijn. Haar kunstgebit zat een beetje losjes. Hoe moet je zo'n teleurstelling verwerken? In stilte hoop ik nog steeds dat ooit een Spaanse edelman invloed heeft gehad op de verspreiding van Joosse. Je weet het maar nooit.
Servicepoint;
Source photo; Google Picture Gallery, Slik op de Weg, Private Archive
Text © 2011 Albert Prins
Wapen van Waterlandskerke
|