Het inzetten van het leger bleef bij een loze oefening.
Leverde in ieder geval stikstof op. Misschien was het wel de nieuwe koning van
Thailand, die zijn bijvrouw kwam verstoppen.
Nu is het december. Ik vind het maar een vreemde
maand.
Eerst daalden hier twee roetveegkippen neer.
Daarna een rendier.
Nu staat er ook nog constant een boom in de
fik.
Mensen doen gewoon vreemd. Er schijnt weer een
jaar af te lopen.
Het is time to say goodbye, maar
afscheid nemen bestaat niet.
Men richt zijn blik op de toekomst, maar men moet
leven in het nu. Men wil knallen in het nieuwe jaar. Dat hoor ik trouwens nu
al. Maar eigenlijk mag het niet.
Ik voel overal schaamtes. Als je niks verandert
hoef je ook geen schaamte te hebben.
Geen tech-schaamte, geen boeren-schaamte, geen
stook-schaamte, geen hype-schaamte.
Ik ben hoopvol, Mijn bench staat niet in de fik. Ik hoef
niet te verthuizen. Ik hoef niet te pinnen. Mijn achterwerk wordt niet
gebruikt om carbid mee te schieten. Mijn gebit is spierwit. Ik heb nog geen
extra zorg nodig. Ik ben omringd door bomen. Ik vlieg niet, ik loop, ren en race
gewoon het nieuwe jaar in. Wat heden bloeit, valt morgen af en dat zal altijd zo
blijven. Dat geldt trouwens ook voor al die gemolde BN-ers.
Ik hoop wel op een miljoen volgers, als ik zeg
Greta, van het negatieve van 2019 staat mij helemaal niets meer bij.
Het is echt herfst hier op mijn terrein en daar
verdiep ik mij nu dagelijks in.
Niet alleen de blaadjes vallen in groten getale, maar ook
mijn vacht laat los.
Het is hier dus één grote bende. Net als in heel
Nederland. Er dreigen opeens allemaal gevaren.
Ik heb Kaytie gewaarschuwd: Kijk uit voor PFAS!
Order!!!!
Luisteren doet ze niet. Ze gaat helemaal op in
Natura 2000 muizen.
Ik kan het nauwelijks meer aanzien. Wat doen al die
grondverschuivingen met haar en onze gezondheid.
Ze blijft maar spitten. Ondanks de bouwstop. Ik heb geen
controle meer over haar. Er is hier namelijk een enorme instroom van illegale
immigranten, waar alleen een harde aanpak resultaat kan opleveren. Dan moet je
concessies doen.
Mijn rol hierin is slechts
die van toezichthouder.
Met beperkt vermogen, zoals te doen gebruikelijk.
Volgens sommigen lig ik te zwammen. Die doen het trouwens erg goed onder de
stikstof.
We leven gewoon in een permanente Halloween, alhoewel we
er hier op ons terrein nog geen gezicht aan hebben gegeven.
De gingko ziet het, net als ik, ook niet meer zo helder.
Hopelijk heeft ze in het voorjaar haar geheugen weer terug.
De herfst zet bij mij in deze hectische periode de
mijmerstand in.
Kijk, de ongedierte instroom houdt toch gewoon aan.
Kaytie is ons legale gifloze wapen, maar met een te klein bereik.
Het tekort aan tijdelijke huisvesting is ook nijpend,
omdat er zoveel beschermd is van overheidswege.
Het onderwijs schiet tekort. Ik kamp met een duidelijk
personeelsgebrek om alle gaten te dichten.
Ik beschik dan wel over mijn El baghdadi rechterpoot,
die, in ruil voor een balletje, Trump best in zijn tweets wil bijten, maar meer
heb ik ook niet aan haar.
Ze is in Nederland opgeleid namelijk. Bovendien
komt haar maximumsnelheid zeer binnenkort van wegenwetswege lager te
liggen.
Dus moet ik de controlewerkzaamheden, zoals het keuren
van hooi op ammoniak, helaas alleen doen
om mijn pony-vriendinnen niet teleur te stellen.
Het is wel gek, dat ondanks de boeren, die het hele jaar
rondom ons bezig zijn,
Ik geloof nog in boeren, vooral na een vleesmaaltijd.
Als het aan AH ligt moet ik aan de VEGA. Helaas spuug ik gal na een
graashap.
Straks zitten we weer met een ander klimaatprobleem, van
onderen. Ik ben blij met mijn bladerdek. Zit er een buffer tussen mij en het
grondwater.
Als de ratten en muizen de overhand gaan nemen en
wij nog verder gaan Hendrik Groenen dan vrees ik veel vervuilde grondplas. Dan
komen we tussen boven en onder knel te zitten. Raken we waarschijnlijk wat
afgeplat.
Kan ik als teckel door het leven. Een pil om dat lot te
kunnen aanvaarden mag ik helaas niet nemen. Beperking drugsafval. Ik richt mijn
blik nu maar op de autoloze zondag. Kan ik lekker los gaan.
De week begon met een zonnig grasbad tussen de vallende herfstbladeren. Als het
gras nat is knap je als hond heerlijk op na een nacht benchen.
In de ochtendzon kan ik als theepot de boel langzaam op
gang laten komen en mijn snuit laten wennen aan alles wat de rest van de dag nog
op mij af komt. De bomen beletten het wankelen, als ik niet helemaal goed wakker
ben. Ik adviseer politici om tussen twee stammen in te gaan staan bij het
verkondigen van hun plannen. Val je niet direct om.
Ik was heel benieuwd naar de troonrede, tenminste: naar
de baard. Zou WA, net als mijn favoriete eik, iets blijvends hebben laten
ontkiemen en wat zou Maxima voor vacht hebben.
Maxima kan beter net als ik twee keer per jaar verharen.
Lekker makkelijk, niet duur en je houdt zeeën van tijd over om je met
micro-eenheden bezig te houden. Doe ik ook met af en toe een uitschieter.
Ga ik toch voor mijn avondrondje met Costa naar
buiten en schiet er een vreemd beest met de snelheid van een Ferrari langs. Op
ons circuit. Dat werd gassen en proberen in te halen. Mislukt. Beest
ontsnapte.
Op normale snelheid vervolgens ons rondje gedaan
met pitstop bij het kippenhok. Vreemde geur hing daar. Ik besloot mij redelijk
alert te gedragen.
Bijna bij het woonhuis aangekomen, Costa was al
vooruit, kreeg ik de lucht van dat beest weer in mijn neus. Met de snelheid van
een nieuwe politie-auto karde ik er achteraan en jawel: ik had
beet.
Triomfantelijk sleepte ik mijn prooi, hij was nogal
lang, naar het grasveld om er mee te gaan spelen. Doe ik altijd. Ik heb zo mijn
eigen shock-therapie. Even laten bewegen, dan weer pakken en vervolgens al
rollend glad strijken.
Maar verdorie: het beest hing direct in mijn vel!
Ja, dat had-ie dus niet moeten doen. Ik gaf een piepje en op dat geluid kwam
hulphond Costa af. Ik had het verraderlijke geval aan de voorkant vast, Costa
aan de achterkant en vervolgens wilden wij allebei een andere kant op.
Eensgezind, maar toch van een andere partij. Zag je ook bij de algemene
beschouwingen. Balthazar, die naam kwam zo in mij op, werd steeds langer. Zijn
piep was veel luider en ietsje langer dan mijn piepje was geweest.
Tja, mijn natuur is soms wreed, maar wel
rechtvaardig. Balthazar had gewoon met zijn roetveeg-staart niet in onze bomen
moeten gaan hangen. Costa duikelde achterover. Een poot had los gelaten. Er werd
ook helemaal niet meer gepiept.
Costa ging naar huis, die wou naar bed. Ik bekeek
aandachtig of Balthazar nog bijtneigingen had. Ik zag niks meer bewegen. Ik
besloot toch nog maar een stief kwartiertje naast hem te gaan liggen. Met
misdadigers weet je maar nooit.
Mijn bazin moest bijna ook in therapie. Ze dacht
namelijk, dat ik een zwarte kat had geslacht. Met zoân staart zeker. Ze kon toch
ook wel zien, dat ik een boommarter onder mijn hoede had genomen. Ze krijste
eerst: "Getver, een bunzing", maar dat was van de zotte. Dan hadden Costa en ik
zeker een week lang niet in huis gekund, want hun stinkklieren spuiten wel 50
meter ver. Dan kun je beter wel beschikken over de garderobe van Maxima. Heb je
in ieder geval een verschoninkje of loop je tijdelijk in een
postzak.
Mijn bazin heeft Balthazar geen staatsbegrafenis
gegeven. Met een poepschep met telescoopsteel heeft ze hem naar de kliko geleid.
Poot ook.
Heel oneerbiedig heeft ze hem op een bedje van
voliére-afval gedrapeerd. Inmiddels is hij begraven.
Kijk ik in de Wikipedia en nou blijkt Balthazar in
het beschermingsprogramma van de overheid te zitten. Het is dus helemaal niet zo
vreemd, dat-ie nu niet meer leeft.
Ik ga rustig door met mijn circuit-bewaking. Voor 2,5
miljoen stukken vlees ben ik eventueel bereid om aan te wijzen, waar Balthazar
ligt. Voor minder doe ik het echt niet.
Ik ga nog even door met het bestuderen van de
miljoenennota. Ik hoop, dat ik hem aan alle eikels hier uit kan leggen. Echt een
verhaal met een baard.
Jullie weten het misschien nog niet, maar ik lees
op zaterdagochtend een heleboel kranten.
Daar word ik heel vrolijk van. Wie lacht niet, wie
de mens beziet. Brengt diversiteit in mijn hoeve-leven.
Ik schrok natuurlijk wel even van het bericht: âDe natuur
verstikt!â
Ik adem namelijk nogal graag.
Ze proberen hier al jaren
een pruimenboom met een gespleten persoonlijkheid
te laten stikken.
Ze hebben hem maar
Trumpy genoemd, want elk jaar komen er weer meer pruimen aan. Van de KPN krijgen we nu
ook al een Sip Trunk om de ISDN in stand te houden.
Een mens verzint een heleboel om het daarna weer
te vernietigen.
Sip Trump samen met Xi Jinpoen kunnen hier best
luchtigjes plaats nemen. De stoelen staan al jaren klaar.
Ze kunnen dan genieten van onze bio-diversiteit (en
onze importmaaier uit China).
We vlinderen hier geweldig door het leven.
In ons Amazone-gebied. Er
zit geen brandluchtje aan.
We kappen alleen overhangende takken om ze vervolgens
weer in gedroogde staat te laten
overhangen.
We hebben zoveel bomen en zoveel overhangende takken,
dat ik adviseer om er een giraffe-reservaat van te maken met de mogelijkheid van
uitleen.
Zo behouden we de soort en de boomverzorging kan
thuis blijven.
Kaytie verplaatst veel zand. Na 1 oktober moet dat eerst gecontroleerd worden op PFOS, een vervuilend
stofje, alvorens de gaten weer dicht gegooid kunnen worden. Ik heb me aangemeld
bij de cursus Bijzondere Opsporingen om het werk van de bevoegde instanties hier
wat te gaan verlichten.
Voorlopig graaft Kaytie nog vrolijk door onder mijn
bezielend toezicht.
Ik ben ook toezichthouder vanaf de bank. Tot nu toe
stond ik er safe.
Vanochtend heb ik besloten er van af te springen. Het
rendement is nul.
Dat is het ook nu bij Costa. Ze is verliefd op mij, maar ik mag er niets mee
doen. Ik ben blij, dat ze iets ouder is dan ik, voor als het toch nog iets
wordt.
Beter iets doen met een cougar, dan me moeten
ophangen in mijn bench.
Onze koeien hebben helemaal geen batterij, doen niks,
loeien niet, produceren niks.
Na het lezen van de kranten en het nemen van anti-hitte
maatregelen lag ik te soezen.
Wij worden, als levende wezens, hartstikke
bedreigd. Straks zijn we allemaal van bio-plastic. Ik heb het navolgende plan
ontwikkeld. Begin met koeien en varkens continue
aan te sluiten via een flexibele slang in hun
achterste op containers. Scheep die containers vervolgens in naar de Amazone.
Gier de verbrande bosgrond en wij zijn er mooi
vanaf. Kan daar alles snel weer groeien en stikken we wat
langzamer.
En dat de groei snel gaat
bewijst Betsie 123. Ik hou het nat, de natuur doet de rest.
Ik neem nog maar een slokje Sallandâs oppervlaktewater
voordat alles is verdroogd.
Gelukkig hebben we hier nog een eigen reservoir, al kijkt Slapjanus over mijn schouders mee.
Vandaag hebben Kaytie en ik invallen gedaan op ons
terrein op zoek naar rare beestjes.
We zagen namelijk een stuk boomjas liggen.
Vanochtend ving ik op, dat er In Brandenburg
schorskevers bomen uitkleden en ze dan naakt laten staan sterven. Goed voor de
bio-diversiteit, slecht voor het klimaat en leve Natura 2000.
Omdat we hier absoluut geen nudistencamping willen
beginnen, hebben we de boel grondig aangepakt.
Kaytie's achterste leek wel een draaigatje.
Dat breidde gelijk mijn onderzoek uit naar onbetrouwbare
mieren.
We hebben hier een hele kolonne marcheren. Als hun
gatje draait, dan zouden ze mogelijk uit Almere afkomstig zijn en beter
verscheept kunnen worden naar Rusland.
Die houden van kolonnes. Als men ze in Rusland niet
wil hebben, dan weten ze daar zeker een passend gif voor die mieren te vinden.
Die mieren van ons bleken gewoon standaard. Hadden nog
nooit gehoelahoept. Van het kijken naar al dat gesjouw en ge-ren van die beesten
was ik erg lui geworden en als ik lui ben, ga ik
graag bij Bijou liggen en kunnen we door het hek heen de problemen van de dag
bespreken. Zo ook vanochtend.
We hadden het over kikkers. Er is hier in Salland een
Ranavirus, dat jacht maakt op amfibie-voertuigen.
Onze kwaakgrage Kermit was vanochtend nog
springlevend.
Om te zien of zijn vriendjes dat ook nog waren heb ik
mijn linkeroog wel eerst laten meten bij Eyewish en mijn rechteroog bij Pearl,
niet wetende, dat ik dat net zo goed alleen bij Pearl had kunnen doen.
Mochten de kikkers toch doodgaan, dan hebben wij al een
vervangend exemplaar. Er zit wel een gat in, maar dat kun je verwachten van
producten uit China.
Gaan de mollen dood, dan hebben we hier ook nog Merel
Westrik aan het lachgas.
Vreet de buizerd al onze buitenduiven op, dan zit hier
nog in pole-position tortel Rutte en dat zal hij zeker nog even blijven
doen.
Is er geen hooi meer, dan hangt Dijsselbloem nog aan de
muur. Die hoeft dan ook geen grote wortel meer te krijgen.
Onze geiten zijn al vervangen door stilstaande beelden.
Angela Mekker trilt ook niet meer.
Mijn vervanger ligt inmiddels al klaar. Moet-ie nog wel
even wachten.
Waarschijnlijk komt het door de hittegolf dat ik
meer tijd heb om over niets na te denken. We zijn, wat we denken, dus ben ik op
het moment niets.
Ik adem, dus ik leef. Ik laat alles gaan, wat is. Het is
de enige manier om je niet kapot te zweten.
Gisteravond was ik dolblij met de sproeier op de
grote wei.
Het is heel ok om gelukkig te zijn met een simpel leven.
En dat bestaat nu uit louter water.
Je kunt je kop wel in een plant steken, die een avond
daarvoor is nat gemaakt,
het is echter verstandiger om direct aan de
waterkraan te gaan hangen.
Als je troebel water met rust laat, wordt het vanzelf
helder. Dat is ook het geval in de vijver, als Costa niet net daarvoor haar bal
er in
heeft schoon gemaakt.
Laat zijn, wat is. Piekeren ontneemt het zicht op
vandaag en ik zie gelukkig nog gras, al is het met deze temperatuur niet
veel.
Kijk niet achterom, laat los. Ik moet zeggen, dat Costa
dat loslaten zowaar heeft gedaan. Met een bal in de bek is het slecht ademen en
dan laat je wel los, voor je alles eeuwig moet loslaten.
Misschien mis ik haar dan. Niets is immers blijvend,
behalve verandering.
Verandering hebben we hier genoeg. Stond er gisteren
opeens een ezel met een waterhoofd op het erf.
Heeft hij misschien iets te lang onder de sprinkler
gestaan. Het is ook maar net, wat voor gedachte je kiest.
Saranka staat lekker gedachteloos uren te grazen. Ik
heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan. Zonder te hoeven
kotsen.
Als ik kort graas, neem ik van die lange donkere
grassprieten. Kots ik ze er na dan niet uit, dan kom ik zo moeilijk van mijn
drollen af. Net alsof er rijgdraad in zit. Je kunt dan nog zo hard gaan lopen,
ze blijven je achtervolgen.
De wind krijgt er ook geen vat op.
Van de natuur hier krijg ik universele energie. De bazin
bewatert, ik mag dat niet doen. Puur racisme.
Als ik âs morgens naar buiten storm, moet ik
wachten met ontladen tot aan het bospad. Waarschijnlijk komt dat, doordat de
deur van het geluk naar binnen open gaat en bij ons gaan alle deuren naar buiten
open.
Daardoor belanden we ook in het bos. De deur gaat dan
dezelfde kant uit als wij en dat scheelt ook weer een dosis
koppijn.
Voor je het weet loop je anders al gauw weer in de
aurahealing.
Bij dit weer leer je steeds beter falen. Dan gun je
een ander ook wat en blijf je zelf koel. Zie je een muis, ga er dan niet achter
aan. Dat doet een ander wel.
Als het minder warm is, zeg ik verheugd:
âGoedemorgen, laat de stress maar weer komen.â
Vanmorgen had ik opeens de lucht van Sjakie de
steenmarter in mijn neus. Die stond gisteravond sissend en blazend naar Costa en
mij te dreigen in een bosje op veilige afstand aan de andere kant van het hek.
We hadden haar de dag ervoor een keer bijna te
grazen genomen. Costa lag toen beduusd in een spagaat naast het hek, toen ze een
grote net niet goed genoeg getimede sprong nam. Ze zag er op de grond uit als
Frans Timmermans.
Omdat ik meende Sjakie te ruiken begon ik aarde met mijn
neus weg te duwen.
Ik keek om hulp om naar Kaytie, mijn graafassistente. Ik
laat haar altijd het werk doen. Heb ik afgekeken van mannetjesleeuwen op de
EO.
Helaas. Ze ging er vandoor. Gisteren had ze nog een
woelmuis de grond uitgespit. Ik hoefde alleen maar mijn bek open te doen en snel
met hem weg te lopen. Heeft ze niet eens gezien. Ik heb haar gezegd, dat ze bij
Pearl de tweede bril gratis weggeven en nog een waardebon voor mij.
Hoe ik het zand ook op mijn neus verzamelde, geen
vangst, geen Sjakie. Ik was ook nog moe van een ander project.
Gisteravond was mijn bazin beukenbladeren uit de vijver
aan het vissen. Ze had niet eens in de gaten, dat ik haar hielp.
Zij zag wel een verdacht sleepspoor.
Er lagen veel vijverplanten door de wind plat. Ik heb
getracht die krengen recht te rukken.
Het lukte niet en toen heb ik ze maar
geapporteerd.
Stuk
voor stuk
heb ik ze in de boomgaard neer gelegd. Ik tevreden,
vrouwtje niet. Kan ik ook niet helpen.
Dan had ze maar alles moeten bestraten. Kost het ook
geen grond- en leidingwater om alles groen te houden.
Persoonlijk, als hond, heb ik niks met potplanten. Zeker
niet, als ze hoog staan. Ik ga niet als een pandabeer mijn gebied in de hoogte
markeren om Marcel Boekhorn in zijn zak te piesen.
Ik heb meer aan aanplant. Wij strooien hier in het
najaar met eikels. Komen vanzelf bomen uit, maar dat zal ik met mijn verwachte
levensduur van veertien tot zestien jaar niet meer meemaken. Als ik het wel haal
ga ik misschien aan de rupsen ten onder. Waarom klonen ze bomen niet?
Ik kijk niet alleen naar dierentuinprogrammaâs via
de satelliet, ik moet ook steeds de nieuwsberichten aanhoren. Mensentaal is
dikwijls onbegrijpelijk. Eerst worden er bomen overal gekapt voor heide. Nu moet
er voor elke gekapte boom een nieuwe worden geplant. Daar hebben wij dus nu
niets aan. Ik kan wel aan die boompjes gaan rukken, maar ik krijg ze niet tot
een aanvaardbaar CO2
reservoir opgerekt om een klimaatramp te voorkomen.
Tegels moeten uit de tuinen, maar als er dan groen
in zit, moet je ze laten verdrogen. In Den Haag heb je natuurlijk geen tuintjes,
alleen bij onze Willem. Mag die waarschijnlijk ook niet meer met een gietertje
rondlopen. Als troost kan hij de lucht in. Met zijn CO2
bom.
Ik heb Bijou nog geprobeerd tot een regendans te
verleiden. Omdat ze haar best niet deed heb ik Kaytie een tijdje
achternagezeten.
Leverde slecht drie millimeter regenwater op en een
verdroogde hond.
Ik kijk vaak naar die ene witte pot en die andere
zwarte. Het gaat om de inhoud en niet om de verpakking.
Ik heb al tegen Costa gezegd, dat we straks ook
geen gas meer mogen geven. Ik heb laatst met mijn neus tegen een stroomdraad aan
gezeten. Geloof me, electra is ook niet alles. Ik denk, dat je daar een andere
verpakking voor nodig hebt om het goed te brengen.
Ik houd in ieder geval die beesten hier allemaal goed in
de gaten. Als de portemonnee hier leeg is door al die klimaatmaatregelen zal ik
op jacht moeten.
Desnoods grijp ik een egel. Die heeft wel pennen,
maar geen brandharen.
Elk jaar komt hier tweemaal in het voorjaar een
knoert van een rupskar het terrein oprijden, waar
aaltjes op hoog niveau uitkomen.
Er volgt dan een soort van paling schieten in het groen.
Het ligt daarbij in de bedoeling, dat die aaltjes de eikenprocessierupsen opvreten en ik dan
de mazzel heb, dat mijn tong er niet gedeeltelijk af hoeft of dat ik stik.
Zie je me al zonder tong liggen hijgen bij de
opwarming van de aarde?
Het klopt natuurlijk voor geen meter. Als het niet
zo warm was geworden dan hadden we die rupsen ook niet gekregen en dan had ik
ook niet zo hoeven hijgen.
Goed beschouwd had ik met de juiste
natuurmaatregelen eigenlijk niet eens een hele tong nodig gehad.
Vandaag keek ik heel erg omhoog. Doe ik wel eens
meer als er een dikke duif iets laat vallen. Hangt er een licht grijze sok in
een eik! Als die
sok uit de droogtrommel was geslingerd had hij toch wel een kleine tachtig meter
overbrugd.
Misschien een Idee
voor Maarten om die elf steden wat sneller voorbij te kunnen komen.
Enfin, bazin erbij.
Die keek ook omhoog, omdat ik omhoog keek, alleen iets deskundiger en die wist
gelijk, dat er helemaal geen droogtrommel in het spel was.
âNetelschietersâ, mompelde zij aardig chagrijnig.
âDe aaltjes hebben die hoogte kennelijk niet
gehaald.â
Ik vond dat nogal een domme opmerking. Ze waren gewoon niet hoog genoeg geschoten. Paling zwemt
toch nooit in een boom en zeker niet omhoog. Die willen alleen maar
stroomafwaarts.
Enfin, een stofzuiger met een steel van negen meter
er bij halen schijnt niet te lukken. We moeten die boom gewoon gaan mijden. Een
lintje er omheen. Doet de overheid ook. Ze delen ze ook wel uit.
Nou las ik vanmorgen in de krant, dat eiken bomen
moeten worden neergehaald. Dan kunnen die rupsen ook niet meer in mijn neus of
bek hun haren achter laten. Er moeten andere bomen worden geplant. Maar welke
dan?
In Griekenland schijnt een kever alle dennen op te
vreten en als Willem Alexander per ongeluk een kever in zijn revers meeneemt in
het nieuwe regeringsvliegtuig dan zitten
onze dennen hier ook gauw zonder
naald.
Dennen dus ook maar weg. De beuk moet er gewoon in.
Weg bio-diversiteit. Het klimaat is toch al bedorven.
De toekomst van de eiken hier rondom zie ik dan ook heel
donker in.
Als iedereen op tijd en hoog genoeg in het begin
aan aaltjes-schieten had gedaan, dan hadden wij hier nog rustig onder de eiken
bomen langs de weg kunnen klootschieten.
De overheid dweilt nu eenmaal graag met de kraan open. Hun portemonnee blijft daarbij toch goed
gevuld.
Elke plaag volgt zich bij ons in rap tempo op. Steenmarterplaag, muizenplaag, bijenplaag, spreeuwenplaag, reigerplaag,
rattenplaag, tekenplaag, rupsenplaag.
Vanmiddag zag ik bij het
hek opeens twee grote gaten. Kaytie?
Die lag echter voor Lello op het gras bij 29 graden boven nul.
Ze had net een inspectiemuizenronde op dakpannen achter de rug.
Ik moet toegeven: zonder haar waren we de
muizenplagen nimmer te boven gekomen. Ze is niet voor niks zo vet.
Ze struint het hele terrein âs morgens en âs middags en
âs avonds af op zoek naar ongedierte.
Daarbij schuwt ze ook de composthoop niet.
Waar ook heerlijke ponydrollen in bivakkeren, die ik dan
stiekem ergens anders op eet.
Die bruine kip staat al weken op mijn menulijst. (Ik
dwaal een beetje af)
Stel je voor, dat ze ten prooi valt aan de
wolvenplaag. Er lopen nu immers ergens dichtbij drie wolfjes rond.
Ik ben als deelwolfje geboren in Brabant. Heb nog nooit een schaap hoeven eten.
Ik heb voor het klaarmaken van mijn eten gewoon Overijssels personeel.
Ik lig nu te waken bij die grote gaten. Je weet maar
nooit welke nieuwe plaag naar boven komt. Ik moet wel bij blijven. Ik lig hier
droog.
De sloten staan ook droog.
De mensen bekijken het maar. Doe ik ook. Op zân slooms.
De regen zal ook wel weer komen.
Poot van Falco
P.S. We hebben hier ook een heggemusplaag in de
geraniums. Er liggen vijf eitjes in. Er is nu een sproeiverbod van
kracht.
Afgelopen week was het voorjaarsweer een beetje
hoteldebotel. We wonen hier onderaan een berg met uitzicht aan de achterkant
over de wijde vlakten en dan kan je aan de horizon mooi zien of er regen of
storm aan komt. Mijn vrienden, de zwaluwen, voorspellen het weer ook prima.
Vliegen ze hoog, dan weet ik, dat het goed weer
wordt. Vliegen ze laag over mijn kop dan kan ik mijn zonneklep in de bench
laten.
Hijgend in de buurt van een bak water was het
beste.
Of verstoppen onder de planten met kop richting
vijver.
Die mafkees van een Costa gaat bij 32 graden boven
nul nog door met ballen. Ik ben van plan haar May te gaan noemen. (Misschien
stopt zij dan ook nog eens een keer)
Uit sociaal oogpunt is het enige, dat ik kan doen haar
even in de schaduw te zetten. Helaas moet ik dan wel weer op vier poten gaan
staan. Met het oog op de komende loopsheid is het wel zo verstandig vriendjes
met haar te blijven. Zij kan zo in ieder geval op voorhand al een APKâtje
doen.
Sinds kort ben ik ook bevriend geraakt met twee jonge
Lakenvelders.
Clara en
Sara.
Het probleem met
die meiden echter is, dat ze bij zware storm nog niet stevig genoeg verankerd op
de poten staan. (Bij aardbevingen, denk ik, ook niet. Gelukkig is dat hier Westerwijdeeneindweg).
Ik heb ze dan ook uit voorzorg op stal gezet.
Tot twee keer toe was er nepstormnieuws. Drie keer
heb ik ze binnen gehaald. Er kwam wel een beetje wind, maar daar blies je nog
geen Mikadostokje mee om.
De derde keer had ik ze bijna buiten laten
bivakkeren, maar de zwaluwen vlogen zo laag om muggen te vangen, dat ik Clara en
Sara maar weer naar stal heb gebracht.
De zwaluwen hadden het weer goed in geschat. Muggen
laag, slecht weer. Het terrein leek wel een slagveld. Overal blad.
Talrijke ongewenste abortussen van onvolgroeide
pruimenvruchten.
Gore tuinmeubels, die zo de kringloop in kunnen voor een
tweede kans. Bij Kees Smit kunnen ze in ieder geval niet terugkeren.
Alleen nepsneeuwzwaan Trumpje had de wind goed in haar
vliegerachterste gehad.
Haar maat Boris J. stond ook verrukt te pralen bij de
andere vijver.
In gezelschap van een nogal uitbundige zwaan, die
kennelijk een laagvliegroute van Lelystad had genomen.
Het laantje had last van roos gekregen.
Een voorgoed uitgewandelde tak lag voor pampus op het
gras. De ecologen zullen dit wel een bio-diverse kaalslag vinden.
Gelukkig is waarschijnlijk door een pinstoring bij
Buienradar het onweer hier weggebleven.
De geraniums hebben de wind overleefd. Kunnen we er weer
achter zitten, al schijnt dat ook steeds korter te moeten worden.
De wereld draait dol, maar ik hou het hier wel vol.
Elke avond ga ik met Costa lekker los, als ons
diner tenminste al enige uren in de maag aan het verzuren en afbreken is. Anders
kan de boel gaan kantelen en wij zijn nu eenmaal geen vrachtautoâs.
Bij het openen van de buitendeur (had wat breder
gekund) stuiven wij volkomen onbehouwen ons terrein op, alsof wij koeien zijn,
die na de winter voor het eerst de wei weer op mogen.
Zoân wei gaan wij dus ook op.
We moeten ons eerst enigszins gedisciplineerd opstellen
met in de haast meegenomen attributen, die bij de bazin ter verwerping kunnen
worden aangeboden. Die discipline zag ik ook op 4 mei bij de herdenking op de
Dam. Daar mag ook geen beweging in zitten en duurt 2 minuten. Langer houden wij
het hier ook niet vol.
Ik controleer voor aanvang van de weidegang eerst het
voor poten zijnde materiaal op tandvastheid. Het moet na de beet in vorm blijven
of vanzelf weer in vorm terugkeren. Ik doe het dus uitsluitend voor de
vorm.
Vanavond vond ik een nieuwe bal, waar spenen aan
zaten. Het leek op een uier, waarschijnlijk door een koe verloren op koningsdag.
Dat feest hebben we ook net achter de rug. Ik miste wel het toiletpotgooien en
koekhappen.
We hebben op de wei een enigszins verroeste badkuip staan, die ooit als trog had
moeten dienen. Daar hadden we mee kunnen gaan
gooien. Kipfilethappen zou ook een heel goed idee zijn geweest, maar volgens de
bazin happen we al genoeg en leggen de kippen nog voldoende eieren.
Twee keer ophalen van ballen is voor mij het máximale
koningsspel. Ik wil geen showversie van mezelf maken. Ik ga gepast met energie
om.
Een lintje krijg ik er toch niet voor als ik me extra
uitsloof. Bovendien heb ik geen zin om in mij
te laten prikken. Ik hoef toch niet naar een wolvenpuppydagverblijf, al schijnt
Berend daar botjes te hebben.
Ik deel wel graag bij Costa prikjes uit. Probeer haar af
te remmen door in haar poot te bijten.
Liet ze gisteravond een
windje. Niet te
harden. Die meid gaat rustig twintig keer een bal achterna.
Begrijpelijk, dat het diner dan wat sneller naar
achter op schuift.
Costa ligt vaak zo schuin in de bocht, dat ik vrees voor
weer een gevallene. Ik hoop niet, dat ik haar, net als de geit, volgend jaar
moet gaan herdenken.
Roos is mijn Amalia. Voor haar laat ik graag mijn
bal met spenen vallen. We kletsen wat af bij het hek.
Het gaat er soms heftig aan toe in onze
discussies.
Dit keer hadden wij het over voedselverspilling.
Ze had de halve hooiruif nog op haar hoofd.
Ik ben wel zuinig op mijn kop, vooral als ik in het
schootsveld van Kaytie lig. Met de aarde moeten we zuinig zijn, maar Kaytie
graaft constant holen, die met de uitgegraven grond niet meer te dichten zijn.
Loonwerkers komen dus geregeld een shovel aarde over het hek kieperen. We komen
hier dus steeds hoger te zitten, net als de zeespiegel. Ik begrijp nog steeds
niet, dat wat er uitgaat er niet helemaal meer in komt.
Al peins ik me suf.
Soms zie ik het invallen van de avond als een
bevrijding.
Dan kijk ik om naar alles wat ik heb en wat er van velen
te vroeg is afgenomen.
Onze haan kraait koning. Het probleem is, dat velen te
hard kraaien en dat er rare koningen zijn. In Thailand hebben ze er net zo
eentje gekregen. Die heeft een poedel tot luchtmaarschalk benoemd.
Waarschijnlijk vangt-ie net als Costa de ballen uit de lucht. Dat is nog eens
iets anders dan een lintje opgespeld krijgen. Ik moet er niet aan denken om als
showversie in gala-uniform bij Roos te verschijnen.
Costa en ik waren op onze Lemelerberg om reeën te
ruiken en extra zuurstof op te snuiven.
Ons bos is namelijk hartstikke gezond. De bomen
vangen koolstofdioxide op en geven ons daardoor schone lucht.
Daar is geen klimaatmaatregel voor nodig. Bovendien
zijn bomen heel geschikt om er een plasje tegen te doen.
Kunnen andere honden ruiken, dat je er geweest bent
en op die manier lezen, wij honden dus, de krant.
Bomen geven ons ook koelte, als het warm is. Hoeven
we minder te hijgen.
Costa en ik gingen dus vrolijk op pad.
Costa deed eerst een poepje
en ik keurde een paaltje af, had liever een boom om
tegen te plassen. Maar opeens waren bijna alle bomen weg!
De bomen van mijn bos bleken te liggen. Nooit geweten,
dat die ook naar bed gaan.
Massaal lagen ze te pitten.Te beroerd om op zoân mooie
dag op hun wortels te staan.
Hun takken hadden ze ook nog eens af gedaan. Die
lagen her en der op grote hopen. Het is natuurlijk wel gezond om bloot te gaan
slapen, maar ik vond het een beetje eng.
Het leek wel oorlog. Zouden die bomen hun takken nog wel
weer terug kunnen vinden? Ik hoor de bazin ook wel eens mopperen, dat ze weer
een sok kwijt is.
De boom, waar ik gisteren nog tegen had staan plassen,
lag ook al in diepe ruste. Ze waren vast allemaal bij de tandarts geweest voor
een wortelkanaalbehandeling.
Om nou mijn poot op te gaan tillen tegen een
slapend iemand met kiespijn ging me net even te ver. Ik keek verbaasd om me
heen. Was er nog een boom te bekennen, die wel wakker was?
Costa hielp zoeken. Fideel van haar, want zij hoeft om
te plassen alleen maar haar kont te laten zakken. Door alle sporen was ze echter
ook het spoor volledig bijster.
Er stond nog wel een berk, die waarschijnlijk op moest
blijven. Dat gaat zo ook bij onze ponyâs. Ze slapen nooit allemaal
tegelijk.Tegen zoân boom ga je als fiere hond natuurlijk ook niet plassen.
Van schrik hield ik dus mijn plas maar op. Alle bomen
rond de waterpomp waren ook ineens weg. Allemaal gaan liggen.
Zouden ze soms van al die bomen waterbakken gaan maken?
Als hond kun je dan wel tanken, maar niet lozen.
Waren al die bomen ineens wappie?
We hadden op de heenweg al wel een bord gezien, dat we uit moesten kijken voor
boswerkzaamheden, maar alles sliep. Er werd helemaal niet gewerkt.
Ik besloot even een hondenyogaoefening te ondernemen:
kont omlaag, kop recht vooruit en even nergens aan denken. Zie ik opeens nog een
bord.
Uniek in de wereld en zo dichtbij, stond er op. Vond ik
ook treffend op dat moment. Mijn bazin heeft voorgelezen, dat de bomen niet meer
wakker worden. Dat in drie jaar tijd tachtig procent van de bomen op onze berg
dood gemaakt worden.
Ik ben hard naar het nog overgebleven bos gerend. Toen
ik omkeek naar wat het Landschap Overijssel de bomen had aangedaan huilde mijn
wolvenhart.
Dit heet Natura 2000.
Maar het is 2019.
Straks lopen wij in de warme zon te snakken naar
verkoeling en frisse lucht in een ongewisse bio-diversiteit.
Als 25% wolf zie ik echter heel duidelijk een
lichtpuntje.
Vanochtend ben ik heel vroeg opgestaan. Het was een hele
goede morgen om met het CDA te spreken, winderig, fris en vooral nat. Bij het
eerste miezerige zonnestraaltje heb ik geprobeerd de verkiezingslijsten door te
nemen. Te weinig lichtpunten en te kleine lettertjes.
Kies voor doen, zegt de VVD, dus ben ik naar buiten
uitgeweken.
Wat een lellen van vellen. De wind kreeg er vat op.
We hebben geen windmolen op het terrein om die wind weg te kunnen
vangen.
Dan de poten er maar op.
Voor een totaalvisie had ik de stemwijzer geraadpleegd.
Daar was ik geen Kong mee opgeschoten.
Overal is geld voor nodig, plannen realiseren zichzelf
niet (VVD), dus ik ben maar begonnen met graven. Je weet maar nooit, wat er in
de grond zit, Als ik doorgraaf heb ik een tunnel tot Nieuw-Zeeland en kan ik
misschien kerkgangers redden. Misschien een zinloze onderneming, want van de PVV
en het Forum voor Democratie moeten ze toch weer terug.
Dan maar even aanpakken (D66) en de waterstand
inspecteren. Volgens mij is die zeker niet te laag meer, want het water zakt hier
niet meer weg. Men klaagt zich suf over tekorten. Vergeten wordt, dat de natuur
zichzelf herstelt. We doen hartstikke ons best om alles te verpesten. Wij denken
aan morgen. Dus doen wij vandaag. (D66)
Moet je eens kijken, hoe schitterend de natuur hier
is.
Het mos is het gras aan het verslaan, als wij ons er
maar niet mee bemoeien.
De benzinedampen vellen de bomen niet. Dat doen de
natuurorganisaties wel met de vernietigende actie hei voor bomen.
Ik vel ook wel eens een boom, als ik er zin in heb. Dat
heet echter verantwoord bosbeheer.
De PvdD wil de jacht verbieden.
Niet nodig. Alles wat eetbaar langs rent zie ik en vang
ik op.
Dat is wel eens flink aanpoten. Zeker met harde wind
tegen.
Ik ben nu eenmaal van de totaalvisie (FvD): beschouwen, overpeinzen en vooral
âzeker zijnâ. (PvdA)
Zo ben ik heel zeker, dat de sociale woningbouw op dit
terrein prima in orde is en niet uitgebouwd hoeft te worden. Wel sta ik wat meer
openheid voor. De doorstroming zou dan gewaarborgd zijn en mijn voedselaanbod
welkom gevarieerder.
Het plaatselijke zorgstelsel is hier ook prima in orde.
De duiven hebben de beschikking over een zorgkruk en een tiny house.
Ook is er altijd schoon drinkwater, niet vervuild door
medicijnen, want die geven wij hier niet.
Met mijn imponeergedrag zorg ik, dat slechteriken buiten
de deur blijven.
Met behulp van slogans weer ik een slecht milieu.
Althans dat denk ik. Zo denken al die partijen er waarschijnlijk ook
over.
Door de stemwijzer te raadplegen zie ik helaas door
de bomen mijn bos niet meer en toch moet ik stemmen.
Ik ben ontstemd.
Ik gooi woensdag een hondenkoekkie op het stembiljet en
zie wel waar die uitkomt. Ik ga met mijn bal toch wel een mooie toekomst
tegemoet. Ik word immers nooit 50+. Komt het koekkie op een stomme partij, dan
gooi ik wel overnieuw.
Al zou alles naar de knoppen gaan, hier zitten ze alweer
met voldoende water en in schone lucht.
Veel wijsheid dus met stemmen en trap er niet in (in die
plassen dan..)
Afgelopen zaterdag ging mijn bazin naar een
slipjacht. (Never a dull moment) Daar had ik nog nooit van gehoord. Ik ga
namelijk altijd zonder slip op jacht. Uitsluitend in mijn vel en dan ook nog als
ik er goed in zit. Mijn vriendinnen zijn nu loops en ik zie ze gruwelijk
worstelen met een slip. Ik was dus erg nieuwsgierig, hoe zoân pikante jacht er
uit ziet, maar mocht wel mee onder de voorwaarde, dat ik in de auto bleef
zitten. Ik kan nu eenmaal niet beloven niet naar paarden te blaffen en geen
strijd aan te gaan met tig honden, die op me afkomen. Ook is het moeilijk om me
niet bij snel jagende honden aan te sluiten.
Ik zat dus undercover op de achterbank. Kon vanachter
mijn raam gelukkig alles goed bekijken.
Het verzamelpunt was op het parkeerterrein van een
restaurant. Voor niemand kennelijk een brug te ver.
Ik werd vrijwel direct begluurd vanuit een grote wagen.
Dubbeldeks.
De sterke geur van honden werd geen strobreed in de
weg gelegd. Daar stonden ze op. Zat ik toch maar comfortabel op mijn autobank.
Ik vroeg me af of die honden allemaal straks hun slip nog moesten gaan
aantrekken. Zo te bespeuren zat alles nog uitsluitend in eigen
vacht.
Aan de andere kant werd ik begluurd door een wit paard.
Ik denk, dat ze me niet zo aantrekkelijk vond. Ze
keek nogal wild naar me.
Even verderop stond een zwart paard met een heel
vreemd lijf. Had zijn voorbenen wel heel hoog zitten.
Er werd druk achterwaarts uitgeparkeerd. Best moeilijk
voor die paarden zo zonder zijspiegels.
Vermoedelijk kwam dit beest net uit bed. Hij had zân
deken nog om.
In de trailers was druk gepoept.
Die verrukkelijke paardenvijgen werden onderaan het hek
weg gecamoufleerd. Het leek me inderdaad teveel voor een poepzak en niet te doen
om dat daarna in die kleine kontzak te doen. Ik had ze ook wel willen opruimen.
Best in voor vrijwilligerswerk.
Van de zenuwen stond er een paard te plassen. De wind
had er even vat op, maar het bereik was te kort om de voorbenen te halen.
De dekens werden weggehaald, de paarden opgezadeld, van
het juiste tuig voorzien en het feest kon beginnen.
De mannen op de paarden hadden nagenoeg allemaal een
rood jasje aangetrokken. Het was net alsof ze in een sprookje reden. Ook hadden
ze zwarte pannen op hun hoofd gezet. Waarschijnlijk inductie om onderweg een
eitje te kunnen bakken.
Het spannendste voor mij was het uitladen van de
honden. Achtentwintig stuks zwartbruin. Of ze er veel zin in hadden was
tegenstrijdig vast te stellen. Veel pit om vooruit te komen, maar ze lieten de
oren erg hangen.
Vier ruiters te paard met zwepen tot op de grond
moesten de meute in toom houden. Bleken het BLOEDHONDEN te zijn.
Ik had te vroeg medelijdende gedachten over die zwepen.
Bleek, dat ze nooit geslagen werden. De zwepen werden alleen maar als aanwijzers
gebruikt. Door elke dag te trainen reageerden de honden op de wijze van bewegen
en vasthouden van de zwepen. Zeer subtiele opvoeding. Zal bij mij niet
lukken.
Nog fit als hoentjes (daarom probeerden ze
waarschijnlijk ook het water in te springen) gingen ze op weg naar de eerste run
van zeven kilometer.
Althans, nadat de laatste hond de oever weer had
bereikt.
Heel misselijkmakend idee, dat ik niet mee mocht doen,
al was het een vossenjacht. Reevlees past nou eenmaal beter in mijn bek.
Toen die nepvossenslip het spoor had getrokken moesten
de honden dat spoor gaan volgen en de paarden gingen daar dan weer
achteraan.
Compleet gestoord, die hele karavaan. De honden
sjeesden slingerend en heel gemakkelijk over de weidegronden luid en diep
blaffend hun neus achterna. Waren vast in de waan, dat het om een echte vos
ging. Je reinste misleiding.
Die linksvoor was de leider: Hillman. Had een ambtsketting
om. Dat noemen ze onderscheidend. Een paar meter achter hem rende een hond met
een joekel van een bult op zijn nek. Die was, denk ik, topzwaar, want hij helde
nogal voorover.
Bij de eerste sloot werd druk gefierljept. Zonder stok
ging dat ijzingwekkend goed, al moet ik erbij zeggen, dat de slootjes smal
waren. De landeigenaren hadden wel hun vee van de weiden gehaald en gedeeltes
van de afrasteringen verwijderd om een omgekeerde shutdown te
voorkomen.
Na de eerste run werd een grote flapoor van het veld
gedragen. Had zijn poten kennelijk overspeeld. Een hele hijs voor die vrouwen.
Na een korte pauze ging men vol goede moed de tweede run
in. Ik vroeg me af, of er wel eens een hond de lucht was ingevlogen na een trap
van een paard. Knap staaltje samenwerking. Ik hou wel van mijn shetlanders, maar
ga echt niet tussen hun hoeven bivakkeren. Hun hoeven zitten mij te los.
De aanblik van de jacht was om te kwijlen. En ik maar
zitten in die auto. Kwijlend dus.
De meute kon na afloop van de run zo de sloot in. Dat
was een goede coolingdown.
En passant werd er nog een kleimasker genomen.
Een ruiter werd op zijn paard getild na een pitstop. Hij
had een hoofdstel naar de knoppen geholpen. Er stonden geen keukentrapjes langs
de weg. Blokker miste hiermee een gerichte reclame-kans.
Ook voor wat betreft die pannen.
De hele carnavalsoptocht vertrok na de tweede run naar
een boerenschuur om te laven De honden gingen achter hekken. Ze waren moe. Soms
was er geen kop of kont meer te ontdekken.
Dat kwam vooral door die ruime vellen. Verkeerde
beginopname bij de fok, denk ik.