Beeld- Tekstverantwoording; Foto's afkomstig van diverse bronnen; Beeldbank-Zeeuws Archief, Beeldbank-ZeelandNet, Beeldbank-Zeeuwse Bibliotheek Beeldbank-Wikipedia, Beeldbank-Google Openbare Sites, Collectie uit eigen archief. Tekst afkomstig van Wikipedia, en andere bronnen. in bewerkte of verkorte vorm Tekst uit eigen bron. Copyright; Eigenaren van foto's kunnen zich melden voor bronvermelding.
Joost Klercq, de zoon van Marinus Klercq en Pieternella Jacomina Kaasen, neemt dienst bij de marine. Zijn eerste ligplaats zal tussen 1864 en 1870 Vlissingen zijn geweest, wat voor de hand ligt, omdat Vlissingen als marineplaats sinds eeuwen, dicht bij Middelburg gelegen is. Strijdvaardigheid ligt hem niet, hij kiest voor een verzorgend beroep. Joost wordt ziekenverpleger bij de marine. In die hoedanigheid is hij op een gegeven dag overgeplaatst naar Den Helder, waar een marineziekenhuis gevestigd was. In de tijd van de Bataafsche Republiek waren de Fransen al begonnen met de aanleg van een marinehaven. Den Helder lag strategisch ten opzichte van de doorvaart naar de toenmalige Zuiderzee en daarmee op de omvaarroute naar Amsterdam. Daarom werd Den Helder ook wel als het Hollandse Gibraltar aan de Kop van Noord-Holland genoemd.
Situattie Den Helder 1641
Sommigen historici menen de oorsprong van de naam Den Helder te vinden in de verwijziging naar het zeegat Helledore, wat "deur tot de hel" betekent. Dit vanwege de strategische ligging, maar ook de verradelijke sterke stromingen, wat veel schepen tot zinken heeft gebracht. De naam Helledore, kan ook zijn ontstaan door fabels en sterke verhalen, waar men in vroeger dagen graag een mytische betekenis aan gaf. Ook betekent het een Helre. ofwel een kleine zanderige landrug. Hoe dan ook, voor lange tijd bleef Den Helder een havenplaats van maritiem belang. En dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven.
Hert Amerikaanse schip The Janson zinkt voor de kust van Den Helder 1820
Joost Klercq ontmoet, na 1870, in Den Helder zijn vrouw Maria Klasina Goudswaard, die in het jaar 1848 in Den Helder is geboren. Zes kinderen worden uit dit huwelijk geboren, waarvan enkele later van zich doen spreken, waardoor de naam Klercq prominent in verschillende plaatsen op meubelzaken staat te lezen. Jaren later verschijnt een Klercq, van een andere voorvader, in de stad, die ook een belangrijke rol in het sociale leven zal gaan spelen. Het is Jacobus Anthonie Klercq, Gereformeerd predikant uit Middelburg. Samen met enkele notabelen uit de stad richt hij een "School met den Bijbel" op in de Koningstsraat, deze school van heden gefuseerd zijn in een grotere scholengemeenschap. Over Jacobus zal ik in een ander bulletin nog uitgebreid berichten, want zijn leven gaat niet bepaald over rozen. Zijn eerste vrouw Maria Donk sterft bij de geboorte van hun eerste kind. Daarna hertrouwt Jacobus Anthonie met Maaijke van der Dusse. Het huwelijk is gezegend met veel kinderen. Ze trouwen en stichten gezinnen verspreid over het land.
Nakomelingen kind 7; Joost Klercq, vertrekt met Wachtschip 1865-1877 naar Den Helder
IV.h- Joost Klercq. Geb. zat.dag 19-06-1846, Middelburg. Ovrl. 03-10-1914 Den Helder Geboortehuis; Wijk N nr 139, Verwerijstraat, Middelburg (Vader-Moeder 38 jr) Zv; Marinus Hendrik Klercq - Pieternella Jacomina Kaasen Huwt 1; met; Maria Klasina Goudswaard, 07-11-1872 te Den Helder Geb. 10-10-1847, Den Helder. Ovrl. datum nn Dv; Jacob Goudswaarde - Ake Bijl
Bijzonderheden; Beroep bruidegom; Ziekenverpleger bij de marine Beroep bruid; Dienstbode Beroep vader bruid; Timmerman Huwelijk Goudswaard-Bijl; Den Helder 14-03-1839
Kinderen uit dit huwelijk; 6, Generatie V V.a.- Petronella Jacoba Klercq Geb. 24-05-1877, Den Helder. Ovrl. 31-08-1877, Den Helder, - 4mnd. V.b.- Marinus Hendrik Klercq. Geb. 28-04-1881, Den Helder, Ovrl. 11-10-1938, Den Helder, 57 jr. V.c.- Johanna Maria Clasina Klercq Geb. 09-04-1882, Den Helder. Ovrl. 28-08-1882, Den Helder, + 4mnd. V.d.- Joost Klercq. Geb. 20-05-1883, Den Helder. Ovrl. 15-01-1949, Den Helder, 65 jr. V.e.- Maria Petronella Klercq. Geb. 30-08-1884, Den Helder. Ovrl. 22-02-1919, Den Helder, -35 jr V.f.- Piet Klercq Geb. 13-06-1884, Den Helder. Ovrl. 08-12-1885, Den Helder, + 1jr ------ V.b- Marinus Hendrik Klercq. Geb. 28-04-1881, Den Helder. Ovrl. 11-10-1938, Den Helder, 57 jr Zv; Joost Klercq - Pieternella Jacomina Goudswaard Huwt 1; met Wilhelmina Frederika Kok, op 22-03-1907 te Anna-Palowna. Geb, 23-04-1885, Den Helder. Ovrl. 20-05-1974, Den Helder, 89 jr Dv; Pieter Kok - Niesje Hoek.
Bijzonderheden; Beroep bruidegom; Beddenfabrikant Beroep vader bruid; Landbouwer
Kinderen uit dit huwelijk; 2, Generatie VI VI.a- Maria Klasina Klercq VI.b- Antonius Fredericus Joost Klercq ------- VI.a.- Maria Klasina (Ria) Klercq. Geb. 04-03-1912, Den Helder. Ovrl. 07-03-1969, Leiden, 57 jr Dv; Marinus Hendrik Klercq - Wilhelmina Frederika Kok Huwt 1: met Marinus (Rien) Houtman op 20-07-1935, 11.45 uur te Den Helder Zv;
Bijzonderheden Verloofd; 24-06-1934, Spoorstraat 8-10/van Galenstraat 8, Den Helder Ondertrouw; 17-07-1935, Singel 49, Den Helder Overlijden Maria Klasina; in het Academisch Ziekenhuis te Leiden Overlijden Marinus Houtman; 18-08-1980, (69 jr) Jan de Jonstraat 4, Den Helder
Marinus Houtman (Weduwnaar van Maria K. Klercq) Huwt 2 met L. (N.) Visser, na 1969 te ? Dv; Houtman - ?? ------- VI.b- Antonius Fredericus Joost (Frits Joost) Klercq. Geb. 31-07-1915, Den Helder. Ovrl 14-02-1994, Den Helder 78 jr Zv; Marinus Hendrik Klercq - Wilhelmina Frederica Kok. Huwt 1: met; Lijdia (Leijda) Wiggers, op 15-10-1937 Den Helder geb. 31-12-1914, Hoorn, Ovrl 02-09-2000, Den Helder 87 jr Dv; Wiggers - H.L. de Haam
Bijzonderheden; Bruid ingekomen; 22-10-1937 Veenelaan 175, Hoorn Bruidegom; Plantsoenstraat 7, Den Helder Adres echtpaar; Spoorstraat 10/32, Den Helder
Kinderen uit dit huwelijk 3 Generatie VII VII.a.- H. Klercq, dochter Geb. 02-03-1940, Den Helder VII.b.- M.H. Klercq, zoon, Geb. 23-05-1942, Hoorn VII.c.- W.F. Klercq, dochter Geb. 11-04-1946, Den Helder ------- VII.a.- H. Klercq, dochter Geb. 02-03-1940, Den Helder Huwt 1 met; J. Krijnen
VII.b.- M.H. Klercq, Geb. 23-05-1942, Hoorn. Zv; Antonius Hendrik Klercq - Wilhelmina Frederica Kok Huwt 1; met: M.C. Schmidt, op 15-03-1975 te Stockholm, Sweden. Geb. 28-05-1943. Borås, Sweden. Dv; nn
Kinderen uit dit huwelijk 2 Generatie VIII VIII.a.- R.H. Klercq, zoon Geb. 07-10-1975, Alkmaar Huwt 1 met; C. Bakker VIII.b.- C.F. Klercq, zoon Geb. 07-02-1978, Alkmaar Huwt 1 met; C.J.M. Mens --------
VII.c.- W.F. Klercq, Geb. 11-04-1946, Den Helder Huwt 1: met de Gast
Kinderen uit dit huwelijk NN
( Personen in leven worden niet volledig benoemd. Afdekking tot geboortejaar mogelijk)
Het eerste Stadhuis van Den Helder
V.d- Joost Klercq Geb. 20-05-1883, Den Helder. Ovrl. 15-01-1949, Den Helder, 65 jr Zv; Joost Klercq - Maria Klasina Goudswaard. Huwt 1; met; Aagje Kok, op 07-12-1911 te Den Helder. Geb. 17-03-1888, Den Helder. Ovrl. 10-02-1971, Den Helder, 82 jr. Dv: Pieter Kok - Niesje Hoek
Bijzonderheden; Beroep bruidegom; Sergeant Pantserfort Artillerie, Administrateur bij Marine Militaria van Joost Klercq is bekend Joost Klercq laat huis bouwen aan de Duinweg op perceel 1410 m2 Joost Klercq wint prijs van fl.5.--, 30-04-1936 bij prijsvraag Adres 1936; Duinweg 28, Huisduinen Adres 1971; Ambonstraat 19, Den Helder
Kinderen uit dit huwelijk 1 Generatie VI VI c.- (Enny) Niesje Klercq. Geb. 10-11-1913, Velsen. Ovrl. 05-03-1998, Hilversum, 84 jr Huwt 1; met A.C. Mooy op 11-08-1939 te Den Helder Zv; nn
Bijzonderheden Bij huwelijk; Duinweg 28/De Wetstraat 30, Den Helder Verhuisd 09-01-1939 naar; Hindelaan 60, Hilversum
Kinderen uit dit huwelijk; 1.- J.M. Mooy 2.- J.C. Mooy
Historische zeevaart voor de kust van Den Helder 2010
Ve.- Maria Petronella Klercq, Geb. 20-08-1884, Den Helder. Ovrl. 22-02-1919 Den Helder, 35 jr. Dv; Joost Klercq - Maria Klasina Goudswaard Huwt 1 met; Simon Willem Ike, op 11-01-1917 te Den Helder Geb. 13-06-1891. Ovrl. datum nn Zv; Hendrikus Ike - Anna Teerink
Bijzonderheden; Beroep bruidegom; Machinist Koopvaardij Ondertrouw; 18-12-1916 Den Helder
Simon Willem Ike (weduwnaar van Maria P. Klercq) Huwt 2 met Catharina Groot, 30-10-1920 Den Helder Dv; Pieter Groot - Anna Catharina Ran
Bijzonderheden; Echtpaar Ike-Groot verhuist; 24-04-1922 naar Rotterdam
Stand 28-04-2011. Wijziging dd 18-05-2011, Wijziging dd 17-12-2011
Cornelis Klercq, de zoon van Marinus Hendrik Klercq en Pieternella Kaasen uit Middelburg, heeft waarschijnlijk er nooit aan gedacht dat hij zijn liefde voor het leven in Deventer zou vinden. Door zijn beroep als stoker-matroos op de binnenvaart heeft hij heel wat plaatsen aan Hollandse rivieren aangedaan, mogelijk ook in Belgie of zelfs Frankrijk. Toch sloeg cupido in Deventer toe, toen hij onder de indruk kwam van de schone Helena. 27 jaar was Cornelis toen hij met de bijna 5 jaar jongere Helena Rijnwalt trouwde.
Cornelis zal zich snel hebben thuis gevoeld in Deventer. De stad met een rijke oude historie. Eén van de vijf oudste steden van Nederland met een lange geschiedenis, die zelfs terugvoert tot het jaar 877, wanneer over 7 hoeven in Daventre portu melding wordt gedaan in een schenkingsoorkonde van koning Otto I. Maar er is meer oud aan Deventer, wat veel mensen waarschijnlijk niet weten. Zo heeft de stad het oudste stenen huis, uit het vroege Hollandse verleden, het oudste wandelpark, en de oudste bibliotheek van het land. Dat verklaart nu ook waarom de beroemde jaarlijkse boekenmarkt in Deventer wordt gehouden.
Deventer de Bokkinghang
Vanaf de 8ste eeuw, dus nog voor de bewoning van Middelburg, daarvoor zelfs ook nog door de Romeinen bezocht, is Deventer vrijwel continu bewoond. De IJssel speelde een belangrijke rol voor jagers, vissers, boeren en veehouders. Waarschijnlijk is de stad gesticht door, de later heilig verklaarde, Angelsaksische missionaris Lebuïnus, die in 778 de IJssel overstak, waar hij op het huidige grondgebied van Deventer een houten kerkje bouwde. Op diezelfde plaats waar nu, de naar hem genoemde, Grote- of Lebuïnuskerk staat.
Tussen de jaren 1000 en 1500 werd Deventer, samen met Tiel, een bloeiende handelsplaats, die deel uitmaakten van het Hanzeverbond. Van 1559 tot 1591 was het rooms-katholieke bisdom Deventer in de stad gevestigd. De stad was een belangrijk centrum voor religieuze hervorming. door frater Geert Grote, grondlegger van de Moderne devotie, welke beweging van invloed was op Thomas a Kempis en later op Desiderius Erasmus. Tot ongeveer 1500 was de stad het belangrijkste humanistische boekdrukcentrum van Noord-Europa.
In de Franse tijd, op 4 mei 1809, bracht koning Lodewijk Napoleon een bezoek aan Deventer. Hij werd rondgeleid bij een aantal bedrijven, onder andere bij Bussink, de bakkerij op de Brink. Hij kreeg de koek te proeven en plaatste meteen een bestelling. Toen hij vertrok "vergat" hij te betalen, zoals een koning dat ongegeneert betaamt, maar daar werd hij meteen door de vrouw van de bakker op gewezen. Lodewijk Napoleon stond positief tegenover Nederland, hij was ook gematigd populair, omdat hij een weinig repressief beleid voerde. De koning, hoewel hij natuurlijk Franstalig was, probeerde toch Nederlands te spreken. In Deventer zei hij per ongeluk, zonder dat te bedoelen; "Ik, uw konijn," in plaats van "Ik, uw koning." Cornelis Klercq zal weinig van al die wetenswaardigheden hebben meegekregen, hij had andere zaken aan zijn hoofd. Zijn leven was kort, elf jaar na zijn huwelijk overleed hij op de jonge leeftijd van 38 jaar.
Eerste ontwikkeling van Hanzestad Deventer
Klercq-tak; Deventer IV.l.- Cornelis Klercq, Geb. 17-03-1850, Middelburg. Ovrl. 18-04-1888, Deventer, 38 jr. Zv; Marinus Hendrik Klercq - Pieternella Jacomina Kaasen Huwt 1; met; Helena Rijnwalt, op 11-05-1877 te Deventer Geb. 07-09-1855, Deventer. Ovrl.11-07-1933, 77 jr Dv; Cornelis Rijnwalt - Margaretha Elisabeth Hendriks
Bijzonderheden; Beroep bruidegom; Stalhoudersknecht 1869, Stoker-matroos op de binnenvaart Beroep bruid; Dienstbode Overlijden Cornelis Klercq; Aan boord van sleepboot "De IJsel", met hoofd tussen stoommachine geraakt, op slag overleden. Gebeurtenis in Deventer; 17 april-1888. Bericht; Vlissingsche Courant; 18 april 1888 Cornelis Klercq woont 1888; te Zutphen Aangiftedatum; Overlijden Cornelis Klercq 18/21-04-1888 Nationale Militaire Militie; Vrijgesteld onder nr. 68 wegens broederdienst lichting 1877 Adres 1877; Sonnenberg, Deventer Woonadres; Spreekt tegen vanaf 1850 t/m 1888 Zutphen ipv Deventer
Helena Rijnwalt huwt 2 met; Antonie Karkdijk op 21-12-1899 te Deventer Geb; 1859, Deventer. Ovrl. 05-05-1940, Deventer, 80 jr Zv; Hendrikus Karkdijk - Gerritdina Stenvers
V.g.- Pieternella Jacomina Klercq huwt 1 met: vader NN Geb. 15-04-1878, Deventer. Ovrl ?
Kinderen uit dit huwelijk 5; Generatie V V.g.- Pieternella Jacomina Klercq Geb. 15-04-1878, Deventer. Ovrl ? V.h.- Elisabeth Margaretha Klercq Geb. 17-11-1879, Deventer. Ovrl. ? V.i.- Cornelis Klercq Geb. 08-01-1883, Deventer. Ovrl. ? V.j.- Helena Klercq Geb. 08-04-1885, Deventer. Ovrl. 03-02-1944 Deventer, 59 jr V.k.- Marinus Hendrik Klercq, Geb; 06-10-1886, Deventer. Ovrl. 27-02-1966, Deventer, 79 jr. ------
V.g.- Pieternella Jacomina Klercq huwt 1 met: vader NN Geb. 15-04-1878, Deventer. Ovrl ?
Bijzonderheden; Vader van kind; Is onbekend Aangiftedatum; Overlijden van kind, 07-06-1905 Pieternella Jacomina; Tussen 1913 en 1939 woonachtig te Den Haag.
Kinderen uit huwelijk/relatie; 1.- Pieter Klercq Geb. 1904, te ? - Overl. 06-05-1905 Utrecht, 1 jr
V.h.- Elisabeth Margaretha Klercq huwt 1 met; Theodorus Hendricus Cornelis Leeuwendal, op 07-08-1912 te Den Haag Geb. 1881, Den Haag. Ovrl. 08-01-1943, Den Haag, 62 jr Zv; Leeuwendal - NN
Bijzonderheden; Adres 1943; Joh. Camphuysstraat 312, Den Haag
Bijzonderheden; Dienst bij Marine; Stamboek nr. 31011 Beroep bij indienstreding; Bankwerker Vaccinatie; 21-01-1899 Militaria; Staat van dienst bekend Ingang dienst bij marine; 08-01-1899 Looptijd; voor 12 jaren Einde dienst bij marine; 22-10-1906 Reden; Wegens wangedrag Religie; Nederduitsch Hervormd Adres; Walstraat 174, Tuinstraat 7, Deventer
V.j.- Helena Klercq Geb. 08-04-1885, Deventer. Ovrl. 03-02-1944 Deventer, 59 jr Dv; Cornelis Klercq - Helena Rijnwalt Huwt 1 met; Arie Dirk van Spronsen op; 11-11-1909 te Deventer Geb. 1886 's Gravenhage. Ovrl. Zv; Arie Dirk van Spronsen - Jansje van de Berg
Kinderen uit dit huwelijk ? Generatie VI ------- V.k.- Marinus Hendrik Klercq, Geb. 06-10-1886, Deventer. Ovrl. 27-02-1966, Deventer, 79 jr. Zv: Cornelis Klercq - Helena Rijnwalt, Huwt 1: met; Everdina Sluizeman, op 29-10-1913 te Deventer Geb. 15-12-1888, Deventer. Ovrl. 16-11-1975, Deventer, 86 jr. Dv: Willem Sluizeman - Hendrika Kers
Bijzonderheden; Beroep bruidegom; Verftechnicus bij Daim Deventer (40 jaar dienst) Beroep bruid; Dienstbode Adres overlijden E. Sluizeman; Hoge Hondstraat 169, Deventer
Kinderen uit dit huwelijk; 2 Generatie VI VI.d.- Antonie Klercq volg XVII VI.e.- Willem Klercq, volg XVIII ------ VI.d.- Antonie Klercq volg XVII, metaalgieter Geb. 21-11-1914, Deventer. Ovrl. 00-09-1975, Deventer, 60 jr Zv; Marinus Hendrik Klercq - Everdina Sluizeman Huwt 1 met; Gerritje Geerlink, op 16-07-1942 te Deventer Geb, 18-02-1918, Deventer. Ovrl ? Dv; Gerrit Jan Geerlink - Jannetje Selhorst Kinderen uit dit huwelijk ? Generatie VII ------ VI.e.- Willem Klercq,volg XVIII, Geb, 12-07-1918, Deventer. Ovrl. 30-06-2005, Apeldoorn, 86 jr Huwt 1 met; Jantien Visser op 15-05-1948 (11.30 uur) te Deventer Geb, 21-10-1923, Apeldoorn. Dv:
Bijzonderheden; Bij ondertrouw; 29-04-1948, Langestraat 38, Vonderstraat 96, Deventer
Kinderen uit dit huwelijk 2 Generatie VII VII.c.- M.H. Klercq, zoon volg XIX VII.d.- J.L. Klercq, zoon volg XX -------
Bergkerk gezien vanuit de Bergstraat
VII.c- M.H. Klercq, zoon volg XIX Geb. 18-01-1954, Deventer Zv; Willem Klercq - Jantien Visser Huwt 1 met; ? Geb. Dv;
Kinderen uit dit huwelijk 1 Generatie VIII VIII.c.- N.S. Klercq, dochter Geb. 07-11-1988. Nijmegen ------ VII.d.- J.L. Klercq, zoon volg XX Geb. 12-03-1957, Deventer Zv; Willem Klercq - Jantien Visser Huwt 1 met; I. Lieferink, op 23-03-1979 te Voorst Geb. 17-01-1955, Voorst Dv;
Kinderen uit dit huwelijk ? Generatie VIII
-------
De Oude Vispoort van Deventer
Bron vermelding
Opmerking; (gewijzigd 05-05-2011/17-12-2011) 1.- Omdat onderzoek in archieven, of wanneer familileden voor nieuwe informatie zorgt; zal de stamreeks voortdurend aan wijziging onderheving zijn. 2.- De laatste generaties worden niet voluit met namen genoemd. 3.- Verantwoording tekst; deels aangepaste overname van Wikipedia http://www.wikipedia.com
In het jaar 1873 wordt Willem Klercq benoemd tot zielenherder in het Drentse buurschap Hijkersmilde, even ten zuiden van Smilde, nabij de grens met Friesland. Daarvoor had hij een beroeping aangenomen in Engwierum, wat voor hem zijn eerste standplaats was, na zijn theologische studie in Leiden en afronding daarvan in Utrecht.
De middeleeuwse kerk van Engwierum
De benoeming te Engwierum was zijn regelrechte vuurdoop. Het Friese vissersplaatsje aan het toenmalige Dokummer Grootdiep bestond uit een kleine gemeenschap van ruwe, lastige en nogal hyper-orthodoxe gelovigen. De voormalige "dominey" was zo goed als weggepest, vanwege zijn ontstuimige maar vooral te moderne predikingen, Gods zalving kon daardoor nooit in de juiste waardigheid verkregen worden. Mede om die reden waren veel kinderen niet gedoopt geworden. Omringd door een grote schare vaders, moeders en bakers, die in gestalte onze dominee ruim overtroffen, stonden 23 kinderen, van groot tot klein, aangeschoven het heilig sacrament in ontvangst te nemen.
De rococo preekstoel van bijzondere allure.
Enig rumoer ontstond onder de kinderen, toen een jongen van een jaar of zes, uit angst in huilen uitbarstte en met een schorre kinderstem uitriep; "Ik wol net, ik wol net!" (ik wil niet). De ouders trachten hem te sussen en drongen bij hem aan opdat hij Gods zalving zou ontvangen. Het jong was niet te overtuigen van de goedheid van deze zegening en bleef tegenstribbelen. Het gaf enige stagnatie en nog meer onrust, het gevaar ontstond zelfs, dat zijn protest een aanstekelijke uitwerking teweeg kon brengen. Op dit tumult stapt een reuzen-ouderling op de knaap af, grijpt hem bij zijn kraag, duwt het jong al schreeuwend onder de zegenende handen van de "domeney" en roept bemoedigend; "Doôpe Domeney, Doôpe...!!" Van schrik en overdonderd van zoveel dwang liet de jongen zich de doop welgevallen. "Zoô da's 'beurt, Jelle is nou ook Gods kind," De ouderling kon tevreden terugzien op zijn doortastend optreden.
Ned. Hervormde Pastorie van Engwierum
De geschiedenis van de kerk van Engwierum
Het bijzondere monumentale Hervormde terpkerkje van Engwierum kent een roerige geschiedenis. Gebouwd in de 13de eeuw als kapel, toebehorend aan de abdij van Dokkum, wordt de kerk in 1722 afgebroken wegens onherstelbaar verval, alleen de middeleeuwse toren blijft behouden, die ook als vuurbaken voor de scheepvaart dienst doet. Aan de toren wordt door Lieuwe Jelles in 1746 een nieuw schip gebouwd, oude grafzerken bijven bewaard, een nieuwe preekstoel in rococostijl wordt geleverd door Jurjen Stelmaker uit Dokkum, inclusief achterschot en klankbord. De kansel krijgt versieringen met symbolen voor hoop, voorzichtigheid, geloof, liefde en overwinning. Op de hoeken van de unieke tulpvormige kuip, bevinden zich de vier symbolen van de evangelisten Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes.
Zicht op het orgel en balustrade
Tijdens de Franse overheersing werd een extra heffing gelegd op kerkelijke goederen en bezittingen, misschien wel om het protestantse noorden te straffen voor het verlaten van de Moederkerk in Rome. Toen in 1797 weer eenzelfde maatregel werd afgekondigd, waren de gelovigen zo geïrriteerd dat 10 ingezetenen bereid waren een commune te vormen die fl. 1.000 guldens bijeen bracht en 6 pondermaat land van de kerk kochten.
Interieur van de kerk
De Fransen werd zo een hak gezet, en de kerk gevrijwaard van beroerde heffingen. Uit de opbrengst werd het onderhoud van de kerk betaald alsook het traktaat van de predikant. De commune besliste over alles wat met, om en in de kerk gebeurde, dus de dominee had rekening te houden met de mores van eigenzinnige en vooral koppige opvattingen van ouderlingen en diakenen. Willem Klercq heeft meer dan eens een aanvaring met deze regenten niet kunnen voorkomen. In zijn Bundel Schetsen wijst hij herhaaldelijk op achterbakse incidenten, waarschijnlijk ook de reden waarom hij deze standplaats slechts enkele jaren heeft aangehouden. Maar daar zweeg hij diplomatiek over.
De commune bestaat tot op de dag van vandaag. Het lidmaatschap gaat al meer dan 215 jaar over van generaties op generatie. Ook dat is uniek voor Nederland.
Bron vermelding
(Tekst overgenomen van Wikipedia, Bundel Schetsen, en Sneuper nr. 39 1996 - Jan Bentema) 1 pondermaat is 36 are 6 x 36 = 2, 16 ha
Het lot van historische steden ligt in de toekomst. Niet zozeer is het de vraag of monumentale gebouwen, danwel beeldbepalende straten behouden blijven. Veeleer is het een kwestie of de stad wel of niet toegankelijk is. Was het vele eeuwen geleden noodzakelijk de stad 's nachts af te sluiten tegen onruststokers of inname door vijandige troepen, toen bewezen omwallingen, stadsmuren en poorten goede dienst, de dreiging buiten de deur te houden.
Met de komst het stomend, dampend ijzeren paard, de toename van de gemotoriseerde wagen zonder paard en de velocipède, gepaard gaande met de toename van bevolking, nu bleken stadspoorten lastige obstabels. In de negentiende eeuw is niets ontziend, de sloophamer driftig ter hand genomen. Het lot van prachtige maar ook afzichtelijke poorten was beslecht, ze moesten verdwijnen. Ruim baan voor de eerste grote verkeersstromen bleek noodzakelijk.
De Baanstraat ligt tussen Hof van Tange en Houttuinen Een deel van de straat is gesloopt voor een verbeterde verkeerscirculatie. Foto Beeldbank Zeeland
De 70-ste verjaardag van Joost Joosse werd in 1947 gevierd. Zijn kleindochter Jo Kieboom vond het wel zo aardig aan haar grootvader te denken. Zij plaatste ook een advertentie in de krant, met haar man woonden ze tijdelijk in huis, wegens woningnood.
Foto Beeldbank Zeeland W. de Bruijne
Ook Middelburg ontkwam hier niet aan, slechts één poort resteert nog. De Koepoort bij het Molenwater kon behouden blijven, omdat hier geen belangrijke toegangsweg naar het hart van de stad lag. Tot de jaren zestig van afgelopen eeuw kon worden volstaan met het bestaande stratenplan. Toch ontstond door toename van het autoverkeer problemen. De smalle straten konden het verkeer nog nauwelijks verwerken, het autoverkeersvrij maken van winkelstraten lag gevoelig, de trotse autobezitter wilde tot voor de deur parkeren. Het nu ondenkbare gebeurde toen nog volop; straten vol geparkeerde en rijdende auto's zijn op oude filmbeelden te zien.
Zoon van Joost Joosse trouwde in 1948
De oude Seisweg richting stad.(Foto J. Merk)
De gevolgen van deze ontwikkeling zijn mij niet onbekend. Rigoreuze plannen hebben delen van de stad een heel ander aanzien gegeven. Parkeerplaatsen, zo dicht mogelijk bij het centrum, lagen in de planning, waarvoor huizen, ja zelfs hele straten moesten wijken. Ook ons huis is van de kaart geveegd. De Korte Delft en de Lange Giststraat zijn voorgoed voltooid verleden tijd. Het Damplein is hiervoor in de plaats gekomen.
Wanneer ik Middelburg bezoek kan ik het niet nalaten mijn auto iets rechts tegenover de Bellinkstraat te parkeren. Het wonderlijke hiervan is dat ik op de plaats sta van onze voormalige werkplaats, misschien ook wel een beetje in het trapportaal naar de woonkamer. Op de scheiding van plein en straat lag beslist onze mandenmakerswinkel.
Het schandbord bij onbewoond verklaarde woning.
Foto's Beeldbank Zeeland J, Woltersbeek
Fam. Kieboom-Joosse vlak voor afbraak van hun huis aan de Baanstraat
Op dat moment doemen mij beelden op van een 17de eeuws huis dat in verval was geraakt. De eigenaar had er geen behoefte aan nog iets te repareren, laat staan het lekkende dak te vernieuwen. Hij wist allang dat het pand op de nominatie stond gesloopt te worden. Op deze plek is alles veranderd. Als je niet beter weet, zou je niet geloven dat hier woningen, winkels en zowaar het Politiebureau hebben gestaan.
Tegenover ons lag de groente-fruitwinkel van een zeer gelovig man. Door de week gaf hij ongezien een tik op de weegschaal, zodat de klant iets meer moest betalen voor een kilo appels. Voor verschoning van zijn valselijk handelen, daarvoor gingen op zondag de vensters open en klonk traag psalmgezang met begeleiding van zijn harmonium door de straat. In zijn evangelisch enthousiame mogelijk tot hoog in de hemel. Nu is daar al jarenlang een sexshop gevestigd, waar heel andere vruchten voor viriele levensbehoeften te kijk liggen.
Sloop van de Lange Gistraat (Foto P. Kuijt)
Sloop van de gehele Schoorsteenvegerssingel (Foto P. Kuijt)
Ingrijpender waren de verkeerscirculatieplannen jaren daarna. De stad zat op slot. Het doorgaande verkeer naar omliggende dorpen wurmde zich over singels en grachten. Een voor Middelburg ongekend grote ingreep vond plaats, door sloop van de Schoorsteenvegerssingel, het Wagenplein, een deel van de Vlissingsestraat. De Melkfabriek verdween, het Zwembad, Het Huis van Bewaring, Boddaert Gieterijen en nog veel meer huizen die door gebrek aan toekomst al ver in verval waren geraakt.
De nieuwe Schroebrug geeft nu toegang tot de stad. Het Groene Woud ontstond. Een onbegrijpelijke naam voor een doorgangsweg. Het jubelend enthousiasme voor de komst van de naargeestige betonkolos dat Trefcenter heette, heb ik nooit goed begrepen. De gesloten fantasieloze functionele architectuur opgebouwd met industriële grindbetonpanelen is brutaal neergeploft midden in een gebied dat gekenmerkt wordt door kleinschalige historische panden. Het valt niet te ontkennen dat behoefte was aan meer parkeerruimte, maar het had met zoveel meer zorg voor vormgeving en aansluiting met de omgeving kunnen gebeuren. Wat bij de herbouw van Middelburg zo piëtistisch "De Middelburgse sfeer" werd genoemd, is hier volledig losgelaten.
Tante Willemien, de zuster van opoe Betje, had een geheugen waar ze selectief mee omging. Ze belastte het ook niet met onnodige kennis. Vooral had ze er moeite mee de kinderen van haar nichten en neefjes uit elkaar te houden. De familie was zo uitgebreid dat het haar moeite kostte namen te onthouden.
Voor zichzelf had ze een aardige oplossing voor het probleem gevonden wanneer ze bij visite; de kinderen ontmoette van aangetrouwde familie. Bij zulke ontmoetingen was het gebruikelijk dat je tante Willemien "een handje gaf," je "netjes" voorstelde en dan haar reactie afwachtte, waarop ze zei; "Dag, m'n lieve, van wie bin jie d'r êên? Als je vertelde hoe je heette en bij wie je hoorde, was ze dat alweer snel vergeten. Maar bij vertrek beloofde ze toch; "k Zal om joe dienke 'oor!" Wat ze daarmee beloofde bleef duister. Een cadeautje gaf ze nooit.
De twee gezusters
Met Mientje moet je overleggen
Tante Mientje vond ik een beetje eng. Daar was alle reden toe. Ze keek je aan op een bijzondere manier. Eén oog bleef onbeweeglijk. Dat kwam doordat ze door een glazen oog keek, beweerde ze steevast. Maar toen ze me plaagde door het op een schaaltje te leggen, stoof ik de kamer uit. De dreiging was voldoende me de stuipen op het lijf te jagen.
Ooit was haar een scheut amoniak in het oog terecht gekomen waardoor ze het licht in het oog was verloren. Ze kon er goed mee leven; "As je nie beter weet valt 't wel mee, é!" verklaarde ze zonder behoefte aan medelijden. 's Avonds deponeerde ze het kunstoog in een kommetje boorwater, zoals een ander het kunstgebit een nachtje rust gunt. Wat haar man Piet daarvan vond, weet ik niet. Hij zal wel gewend zijn geraakt aan die ietwat bizarre verzorging. Wanneer je slaapt doe je toch je ogen dicht, nietwaar?
Huis der Boede oude stijl
Huis der Boede oude stijl
Van alle broers en zusters van Betje was zus Mientje wel degene die speciale aandacht behoefde. Uiterst gevoelig voor verwikkelingen, moest je haar beslist niet over het hoofd zien. Beviel haar iets niet, dan gaf ze daar duidelijk blijk van, wat er in resulteerde dat haar muts die dag scheef stond. Iedereen wist dan hoe laat het was. Met Mientje moet je vandaag voorzichtig zijn.
Haar sikkeneurigheid kon je al opmerken aan haar manier van lopen. Met korte driftige pas kwam ze door de straat "aangestekkerd," haar hoofd een beetje schuin neerwaarts, geen oog voor wat ze tegenkwam. Maar tja, dat was haar niet aan te rekenen met slechts één gezond oog, dat ze dan toch wel "fien" dichtgekneep door haar gemoedstoestand. Opoe Betje ontving haar zuster met alle begrip, een kopje verse koffie met een snee zoete koek deed wonderen. Mientje kon haar hart luchten over een futtiliteit dat buiten proporties was geraakt. Het luisterend oor van Betje was helend, Mientje vertrok goedgemutst huiswaarts.
Ondanks dat tante Mientje het leven een beetje zwaar op de hand opvatte, is ze stokoud geworden. Ze heeft iedereen van de familie overleefd. Meer dan honderd jaar worden is een hele prestattie. Ze vond er niks aan, ook dat beviel haar niet. Haar eeuwfeest is niet zonder aandacht voorbij gegaan, toen ze al een aantal jaren was opgenomen in het verzorgingshuis Huis der Boede in Koudekerke.
Koningin Juliana is haar speciaal komen feliciteren. Van die bijzondere ontmoeting heeft ze weinig meegekregen. Stokdoof, aan het beste oog ook blind geworden, vroeg ze zich af wat die mevrouw kwam doen; "Wie is die mevrou', wa' komt t' ie doen? 'k Kan d'r nie verstaen, é. Ze praet zôô raer!" Mientje was niet onder indruk van vorstelijk bezoek, ze is weggedommeld in eeuwige rust.
Nog met z'n tienen op één kamer !!
Wachten op wat, op wie ??
De buitenplaats Huis der Boede kent een lange geschiedenis. Al in 1188 wordt van deze naam melding gemaakt. Pas in 1362 wordt de naam van de eerste bewoners opgetekend. Willem en Jonge Pieter uten Boede bewonen in die tijd een stenen huis dat gestaag uitgroeit tot een kasteel met slotgracht.
In 1745 wordt de luxe buitenplaats Huis der Boede door brand verwoest, het is dan eigendom van de Vlissingse burgemeester J. van der Mandere. Hij geeft de Antwerpse architect Johan Pieter van Baurscheit, die in Middelburg meer gebouwen op zijn naam heeft staan, opdracht een nieuwe heerlijkheid te bouwen, dat in 1752 wordt opgeleverd.
Vanaf 1805 tot 1930 is de buitenplaats in verschillende handen gekomen. De families van Doorn en Landsheer hebben er afwisselend gewoond. Slechts één jaar heeft mr. J.W. de Bruyn van deze heerlijkheid kunnen genieten. Na 1930 kwam het in bezit van notaris Loeff, maar die heeft er nooit gewoond.
Tijdens de oorlogsjaren is Huis der Boede door de Duitse bezetter gevorderd. Het diende toen als huisvesting voor Wilhelm Münzer met zijn staf. Voorliefde voor kastelen was de Duitsers niet te ontzeggen, niet tegenstaande dat ze het originele interieur grotendeels hebben gesloopt.
Huis der Boede in ontmanteling
Huis der Boede staat te koop
Na de bevrijding van Walcheren, waarvoor het eiland onder water is gezet, is grote schade aangericht aan de landschappelijke tuinen. Veel bijzondere bomen en planten zijn verloren gegaan. Na de droogmaking is Huis der Boede gebruikt voor de opvang van reparianten en oorlogsinvaliden. Later kwam er een verplegingsafdeling bij voor inwoners uit de omgeving.
In 1953 is door de bekende archtect prof. M.F. Duintjer uitbreiding links en rechts aan het hoofdgebouw toegevoegd in een arcadevorm. Door ontwikkelingen en gewijzigde opvattingen van ouderenzorg is besloten dat deze vorm van exploitatie niet meer in de huidige tijd past.
Het gebouw is teruggebracht naar de meest oorspronkelijke staat, voor zover daar sprake van kan zijn. Het staat te koop !! Er zijn plannen om er appartementen in te bouwen, wat een gruwel moet zijn omdat het de historische waarde teniet doet.
Naar aanleiding van de telegrammen gisteren en eer-gisteren in het Nieuws gepubliceerd over de "amok"-partij aan boord van een der K. P. M. schepen, waaromtrent de wisselende naamsvermel- ding aanleiding gaf tot misverstand, kunnen wij thans, aan de hand van gegevens van de K.P.M. afkomstig, de juiste toedracht der zaak vermel- den.
De "amok"-partij had plaats aan boord van de De Klerk. De "amok"-maker was een Timoreesch matroos,die 's morgens koortsig was en buiten dienst werd ge- steld. Tegen etenstijd kreeg hij een vlaag van waan- zin, doch zoo gek was de man niet, of hij heeft als het ware zijn slachtoffers u i t g e - z o c h t.....! Eerst stak hij den volks kok dood, die midden in het hart getroffen werd. Toen is hij voorbij de passagiers op het eer- ste-klasse dek geloopen naar den Gezagvoerder Van der Meyde en trof dien in den schouder; ver- volgens liep hij naar voren, waar hij den twee- den stuurman Sonnenveldt verwondde, waarna hij naar bakboord liep waar hij den derden stuurman Klercq met den por trof.
Daarop is een worsteling met den eersten stuurman Butteling ontstaan, die probeerde, den woesteling zijn mes af te nemen, waarbij deze of- ficier aan de hand werd gewond. Vier vingers echter werden hem niet afgesne- den.(Gelijk aanvankelijk werd gemeld).
Thans snelde de hoofd-machinist ten hulp. Direct daarop werd de "amok"-maker door den eer- ste officier met een stuk ijzer neergeslagen.
Opmerkelijk is, dat de Javaansche soldaten die aan boord als passagier aanwezig waren, geen hand uitgestoken hebben om den amokmaker onscha- delijk te maken..... Twee verpleegsters aan boord verleenden direct hulp aan de gewonden. De tweede en eerste stuur- man zijn in het ziekenhuis te Soerabaia opgeno- men. De toestand der gewonden is goed, en er be- staat voor hen hoegenaamd geen gevaar.
27 Maart 1929 (original text)
Het artikel in de krant laat niet weten wie deze derde stuurman Klercq werkelijk is. Want er zijn meer Klercq-en geweest die een zeevaartopleiding hebben genoten. Toch valt na enige recherche een aannemelijke conclusie te construëren. Het is Arnold Petrus Klercq die in mei 1928 slaagt voor zijn examen 3de stuurman op de grote vaart in 's Gravenhage, samen met zijn klasgenoten W.P.A. Ditmar, C.A.C.E. Diehl, P.D.M.A. Bijlard en D.A. van de Wedden. En omdat zijn wieg in Indonesië heeft gestaan, zou het best mogelijk zijn geweest dat zijn hart hem naar de Archipel van Smaragd heeft doen verlangen.
Tot na 1933 is Arnold in dienst geweest bij de KPM, wat is af te leiden uit de familieadvertentie waarin Arnold Klercq het huwelijk aankondigt met zijn vrouw May L. Klerk, omdat hij zijn funktie bij de KPM vermeld. De jaren daarna is Arnold in dienst getreden van de Koninklijke Nederlandse Marine. Hij stelde een kalm gezinsleven meer op prijs dan avonturen op de wilde vaart. In 1939 laat Arnold weer van zich horen, wanneer hij als 3de luitenant ter zee in de Zeeuwse wateren commando voert over een mijnlegger.
De KPM werd op 4 september 1888 in Amsterdam opgericht door de Rotterdamsche Lloyd (RL) en Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN). De nieuwe maatschappij nam een deel van de schepen van de Nederlandsch Indische Stoomvaart Maatschappij over. Het bedrijf richtte zich primair op de scheepvaartverbindingen voor passagiers en vracht tussen de eilanden van Nederlands-Indië, de zg. "inter-insulaire vaart".
De gebruikelijke naam voor dit soort vervoer van passagiers, post en vracht was aan het einde van de 19de eeuw "paketvaart." Waarbij het voorvoegsel "Paket-" in de betekenis van postpakket nog met één "k" werd geschreven. Later werd de algemene schrijfwijze "pakket, pakketvaart en pakketschepen" gebruikelijk. Maar de naam van de maatschappij bleef ongewijzigd in; NV Koninklijke Paketvaart-Maatschappij.
Luxery K.P.M. Liner Nieuw Holland
Luxery K.P.M. Liner Nieuw Zeeland
Vanaf 1906 werden ook routes vanuit de Indische Archipel naar het buitenland opgezet. Deze kregen vaak eigen namen zodat het zelfstandige bedrijven leken, maar ze stonden toch onder directie van de KPM. Zo kwam er in 1908 de Java-Australië Lijn (JAL), in 1910 de Java-Siam Lijn (JSL) en in 1915 de Deli-Straits-China Lijn (DSCL). Tussen 1918 en 1940 groeiden de activiteiten van de KPM zodanig dat het bedrijf in tonnage en aantal schepen de grootste Nederlandse rederij werd.
De Tweede Wereldoorlog maakt een abrupt einde aan deze voorspoed, de KPM kwam zwaar gehavend uit de oorlog. Ze verloor 96 schepen waarbij ongeveer 1.000 mensen om het leven kwamen. Het eerste vrachtschip dat door een vijandige daad verloren ging was de Rantaupandjang. Ze werd op 22 februari 1941 door een Duitse kruiser voor de kust van Madagascar tot zinken gebracht.
Old fashion luxery
Old fashion luxery
In 1957 kwam een einde aan het voortbestaan van de KPM. De Indonesische regering besloot het bedrijf in bezit te nemen en het in te lijven in de staatsdienst Pelni, wat in feite neerkwam op een nationalisering. Na vele verwikkelingen weken de meeste schepen in april 1958 uit naar Singapore, waar een nieuw opgezet hoofdkantoor werd gevestigd. Een groot deel van de vloot bestaande uit relatief kleine schepen werd verkocht en personeel werd ontslagen. Met grotere, modernere schepen werd geprobeerd nieuwe vaarverbindingen in het Verre Oosten, de Pacific, Perzische Golf en de Middelandse Zee op te zetten.
Op 1 januari 1967 fuseerde de KPM met de Koninklijke Java-China-Paketvaart Lijnen (KJCPL). Na deze overname fuseerde het bedrijf in 1970 met enkele andere Nederlandse scheepvaartmaatschappijen tot Nedlloyd, dat ik 1996 werd omgevormd tot P&O Nedlloyd, door de samenvoeging met het Engelse bedrijf P&O. Nog geen tien later kwam opnieuw een fusie tot stand, nu met het Deense conglomeraat Maersk, waardoor definitief een einde is gekomen aan de zelfstandige Nederlandse Zeevaart glorie.
Het archief van de KPM is door Nedlloyd overgedragen aan het Nationaal Archief, het Indische archief ging bij inbeslagname van het hoofdkantoor in Djakarta grotendeels verloren. Het kunstbezit van de KPM is ook een onderdeel geworden van de Nedlloyd-collectie, welke in bruikleen is gegeven aan het Maritiem Museum Rotterdam en het Scheepvaart Museum in Amsterdam. Voor veel oud-Indiëgangers zal de afkorting KPM nog wel een andere betekenis hebben. Voor de grap werd KPM soms vertaald als "Komt Pas Morgen," omdat nogal eens vertraging bij aankomst optrad.
Impressions
Two K.P.M. captains
The ss De Klerk was a steamship, built in 1900 by De Nederlandse Scheepbouw Mij. Amsterdam together with her sistership ss Alting under construction nrs. 32 and 33. It was a typical Far East passsenger-cargoship operated by the KPM (NV Koninklijke Paketvaart Maatschappij), serving connections between Indonesian Islands, South-East Asia and Australia.
This vessel was taken over by the Dutch Indies Government at the end of January 1942 for conversion to a troop carrier for the Royal Dutch Navy at Tjilatjap. The conversion was cancelled due to shortage of personel, and the Navy scuttled her at Tandjonk Priok on 2nd March 1942.
The Japanese Navy salvaged De Klerk on 28th November that year, renovated her, and she entered Japanese service as the "Imaji Maru." Fleeing Borneo, she was sunk by a bomb from the Australian Air Force on 16th September 1944 at Laboean. Many female prisonors on board (so called "comfort ladies') were drowned as the Japanese took the life boats for themselfs.
Chart of KPM service lines
ss De Klerk now Australian wreck on 5*08'250" N - 115*05'240" E
The divers of Panaga report; Several divers believe the wreck, laying 35 m below sealevel opposite Laboean and Muara, to be haunted. The vessel has lost most of its horizontal plating leaving just the riveted shell and the cross beams. The steam engine is a lovely example of its kind.
The wreck retains the shell plating, however, all that remains of the horizontals are the frames. Horizontal plating is all rusted away, leaving the verticals and the machinery in place. The bow hole in the starboard bow is impressive and a view from the hole looking upwards through the wreckage is shown on pictures at www.panagadivers.com.
The anchor chain runs from the starboard hawse pipe. This wreck is home to many lionfish, shrimps and barracuda of various species. In July 2006 the Panaga divers swam through the wreck end to end, passing the impressive steam engine and boiler. More to learn about the wreck ss De Klerk; visit the very informative site of Panaga Divers.
Salzburger Exulanten in de familie Text in progress Zonder dat Mina Auer het wist lag de oorsprong van haar familie ver weg in het Land van Salzburg. Het heeft haar nooit geboeid, ze vond het in de oorlog al lastig genoeg dat haar naam zo "Duits" klonk. Ze kwam in de familie doordat ze met Joost Joosse trouwde, de zoon van Evert Joosse, de broer van opoe Betje Klercq-Joosse. Evert heeft niet lang geleefd. Direct nadat hij uit de militaire dienst was ontslagen, stak bij hem een akelige ziekte de kop op dat nauwelijks te genezen was. Hij leed aan de tering, en nog wel aan de ergste vorm daarvan; "De Vliegende Tering." Binnen een paar weken was hij dood. Hij liet zijn vrouw Dina Lampers met één zoon achter.
Mina was een nazaat van de Salzburger Exulanten, een ander woord voor Salzburger Bannelingen, ruim 200 jaar geleden aangekomen in Zeeland. Het waren Lutherse geloofsvluchtelingen, die in 1732 uit het Oostenrijkse Prins-Aartsbisdom Salzburg verdreven werden. Het was de nieuw aangestelde prins-aartsbischop Leopold Antoon von Firmian die het zijn verheven taak vond het bisdom te zuiveren van afvalligen van de Heilige Moederkerk van Rome. Waarop hij de protestanten, meest aanhangers van de Augsburgse Confessie, voor de keus stelde terug te keren tot het ware rooms-katholieke geloof, of het land te verlaten. Op 31 oktober 1731 ondertekende hij een berucht emigratiebevel, met gevolg dat meer dan 20.000 protestantse inwoners Salzburg moesten verlaten.
Pieternella (Pietje) Tange
Joost Joosse
De ouders van Evert Joosse
De massale uittocht van vele gezinnen viel samen met kolonisatieplannen van koning Frederik Wilhelm I van Pruisen. Hij zocht vaklui en arbeiders die bereid waren in het dunbevolkte gebied van Oost-Pruisen, waaronder Klein-Litouwen, zich te vestigen. De koning stuurde zelfs commissarissen naar Beieren en Württemberg om vluchtelingen op te vangen en hen te begeleiden via Polen naar de Baltische Staten. Een ander deel van de vluchtingenstroom trok naar Hamburg, waar de overtocht werd genomen naar Georgia in Amerika. Vanuit Oostenrijk vertrokken andere lutheranen naar Wit Rusland en Bessarabia, een streek dat aan de Zwarte Zee gelegen is.
In de Zeven Verenigde Nederlanden kwam het bericht ook door welk leed in Salzburg voltrok. Het eerste initiatief om deze arme stakkers te hulp te schieten kwam uit Zeeland. De steden Middelburg, Veere en Vlissingen besloten 350 tot 400 vluchtingen op te nemen. Ze konden op Walcheren te werk worden gesteld in de landbouw, dacht men zo uit eigen belang. De Middelburgse lutherse kerkeraad stuurde dominee Johannes Nicolaus Treijtel en de diaken Johan Hendrik Röscher naar Duitsland, om de vluchtelingen, die al op weg waren naar Oost-Pruisen, te overtuigen zich op Walcheren te vestigen. De twee heren uit Middelburg hadden strikte voorwaarden meegekregen. De emigranten moesten in eigen onderhoud kunnen voorzien. Jongeren mochten alleen in gezinsverband worden meegenomen en ouderen boven de 45 jaar werden niet toegelaten. Het klinkt als hedendaags immigratiebeleid.
Mina Auer
Familie Joosse
Evert Joosse
Als gevolg van deze strikte criteria lukte het slechts 59 Salzburgers aan te trekken. Op 7 oktober 1732, na maanden onderweg te zijn geweest, kwam de groep aan in Middelburg, waar ze hartelijk werden ontvangen in de oude lutherse kerk. De meesten werden vrijwel meteen opgenomen in het lidmatenregister. De groep Salzburgers vormde een kleine minderheid, ze werden snel opgenomen in de bevolking, soms werden hun namen vernederlandst. Na dertig jaar waren de cultuurverschillen tussen de nieuwkomers en Zeeuwen verdwenen.
Ook in het Vrije Staatse Sluis, het huidige West Zeeuws Vlaanderen, ontstond belangstelling voor het opnemen van emigranten uit Salzburg. Ook dat was niet zonder eigen belang. Door de slechte economische omstandigheden was de streek duizenden inwoners kwijtgeraakt. Men had dus dringend behoefte aan nieuwe inwoners, vooral was de nood aan landbouwarbeiders groot. In de zomer van 1732 liet het schepencollege een inventarisatie opstellen hoeveel Salzburgers geplaatst konden worden. De uitkomst was overweldigend; er was plaats voor 300 gezinnen.
Leopold Antoon von Firmian
Vluchtroute Salzburger Exulanten (Bannelingen)
Exulant op de vlucht
De gezant Marinus Gallieris van de Staten Generaal, toegewezen aan de Rijksdag in Regensburg wist een overeenkomst te sluiten met bewoners van Dürnberg in het district Hallein. Dit waren voornamelijk mijnwerkers uit omliggende zoutmijnen, die allemaal over een eigen boerenbedrijfje beschikten. Nadat passen en vrije doortochten waren geregeld vertrokken 800 Salzburgers. Het werd een barre tocht over de Rijn. Schepen vroren vast, de reis moest meermalen worden onderbroken. Sommigen gaven het op en keerden terug. Veel ouderen en kinderen overleden aan ontberingen. Pas in februari 1733 arriveerden de doodvermoeide vluchtingen in Nijmegen. Een maand later op 9 maart 1733 verschenen de Salzburgers met achttien schepen voor de kust van Nieuwerhaven bij Breskens.
Armoedige behuizing in Aardenburg
Nakomelingen in West Zeeuws Vlaanderen
Na de verdeling van immigranten over dorpen en polders van het Vrije Sluis onstond al snel ontevredenheid onder de nieuwkomers, omdat velen werden ondergebracht in oude vervallen huizen, stallen en keten waar in de zomermaanden seizoenarbeiders uit Vlaanderen verbleven. Dit was niet in overeenstemming met de afspraken, want er was gratis onderhoud en huisvesting beloofd, en niet dat men in eigen onderhoud moest voorzien of op het land moest gaan werken. Toen in augustus de beruchte Zeeuwse malariakoorts uitbrak, waar meer dan 100 slachtoffers aan ten prooi vielen, hielden velen het voor gezien. Ze vertrokken naar elders of keerden terug.
De teruggekeerde Salzburgers ondergingen een gruwelijk lot, wanneer ze zich niet wilde bekeren tot het katholieke geloof. Opgesloten in kerkers met een "ketzengabel" om de hals werd hun standvastigheid gebroken. Tussen lutherse mannen werden gevechten georganisserd. De winnaar mocht zijn geloof behouden, maar moest wel het hoofd van zijn tegenstander afhouwen. Tot de winnaar ook verliezer werd en hetzelfde lot overkwam.
zg. Ketzengabel martelingen
Op de vlucht naar Bessarabia
Dat de Salzburgers geruisloos zijn opgenomen in de Zeeuwse samenleving blijkt ook al uit het feit dat Mina Auer de Walcherse klederdracht droeg. Helaas heeft het Salzburger dialect de Zeeuwse taal niet verrijkt. Zij het dat rond Cadzand een paar uitdrukkingen bestaan die de aanwezigheid van Lutherse Salzburgers haarfijn weergeven. Zo wordt gezegd; "De Salsburgers brochtn deluuzn, d'Ugenootn de kluutn." Wat er op neerkomt dat de Salzburgers de luizen meebrachten en de Hugenoten het geld. Want het was bij de onfortuinlijke Salzburgers over het algemeen armoe troef. Een andere uitdrukking die de sfeer aangeeft; "J'n eign Luthers 'ouwn." Wat zoveel betekent als; je koest houden of net doen of je neus bloedt.
Veel invloed rest niet van deze arme immigranten in Zeeuws Vlaanderen, dan dat een luthers kerkje bestaat in Groede. Hoort u namen als; Auer, Eggel, Ehrlich, Ekkebus, Fagginger, Keijmel, Neugebauer, Boltzius, Schnabel, Scheybeler, Wemelsfelder, Toutenhoof of Volmer, dan kunt u aannemen dat dit namen zijn van Salzburgse afstammelingen uit een ver verleden.
Sibiu of Hermannstadt op de grens van Roemenië en Bessarabia
Evenmin viel veel geluk ten deel aan de Salzburgers die via Hamburg of Rotterdam naar Georgia in Amerika emigreerden. Na een tocht van acht weken over de Atlantische Oceaan kwam het eerste schip aan voor de kust van Charleston, South Carolina. Er volgenden daarna nog vier transporten. Pastor Boltzius en Gronau mochten aan wal, terwijl de passagiers aan boord moesten blijven. Schipbreuk dreigde toen het schip op een zandbank strandde. Uiteindelijk werd toestemming gegeven aan land te gaan, daarna vertrokken de vluchtelingen naar Georgia. Dertig kilometer ten noordwesten van Savannah werd een nederzetting gebouwd op arm landbouwgrond. De kolonisten leden zware ontberingen. De Ebenezer Creek voorzag niet in schoon drinkwater, waardoor veel ouderen en kinderen stierven.
Woning in Bessarabia
Lutthers Kerkhof Gnadenfeld
Veel minder gekend is dat lutherse vluchtelingen ook in oostelijke richting zijn vertrokken. Via de Donau bereikten ze een streek dat in de oudheid bekend stond als Dacia, maar later vernoemd werd naar de Roemeense vorst Basarab, waaruit de naam Bessarabia is ontstaan. Een tamelijk groot land wat sinds 1814 een deel van Roemenië is geworden.
Het is opvallend dat in dit land een grote multi-etnische samenleving is ontstaan van protestanten, joden, katholieken en orthodoxen afkomstig uit Duitsland, Polen, Bulgarije, Armenië en Rusland. Nog meer bijzonder is dat plaatsen Duitstalige namen hebben, zoals Gnadenfeld, Leipzig, Katzbach of Dennewitz, hoewel ze ook in drie andere talen worden aangeduid. Soms in het Moldavisch, dan weer in het Russisch of Roemeens. Onmiskenbaar een gebied met een indrukwekkende geschiedenis, dat meer aandacht verdient.
Geloof, Hoop en Liefde; het zijn de eerste drie van de 7 deugden in het christendom, welke verbonden zijn met goede werken. De eerste drie zijn goddelijke deugden, de overige vier staan voor voorzichtigheid, rechtvaardigheid, kracht en matigheid, ook wel bekend als de cardinale deugden. Tegenover deugden staan uiteraard de 7 ondeugden, die onvermijdelijk meer aantrekkingskracht hebben. Want wie heeft nooit eens last gehad van hoogmoed, afgunst, gierigheid of werd geprikkeld door de spanning dat onkuisheid oproept?
De som der deugden vormt het getal 7. Maar is er meer aan de hand met dit getal. De symbolen van het kruis, anker en hart vervullen een belangrijke rol in de beeldende kunsten. Echter, de invloed van 7 gaat nog veel verder. Zonder het vaak te beseffen speelt het een rol in de wiskunde, natuurwetenschap, geografie, numerologie, mythologie en vele godsdiensten.
Voorgevel met voorplein
Gang naar het voorplein
Kantoor van het "Hoofd"
Gang naar klas 1
De bijbel staat vol verwijzingen naar de 7. Een kleine selectie geeft een wonderlijke zo niet een vermakelijke samenvatting; God schiep de wereld in 6 dagen, waarbij de zevende dag (de sjabat) een heilige dag is. (Gen.2:2) Jethro had 7 dochters, (Ex.2;16) 7 vrouwen zullen zich op één man storten (Jes.4:1) 7 dingen zijn de Heer een gruwel (Spr.6:16) Een luiaard vindt zichzelf wijzer dan 7 wijzen (Spr. 26:16) . We moeten een zondaar 70 keer 7 maal vergeven (Mat.18:22) , God onderwierp in Kanaän 7 volken (Hand.13:19). Wanneer zal God in zijn wijsheid optreden in het Midden-Oosten?
Daarnaast zult u vast gehoord hebben van; De 7 wereldzeeën, 7 continenten, 7 wereldwonderen. De Grote Boze Wolf wilde 7 geitje verslinden. Rome is op 7 heuvelen gebouwd en kende 7 koningen. De Katholieke kerk onderhoudt 7 sacramenten. Van Harry Potter zijn 7 boeken verschenen. Een lijkstoet bestaat uit 6 dragers, de overledende vertegenwoordigt de 7de deugd. Uit de Lotus Seven is later de Donkenvoort sportwagen ontwikkeld. De regenboog heeft 7 kleuren, een week is verdeeld in 7 dagen. De frisdrank 7Up is ook niet zomaar ontstaan. En de lagere school bestond vroeger uit 7 klassen. Is dit allemaal toeval??
Klaslokalen zijn nu ateliersruimte
Achtergevel van de school, zonder kastanjeboom
Vroeger heb ik hier nooit bij stilgestaan. De Gravenstraatschool van GHL, in de voorgevel de drie goddelijke symbolen onwrikbaar ingemetseld, daar werd het Geloof in Hem onweerlegbaar onderwezen. Hoop kwam niet aan de orde, die deugd was bedoeld dat je vooral je best moest doen. Liefde werd vertaald in tucht, omdat met rust en regelmaat, de meester het beste met je voor had. Kortom een school met regenten opvattingen, streng in de leer, gedegen onderwijs in elementaire kennis.
Fantasie werd beschouwd als nutteloze losbandigheid, Voor een dromerig jochie dat vol verwondering uit het raam zat te staren naar imposante Zeeuwse luchten. De populieren met haar twinkelende zilveren blaadjes, in de herfst de bonte kleuren van de enorme kastanjeboom midden op het schoolplein, waar ik vermoedde dat daar een sjamaan kon wonen. Voor dagdromen, daar was weinig begrip voor. Al die fantasie werd mij plots ontnomen met een fikse slag van een liniaal op mijn vingers door de meester.
Plattegrond oude school situatie
Plattegrond in huidige toestand
Heb ik hieronder geleden?? Neen.....Ik was onbereikbaar voor de dwingende ogen van de meester. Stoïcijns heb ik de lagere school doorlopen. Meer dan eens heb ik in deemoedig schuldbesef straf ondergaan voor te laat komen op school. De smoezen voor mijn twijfelachtig tijdsbesef waren snel uitgeput. Maar wat had ik moeten opbiechten?
Dat ik met het paard en wagen van Van Gend en Loos de verkeerde straat was ingeslagen? Dat ik bij De Vlieger op de Rotterdamse kaai veel te lang me heb staan vergapen hoe limonadeflesjes worden gevuld, in de hoop ééntje gratis te krijgen? Dat ik het Zeeuwse knol bij Bliek zielig vond, toen het beslagen moest worden, en ik al die tijd zijn hoofd heb geaaid? Of toen ik met Engelse toeristen het Abdij ben binnengeslopen, die een excursie kregen over het leven van Zeeuwse graven en zeehelden? Maar toen de Lange Jan twee uur sloeg kon ik me onmogelijk losmaken van dit gezelschap, omdat we in de grafkelders waren beland en alle deuren achter ons op slot gingen.
Nooit heb ik het Hoofd der School mijn belevenissen kunnen uitleggen. Het Hoofd zou zich toch niet hebben kunnen verplaatsen in mijn fantasievolle zwerftochten. Zou hij hebben begrepen dat ik in de Provinciale Bibliotheek oude dikke boeken heb mogen inzien? De geur van oud eikenhout en perkament heb opgesnoven, omringd door eeuwenoude gobelins aan de wanden. Meester Lavooy zou mij bedenkelijk aanhoren. Waarschijnlijk zou hij mijn ouders inlichten dat er iets niet in orde met me is.
Klassefoto klas 4 van het jaar 1955 (Met 50 leerlingen een volle klas !!)
Belangstellenden kunnen een digi-foto ontvangen (Namen klasgenoten zijn bekend. Albert bovenste rij 6de v.l.)
De school bestaat niet meer, wel zijn de klaslokalen intact gebleven. Op het voorplein stoeien geen kinderen meer. De strenge juffrouw Kasemir zet haar degelijke damesfiets niet meer bij de ingang op slot. De hoogste klassen lopen niet meer in gelid door het poortje de school binnen, waar een jongen uit de zevende klas de "telaatkomers" moest tegenhouden. Op het voorplein groeien nu heel ludiek stokrozen. De bestrating lijkt steeds meer op een versteend grastapijt. De imposante kastanjeboom is omgehakt, mijn sjamaan is op de vlucht geslagen. Op die plek zijn fantasieloze woningen gebouwd.
De Gravenstraatschool is behouden voor verval of nog erger voor afbraak, het heeft een zinvolle bestemming gekregen. Momenteel is het in gebruik door de Middelburgse Atelier Stichting, waar negen kunstenaars aan zijn verbonden. Oud-leerlingen kunnen uit nostalgie de school nog bezoeken. Ze herkennen vast wel de oude klaslokalen, de gang met kapstokhaakjes, de tegels op de vloer, de toiletten, de hoge ramen waar alle weersgetijden de sfeer in de klas bepaalde. Die beelden zullen nooit vervagen.
Picknicken is lunchen, brunchen of dineren in een ongedwongen sfeer ergens in de vrije natuur. Het liefst ver weg van hinderlijk verkeer en luidruchtige dagjesmensen. Bij voorkeur in de bossen met uitzicht op een panoramisch vergezicht. In gezelschap van goede vrienden, een voortreffelijk glas wijn erbij, boeiende conversaties opbouwen, genieten van kleine hapjes, zelf gemaakte confitures uitdelen, vers brood breken, een mand met fruit tot besluit. Op zo'n moment geurt en smaakt alles op z'n best.
Niet iedereen zoekt deze idylle. Op weg naar het zonnige zuiden, met een stel ongedurige jengelende kinderen achterin de auto, kan een picknicktafel op een stopplaats langs de snelweg uitkomst bieden. Ook dat kan gezellig zijn. Of wat te denken van een popconcert festival, een eilandje in de rivier op een drukke zondagmiddag waar een hele meute stadsmensen samenstroomt. Het is inschikken naar de omstandigheid. George Seurat heeft dat treffend weergegeven op zijn schilderij; "Un Dimanche après-midi a Ille de la Grand Jatte."
Seurat; Un Dimanche apres midi a ille de la grande Jatte
Muzikale Marathon Picknick bij slot Emkendorf
Er wordt al gepicknicked sinds de 17de eeuw
De mooiste picknick plaats
Is picknicken iets nieuws van de moderne mens? Welnee! Ruim 300 jaar geleden werd al gepicknicked. In Franse en Engelse historisch romantische films komen scenes voor waar in een park, of bij een vijver uitgebreid wordt gelunched. Het was de upper-class die zich deze luxe veroorloofde. Het gewone volk was daar nog lang niet aan toe, voor hen bestond de luxe van vrije tijd niet.
Pas veel later, toen dagtochtjes mogelijk werden, overwon men de schroom in de openlucht een boterhammetje te eten. Enerzijds om kosten te besparen door niet in een restaurant te eten. Anderzijds was het leven al duur genoeg, maar ook de drempel naar een eetgelegenheid te hoog.
Overigens had mijn grootmoeder er veel moeite mee, op een terras een taartje te eten. "Op straat eet ik niet," was haar stellige opvatting, de associatie met werkvolk dat in de openlucht eet was voor haar de reden. "Wat zullen de mensen er wel niet van denken," voegde ze er schuldbewust aan toe. Zo vreemd was dat niet, omdat het als onfatsoenlijk werd beschouwd wanneer burgers in het openbaar iets aten. Bovendien hield ze zich aan vaste tijden voor een maaltijd. In de loop der tijd is deze mores zichtbaar vervaagd. Ieder moment van de dag is van alles te koop om de "kleine honger" te stillen. Wandelende veelvraten zijn we geworden.
Waar komt het woord Picknick eigenlijk vandaan? Het lijkt een Engels woord, maar dat is het niet. Picknick is afkomstig van het Franse begrip "Pique-nique," welk woord als sinds de 17de eeuw bestaat. Pique betekent "iets uitkiezen," terwijl nique een "kleinigheid" betekent. Het verwijst dus naar verschillende gerechten of hapjes die op een kleed zijn uitgestald, waaruit men naar believe kan kiezen.
Picknick is uitgegroeid tot een ware cultus. Compleet met aangepaste voorzieningen zoals een chique picknickmand dat servies, bestek, glaswerk, een snijplank en niet te vergeten een krukketrekker bevat. Een reusachtige koelbox, met koelelementen of nog beter een koeling op accu. Outdoor accessoires volgens de laatste mode uit Country Life Magazine horen erbij. De moderne mens kan niet zonder zijn comfort.
En toch! Hij wordt belaagd door onverwacht bezoek. Vliegen, spinnen, torren, mieren vergallen al snel het plezier. Vliegen en bijen komen ongevraagd op de zoete geur van glucose af. Hoe ze het weten, van hoever ze het kunnen ruiken, waar ze vandaan komen, Joost mag het weten. Ze zijn er plotseling, lastposten zijn het. Er is maar één manier om ze te weren. Afdekken! Alle zoete etenswaar afdekken met folie. Maar dan nog! Het helpt niet altijd.
Avontuurlijker is een picknick op safari. De eenheid van de mens met de ongerepte natuur is een veel gekoesterde wens. Eenmaal aangekomen op een droomplek op de savanne, moet je er niet vreemd van opkijken dat een luipaard je bespied vanuit een boom. Of een horde brutale bavianen uit het iets opduiken, je onstuitbaar belagen. Er vandoor gaan met de worst, koek, fruit en alles waar je van wilde genieten. Hier zijn apen de baas. Hier vervliegt elk romantisch verlangen.
Hermès is een Frans modehuis dat vooral bekend is geworden door haar luxueuze zijden sjaaltjes, mode-accessoires en tassen. Waarvan de Kellybag en Birkintas wel het meest de modebewuste vrouw aanspreken. Deze tassen worden in vele variaties, kleuren en formaten uitgevoerd.
Exterior Flagshipstore Hermès Rue Faubourg St. Honoré Paris
Interior Flagshipstore Hermès Paris
Wickerwork habitats made of wooden strips at renewed store
Maar....Hermès is van origine geen modemerk. Opgericht in 1837 was de firma, fabrikant van zadels, paardentuigen en aanverwante artikelen voor het paardrijden, dat produkten van uitmuntende kwaliteit leverde aan de upper-class en adelijke families in Europa.
Toen eind 19de eeuw de aandacht voor het paardrijden bij de adel afnam, waarvoor het reizen per schip, trein en automobiel in de plaats kwam. Moest de firma Hermès omzien naar andere producten. Emile-Maurice Hermès, de opvolger van de stichter Thierry Hermès introduceerde een nieuwe lijn hutkoffers en veel andere accessoires voor comfortabel reizen. De ontwerpers bleven trouw aan het basismateriaal; zadelleer. Natuurlijk bleef ook de ambachtelijke productie van paardenzadels in bedrijf, tot op heden bereikbaar voor de "happy-few."
Princess Grace Kelly's first Kelly Bag
Prince Rainier and Princess Grace Kelly of Monaco
Kelly bag as hot item
Hermès is, als gezegd het meest bekend om tassen. De Kellybag is misschien wel de eerste officiële klassieker. Prinses Grace Kelly van Monaco verscheen in 1956 op de cover van Life-magazine met een Hermèstas van krokodillenleer op een wijze dat haar zwangerschap deed verhullen. Grace Kelly was een mode-icoon die door haar charmante uitstraling en voortreffelijke modekeuze voor navolging zorgde. Dus de Kellytas werd meteen een razend populair mode-accessoire.
De "must-have" status van de Kellytas werd later overtroffen door de Birkintas, dat gekend is voor een meer casual uitvoering. Aan het ontstaan van deze tas kleeft een aardige legende. In 1984 zat de Engelse actrice Jane Birkin op een vliegreis wat te rommelen in haar eenvoudige canvastas. Naast haar zat de directeur van Hermès. Hij stelde voor een tas voor haar te maken in luxueus Hermèsleer. Jane Birkin stemde in op het voorstel, sindsdien is de Birkintas een ware rage geworden voor tassenliefhebber.
Wickerwork Bread sculpture
Jean Paul Gaultier
Wickerwork Bread sculpture
Naast tassen is Hermès hét synoniem voor carrésjaals. Het vierkante zijden sjaaltje van 90 bij 90 cm, met meestal een drukke print, is waarschijnlijk één van de meest verkochte, maar ook veel geïmiteerde produkten. Deze klassieker werd al in 1927 geïntroduceerd. Elizabeth Taylor en Jackie Kennedy zorgden ervoor dat het een stijlklassieker werd. Tweemaal per jaar komt een collectie van twaalf ontwerpen uit. Ze zijn herkenbaar aan historische voorstellingen of klassieke onderwerpen. Ondertussen zijn heel wat nieuwe producten toegevoegd, waaronder stropdassen, fragances, billfolds, etui's, luxe serviezen, textiel, horloges, enzovoort.
PicNic Kelly Bag 2011
See; Spring-Summer 2011
Latest model Kelly Bag 2011
Met de komst van topontwerper Jean-Paul Gaultier is een nieuwe weg ingeslagen door prêt-à-porter mode toe te voegen aan de collectie Met eigenzinnige opvattingen door gebruik te maken van mode-vreemde materialen heeft Gaultier meermalen opzien gebaard. Hij was één van de eerste modeontwerpers die in de mode; vlechtwerk met wilgenteen toepaste, wat niet eerder was vertoond. Gaultier moet geïnspireerd zijn geweest door het werk van mandenmakers, of de frames van hoepelrokken. Jean-Paul experimenteerde verder door vlechtwerk sculptures te ontwerpen. Daarmee zette hij het eeuwenoude mandenmakersvak in een heel ander en vooral verrassend perspectief.
Jean Paul Gautier combines luxery design with wickerwork for the first time in fashion
Binnenkort wordt Jean-Paul Gaultier opgevolgd door senior designer Christophe Lemaire. Eén van de laatste ontwerpen naar de hand van Gaultier is de Kelly PicNic Bag. De vorm is behouden, maar de combinatie van "wickerwork" met "saddleleather" is opzienbarend. Hiermee toont hij aan dat verfijnd vlechtwerk goed kan samengaan met tuigleder en toch een exclusief ontwerp ontstaat. De afwerking is tot in detail subliem. De productie zal beperkt blijven, dus modebewuste dames kunnen er verzekerd van zijn een unieke tas te bezitten. Voor de eveneens unieke prijs van rond de 1.000 euro.
Het feit dat Zeeuwse veerboten in de prelude naar de Tweede Wereldoorlog dienst hebben gedaan als mijnenlegger is weinig bekend. Nog minder bekend is dat een Klercq commando heeft gevoerd op een van deze schepen en veel meer andere marineschepen in oorlogstijd.
Het is Arnoldus Petrus Klercq, geboren in Soerabaya, zoon van Franciscus Gijsberthus Klercq en Jacoba Cornelia Sara Modderman, die op zeer jonge leeftijd zijn ouders verloor, naar Nederland vertrok en later in de familietraditie een militaire carrière opbouwde bij de Koninklijke Nederlandse Marine.
PSD veerboot Prins Willem I
PSD veerboot Koningin Emma
De twee veerboten die verbinding onderhielden op de Westerschelde werden in 1939 op de Kon. Werf De Schelde in Vlissingen omgebouwd. De marine gaf beide schepen dan ook de naam Hulpmijnenlegger I en II. Ze hebben nooit onder de oorspronkelijke naam in dienst van de marine gevaren. In 1939 werden de schepen voor een "geheime opdracht" ingezet op 11 en 12 november. Juist op de dag dat premier De Geer in zijn beroemde radiotoespraak het volk geruststellend meedeelde dat er "geen enkele reden tot ongerustheid" was.
Op die dag waren de schepen uitgevaren richting de Wielingen vergezeld van andere marineschepen. In het geheim werden zeemijnen gelegd. Het scheepvaartverkeer werd gestremd. De aanleiding was een acute veiligheidsdreiging waarvoor de vaarweg werd versperd. Nadat de "spanning" was afgenomen werden de zeemijnen weer geruimd.
Vanuit de ligplaats Buitenhaven Vlissingen werd de rest van dat jaar 1939 met beide hulpmijnenleggers geoefend. Op het achterdek lagen wel actieve zeemijnen klaar, tot lanceren kwam het meestal niet. De oefeningen betrof doorgaans het vaststellen van strategische locaties voor mijnversperringen op de Westerschelde.
Het was luitenant ter zee 3de kl A.P. Klercq die het commando voerde over de voormalige Prins Willem I. Omdat de vaaroefeningen uiterst saai verliepen vroeg kapitein Klercq wat voetbalspullen aan bij de marineleiding, om de tijd te doden en fit te blijven. Pas eind januari 1940 werd zijn verzoek gehononeerd en kon hij met zijn bemanning een partijtje voetballen aan boord.
Op 16 februari kwam de Hulpmijnenlegger I pas echt in actie. Er werd een los drijvende zeemijn model 1907 gesignaleerd in de Deurloo. De reddingsboot werd gestreken, niet zonder gevaar voor eigen leven werd de mijn op zee gedemonteerd. Want in de bitter koude winter van 1940 lag de Westerschelde vol ijsvorming. Het was dan ook niet de periode dat de commandant zwemoefeningen van zijn bemanning hoefde te rapporteren, wat doorgaans als noodzaak werd gezien.
Eind februari zat de taak voor kapitein Klercq er op, na nog een tweedaagse actie met beide schepen in de buurt van Hansweert. A.P. Klercq werd gepromoveerd tot 2de Luitenant ter zee. Zijn schip werd terug gegeven aan de PSD en kon weer dienst doen als veerboot. Alleen de Hulpmijnenlegger II bleef nog een tijd dienst doen bij de marine.
De oorlogsdreiging neemt toe, op 27 april 1940 wordt de Prins Willem I weer gevorderd en opnieuw ingezet als hulpmijnenlegger. Na het verwoestende bombardement op Rotterdam capituleert Nederland. Maar in Zeeland gaat de strijd door. Op 17 mei wordt Middelburg hevig beschoten, de brisantbommen uit de Henkell bommenwerpers richten enorme schade aan, vergelijkbaar met de vernietiging van de Rotterdamse binnenstad.
Tot 18 mei wordt op Walcheren gevochten door geallieerde Frans-Marrokaanse troepen. De weerstand wordt gebroken en de Fransen moeten via Zeeuws Vlaanderen de aftocht blazen. In de haven van Breskens worden de veerboten tot zinken gebracht, om niet in Duitse handen te vallen. Ook de Prins Willem I ontkomt niet aan dit lot, nadat het de Franse troepen heeft overgezet. Alleen de Hulpmijnenlegger II alias de Koningin Emma komt ongeschonden uit de strijd. Ze wordt tijdens de Duitse bezetting in de vaart gehouden.
Hr. Ms. Bloemendaal
Hr. Ms Hydrograaf
Het is in de verwarrende periode van mei 1940, dat het maritiem hydrografisch opnemingsvaartuig de ss. Hydrograaf in de haven van Vlissingen ligt. De werkzaamheden voor zeebodem metingen zijn stilgelegd. Alle schepen buitengaats en alle in Nederlandse havens gelegen kustvaarders zetten koers naar Engeland. De Hydrograaf stoomt ook op richting Groot Britannië, met naar alle waarschijnlijkheid A.P.Klercq aan boord, want in die mei-dagen is het reizen door militair personeel over land een hachelijke zaak.
Arnold Klercq zal Nederland in de oorlogsjaren dan ook niet meer terug zien. Hij moet zijn vrouw in Den Haag achterlaten. De Nederlandse Regering in ballingschap in Londen vordert alle beschikbare schepen voor marine doeleinden. Tientallen visserstrawlers worden op Engelse werven omgebouwd tot patrouilleboot, of mijnenvegers. In korte tijd ontstaat een kleine vloot goed bewapende zeer wendbare schepen dat onder Brits bevel staat.
Op meer dan 11 schepen voert Arnold Klercq het gezag tot oktober 1945, zelfs voor een paar weken over de ss. Hydrograaf. De in beslag genomen vissersschepen uit IJmuiden, Urk, Scheveningen of van elders heten nu niet meer SCH 169, UK 12, of IJM 124. Ze varen nu onder Hare Majesteits naam Hr. Ms Eveline, Hr. Ms. Jacqueline Clasine of Hr. Ms. Isabel. Na de oorlog worden deze schepen weer overgedragen aan de eigenaren. Tenminste wanneer is niet door oorlogsgeweld zijn gezonken.
Hr. Ms. Vinkingbank
De Prins Willem I is op 16 augustus 1941 gelicht in de haven van Breskens, het daarop volgend jaar naar Vlissingen gesleept voor herstel. Tijdens een luchtaanval door de R.A.F. is het schip op 31 mei 1943 getroffen en doormidden gebroken. Op 19 juni van dat jaar is het wrak gelicht met drijvende bokken, aan wal gezet en opnieuw hersteld. Het duurde tot 29 augustus 1946 eer de veerboot weer te water werd gelaten, ditmaal in een verlengde versie. In 1972 is de Prins Willem I verkocht en in 1974 gesloopt.
Met de Hydrograaf is het beter afgelopen. Na enige tijd dienst te hebben gedaan als Zeekadetschip kwam het in handen van de "Stichting Het Varend Museumschip." Geheel gerestaureerd, nu voorzien van dieselmotoren, in plaats van stoom aandrijving, doet het kajuitschip nu dienst als partyboot. Op de Sail Amsterdam 1985 verscheen het ms Hydrograaf voor het eerst weer in volle glorie.
Bij veel kinderen staat de boot bekend als "De Boot van Sinterklaas." Ieder jaar doet deze "Sinterklaasboot" een andere haven aan, waar honderden kinderen nerveus en vol spanning op de intocht van de Goed-Heiligman staan te wachten. Een geweldig vrolijke traditie dat nergens ter wereld wordt geëvenaard.
Meer verhalen, meer foto's meer videoclip? Bezoek mijn Archief in Rechter Kolom Mehr Geschichten, Mehr Photo's, Mehr Videoclips? Besuchen Sie mein Archiv im Rechter Seite More Stories, More Photo's More Videoclips? Visit mine Archive at Right Site En plus des Histoires, En plus les Photo's. En plus des Videoclips? Visitez mon Archive en Droit
Menig oud-Middelburger zal het zich nog wel herinneren dat de Vlasmarkt voor de oorlog en ook kort daarna een klein universum betekende in het hart van de stad. Alles wat in het dagelijks leven nodig was voor mens en dier, lag binnen een paar stappen voor handen. Twee, drie grutters, een Joodse slager, een zadelmaker, een drogist voor giftige en geurige goedjes, een dirigent van internationale allure, een kunstenaar, de nonnetjes voor geestelijke bijstand, meneer Jansen leverde trappen en kozijnen, bij Pieterse Bottelarij rook het sterk naar siroop en alcohol, bij de Bank Hondius kon je spaarcentjes veilig deponeren. De kapper knipte iedereen naar hetzelfde model. En bij Abrahamse, die eigenlijk Van Keulen heette stond het winkeltje volgestouwd met allerlei spullen voor de huishouding. En zo was nog veel meer op te noemen. Zelfs aan de kleintjes was gedacht.
Op Vlasmarkt nr. 8, vlak naast Dronkers Kolonialewaren, was een Fröbelschool ingericht. Het bestond al een paar jaar toen in 1926 de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen dit schooltje en ook dat in de Schuitvlotstraat officieel onder haar hoede nam. Achter de grote groene deur lag een sombere gang met een wit marmeren vloer, een imposante trap leidde naar een donkere geheimzinnige verdieping. Aan het einde van de gang scheen de zon door de ruiten van de achterdeur. Daar moest een speeltuin gelegen zijn dat tot aan het Simpelhuisstraatje reikte.
Voor de kleutertjes waren twee zijkamers ingericht waar ze bezig werden gehouden met spelletjes en kleur- of plakwerk. Zo was de situatie toen Corrie Klercq (x) dit bewaarschooltje bezocht. Hoeveel van deze kindertjes de huidige tijd nog beleven, is moeilijk te zeggen. Ze moeten nu als overgrootmoeder of -vader vast over 90 jaar zijn.
Kleuterschoolklas 1924 Vlasmarkt Middelburg
Kunt u namen verder invullen? Uw opgave is zeer welkom
De eerste school voor christelijk onderwijs in Middelburg werd gesticht door de Christelijk Afgescheiden Gemeente. Deze school op gereformeerde grondslag was gelegen in de Gravenstraat op nr. 63 en werd op 15 september 1880 geopend. Het lag dan ook voor de hand dat deze school in de volksmond als de Gravenstraatschool bekend stond.
Middelburg kende van oudsher een uitgebreid en ingewikkeld klasse-systeem met onderling vele gelaagdheden. Dit systeem is tegenwoordig sterk aan slijtage onderhevig, hoewel restanten daarvan zich nog steeds doen gelden. Zo kreeg deze school de bijnaam "Klompenschool," vanwege het feit dat veel leerlingen afkomstig waren uit Middelburg Ambacht, een landelijk gelegen buitenwijk. Deze boerenkinderen gingen op klompen over onverharde wegen naar school. Waarmee aangegeven werd dat dit geen school was voor kinderen van rijke ouders.
In de jaren twintig van de vorige eeuw kwam al snel sleet in deze bijnaam, omdat daarna ook leerlingen afkomstig waren uit het burgelijke milieu. Maar toch bleef er onderscheid bestaan. De Herengrachtschool, een pedant van een soortgelijk schoolbestuur, bleek kinderen aan te trekken van een onderscheidend hoger milieu uit de middenstand. Dit klasseverschil heeft stand gehouden tot in de jaren vijftig.
Het bord dat het jongetje op de voorgrond toont, vermeld dat groep VI poseert. Naar alle waarschijnlijkheid is dit onjuist, omdat ook jongere kinderen in de groep aanwezig zijn. Het verschil in leeftijd tussen Nel en Corrie Klercq is 6 jaar, wat er op duidt dat beide zussen nooit in dezelfde klas hebben gezeten.
Klassefoto Geref. Gravenstraatschool GHL, Groep 3 en 6, Lokatie Binnenplaats, Klassejaar 1927
Ik ben Albert Prins
Ik ben een man en woon in Geleen (Nederland) en mijn beroep is gep. Interieur Architekt.
Ik ben geboren op 06/02/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Genealogie, Writing. Art Basketmaking.
Write or Call me; 00-31-(0)46-4740641