Er schijnt iets onderzocht te zijn over wolfhondjes, zoals ik. Mijn nog niet
erkende ras zou bijna perfect zijn, of zoiets. En nou moet ik je laten weten,
dat er wat nadelen aan me kleven, zodat belangstellenden voor Tamaskans er ook
rekening mee kunnen houden.
Allereerst moet ik je vertellen, dat ik tante Costa gistermiddag een
slagaderlijke bloeding heb bezorgd. Ben ik het niet mee eens. Kan ik het helpen,
dat ik zulke scherpe slagtanden heb? Ik was leuk aan het spelen, zij begint
altijd, ik beet haar gewoon even in een poot, het ging nogal wild, ik bleef
waarschijnlijk even hangen, toen zij snel die poot wilde wegtrekken en toen werd
het wel erg rood om haar heen. Om een lang verhaal kort te maken: tante Costa
loopt nu met twee hechtingen en een stom verbandje om haar tenen op drie poten
te hinkepinkelen.
Mijn slagtand had een net even te diep gaatje in haar teen
gemaakt en dat kostte 87 euro en 66 cent. Dat stomme verbandje alleen al kostte 9 euro en 8 cent, exclusief
omzetbelasting. Ze vindt het niet eens mooi.
Het vrouwtje heeft vannacht daardoor wel lekker beneden bij ons geslapen. Zij op
de bank, wij er naast. Tante Costa mocht niet aan haar poot zitten kluiven en
een kap om was zo zielig voor die meid. Vond ik wel tof. Om het uur heb ik een
lik over het gezicht van mijn bazin gegeven en met mijn staart gekwispeld om te
laten zien, dat ik haar houding zeer waardeerde. Misschien sprak ze vanochtend
daarom over een gebroken nacht.
Tante Costa was trouwens de hele avond erg rustig. Wat zon roesje al niet
doet (en mijn tand).
Het was vandaag lekker weer en ik heb me dan ook goed uitgeleefd.
Allereerst heb ik mijn tanden gezet in een plantenbak.
Hapt zo heerlijk weg in dat harde plastic. (Eventuele bloedsporen werden zo ook
verwijderd)
Toen die gefileerde bak van mij werd afgenomen (je mag hier ook niks), heb
ik direct een stuk hout gepakt om als tongschraper te gebruiken.
Was ook niet de bedoeling.
Het opeten van een zwembadje leek me daarna een prima idee.
Aan een zwembad zonder water heb je niet veel. Eigen initiatief wordt hier
echter niet op prijs gesteld.
Ik zag opeens een voetbal liggen. Ik heb hem dunner gemaakt. In Rio hebben
ze hem toch niet nodig.
t Was een echt precisiewerkje om hem zo plat te krijgen.
Aan een platte voetbal is niet veel aan, of je moet er met zn 2-en aan
gaan lopen trekken. Maar ja, tante Costa is momenteel voor 25% procent afgekeurd
en wat doe je dan, dan pak je gewoon een hortensiastruik en biedt haar die aan.
Dat vond ze wel leuk. De bazin minder. Ik heb nog getracht een andere kant
op te kijken, zodat ik niet verdacht zou worden van enig vergrijp. Tevergeefs.
Ik kreeg niet eens de kans om hem in een vaas te zetten.
Kom, dacht ik, dan graaf ik maar gewoon een boompje uit en vergrijp me, om
mijn frustratie weg te werken, aan een wortel. Hoef ik hem geen tweede keer meer
op te graven.
Het tuinieren zette ik vervolgens voort op het grasveld.
Over de wortelkanaalbehandeling was ik zeer tevreden.
Om mijn bek te schonen, heb ik flink staan kliederen onder de pomp.
Ik ben nu eenmaal gek op water.
Toen werd het tijd om koffie te drinken in het prieel. Zat iedereen heel
lekker te lurken, kom ik aanstuiven met mijn nieuwe parfum op. Die had ik
aangeschaft op de composthoop, waar de inhoud van een kliko, die veertien dagen geleden niet was geleegd, in was gegooid door een dom iemand.
Voortreffelijk, die geur. Een mengsel van vogel-, kippenpoep, groenten,
fruit, dooie vogels (ik heb ze allemaal nog gekend) en muizenrestanten (die
muizen waren heel erg kort kennissen van tante Kaytie geweest). Normaal begeef
ik me echt niet in de compostbak. Het is mij geleerd van de ponykeutels af te
blijven en ik mag er ook niet inrollen. Heb ik dus ook niet gedaan, maar ze
moeten me niet gaan tarten met heerlijk stinkende noviteiten.
Moest ik dus in de groene zeep. Vond ik niet eens zo erg, want ik hou van
douchen.
Weet je, wat nou zo leuk was? Ik stonk nòg.
Ik heb aangeboden om de vijver in te springen.
Al dat kroos zou een goede stankafdichting hebben kunnen geven.
De bazin heeft me nog net aan mijn Unox rookworst kunnen grijpen.
Ik lig nu dus hevig te ruften naast het bureau. Het schijnt prettig te
zijn, dat er geen visite komt. Zelfs vachtreinigers van het Kruidvat hebben niet
het gewenste resultaat gehad.
Ik moet dus nu de mensen waarschuwen, dat een Tamaskan:
a. scherpe tanden heeft;
b. vernielingen aanricht;
c. bomen uitgraaft;
d. weilanden omploegt;
e. kan stinken als een bunzing.
Laat iedereen er maar zijn voordeel mee doen. Elk nadeel heb zn voordeel,
niet waar?
Poot van Falco
Als bewijs van het wolvenkwaad moet ik van mijn bazin dit toevoegen. (Tip:
liggend is-ie beter te lezen)
P.S. Ik sta met mijn tantes nog steeds op goede voet, al is dat van de kant
van die hoge tante nu iets minder.
Vanmiddag werd ik weer uit mijn comfort zone weggerukt. Voortzetting van
het grote socialisatie programma. Ik moest de autobench weer in en hobbel de
bobbel over drempels en obstakels naar een zomerfair in Laag Zuthem. Eigenlijk
had ik daar helemaal geen tijd voor.
Ik had zo mijn eigen programma. De broedse kippen moesten nog uit hun hok
geblaft worden, de ponys moesten nog worden opgejut, de postbode moest nog
worden opgewacht, de pruimen nog van de grond geraapt en ik moest tante Kaytie
nog helpen met gaten graven en boomwortels doorbijten om bij de muizen te komen.
Verantwoordelijk werk, al zeg ik het zelf. Geen teamwerk helaas. Tante Costa
vliegt bij het kippenhok altijd boven op me, de postbode wil me de post niet
geven en tante Kaytie gunt me geen muis. Ze vonden mijn ontvoering daarom
waarschijnlijk fantastisch.
Het vergoedde veel, dat ik bij het landgoed Den Alerdinck, waar de fair
was, tot mijn verbazing zeer hartelijk werd binnengehaald.
De jonkheer gaf me nog net geen kus. Ik vond zn witte kousen wel een beetje bij
mijn witte sokken passen.
Een jonkvrouw stond te popelen om mij bij haar opgefokte rok te
krijgen
Ik had echter meer belangstelling voor een gezette dame, die wat uit stond
te delen. Ik moest mijn beurt afwachten. Ik had gehoopt op een stuk gerookte
zalm of paling. Kreeg ik een papiertje, waar op stond, dat je de neus moest
volgen om het leven door te gaan. Mens, dacht ik: Ik doe niet anders. Al is dat op zon beurs niet erg
prettig met al die zeepluchten en aloë vera geuren.
Meteen na de ingang zag ik allerlei zeer vreemde dingen. Bij ons thuis zitten de
hanen in de kippenren en de kikkers in de vijver. De kikker hier was
waarschijnlijk wit van schrik en die hanen zaten te mokken.
Ik heb nog gewacht tot ze allemaal bij zouden komen. Niet gelukt.
Ik kon niet langer wachten. Er klonk opeens herrie.
Bleken er zwarte armen en
benen bezig te zijn op het middenterrein.
Toen ik eens goed keek, zag ik heel bolle wangen, die grote stukken
zilverkleurige buffelhuid naar binnen werkten. Vreemd, dacht ik, die staven, die
ik af en toe krijg, die houden zich nogal stil.
Als ik nog langer was blijven zitten had ik last gekregen van mijn
blaasinstrument.
Die stro aan mijn gat was balen. Ik lag even voor paal, maar wilde gauw verder
vanwege indringende geuren.
Ik moest er niet aan denken geschminkt op een paard te gaan rijden. Mijn
make-up is van nature perfect in orde.
Trof ik me daar een grote pony aan, die niet bij ons thuis in de wei loopt.
Dat was die Shire van dat bord van net.
Hij was met zn make-up bezig, toen ik er aan kwam en had net zijn kousen
aangetrokken.
Toen zag hij me en begon gelijk te steigeren.
Ik dus ook. Mocht ik toch van mijn bazin niet blaffen, terwijl hij wel mocht
hinniken.
Verderop stonden een paar Alpacas tegen me te niezen. Ik heb me waardig
omgedraaid.
Ik heb net gedaan, alsof ik die pony onder het zadel niet zag. Stel je voor, dat
ik daar voor de foto op had gemoeten.
Weet je wat het einde voor me is? Kinderen. Ze waren er in allerlei maten.
Ik heb veel likjes kunnen uitdelen aan hele kleintjes en grotere omgegooid.
Bij het springkussen wilden ze, dat ik meedeed.
Omdat mijn nagels verrekte scherp zijn mocht dat weer niet. Ik heb toen
maar op hun schoentjes gepast.
Met succes. Met Sinterklaas kunnen ze zo onder de schoorsteen.
Ik kreeg een stukje runderlong aangeboden. Ik heb mijn bazin geadviseerd ze niet
te kopen. Ik geef de voorkeur aan het hele rund.
Er waren dieren, die niet bewogen, zoals die rare geit
Gelukkig voor mij viel er af en toe wat te spelen, want dat vele af moeten
liggen is niet mijn ding.
Helaas moet je de regels in acht nemen. Ik ben nu eenmaal niet Yuri van Gelder,
dus bleef ik keurig aan de lijn, al zat-ie me nogal eens in de weg.
Een kort geding is ook niet alles.
Dit zwarte geval was een Duitse herder van 15 weken.
Ik heb mijn Unox Rookworst gelijk in een krul gedaan. Omstanders mochten
eens denken, dat ik er ook één ben...
Om de Duitser tegemoet te komen: Jetzt, gehts los!
Ik heb nog even een triotje gedaan. Daarna werd het serieus.
De jongens van de zilveren buffelhuiden vroegen of ik even op hun spullen
wilde passen.
En bij de EHBO konden ze ook wel hulp gebruiken.
Ik ben ook nog die Pipowagen ingegaan via die rare ijzeren trapjes. Daar had ik geen moeite mee. De dames stonden
versteld van mijn dikke vacht en bleven maar aaien.
Helaas waren hier de rendieren al uit en moest ik het doen met de vellen.
Bij de uitgang werd ik hartelijk bedankt voor mijn komst door een jonge
jonkvrouw.
Ze vond het heel jammer, dat ik weer wegging.
Ze heeft gelijk bordjes geplaatst, hoorde ik, voor mijn geweldige
eigenschappen.
Niet met alle teksten kon ik het eens zijn. Ze hebben het me uitgelegd. Ik ben
een 100% natuurlijke, authentieke, eerlijke fair trade Tamaskan, die mijn bazin
geluk brengt, ook in de badkamer.
Bovendien heb ik comfortabel bij de objecten gelegen, licht in mijn
compacte vacht en was mijn riem handmade. De locatie vond ik wat vreemd. Het is
trouwens niet mijn schuld, dat die mensen onthoofd zijn.
Al hobbelend en bobbelend heb ik de rit naar huis weer uitgezeten.
Het is al vijf maanden geleden, dat ik werd geboren en nog
niets kon zien.
Het was toen heerlijk lebberen bij mama Ylva. Gelukkig was het geen jenever, ik
was namelijk van de blauwe knoop. Die zat om mijn nek.
Ik denk, dat het expres zo is, dat mijn ogen 10 dagen dicht zaten. Dat
geniet je meer van wat je proeft.
Ik krijg nu af en toe een klein beetje
biologische geitenmelk. Jammer dat de geit er niet aan vast
zit, net zo als mijn mama, want ik schijn te knoeien als een gek.
Toen ik zo klein was, zag ik er uit als een chagrijnig varken. Als je ogen
ook open gaan, word je er soms niet vrolijk van.
Het zien bevalt me nu
beter.Ik probeerde toen al een wit voetje te halen.
Dat probeer ik nu nog. Helaas worden mijn sokken steeds grauwer en dan
werken ze niet meer zo goed.
Ik mag hier ook geen bleekmiddel gebruiken, want ze poepen hier op een soort
beerput, die daarvan in de war kan raken.
Gaat de WC borrelen, overlopen en stinken. Ik vind dat
helemaal niet erg. Ik hou van zware luchten.
Gelukkig kan ik die witte geitenmelk wel drinken, ik plas
namelijk in de planten. Die groeien er goed van. Alleen als ik bij warm weer in
het gras water, wordt het daar geel. Zijn ze hier niet blij mee. Het gekke is,
dat die gele plekken uiteindelijk hartstikke mooi donkergroen worden.
Daarvoor moesten die ogen van me open, denk ik. Het zou zonde zijn, als je geen
resultaat kan zien. Ik heb een tijdlang de rubberen buitenmat getracht
donkergroen te krijgen.
Vrouwtje vond dat niet zon goed idee. Daarom is die mat
nog zwart. Ik laat hem nu maar voor wat hij is: gewoon lelijk.
Ik was met 4 weken nog niet erg opgeknapt. Witte sik, beetje
zielig uiterlijk. En dan van die rare haaievinnen links en rechts aan mijn kop.
Toch niet te geloven, dat uit die miezerige driehoekjes zulke enorme lappen
kunnen groeien.
Dat witte sikkie ben ik trouwens nog niet kwijt. Misschien
kan ik weer een keer mee naar de kapsalon en een kleurspoeling krijgen. Die
grote oren laat ik gewoon zitten. Ik heb zo goede ontvangst. Beter dan die
satelietschotel, die achter de heg zit. Daar is steeds wat mee.
Komt er een boer langs met een giertank en dan is het
beeld weg. Behalve als ik Oost-Indisch doof ben, blijft bij mij gewoon alles
binnen komen.
Met mijn reuk en oren kan ik heel veel. Als het vrouwtje
de koelkast opent en heel voorzichtig een ei pakt, denkt ze, dat ik dat niet
hoor.....! Bijzonder dom gedacht.
Ik zet mijn poten dan op het aanrecht, wat ik natuurlijk
weer niet mag, op weg naar het meest verrukkelijke wat er is, met of zonder dop
maakt me niet uit. Slik hem toch heel door. Dan te bedenken, dat zon ei uit de
kont van één van die mormels komt, die hier lopen te tokken in het kippenhok.
Het ei hoeft er van mij echt niet eerst van achteren uit te komen, ik lust hem
ook als hij er nog in zit. Is dus ook verboden.
Ik moet mij dus beperken tot vrije vogels. Afgelopen zondag heb ik er twee bij
hun eerste vlieglessen gegrepen, zo uit de lucht. Vrouwtje boos. Het waren jonge
merels. Pa en moe merel probeerden nog indruk te maken met hun hevige gekwetter.
Het is mij echter niet mogelijk gebleken mijn instincten uit te schakelen. Mijn
bazin begon daarna zo hard te kwetteren, dat ik haar mijn buit maar heb gegeven.
Heel dom van haar. Ze dacht ze nog tot leven te kunnen wekken. Niet gelukt. Nou
moet ik van haar zeggen, dat het me spijt. Doe ik niet. Had ze maar geen wolf
moeten kopen. Ik krijg best wel goed te eten, maar ik houd af en toe van een
warme hap. Dat heet natuurlijke variatie.
In plaats van in mijn maag, was dit het eindstation van de vrije vogel. Leuk
plaatje, maar ik had het liever anders gezien (en geproefd).
Zijn ouders hadden nog een kind over. Laat die nou de
volgende ochtend net vliegles krijgen tijdens mijn ochtendwandeling. Hij vloog
gewoon te laag en zo mijn bek in. Vrouwtje was hels! Hij had gewoon een andere
vliegroute moeten kiezen, dan was er niets aan de hand geweest.
Een verkeersregelaar is misschien hier wel op zijn plaats.
Ik ben mesjogge van water. Gisteren heb ik een grote drinkbak,
die buiten was neergezet, tot twee keer toe vijftig meter verplaatst. Ik heb
mijn kop er helemaal in gestoken. Als iemand hier de planten buiten water geeft
met de slang, duik ik er letterlijk op. Mag ook al weer niet. Het gaat mij om de
straal. Ik kan ook niet helpen, dat die grote voorpoten van mij af en toe op de
plettour zijn. Die geraniums doen me echt helemaal niets. Er is hier op het erf
ook een pomp met zwengel. Daar komt een plomp water uit, waar je je hele kop in
kan duwen en die je bek lekker vult. Tante Costa is zon miepie. Die drinkt
liever uit een bak. Bang voor kleffe kopharen.
Ik ben de afgelopen dagen al twee keer in de visvijver gesprongen. Eén keer per
ongeluk, één keer expres. Zat mn hele kop onder de kroos.
Je raadt het al:
mocht ook weer niet. Schrikken de vissen.
Er zitten een paar grote zeelten tussen. Passen vast wel
in mijn schijf van vijf. Als ze eenmaal in mijn maag zitten, hoeven ze ook niet
meer te schrikken.
Vandaag zag ik voor het eerst een egel. Van zon beest
krijg je acupunctuur in je bek. Je schijnt hem te moeten opgooien en dan weer te
moeten vangen. Kun je hem in zijn zachte buik pakken. Tante Costa had er echt
zin in. Met heel veel moeite was ze te stoppen. Je ziet het: we mogen hier niet
veel. Wat heb je nou aan een instinct, dat je moet negeren.
Ik heb een hele grote hekel aan de poepschep. Heb ik net
met veel moeite mijn eigen cupcakes gebakken en er als garnering nog een
druppel anaalvocht op gedaan, komt er weer iemand aan met een verdwijnstok. Daar
kan ik niet tegen. Ik probeer dat ding al grauwend te vermorzelen.
Mag ook niet. Ze gooien hem nu al op de hoge heg ver uit
mijn bereik. Wacht maar tot ik groter ben. Laat ik hem zelf verdwijnen.
Er zijn hier heel veel bomen. Ikzelf loop op eigen poten. Zij moeten
zichzelf ook maar staande houden. Stond er één aan een paal vastgebonden. Het
was echt tijd, dat die op eigen benen kwam te staan.
Tante Costa wou zich er nog mee bemoeien, maar met een bal in je bek mag je niet
praten.
Het was gewoon mijn buit. Nu goed opletten of bij noodweer de boom rechtop
blijft staan. Anders moet-ie weer terug.
Als ik buiten niet op topsnelheid met mijn tantes kan
spelen, dan probeer ik dat binnen. Komt de boel wat scheef te staan. Als ik dat
spelen zat ben, tante houdt nooit op, dan ga ik het liefst in de stoel
liggen.
Vindt ze niet goed. Je ziet: ik ook niet.
Ik win altijd. Een goeie, die mij van mijn plek af krijgt. Voor een dame sta ik
echt (nog) niet op.
Er is een mooie rode kamer in huis, maar wij zitten altijd
in de oranje kamer. Het is daar niet koninklijk, eigenlijk een beetje honds.
Wel gezellig. Ik vind het ook zo heerlijk om op de bank te slapen of met mijn
kop op het kussen.
Zo groot had hij van mij nou ook niet gehoeven.
Met tante Costa kan ik heerlijk liggen klieren op de
grond. Wij zijn ware grondwerkers. Samen trekken aan een stoflap, elkaars gebit
scherp houden, oorinspectie, wij doen dat allemaal op de
kamerbodem.
Totdat we bekaf zijn.
En net als tante Kaytie gaan slapen.
Ik zie er echt afgelebberd en verfomfaaid
uit.
Straks haal ik er wel een kam doorheen en steek ik mijn kop in het water.
Vandaag ben ik naar de dierentuin geweest. Sociaal mag ik
niet achterop raken. Ik moet regelmatig een update doen. Je kunt, als hond, niet
lui op je anaalklieren gaan zitten wachten tot er iemand langs komt. Je moet
bouwen aan je toekomst.
Die toekomst lag dus even hier, in Amersfoort. Wist ik veel, wat me te wachten
stond. Wel wat ik achter de rug had. Anderhalf uur in een apenkooi in een busje.
Mijn nieuwe reisverblijf. Schijnt veiliger te zijn. Met een paar kussens in mijn
rug was het overigens best te doen.
Ik kwam de dierentuin binnen en ze stonden kennelijk
allemaal al in de rij om me te zien.
Of ze daar, net als mijn bazin, een kaartje voor hadden moeten kopen, dat weet
ik niet. Ze stonden ook niet in parkeervakken, want ik zag geen strepen op de
vloer. Ze hadden hoorns als nietjeswippers. Ik heb ze daarom maar niet
aangeblaft. Je moet er even niet aan denken, dat ze met die dingen de moeren uit
de omheining gaan krikken en vervolgens beginnen met het slopen van mijn
melkgebit. Ik wissel liever op wat langere termijn.
Flink doorstappen dus, niet teveel achterom kijken naar
die rare beesten en achter de massa aan.
Kom je vanzelf, waar je wezen moet.
Ik moest wel even wennen aan al die vreemde geuren, rauwe
kreten en schelle geluiden.
Ik heb ze stuk voor stuk grondig op me laten inwerken
Ik had daar zo mijn eigen gedachten over. (Waarheen, waarvoor)
De herrie begon al met die domme ganzen. Die kregen net te eten.
Wat een
schreeuwlelijkerds. Ik dacht instinctief: even afstand houden.
Gek, hè, je nek wordt dan vanzelf langer. Ogenschijnlijk ging ik op twee meter
afstand rustig liggen, maar ik hield mijn motor draaiende. Dat had ik van Max
Verstappen gezien.
Toen ik bekomen was, heb ik, als pootreiking, in al mijn
goedheid, getracht een gans te besnuffelen. Op tijd greep een vriendelijk
parkmens in. Wist ik veel, dat mijn hele neus er af had kunnen gaan.
Dat was op zich niet eens zo erg geweest. Ik had vijf
minuten lang mijn neus wel kunnen missen. Ligt daar namelijk een heel dik beest
te stinken, niet tekort.
Miss Piggy, maar dan wel met het verkeerde parfum achter haar lellen. Gelukkig
ligt ze niet bij ons in de tuin te ruften.
Geef mij maar kinderen. Daar ben ik
verzot op, vooral die kleine meisjes met een bewegende staart aan hun hoofd. Ik
heb er bij twee lekker in gehapt en dat vonden ze helemaal niet erg. Ik heb er
ook nog één tussen twee keien in gegooid. Die vond dat ook niet erg. Ze gaf erg
mee, toen ik tegen haar aan sprong.
Ook kleine jongetjes zijn leuk. Al snap ik
niet, waarom ze op achtereinden van neushoorns staan te meppen.
Een bepaald soort groet, denk ik.
Van leeuwen ben ik niet bang. Deze voelde een beetje koud aan en had een
berijdster. Ze vond me erg lief. Ik haar ook. We hebben even met zn 3-en staan
knuffelen.
Ik moest echter weer verder om mijn basiskennis vergroot te krijgen.
Onderweg moest ik gauw een meisje een lik geven. Lekker hoor, ze had net een
ijsje gegeten.
De smaaktest met een ezel viel heel anders uit. Had zeker
planten naar binnen gewerkt. Eerlijk gezegd ben ik gekker op
bosbessen.
Lief was-ie wel. Na drie keer neuslikken, had ik mijn bekomst ervan.
Ik heb toch
liever mijn bazin.
Ik was alweer uit mijn tuig gegroeid en heb voor het eerst
een nieuwe om gehad. Weer met dat vervelende Securityer op. Ik had liever
Brandweer gehad, dat was het legitiem geweest om overal te plassen met mijn
eigen bescheiden brandspuit.
Security-honden plassen en poepen niet elders. Daarom heb
ik van 10 uur s morgens tot 18.00 uur s avonds alles opgehouden. Dat zit
gewoon in me.
Nu was ik het aan mijn stand verplicht om als een security op een
partij botten te letten, die kunstzinnig naast een gevaarlijke krokodil
lagen.
Er wordt zoveel gejat tegenwoordig. Zelfs tante Kaytie
heeft er een pootje van, als ik even opkijk van mijn hertensnack.
Na een poosje kwam ik er achter, dat die botten vast zaten in de vloer. Erg min.
Ik had er toch wel ééntje mogen hebben na al mijn gewaak.
Na dit erg vaststaande
feit stond ik ook nog voor paal.
Bleek de weg naar loslopende apen afgesneden te zijn door glas. Op de paal kon
ik daar niets van lezen.
Ik had zo graag een aapje gehad om mee te kunnen gaan
apenkooien.
Ik zag er nog eentje in een bootje zitten, maar ik heb
mijn reddend zwemmen nog niet onder de schoft.
Ik hoop wel, dat hij op tijd gered is. Kan-ie volgende keer mee terug in de
auto. Kan hij me lekker vlooien als personal assistant.
Flamingos zien er prachtig uit, maar die hoef ik niet.
Als Tamaskan heb ik liever een verse eend tussen mijn poten met een
kaalpluk-actie.
Mocht niet. Ik heb de parkwachter nog met al mijn charmes
bewerkt.
Hij trapte er niet in. Hoe hard kan iemand zijn.
Zijn handen waren wel zacht, maar maakten de gemiste eend niet goed. De kippen
thuis moet ik ook al met rust laten. Een hele hondse opgaaf. Moet eigenlijk eens
naar de Bond voor Honden met Gemiste Kansen. (In oprichting)
Ik werd er een beetje depressief van, zag een vuilnisbak.
Ik vroeg me af, wat ik nou eigenlijk meer was dan een vuilnisbak met al die
gemengde voorouders. Ik ben er maar even naast gaan staan.
Ik geloof, dat ik niet zo grijs ben. Ik heb wel een klep, maar niet zon grote.
Na een moment van zelfreflectie kreeg ik mijn eigenwaarde
weer terug door al die mensen, die mij mooi vonden, lief, groot, keurig
geknookt. Dan ben je toch iemand. Ze loofden zelfs mijn gedrag.
Zelfs die neushoorn heb ik met rust kunnen laten. Die hoorn van hem zou goed
hebben kunnen uitwerken op mijn toekomstige vaderschap. Ik probeer het zonder.
Het was warm, 25 graden, drukkend. Toen mijn bazin en haar
vriendin bij een tafeltje neerploften, ben ik na een Chaudfontaine ook plat
gegaan.
Geveld door bronwater.
Terwijl ik lag te dromen over die langnek, die zo stom aan een
boom stond te vreten, die zo kaal was als die niet door mij geplukte eend
en over die kale, halve bobtail,
die ik voorzichtig heb benaderd met mijn staart tegen mijn mannelijke delen,
omdat ik daar absoluut geen geurtest meer wil,
werd ik geteisterd door kraaien, die hun gestolen waar boven mij zaten te
versnipperen. Van mij mochten ze op mars gaan.
Over opvoeding gesproken. We waren nog niet opgestaan, of
die monsters stortten zich op onze resten.
Ik heb ze nauwlettend in de gaten gehouden.
Waag het niet om onder mijn snuit wat weg te halen.
Liever bekijk ik geiten.
De borstpartij lijkt me erg lekker. (Aardiggeitje...)
Na al dat geaai, gesnuffel, ge-stink, vond ik het lekker
om weer naar huis te gaan. Ik heb nog moeten wachten, totdat de dames
getoiletteerd hadden.
Nauwlettend heb ik de omgeving gecontroleerd op verdachte dingen.
Dat is mij wel toevertrouwd. Ik kan zo in de Gouden Gids.
We moesten bij de uitgang nog een souvenirwinkel in. Zag
ik ineens een grote beer.
Ik had mijn poepzak nog niet gebruikt. Ik besloot hem daarin mee te nemen. No
way! Paste niet in mijn kamerkennel, zei men. Ik had zo graag een broodje met
hem gesmeerd.
De rit terug met filerijden, daarvan heb ik niet veel
meegemaakt. Ik lag volledig onder narcose. Vier maanden geleden bestond ik niet
eens en dan word je dit gepresenteerd.
Thuis heb ik onmiddellijk mijn eigen
meiden aangeblaft.
Ze kwamen onmiddellijk.
Na een liefdevolle begroeting met mijn eigen dierentuin
heb ik mijn blaas, met de voorraad van twee kamelenbulten, tussen de
hortensias geleegd. Mijn bazin wilde na enige minuten de straal doorknippen.
Niet nodig, ik ga tot het uiterste.
Ik weet niet, wat me allemaal nog meer te
wachten staat. Voorlopig blijf ik thuis. Geen uitnodigingen, a.u.b.! Ik heb al
genoeg bewezen, dat ik deug.
Aan een oproep van de Tamaskan Club om een foto te maken, die iets met de
zomer te maken heeft, geef ik graag gehoor. Ik heb nog nooit een zomer meegemaakt, laat staan dat ik daar een foto van
heb.
Heel frustrerend dus, dat de Club dit van mij vraagt.
Ik heb echter een slim vrouwtje. Ze zei vanochtend vroeg: Kom op, Falco,
de auto in en racen naar de Summerfair, nu de zon nog schijnt.
Je snapt meteen, waarom ik er eigenlijk niet zo veel zin in had. De zon was al
weg en welke gevaren hingen er allemaal boven mijn kop?
Daar kwam ik al heel snel achter. Voor de ingang trof ik een vrouwelijke
vogelverschrikker.
Die knielde gelijk voor mij neer. Ze kreeg een knuffel van me, maar toen ze een
bakkie voor me hield, waar ik wat in moest doen, ben ik maar weg gegaan.
Mijn bazin heeft mij geleerd alleen wat op het grasveld en tussen
perkplanten te doen. Daar wijk ik dus niet van af.
Na de ingang zag ik een vreemd mens met een veer zitten. Die wou een
karikatuur van mij schetsen, een raar soort hond van mij maken. Mooi niet. Ik
ben een nobele Tamaskan. Ik laat mijn zelfbeeld niet verpesten.
Hij wou graag met mij op de foto. Kwam wel goed uit. Kon ik effe oefenen op
Zit! Ik moet a.s. donderdag examen doen.
Opeens zag ik alweer een vogelverschrikster: met rood haar!
Toen ze speciaal voor mij op de grond ging zitten, heb ik haar compleet
aangerand. Voor de goede orde: die gaten zaten al in haar spijkerbroek.
Er dreigde al gauw een nieuw gevaar: een onbeweeglijk mens. Ik ben van de
Security, dus heb ik hem liggen bewaken. Je weet maar nooit of er een
handgranaat in zijn broek zit. Hij hield zijn hand zo gek stil op een vreemde
plek. Na vijf minuten liggen schatte ik het gevaar nog maar minimaal in. Kwam
goed uit, want ik zag opeens allemaal collegas.
Een slonzig uitziende Heidewachtel had interesse in mijn achterste. Hij wou
ruiken, waar ik vandaan kwam en wat ik was. Nou, dat kon ik gelijk wel aan zijn
onderkant zien.
Tante Costa heeft mij goed voorgelicht. Na enkele keren de riemen in elkaar
gedraaid te hebben, moesten wij door op onze zomertocht.
Toen opeens: een naaktpoedel van 17 jaar. Zijn gehoor was niet zo best. Hij liep
ook nog slechts op drie cylinders. Artrose in een voorpoot. Zat vast in de
dagopvang.
Heeft gelukkig niet gevraagd of ik elke week op de Bingo kom.
Wat jonger liep er ook nog rond.
De Jack Russell vond mij erg groot.
Ik wilde graag spelen, hij niet. Hij had een rare baas. Niet alleen door die
rare hoed. Hij wilde mij hebben. Ik hem niet. Dat kind vond ik wèl leuk. Het
was heel beschaafd, deed op tijd een stapje opzij.
Opeens kwam ik oog in oog te staan met een puppy van 11 weken.
Hij dook onder mij. Zijn kennelijk invalide familie zat in een vreemde
Tuk-Tuk angstig toe te kijken. Wist die veel, dat ik juist voor de veiligheid
ben en geen tor, spin of nepkaas kwaad doe.
Het was heel raar op die fair. Zie ik eerst een bewegingsloze man, kom ik
daarna een strak in het lichaam zittende soortgenoot tegen. Kon niet eens ruiken
aan zijn achterste. Daar zat-ie steeds op.
Hij verroerde echt geen haartje. Volgens zijn baas waren tot nu toe alle honden
bang voor hem geweest of gingen ze tegen hem blaffen. Belachelijk. Zoiets moet
je gewoon goed inspecteren en om geen enkel risico te nemen er een poosje naast
gaan liggen. Zie je vanzelf wel wat er gebeurt. Ik denk, dat die tekenaar met
die veer wel een karikatuur van hem had kunnen maken.
Na ook de vloer te hebben geïnspecteerd heb ik die hele tent maar weer vrij
gegeven. Gevaar geweken. Kon iedereen er weer in.
Het was trouwens opvallend, hoeveel mensen dachten, dat ik een HIO was
(Hulphond In Opleiding). Ik straal zelfverzekerdheid uit, ben begaan met mens,
hond en kind en neem alles goed in mij op. Ik vind het helemaal geen probleem om
te gaan zitten of liggen. Laat mij maar mijn gang gaan. Hij komt zo die gaat.
Wat vandaag niet lukt, komt morgen wel. Geduld is een schone zaak. Om met Douwe
Bob te spreken: Slow Down, Brother!
Voor spreukenborden ga ik dus graag liggen. Alleen is deze me te zoet.
Die spinnen, torren en nepkazen liggen me beter. Bewogen ook al niet.
Er waren heel veel manden. Ik had toen al zon verrekte slaap, dat ik had
gewild, dat ze wat groter waren.
Om weer wakker te worden had ik behoefte aan een kop koffie met veel melk. Laat
er nou een tentje in de buurt zijn, waar een echtpaar achter de gemalen bonen
zat. Ik heb direct een aanval op het koekje gedaan, dat op het schoteltje lag.
Helaas miste ik. Die verrekte riem ook. Omdat die man zo zuur keek, had ik
direct mijn bedenking tegen de kwaliteit van de melk. Het is overal opletten
geblazen.
Ik had het wel gehad met het zicht op al die benen. Ik ben nu eenmaal geen
kuitenbijter.
Ik heb op mijn gemak nog wat planten gereserveerd voor na de IJsheiligen.
En vervolgens geparkeerd bij een bord voor uitsluitend Bewust Makke Wolven.
Ik was na een uur total-loss. Je moet echter wat over hebben voor een
zomerse foto, al is dat niet echt gelukt.
Thuis ben ik onmiddellijk plat gegaan. Favoriete knuffel tussen mijn
achterpoten. Kan niemand aan mijn achterste ruiken. Ik heb daar vandaag al
genoeg natte neuzen gehad.
Ik hoop niet, dat de zomer nu al voorbij is. Als het meezit hoop
ik er nog vijftien mee te maken. Maar ik ga zeker niet nog vijftien keer naar
zon fair. Ik heb het wel gezien!
Je hebt een tijdje niets van mij gehoord. Ik heb het gewoon te druk hier
op de Berghoeve met slapen, eten, spelen en oefeningen doen. Mijn bazin wenst
namelijk, dat ik slaag voor mijn eerste examen op 19 mei. Stelt niks voor, hoor.
Ik moet zitten op bevel en dat is een makkie. Kijk maar!
(Krijg ik altijd een koekie voor, ik weet niet of ik het zonder wel zo
geweldig zou vinden)
Ik kan ook af gaan, als het moet. En blijven.
(Kost me wel moeite. Ik heb nog wel eens last van ADHD in mn romp)
Dat volgen aan de lijn is een onzalig gebeuren. Ik loop altijd los en nooit
weg. Waarom moet ik dan aan het lijntje worden gehouden? Aandacht voor de bazin
heb ik genoeg. (Als ik te eten krijg, moet plassen, etc.)
Ben ik ver weg en ze roept, dan kom ik! Ik kan heel hard draven. Ik stort
mij vóór haar op mijn kont, kop omhoog en dan krijg ik natuurlijk weer een
snoepie!
Ik vermoed, dat ik wel slaag. Zo niet, dan moet ik de trainer eens diep in
de ogen kijken. (Of ik werp me heel verdrietig op mijn rug: met Tammy-style valt
veel eer te behalen)
Ik ben erg leergierig en wens veel socialisatie. Ik ben al bijna overal
geweest. Alleen nog niet in de bus (nou ja, die komt hier niet eens) en in de
dierentuin.
Naar de dierentuin mag ik pas, als ik wat groter ben en langer aan één stuk
kan lopen. Gaat 1 juni gebeuren. Het vrouwtje kan mij namelijk niet meer tillen,
zegt ze. Dat niet lang kunnen lopen is natuurlijk onzin. Als ze een
stappenteller aan mijn poten zou hangen, komt ze er wel achter, wat ik hier op
het terrein al niet aan kilometers op een dag maak. Ik ben de hele dag bezig om
die twee tantes niet te dik te laten worden. Helaas ren ik ze er nog niet uit.
Dat gaat nog niet met van die plompe poten. Ik hou mijn ogen gericht op de
toekomst. Het zal toch prachtig zijn, als zij een keer hijgend langzaam het
puntje van mijn staart zien verdwijnen.
Vandaag is het warm geweest. Er is een rond ding op het gras in de
boomgaard gezet met een slang er in.
Sta je ook wel even te kijken...
De bedoeling is me niet helemaal duidelijk. Er drijven ballen in. Kaytie
heeft er meer verstand van en is onmiddellijk begonnen met hengelen.
Ze wacht op het wassende water. Blijven haar poten droog. Het is namelijk
nogal een dametje, bang voor kouwe tenen. Valt haar zwarte nagellak er af.
Ik besluit dan ook maar te gaan vissen.
Leuk. ballen eruit zien te halen en ze er vervolgens weer in zien te
krijgen. Snuit tot de ogen in het water.
Ballen af en toe laten drogen op het bleekveld.
Tante Kaytie is nogal hebberig. Wil alles zelf houden. Ligt ze er als een
overwinnaar bij. Zou je haar niet?
Af en toe beloer ik mn prooi. Tante Kaytie moet wel van mìjn ballen af
blijven. Uitkijken! Ik zet hem zo in zn 5!
Het wordt steeds heter. Ik sjouw me het heen en weer en besluit dan maar in
zn geheel de plomp in te duiken.
Lekker plensen, joh, kan een gewone vijver niet tegenop. Ik bezit opeens de
kunst om watergolf te maken.
Tante Kaytie vindt het maar niks, die tut!
Ik probeer haar erin te krijgen. Tevergeefs! Wenst geen watergolf. Houdt
het haar liever glad.
Nou, dan is het voortaan gewoon mijn privé-sportfondsenbad.
Om te drogen heb ik een rondje op mijn terrein gemaakt.
Eerst even lekker naar de WC geweest.
Een dikke ponykeutel naar binnen gewerkt (die was in de grond gestopt door
de tuinman). Daarmee vul ik mijn voorraad weer aan.
Het pad, dat net schoon gespoten is, naar het kantoor, geïnspecteerd.
Een miserabele stok geapporteerd. Niet de moeite waard. Normaal heb ik ze
dikker.
Weer die vervelende oefening van op mn achterste verblijven gedaan.
Getankt bij de vijver. Voor mij super. Op kraanwater loop ik niet
goed.
Genoten van de bloesem in mei. Ik ben een Tamaskan, sta dicht bij de
natuur.
Mijn geheugen opgefrist bij de Gingko Biloba.
De vissen een prettige avond gewenst.
Nu ben ik het even zat.
Zullen de moeders vandaag een leuke moederdag hebben gehad? Ik weet niet, of ik ooit
vaderdag wil vieren. Als de kinderen net zo worden als tante Costa, dan heb ik
nooit rust. Met tante Kaytie wordt het ook niks. Die is veel te klein. Ik zal
moeten gaan daten en dat zie ik na zon dag als vandaag echt niet zitten en ik
zit ook niet te wachten op een gereedschapset of stuk zeep.
Het was me hier het weekje wel. Ik heb, om te beginnen, een aanvaring met
mijn vrouwtje gehad. Ik was dinsdagavond heerlijk aan het spelen en bijten in
allerhande troep en aan het apporteren met weggegooide ballen, toen ik opeens
bedacht, dat het vrouwtje ook wel te apporteren was.
Ik ging als een dolle in haar bijten en sjorren, hoorde wel nee! en
foei!, maar het hapte allemaal zo heerlijk weg, dat ik besloot om door te
gaan. Ik werd toen tegen de grond aan gewerkt en toen hebben we een potje judo
gedaan. Ze heeft kennelijk geen zwarte band, want de houdgreep deed me niks. Ik
besloot ervoor te gaan, ik heb mijn tanden niet voor niks. Toen werd ik in mijn
nekvel omhoog gehouden, pootjes van de vloer, ik ging door, ze kneep en toen zei
ik: Piep! en kreeg ik mijn landingsrechten terug. (En mn verstand) Ik heb
met mezelf overlegd om het voorlopig niet weer te doen en mn tanden en kiezen
in mijn beide tantes te zetten en in alles, wat me verder daartoe voorgeschoteld
wordt.
Ik kan het ook niet helpen, dat mijn gebit een figuurzaag is en de
velletjes zo dun zijn, dat de bazin met een soort hakenkruis op haar onderarm
loopt. Maxima heeft zoiets op haar jas en daar maakt iedereen zich ook al zo
druk om.
Ik slaap inmiddels s nachts in een riante optrek, helft van een dubbel,
naast mijn tante Costa. Dat is soms een vervelend mens. Lig ik s morgens nog
lekker te slapen, begint ze haar ligzak aan te vreten of luidruchtig op botten
te kauwen. Blijf jij dan maar eens in slaap.
Dan moet ik wel blerren (112 bellen) om van dat mens verlost te worden en
van alles, dat er bij mij vanonder uit moet.
Het bed van mn tante is voor een derde via haar bek verwijderd en wordt nu
gebruikt als judomat.
Hier heb ik haar gevloerd!
Helaas, ze neemt dan revanche!
Ik breng, sinds vandaag, 11.6 kilo in de weegschaal en dat begint ze te
merken!
Donderdagavond ben ik voor de vierde keer naar de puppy-cursus gegaan. We
moesten daar al voor het eerst het examen-parcours afleggen. Dat gaat zo: Zit
naast de linkervoet van de baas, volgen tot de volgende zit, volgen tot de
keertwending, volgen tot af en dan moet de baas zonder jou doorlopen. Dat kon
dus niemand, maar ik lekker wel. Weten zij veel, dat liggen mijn favoriete
standje is. Trouwens, ik wacht wel. Zij loopt toch niet zonder mij weg. Als ze
roept, is dat vroeg genoeg en een brokkie krijg ik toch wel. We hebben nog wat
geklooid door een ring, gevolgd rond paaltjes, moesten komen op bevel en o, ja,
dat was wel interessant: oefening verstopt vrouwtje zoeken. Ze mocht maar 1 keer
roepen. Wat denken ze nou wel, dat ik niks vind, als ik met zon strot geroepen
wordt!?
Gistermiddag moest ik weer op pad. Het blijft eindeloos socialiseren.
Steeds weer moet ik laten zien, dat ik a) mensen leuk vind, b) kinderen gelukkig
maak, c) kotsvast ben in de auto en d) idiote dingen niet uit de weg ga.
Zeg nou zelf, is het normaal, dat ik op deze aardbodem een alien aantref?
Een pratende papegaai voor mijn snufferd krijg, die me dan ook nog eens nablaft
en die belachelijke vleugels uitslaat?
Een vogeltje in een kooitje moet bekijken, die steeds tweetieroept?
Een kerstman voor mijn kiezen krijg, terwijl de zon schijnt?
Een mallotige eend moet begroeten, waar een vogelverschrikker achter staat?
Dat was allemaal in een zogenaamde kringloopwinkel en dat kun je aan mijn
gedrag zien. Ik pas me aan.
Ik liep daar alsmaar in kringetjes.
Ik heb alle rotzooi bekeken en afgekeurd.
Wat moet ik met een schilderij in mijn
bench, een aftandse stoel, die niet lekker zit
en een rooie poef???? Ik werd er niet vrolijk van.
Als Tamaskan heb ik voorts mijn verantwoording getoond en vol enthousiasme
(hoe bracht ik het nog op) een paar aardwezens (zo ga je wel denken)
begroet.
Gelukkig mocht ik daarna mijn favoriete standje ten uitvoer brengen op de
tafel.
Eindelijk rust, al was het naast een kabouter. (Ik heb lekkerder duimen
geproefd)
Nog even naar de Welkoop geweest. Schappen afgestruind, dat ben ik inmiddels zo
gewend.
Foodwatch, Keuringsdienst van Waren, Kassa: ze hebben me allemaal al
benaderd.
En toen voor de tweede keer naar Oma Koosje, een plantje brengen, daar weer
op de tafel en toen, de middag zat, uitgestrekt half op het tapijt
gelegen.
Ik ben zo makkelijk als een pet van een kwartje. (Net als het tapijt
vervagen ook mijn kleuren. Ik ga steeds meer op mijn zusjes lijken. Badman,
word ik al bruin? Als zilver, meneertje...
Gisteravond regende het lekker en vanmorgen kreeg ik een bui hagel op mn
kop. Heerlijk, die plassen overal. Ik neem ze allemaal drie keer. Op
topsnelheid.
Als mijn bazin me dan af moet drogen, kan ik toch lekker in haar happen.
Heb ik nog wat na die minderwaardige nekgreep aan het begin van de week.
Witte voetjes hoef ik echt niet te halen, die heb ik al.
Nou, dit was mijn hondse week. Komende week zal ik wel een spuit
in mijn donder krijgen en verder zien we wel.
Rustige dagen ken ik
niet. s Morgens moet ik er vroeg uit. Dan doe ik eerst een hele grote plas.
Moet me daarvoor haasten om niet op de rubberen buitenmat al met de broodnodige
lozing te beginnen. Daar rust een verbod op. Ik heb een strenge bazin, die dan
ook nog wil, dat ik direct daarna een grote boodschap doe op mijn eco-veldje.
Dat wil ik niet. Zou jij dat doen, als je weet, dat je bak met voer achter de
voordeur klaar staat? Ik ga dan demonstratief bij de voordeur
zitten.
Probeer de deur dan open te kijken. Helaas heb nog geen buitengewone gave op dit
gebied kunnen ontwikkelen. En wat doe je dan?
Toch maar even snel gaan poepen. Met die speciale poepgave van me gaat de deur
dan opeens wel open! Hou je toch niet voor mogelijk.
Mijn bak Carnibest
vlees (kom op met die reclamecenten, ik ben inmiddels een Bekende Hond) vreet ik
in een paar seconden leeg. Ik lik hem nog wel vijf minuten uit, want je weet
maar nooit: wat met die poepgave lukt, lukt misschien ook met een
vreetgave.
Vult de bak zich
namelijk vanzelf. Kwestie van volhouden.
Om mn eten te laten
zakken, moet ik in de kamerkennel. Die wordt al een beetje te krap. Diagonaal
kan ik er nog net in liggen, maar dan houdt het ook
op.
Ik heb al voorgesteld om even naar Seats en Sofa te gaan. Ze schijnen daar
hondenbanken te hebben.
(Mijn bazin zegt nu,
dat ik hiervoor géén reclamegeld zal kunnen
verwachten).
Na mijn verplichte
retraite, word ik opgetrommeld om me vijf minuten te vermaken met tante Costa.
Afdeling speuren: tepel zoeken. Afdeling gedrag- en gehoorzaamheid: tepel
loslaten. Afdeling pakwerk: in vel bijten en vooral goed
vasthouden.
Voor mijn scherpe
tandjes zou ik best de wisselbeker al kunnen
krijgen.
Voor mijn rust worden
de tantes Costa en Kaytie vervolgens buiten gebonjourd en kan ik me in de
woonkamer gaan vermaken met levenloze beesten, ballen, kauwbotten en allerhande
andere troep, terwijl het vrouwtje de krant leest.
Poogt te lezen. Ik sta
ook wel eens in de krant. Vindt ze niet leuk. Geeft kreuk en gaten in de
verslagen. Ook hap ik wel in haar kuiten. Vindt ze ook niet leuk. Geeft wondjes
en gaten. Ik probeer haar steeds duidelijk te maken, dat het een hype is om met
scheuren in spijkerbroeken rond te lopen. Vooral beneden de knieën. Kwestie van
met de mode meegaan. Maar ja, ze is oud, hè. Die turn je niet meer
om.
Als ze de krant uit
heeft, mag ik een rondje terreinen. Eerst weer plassen, dan de boomgaard door.
Ik moet dan drie treden omhoog. Ze zeggen, dat het slecht voor me is. Maal ik
niet om. Ik doe het rustig. Jong en rustig geleerd is oud en veilig
gedaan...
Goed, hè. Zeg nou zelf, je moet je omhoog zien te werken.
Onderweg wied ik onkruid. Volgens de bazin ben ik verwoestend bezig. Ze begrijpt
soms niet, dat ik eerst de wortels uit moet graven voordat ik kan gaan
wieden.(Rukken)
Er is veel te zien
hier: twee vijvers, een volière, een paardenstal, een mestvaalt (jummie,
jummie), een geitenhok, een kippenhok.
Soms heb ik even een verwerkingsstop.
Gisteren zag ik een
raar beest vliegen. Hap en er lag een hommel op de grond, in coma. Vrouwtje
heeft euthanasie op hem toegepast met een sneaker. Ze was bezorgd, of ik niet in
mijn bek was gestoken. Kom nou, dat laat ik toch niet toe! Kwestie van je
snelheid aanpassen.
Er staan hier ook
allerlei vreemde, starre wezens. Zoals die twee, die de hele dag met hun kop in
het zand staan.
Ik heb even gekeken, of hun koppen niet twee meter verderop uit de grond weer
boven komen. Nee, dus.
Aan deze knol moet je gewoon voorbij gaan. Komt niet naar je toe, snuift niet,
zit geen draf meer in.
Er zijn hier een
heleboel vogels, die je lekker achterna kunt zitten. Vooral dikke houtduiven.
Zit veel vlees op.
Helaas vloog er één onder de heg door. Het is hier wel
doorwerken.
Het beste vermaak ik
me op de wallen. (Ja, ja, ik ben een reu)
Die zijn gemaakt van
allemaal takken, nemen het uitzicht weg op Buurman Boer. In die takken zitten
allerlei beesten. Egels, woelmuizen, veldmuizen,
huismuizen.
Van tante Kaytie heb
ik al les gehad, hoe ik ze te pakken moet krijgen. Goed je neus gebruiken,
daarna je poten en dan je bek. Heb je geen muizenval voor
nodig.
Zelf heb ik er nog
niet één gevangen. Kwestie van geduld. Komt nog wel. Ik ben een
Tamaskan.
Hier sta ik op de wallen.
Ik heb ook nog een heel eigen bospad.
Op het bospad werd ik
gisteren bijna besprongen door een lelijke kat van Buurman Boer. Hij stond
grauwend en met grote nagels voor me te blazen, wilde me een mep verkopen.
Vrouwtje trok me aan mn staart terug. Dat was heel
jammer.
Ik had graag even met
hem gefreewheeld. Vanmorgen kwam ik hem weer tegen. Dat stomme beest gaat wel
voor mijn tantes hard op de loop, maar hij ziet mij nog niet voor vol aan. Nou
hoop ik maar, dat ik gauw groot word.
Laat ik hem het hele
bospad zien. Zo vriendelijk ben ik wel. Ik zei toch al, dat ik een Tamaskan
ben.
Als ik mijn rondje heb
gemaakt, moet ik naar kantoor.
Vandaag was het
gehaktdag.
Mijn bazin heeft een
aparte opvoedkundige gewoonte. Ze heeft haar pups altijd de papierbak laten
legen. Dat doe je misschien, hooguit, drie keer, zei ze en dan ben je genezen.
Het begon rustig met een doos.
Daarna werd het feest.
Ik hoef geen drie
keer. Ik heb het na één keer al gezien...
Wordt het werken en
dan krijg ik ook zon blauwe envelop.
Ze doet alles maar in
de versnipperaar of in dr hakselmachine, laat mij maar met
rust.
Die gele gieter is wél
leuk. Sleep ik het liefst met het water er nog in het hele kantoor door. Geeft
herrie, dat wil je gewoon niet horen. Vrouwtje ook niet. Vooral niet, als ze
telefoon heeft.
Pakt ze hem af. Moet
ik het doen met die paashaas. Heb ik ook al enige keren vermoord. Gaat ook
vervelen. Bijt veel liever in mn tantes. Vooral die ene kleine geeft veel
tegengas. Vind ik erg leuk.
Dat versnipperen, daar
word je ook nog eens heel moe van.
Doe ik een tukkie
onder het bureau. Kan zij lekker aan het werk en geld
verdienen.
s Middags wandelen we
weer terug naar het woonhuis, krijg ik weer eten. We doen nog een rondje. Terug
naar kantoor. Af en toe moet ik recht voor komen zitten, volgen, zitten, liggen,
maar gelukkig niet zo heel veel. Als beloning krijg ik Carnibest keutels.
(Kassa?)
Dat zijn hele kleine
stukjes gedroogd vlees. Erreg lekker. Anders doe ik natuurlijk al die oefeningen
niet. Soms mag ik lekker keten met Kaytie. Rennen we achter elkaar aan, ik mag
soms nu samen met haar graven. Tante Costa wil buiten haar bal steeds in mijn
oren drukken en tegen mijn kop aan. Zit ik helemaal onder de smeer. Ze wil dat
ding met mij delen. Trek ik aan één kant, trekt zij aan de andere kant en dan
rol ik alle kanten op, vooral als ik dan los moet laten. Zij is groot en ik ben
nog klein en dat is niet eerlijk.
s Avonds mag ik ook
nog met haar stoeien.
Dan kijk ik gelijk of ze geen gaatjes heeft.
Regelmatig word ik
buiten gedropt. Ik ken mijn taak. Van voren komt het erin en vanachter gaat het
er weer uit. Het zou makkelijk zijn om een Gardena (kassa??) slang in het midden
aan te sluiten. Hoef ik niet zoveel naar buiten, als ik lang aan het spelen
ben.
s Avonds ga ik
ongeveer om half twaalf naar bed.
Gisteren en vandaag
zijn hier CV-monteurs aan het werk. Hadden die dombos de thermostaat van de
nieuwe ketel te hoog laten staan. Zwom ik mn tent vannacht uit. Vrouwtje hoorde
me snel ademen, ze zwom inmiddels zelf ook al, heeft een bevrijdingsactie op
touw gezet. Ik mocht eerst plassen en daarna hoefde ik de kooi niet meer in. Heb
ik languit op de vloer mogen slapen. Vanmorgen om kwart voor zeven was het tenen
bijten. Met stip op één. Word je snel weer weer wakker van.
Nou, ik kap
ermee, als er weer wat bijzonders is, dan hoor je het
wel!
Sorry, dat ik niet eerder iets van mij heb laten
horen, maar ik heb het verschrikkelijk druk hier in Overijssel. Elke keer als
mijn bazin dat domme tuig om doet, moet ik weer gaan
integreren.
Afgelopen (en ik heb wat afgelopen..) donderdag heb
ik mijn tweede puppy-les gehad. Er werd in de kantine een Duitse herder van 12
weken voor mijn snuit gezet. Die had kennelijk nog nooit een Tamaskan gezien.
Dat ik zo afzichtelijk was, had ik toch niet gedacht, hij ging er als een haas
vandoor. Een haas en een Tamaskan, dan weet je het wel. Ik er dus achter aan,
twintig rondjes op zn minst om de lange tafel heen en daarna heb ik hem, heel
sociaal, ónder de tafel gevloerd. Als dat geen integreren is... Voordat mijn
naam te grabbel wordt gegooid: ik heb nog leuk met hem gespeeld.
Tijdens de theorie heb ik, in mijn favoriete
standje, op de tafel gelegen. Dat heet effe energie opdoen. De bazen van mijn
collegas waren bang, dat ik niet meer in de poten kon komen. Volgens mij had
mijn vrouwtje ook wat twijfels.
Ik heb me even geschud en toen volledig gestort op
het programma. Zitten, afgaan ( zo voelt het ook), volgen, naast de baas blijven
zitten, als er iemand langs komt om je te aaien, tussen de paaltjes door volgen,
tunnel door. Het allerleukst was de oefening voor komen. Ondanks mijn
afzichtelijkheid heb ik een goed voorkomen. De trainer heeft me twee keer
vastgehouden, vrouwtje moest 30 meter verder lopen (kon het niet wat
sneller???), ze moest zich omdraaien en mij roepen. Als een raket sjees ik dan
op haar af, ga keurig recht voor haar op mijn kont zitten, krijg mn snoepie,
oefening klaar. Ik ga mijn voerbakvuller toch niet in de steek laten, kom
nou...
Ik heb tussendoor lekker gespeeld met vier van die
vijf andere honden. Die grote Amerikaanse buldog gaat nog steeds met een boog om
mij heen. Geeft niet. Over twee maanden haal ik hem wel in. Kan ik wat beter bij
zijn oren komen.
Vrijdag ben ik nog mee geweest naar de post en de
pinautomaat. Ter beveiliging, snap je?
Zaterdag was D-Day. Grote integratie beurt. Lunchen
bij Van der Valk, shoppen bij Tuinland.
Hiertoe moest vriendin van bazin in Zwolle van de
trein worden gehaald. (31 minuten karren zonder te kotsen)
Op naar Van der Valk (15 minuten zonder te
kotsen).
De trap naar de toegang van het hotel mocht ik niet
nemen. (Anti-HD-actie) Op de rolstoel-ingang kwam ik van alles tegen.
Rolstoelen, trolleys, mensen. Die mensen heb ik allemaal op mn liefst begroet
(pantys uitlaten!). Die trolleys waren lekker om in te happen.
Crispy-geluidje, die wieltjes. In de hal heb ik moeten wachten.
Vrouwtje moest zo nodig weer eens plassen... (Koffie en leeftijd) Nou, ik wacht
wel.
Door mijn afzichtelijk uiterlijk en goed voorkomen wil bijna iedereen mij
betasten en weten, hoe oud ik ben, (geen herder?!), wat ik dan wel ben.
(Zucht..)
Tijdens de lunch mocht ik lekker op een bank liggen, kop op kussen en kreeg
ik Spa blauw. lekker, het was best warm.
Als ik slaperig ben, dan krijg ik ook nog eens van die zeiloren.
Ondanks dat de lucht van een gepocheerd ei en een carpaccio mijn neus
binnendrong, heb ik er niet naar getaald. Kwestie van tafelmanieren. (Kom op
zeg, ik ben toch geen bedelaar!)
Bij het verlaten van het hotel, mocht vriendin mij begeleiden. Was ze erg
blij mee.
Ik heb die vriendin weer netjes bij mijn bazin terug gebracht.
Inladen maar weer en op naar Tuinland (14 minuten zonder te kotsen).
Poten strekken.
Omdat er zoveel poten om me heen liepen en we een bewegende
trap op moesten, besloot ik om de kar te nemen.
Vriendin mocht duwen. Jottem, wat een uitzicht! Mn
kont zat ook nog in het pluche...
In Tuinland heb ik gemerkt,
wat het is om een BH-er
(Bekende Hond) in wording zijn. Grote mensen: allemaal willen
ze aan je zitten. Dan te bedenken dat ik negen en een halve week
geleden nog niet eens bestond... Ze willen ook alles van je weten.
Vinden me stoer en apart. Willen me zelfs kopen. Nou, daar beginnen we
maar niet aan. Mis ik m'n schrokbak en m'n tantes.
Zoekplaatje!!
Ik had ze allemaal wel even willen omleggen.
Toen we tussen de planten vandaan waren mocht ik me lekker uitleven.
Zij vakkenvulster, ik leeghaler. Probeer die mergpijp met die verschrikkelijk
lekker stinkende vulling maar eens uit mijn bek te krijgen!
Het winkelkarretje werd steeds voller. Ik begon krap te zitten. Kon nog net
liggen.
Uitladen en wachten op wat lekkers.
Die papaya-mango smoothie ging er bij mij
niet in.
Het was warm. Mn oren waren al aan het zakken geslagen en mijn favoriete
standje kwam me goed van pas.
Daar lag ik dan als BH-er. Of Clini-Clown-Dog. Ze schenen zich goed met me te
vermaken.
Bij de kassa wilden ze mij ook afrekenen. Kon niet, want ik was bij
de fokster al door de kassa gegaan en ik had geen streepjescode in mijn oor.
Ik gaf even geen cent meer voor mezelf...
Terug moest ik de lift in. Mij is alles best.
Mijn evenwicht raak ik echt niet kwijt. Volgens vriendin ben ik nu
maatschappij-proof.
Onverstoorbaar, vriendelijk en bovenal zindelijk.
Van half twaalf tot half vijf heb ik niks gedaan. Kijk wel uit.
In die vreemde planten ga ik echt niet door mn achterste.
Thuis heb ik mijn eigen toilet, waar ik ongestoord mijn drollen kan
neerleggen. Anders kom ik, in ongewenste stand, als BH-er zeker in de
Story.
Ik sta al op de website van t Olde managepeerd. Dat is voor even wel
genoeg.
Ben benieuwd, waar ik de volgende keer naar toe moet.
Tussen de scharrelkippen lijkt me wel wat. Zal het idee op tafel
leggen.
Poot van Falco
P.S. Mijn vrouwtje wil me op kantoor inzetten als perforator. Heb haar
gisteravond per ongeluk tussen mijn tanden gehad. We pakten tegelijk een dooie
wasbeer beet.
Na een potje judo met tante Costa, we hadden de worstjes niet op de
borstjes,
heb ik met tante Kaytie een rondje over het terrein gemaakt. Tante Kaytie
is echt een krengetje, als ik in haar kuil wil mee graven. Ik heb haar gisteren goed laten weten, hoe
ik daar over denk.
Ze grauwde me weg met ontblote tanden en dat vond ik geen goed idee. Na
enige schermutselingen bij het pas gegraven gat heb ik mij fijntjes op haar gestort en haar
omklemd tussen mijn wolfspoten in wording. Daarbij heb ik ook nog mijn haren goed overeind gezet. Ik ben
dan wel een Tamaskan, maar geen doetje. Gebeten heb ik niet, ik heb alleen maar laten merken, dat
ik boven haar sta.
Ze heeft het begrepen. Vandaag waren we weer redelijk on speaking terms. Ik
mocht zelfs zonder snauw even bij een gat koekeloeren en toen vond ik het ineens niet meer zo
interessant. Ik heb besloten geen wegenbouwmaatschap meer met haar aan te gaan . Voortaan graaf ik mijn
eigen toevoerwegen naar Nieuw-Zeeland. (Ik ben al onderweg)
Na een verplichte lange dut, de maaltijd was heel lekker uit mijn
anti-schrok bak, werd het weer laden en lossen. Ik moest zo nodig weer mee in de auto en ik moet bekennen, dat
ik het leuk begin te vinden. Vooral op hobbelige, modderige zandpaden, want daar moesten we
overheen op weg naar een tehuis voor oude manegepaarden. (Je ziet het, ik ben goed
geïnformeerd)
Ik moest poseren voor de ingang en dat doe ik graag.
Als het me te lang duurt, ga ik zitten. Ik heb die kont niet voor niets.
Ik moest die ouwe schuur in, op zoek naar ouwe paarden. Er liepen een
heleboel mensen en dat gaf nogal oponthoud. Ik ben het aan mijn ras verplicht
om te tonen, dat ik belangstelling heb voor het sociale.
Omtrekkende bewegingen brengen verwarring.
Men vond mij wel aardig. Scholden me helaas weer uit voor een Duitse
herder, ondanks mijn heerlijke zachte vacht en mijn wolvenharen.
Gelukkig komt mijn vrouwtje dan voor me op en zet het recht.
Er was daar ook een rommelmarkt en ik heb even tussen de rotzooi heen
gelopen en mijn snuit overal in gezet.
Het pluche was wel leuk, maar ik heb thuis genoeg.
Je moet het allemaal aandacht geven en ik heb al zo weinig tijd. (Eten,
plassen, poepen, wandelen, spelen, vechten, uitgaan)
Een dag is zo om.
Die paarden stonden allemaal in de stallen. Ik vond hun koppen (sorry,
hoofden) wel heel groot. Het deed me echter niks hoor, gewoon op tijd afstand
houden.
Die witte had vanochtend nog zn deur eruit getrapt.
Na dertig paarden en ponys langs te zijn gegaan, vanonder en op ooghoogte, had ik er wel even genoeg van. Thuis heb ik er ook vier en daar
kan ik tenminste mee neuzen.
Het was wel netjes onderhouden, maar een ouwe bende.
Ze hebben veel geld
nodig om al die (40) hortsiks in leven te houden en daarom moest ik
namens alle Tamaskans in de wereld de hoofdverzorgster een paar euros
geven.
Toen vonden ze me nog liever. Ik mocht ook weer gauw terugkomen.
Doe ik niet, ik hou het even voor gezien.
Ik heb nog wel geprobeerd om bij een bak kattenvoer terug te komen, die ik
zelf had opgesnoven. Ik mocht daar van het vrouwtje niets van eten. Ik wist
echter dondersgoed de weg erheen en heb een paar keer gepoogd alle benen de goede kant op te
sturen. Tevergeefs. Men had mij door.
Ik was ook wel weer heel blij, dat ik voor mijn eigen deur stond.
Dat plasje, dat je daar ziet, sorry, dat had ik vanmorgen daar gedaan. Ik moest gewoon nodig, toen ik over de drempel liep.
Verder weet ik niks meer. Alleen, dat ik nog een dooie kikker heb gevonden.
Die hangt nu in een boom. De bazin wist even niet, waar ze hem kwijt moest.
Ook ben ik nog met mijn voorpoten de vijver in gestapt. Je zou toch denken,
dat je ook over water kunt lopen. Ik kon me gelukkig nog in mn achteruit
zetten.
Vandaag was het wormendag of eigenlijk dag (! )
met die wormen. In mijn kostelijke eten zat iets verstopt om wormen door te
spoelen richting mijn afvoer. Niks gezien, maar ook wat je niet ziet, kan er
zijn, dus vooruit dan maar.
Ik moest van de bazin rustig aan doen, omdat
vanavond mijn eerste praktijkles begon. Ik ben zo makkelijk als een pet van een
kwartje en heb me redelijk op tijd teruggetrokken in de kamerkennel en vanmiddag
in kantoor.
Om half zeven moest ik de auto in, naar Raalte, 11
kilometer lang gezoef, gezoem en gehobbel. Soms lag ik schuin in de bocht, maar
ik heb het overleefd zonder de Rennies te hoeven pakken.
Bij de VDH (Vereniging Duitse Herdershonden) ben ik
uitgestapt, vervolgens meegelift met mijn vrouwtje. Ik bekeek de lange weg
richting kantine met mijn blik op oneindig en dan snapt ze het wel.
De veranda ben ik nog wel zelf opgestapt. Kon ik
even kijken, wie er allemaal aan kwamen.
De trainer was gelijk verliefd op me en wilde met me op de foto. Eigenlijk had
ik dat niet moeten doen, want hij noemde mij een Duitse herder. (Nou
ja...)
In de kantine nam ik gelijk de plaats in tegenover de voorzitter van de
hondenclub. Dat vond men erg eigenwijs.
Ik moest vertellen, wie mijn moeder was en wie mijn vader en mijn opa en
oma. Ik vind dat nogal privé. Ik ben gewoon een Tamaskan en dan ga je maar
surfen op internet.
Omdat ik van Security ben, heb ik de ruimte doorzocht en hondenkoekjes
gevonden in een verdachte jas, die over een stoel hing.
Kunnen ze in België een voorbeeld aan nemen.
Daarna begon de theorie. Er zat een Amerikaanse bulldog naast me, een
zwart-witte met een grote dikke kop en die wilde het met me aanleggen. Hij ging
net even te ver. Ik gromde en toen schoot-ie onder de tafel, de held.
Vijf maanden oud en het dan nog in je broek doen. Ze moeten me niet storen,
als ik luister.
(Pas op, jij, dikkop..)
Er was nog een grote Mechelse herder van 5 maanden,
een soort Maltezer-Boomer van een half jaar, een Portugese/Britse Pointer van 3
maanden en een merkloze zwarte van die leeftijd.
Na de theorie moesten we een veld op tussen veel
bomen. Omdat ik eerst even de tijd wil hebben om alles te bekijken (er was een
andere groep honden vlak voor de kantine bezig), heb ik onvrijwillig weer een
lift gekregen van de bazin.
We mochten eerst allemaal met elkaar kennismaken en
even spelen. Met die twee studiegenoten van 3 maanden wilde ik graag Wiplalaatje
spelen, maar dat mocht niet, zo en plein public. Ik heb de hele les elke
gelegenheid gegrepen om contacten te leggen. Daarbij had ik een keer een losse
lip vast en een oor. Het mocht de pret niet drukken. Er werd helemaal niet
gepiept. Ik was redelijk populair, alleen die dikkop heeft zich niet meer in
mijn buurt vertoond.
De trainer noemde mij een wakker ding. Stomme
opmerking. Alsof ik slapend zon les kan volgen.
We moesten netjes naast de baas lopen, waarbij de
baasjes een klein hondensnoepje tussen de vingers moesten doen en wij achter de
hand aan moesten om de buit te pakken te krijgen. We moesten ziten af doen.
Makkie, dus. Ik kende ze al, want ze lijkt wel lief, die bazin van mij, maar
drillen kan ze ook. Ik doe het graag voor haar, hoor, ze speelt ook met me. Ik
ben woest op speeltjes en ballen, maar vanavond vond ik die bal aan een touwtje
maar shit. Er zijn soms leukere dingen om te doen, zoals in een ander
happen.
Er stond een heel lange tunnel, daar moesten we ook
nog door. Die Mechelaar wilde er met geen mogelijkheid in. Tunnelvrees. Moet in
therapie. Thuis heb ik hier een klein tunneltje. Ik moest eerst wel even weer
goed kijkenen toen nam ik die grote in één keer.
Ik kon ze dus moeilijk van mn lijf houden.
Aan het eind van de les was het al heel donker en heb ik nog zelf even de
oefening Af en Blijf gedaan.
Fanatiek, hè.
Toen we na afloop de kantine weer in gingen, ben ik prompt in de armen van
het vrouwtje in slaap gevallen. Toen moest ik wel weer meeliften naar de auto.
Diep in slaap heb ik de 11 kilometer terug afgelegd.
Het is hier wel een enerverend leven. Moet ik de hele week weer Af
gaan....
Voordat ik aan vandaag begin, moet ik je nog wat vertellen over
gisteravond. Ik werd voor mijn laatste sanitaire bezigheden in de tuin getjoept
en voordat ik een druppel kon laten vallen trok er een speciale, heerlijke geur
in mijn neus.
Ik zoeken, zoeken, zoeken, kris kras door de bodemplanten heen en ik had
zomaar ineens wat klem in mijn bek. Nooit geweten, dat je zo blij kon zijn met
een dooie mus. Nou ja, toen wilde ik eigenlijk niet maar naar binnen.
Buit is buit en vergeet niet, het was wel mijn eerste. Pas toen ik moest
kiezen tussen mijn bak met vlees of die vogel, heb ik toch maar voor de eerste
gekozen. Voor de zekerheid heeft het vrouwtje mijn gesopte prooi in een
plantenbak gezwiept.
Toch jammer.
Vanochtend werd ik om kwart over zeven wakker. Ik doe
nooit wat in mijn bench en ik draag echt geen Tena man. Mijn bazin vindt dat wel
prettig.
Ze heeft echter een rot gewoonte. Mijn drollen liggen nog
nauwelijks onder mijn achterste of ze graait ze al weg met een grote poepschep.
Daar kan ik zo kwaad om worden. Ik probeer dan woest
grommend de grijper te pakken. Het zijn wel mijn drollen! En
elke keer weer, hè.
In het hoge gras vermaak ik me uitstekend. Ik buitel en
rol en doe gek met stokjes en blaadjes. Daar heb ik die tantes niet voor
nodig.
Trouwens, tante Kaytie heb ik vanmorgen beslopen als een
tijger, laag schommelend over de grond in het gras. Ze was op muizenjacht en zag
me niet.
Ben ik lekker op haar gesprongen. Ik kan zo het leger in.
Vraag ik een nieuw tuigje met daarop army.
Die twee tantes van me hadden het bijna aan de stok met
elkaar om mij. Dat zit zo. Tante Kaytie voedt mij streng op en snauwt me wel
eens af, tante Costa is eigenlijk nu mijn tweede moeder en die vindt dat
niet goed. Problemen altijd, die wijven... Ik bemoei mij er gewoon niet
mee.
Na een heerlijk middagdutje (ik zak nog wel eens weg, dat
groeit beter) moest ik mijn security tuig weer om en de auto in. Ik had geen
zin. Ze heeft me met mijn achterste in het kenneltje op de achterbank
moeten duwen. Wacht maar tot ik groot ben.
Daar zat ik dan...
Omdat het kennelijk heel belangrijk is, dat mijn haar goed zit, moest ik
mee naar de kapper. Ach, dat was best leuk.
Door die zondagmiddagsessies in Andel ben ik heel vriendelijk geworden
tegen mens, dier en kapper.
Toen ik hoorde, dat het vrouwtje vrijdag naar de kapper moet, ben ik alvast
maar gaan liggen.
En nou mag ik mee. Kwestie van slim aanpakken...
Op het parkeerterrein buiten zag ik veel autos en boodschappenkarren en
fietsen. De hondenpsycholoog zegt, dat je nieuwe indrukken even moet laten inwerken op je netvlies en in je
kop. Dat heb ik dus ook maar gedaan bij het afvoerputje.
Helaas, geen dooie beesten...
Na de kapper moest ik kennismaken met de supermarktmanager. Aardige man.
Die hoeft niet naar de kapper.
Misschien krijg ik wel een uitnodiging voor het Oranjefeest.
Ik mocht wel mee shoppen in een winkelkar. Puppys hebben
vrijstelling.
Na de supermarkt heb ik op het plein nog voor een paar mensen en kinderen
mijn staart laten wapperen en mijn oren naar achteren gegooid. Vonden ze
leuk.
Ze noemden me Beertje en vroegen of ik een hulphond was. (Dat tuigje maakt
indruk)
Die gaten heb ik niet in die broek van haar gebeten, hoor!
Omdat het vrouwtje geld nodig had, ik schijn nogal duur te wezen, moest ik
voor haar pinnen.
Alleen had ik mijn pas niet bij me en de aanwezige biljetten bevielen me
niet.
Daarna moest ik weer de auto in voor een heel speciale opdracht.
Verleden jaar, vlak voor de Kerst, is Tante Koosje, 86 jaar oud, op de
fiets ten val gekomen op het plein door werkzaamheden aan het wegdek en toen
heeft ze haar heup gebroken.
Tante Koosje had een hondje, Stip, en daar kon ze niet meer voor zorgen.
Stip woont nu bij een buurmeisje en tante Koosje is wel blij, dat Stip het goed
heeft, maar ze mist hem en ze weet, dat ze nooit meer Stip in haar huisje zal hebben. Stip lag altijd bij haar
s avonds op tafel.
Ik ben dus, als echte hulphond, bij Koosje op tafel gaan liggen.
Ik mag dus weer terugkomen. Kwestie van handig aanpakken..
Daarna zijn we nog even naar de Welkoop geweest en heb ik zeer charmant wat
dozen met hondenkoekjes uit het schap gerooid en de beest uitgehangen in het
speelgoedvak.
Het was mijn merk niet...
Ik word een expert.
Na nog door diverse mensen geknuffeld te zijn (er was zelfs een mens bij,
dat vroeg of ik als security-hond wel geaaid mocht worden, nou ja!) zijn we weer naar huis gereden.
Trouwens, ik ben mijn plaatsje in de auto wel gaan waarderen. Ik hoefde
geen schop meer onder mijn achterste.
Toen ik thuis uitstapte was ik toch wel blij. Ik denk niet, dat ik
voorlopig wat anders huur.
Ik heb er wel even aan gedacht, toen ik mij gelijk terugtrok om even wat te
gaan doen en er zo nodig weer een foto gemaakt moest worden van mij in mijn positie. Niemand wil toch zo op Facebook!
Nou, misschien tot morgen, maar ik denk, dat ik een vrije dag opneem!
Hier Falco. Ik heb vannacht aan één stuk door geslapen. Om kwart voor acht
werd het vrouwtje wakker. Zij keek in de bench, zag mij plat liggen, stak wit
van schrik een hand door de tralies en toen werd ik ook wakker.
Ik heb in de juiste volgorde mijn behoeften gedaan op mijn voorkeursplekken
in de tuin en daarna ben ik, als een raket, in één rechte lijn terug naar de
deur geschoten, omdat daar achter mijn bak met eten al klaar stond.
Ik wil niet klagen, hoor, maar ik wil graag meer, meer, meer!
Na mijn ontbijt moest ik weer in bed, want mijn bazin moest zich poedelen
en zich in bijt- en krabvaste kleding wurmen. Ik kreeg een oor van een koe om
mezelf te animeren. Goed bedoeld, maar er zit weinig vlees aan.
Na de koffie werd ik met tante Kaytie in de boomgaard gedropt. We hebben
toch een portie gekeet!
Eerst heb ik op mijn playmate liggen loeren.
Daarna zijn we helemaal los gegaan.
Mijn animeertante gedroeg zich echt uitdagend.
Ik had daarna echt behoefte aan een cursus MindEmptyness.
s Middags mocht ik weer even puppy wezen. Ik mis op sommige momenten mijn
mama Ylva en vooral haar tepels. Laat tante Costa nou ook die dingen hebben!
Tante Costa is nog maar anderhalf. Volgens mij is ze aan eigen kroost toe.
(Wacht maar tot ik groter ben)
Ze heeft zo lief mij in haar poten genomen. Ze smolt gewoon. (En ik
ook)
Ik ben zo TamAsMaKan
We zijn erg gelukkig samen...
Vanmiddag lag er een aluminiumladder plat in het gras. Ik heb alle treden
genomen. Tussen twee treden in ben ik op mijn kont gaan zitten om naar de werkzaamheden van de tuinman te kijken. Ik was de ladder zat. Er
klonk opeens een enorme knal in het bos. De jachtopziener was wild bezig.
Men was trots op mijn schotvastheid. Voor hetzelfde voer was ik me rot
geschrokken.
Ik schijn me vandaag enthousiast te hebben gedragen en het was vooral zeer
leerzaam. Vrouwtje heeft me de oefening zit geleerd en laat me al vijftig
centimeter volgen. Tante Kaytie leert mij normen en waarden door mij uit te dagen en
af te straffen. Ik hoef niet te piepen, ik ken op tijd mijn plaats.
De twee dames mogen op de bank, een hele uitdragerij en ik zit in mijn riante optrekje.
Ik hoop, dat mijn broertjes en zusjes het ook zo naar hun zin hebben. Zeg
tegen mijn zusje, dat nu Two Socks heet, dat ik nog maar drie sokken heb. Ik
hoop voor haar, dat zij ze niet kwijt raakt.
Na mijn gesprint met tante Kaytie heb ik heerlijk liggen
tukken. Tante Costa had echter ook wat aandacht nodig en om haar niet jaloers
te maken op mijn prille relatie met haar vriendin, ben ik zo aardig geweest om
met tante Costa tien minuten te gaan stappen aan de voet van de Lemelerberg in
het benedenbos. Ze vond het zeer aantrekkelijk om liggend naast het bospad met
mij te spelen. Ik mocht op haar buik en ze heeft mij in mijn nek gevlooid. Ik
denk, dat het een kleine APK was en ook wel een uiting van liefde. Ik ben van
al die blijken van aanhankelijkheid natuurlijk wel wat moe geworden en heb maar
weer een paar uur gedut. Kijk, als mijn vrouwtje de deur denkt uit te sluipen,
dan hoor ik dat echt wel hoor en dan kan ik mijn scheur flink opentrekken.
Ik werd ruw gewekt door de bel bij de poort. Ik zag twee
mensen staan en heb daar maar even kennis mee gemaakt. Ze dachten, dat als de
bazin mij op de grond zou zetten, ik ervandoor zou gaan. Gekke mensen toch, ik
heb ze uitgebreid tussen de poortspijlen door begroet. Het was zondagmiddag en
dan ben ik wel gewend om betast en bekeken te worden.
Toen ze weg waren, heb ik op een uitzonderlijke manier
geplast. Ik zat op mijn kont en er kwam een straalboogje, oeps, voor me op de
stenen terecht. Moet het vrouwtje ook maar niet roepen: Plassen, als ik nog
op mijn gemak onderweg ben naar het gras. Ik heb het daar nog even op een meer
natuurlijke wijze voortgezet.
Weer mijn mand
in, slapen en toen was er kraambezoek! Die kwamen aan met een verige eend in een
papiertje. Ik werd helemaal wild. De grijze haren van die eend werkten alle
instincten in me boven en ik werd even een TT (Tamaskaanse Terrorist). Ik moest
schudden en grommen, of ik nou wilde of niet. De gevers waren totaal
verbouwereerd. In no time had die eend geen vleugel meer. Vrouwtje mocht die
natuurlijk uit mijn bek verwijderen, maar toen de mannelijke gever mijn eend af
wilde pakken heb ik mijn 25% Duitse herder niet verloochend: ik hield vast (op
naar IPO 1) en heb eenzijdig nogal fel
grommend staan rukken. Eerst helemaal vol in de bek. Voor de foto moest ik het
van de bazin echter opnieuw doen, maar ik kreeg hem toen met de kop
aangeboden.
De vrouwelijke visitehelft zat inmiddels verstard op de bank met tante Kaytie naast haar.
Zoveel geweld van een 7 weken oude Tamaskan
hadden ze niet verwacht.
Vanavond hebben ze hier een tunnel
aangelegd. Mijn mishandelde eend werd er in gegooid. Ik heb eerst gekeken, of
hij er zelf uitkwam en toen dat niet gebeurde heb ik hem gered. Moedig, al zeg
ik het zelf. Die eend mag dan wel dood zijn en vleugellam, ik heb er toch een
band mee.
Na het redden van vervolgens een paaskuiken, mijn gisteren
gekregen pieper en een bal, werd ik zo baldadig, dat ik van het vrouwtje naar
bed moest.