De federale politie wordt belast, in het kader van een gecoördineerde
actie met het openbaar ministerie, met een zoektocht naar een
twintigtal vrouwen die waarschijnlijk het slachtoffer werden van een
besnijdenis in België.
In
die zin zouden zij niet meer beantwoorden aan de verblijfsvoorwaarden
in ons land. Dat zegt minister van Justitie Stefaan De Clerck
(CD&V) zaterdag in Le Soir. Het laat uitschijnen dat er nog steeds
honderden moslima's besneden worden in ons land.
Vrouwenbesnijdenis
is het gedeeltelijk of volledig wegsnijden van de schaamlippen en de
clitoris. Deze ingreep heet ook wel vrouwelijke genitale verminking
(VGV).
Vrouwen uit landen - veelal Afrikaanse- waar de
besnijdenis of infibulatie wordt gehanteerd, kunnen een
verblijfsvergunning krijgen om te ontsnappen aan deze verminking in hun
thuisland. Voorwaarde is wel dat ze regelmatig een gezondheidsattest
afleveren waarin staat dat "hun integriteit werd gerespecteerd", aldus
Le Soir.
Maar een twintigtal vrouwen zou zo'n attest niet langer
afleveren en mogelijk een besnijdenis in ons land hebben ondergaan. "Op
die manier beantwoorden ze niet langer aan de voorwaarden die de
Belgische autoriteiten hen hebben opgelegd", aldus de minister in de
krant.
Uit een studie van de Gentse universiteit uit 2007 blijkt
dat minstens 2.745 vrouwen die in België verblijven, het slachtoffer
werden van besnijdenis. Het cijfer houdt bovendien geen rekening met
kandidaat-politieke vluchtelingen of met sans-papiers. Verschillende
van die ingrepen, mogelijk honderden, werden uitgevoerd in België.
Sinds 2001 verbiedt de Belgische wet dit type van verminking. (br.hln)