Ook moedervlekken spelen rol bij huidkanker
Om huidkanker te voorkomen, wordt vooral gefocust op de rol van de zon
en de (onbeschermde) blootstelling eraan. Maar ook moedervlekken spelen
een rol, en zouden even belangrijk zijn als de invloed van de zon. Dat
schrijft gezondheid.be naar aanleiding van twee studies in het vakblad
Nature Genetics.
Chromosoommutatie Uit
die studies bleek dat zowel bij melanoom als bij basaalcelcarcinoom een
genetische mutatie in chromosoom 9p21 aan de basis ligt. Een derde
studie laat zien dat bepaalde genvarianten direct in verband staan met
de aanwezigheid van veel moedervlekken.
Volgens de
onderzoekers moeten moedervlekken daarom goed in het ook gehouden
worden. Zeker mensen met meer dan 100 moedervlekken zouden deze
regelmatig moeten laten controleren op verandering in vorm, kleur of
grootte.
Geen paniek Hoewel de
aanwezigheid van moedervlekken wel een reden is tot alertheid en
regelmatige controle, is er geen reden tot panier. Moedervlekken hebben
maar een klein risico om te ontaarden in melanoom, een agressieve vorm
van huidkanker die al in een vroeg stadium kan uitzaaien.
Als
de moedervlek plots groter wordt, van kleur verandert, jeukt, pijnlijk
wordt of er steken in gevoeld worden of wanneer ze gaan bloeden, is het
best om een huisarts of dermatoloog te raadplegen. In een vroeg stadium
is melanoom namelijk perfect behandelbaar.
Waar moet je specifiek op letten?
1) Kleurverandering: Tweekleurige vlekken zijn normaal, maar als je moedervlek verandert van kleur is dat meestal geen goed teken.
2) Asymmetrie: Als de vlek vooral één kant op groeit, kan je beter bij de arts langsgaan.
3) Doorsnee: Wordt de vlek meer dan 5 mm groot en groeit ze ook nog eens asymmetrisch? Ga langs bij je arts.
4) Evolutie: Let op als je moedervlek plotseling begint te groeien.
5) Randen: Ook als de vlek over de rand gaat, of een grillig verloop kent, kan dat ook de voorbode zijn van een melanoom.
Moedervlekken
zijn licht tot donker gekleurde vlekjes of verhevenheden van de huid.
Sommige moedervlekken bestaan al bij de geboorte maar de meeste
ontstaan tussen het 3e en 40de levensjaar. Een erfelijke aanleg als
verbranding door de zon speelt hierbij een rol.
|