4 op 5 artsen vinden generieke medicijnen noodzaak
Negen op de tien huisartsen in België hebben een positieve perceptie
van generieke geneesmiddelen. Acht op de tien vinden generieke
geneesmiddelen een noodzaak. Dit blijkt uit onderzoek van FeBelGen, de
koepelorganisatie van de Belgische fabrikanten van generieke
medicijnen, in samenwerking met het onderzoeksbureau Medistrat.
Kwaliteit
Zeven
op de tien huisartsen zijn ervan overtuigd dat de kwaliteit van
generieke medicijnen gelijk is aan die van merkgeneesmiddelen. Maar
drie op de tien vinden dat het gebruik van andere hulpstoffen bij
generieke geneesmiddelen meer ongewenste nevenwerkingen veroorzaakt.
"Een
overtuigend bewijs dat generieke geneesmiddelen systematisch tot meer
nevenwerkingen aanleiding geven dan merkgeneesmiddelen, bestaat
gewoonweg niet", zegt Joris Van Assche, afgevaardigd bestuurder van
FeBelGen, in een mededeling over de studie.
FeBelGen pleit voor
het verstrekken van accurate en gedetailleerde informatie. Een
duidelijke vermelding van de stofnaam, zowel op de verpakking van de
merkgeneesmiddelen als van de generieke, kan verwarring bij de patiënt
tegengaan.
Voorschrijfgedrag
De huisarts
kiest er soms toch voor een merkgeneesmiddel voor te schrijven, omdat
het even veel kost als het generieke geneesmiddel (43 procent), omdat
de patiënt er uitdrukkelijk naar vraagt (29 procent), wegens
terughoudendheid over de kwaliteit (21 procent), en bij bepaalde
therapieën, bijvoorbeeld bij antidepressiva en anti-epileptica (19
procent).
In België kan volgens FeBelGen nog vooruitgang geboekt
worden. In ons land wordt van de molecule Lamotrigine bijvoorbeeld
amper 1 procent onder zijn generieke vorm gebruikt, terwijl dat in
Frankrijk 36 procent is, in Groot-Brittannië 42 procent, in Nederland
68 procent en in Duitsland 83 procent.
|
