Een derde van de rusthuisbewoners neemt antipsychotica
Eén op de drie rusthuisbewoners in België neemt antipsychotica, meestal tegen gedragsstoornissen ten gevolge van dementie. De langdurige behandeling kan allicht gestopt worden bij drie op de vier van de naar schatting 40.000 bejaarden die ze gebruiken, zo concludeert Majda Azermai in haar doctoraatsproefschrift in de Medische Wetenschappen (Ugent).
"Antipsychotica horen normaal thuis in de psychiatrie waar ze gebruikt worden om psychoses en schizofrenie te behandelen", aldus Azermai. "Het zijn ingrijpende geneesmiddelen die niet erkend zijn voor het gebruik bij gedragsstoornissen ten gevolge van dementie, en waarvoor vele internationale adviezen waarschuwen voor bijwerkingen en onveiligheid. In de Belgische rusthuizen nemen 33 % van de bewoners antipsychotica, meestal in niet al te hoge dosis en bijna altijd langdurig."
In het kader van het doctoraatsonderzoek werd een stoppoging ondernomen bij 40 patiënten, en dit binnen de veilige muren van het ziekenhuis. Bij drie op de vier patiënten was de stoppoging geslaagd. Bij één op de vier lukte de poging niet, waarna de medicatie werd hervat.
Azermai bestudeerde voor haar doctoraat het gebruik van de middelen, beoordeelde de kwaliteit ervan en formuleerde adviezen voor de aanpak van het probleem. "Uit het onderzoek naar de hinderpalen voor het stoppen bleek dat artsen en verpleegkundigen niet geneigd zijn om een stoppoging te wagen en dat ze hun patiënten het risico van herval van gedragsprobleem willen besparen."
|