TempelprostitutieProstitutie was in de klassieke oudheid zelfs bij staatswege geregeld. Van de opbrengsten werden tempels ter ere van Aphrodite bekostigd. Aphrodite geboren uit twee schelpen, Phanagoria, laat 5de eeuw v. Chr., terracotta, polychroom met bladgoud, H 17 cm, Museum De Hermitage, Sint PetersburgRond het jaar 590 voor Christus voerde de staatsman Solon in zijn vaderstad Athene een aantal belangrijke hervormingen door. Een van zijn ingrijpende maatregelen betrof de stichting van een staatsbordeel, een ongekend verschijnsel in de toenmalige Griekse wereld. Het oogmerk was te voorkomen dat burgerjongens zich in hun hartstocht zouden vergrijpen aan fatsoenlijke meisjes en vrouwen. Op die manier wilde deze wetgever het Atheense volk zuiver houden en vrijwaren voor wat hij zag als bezoedeling door overspel en ontucht. Nog eeuwen later zou hij geprezen worden om deze verordening, die voor de hele mensheid van nut is geweest, aldus de enthousiaste reactie van de toneelschrijver Filemon (360-265 voor Christus).
De meisjes die in dit publieke huis waren ondergebracht, waren slavinnen. Ze werden voor hun diensten in natura betaald met eten, drinken en kleren, want de geldelijke opbrengsten kregen een meer verheven bestemming: daarvan werd een tempel bekostigd voor Afrodite, de godin van de lichamelijke schoonheid en liefde. Haar bijnaam was dan ook Pandemos, de godin voor het hele volk, en zij werd bij uitstek vereerd als de beschermvrouwe van de hoeren.
[.....] in Griekenland was de gewijde of tempelprostitutie ingeburgerd. Het grootste centrum van tempelhoererij zou de stad Pafos zijn geweest, gelegen in de zuidwestelijke hoek van het eiland Cyprus. Na haar geboorte uit het schuim van de zee was Afrodite hier aan land gegaan en ze dankte aan deze gebeurtenis haar eretitel de Cyprische. Op het eiland Samos hadden de soldatenhoeren die de daar gelegerde Atheense krijgsmacht in 441-439 voor Christus begeleidden, zoveel winst gemaakt dat ze een pronkaltaar voor Afrodite konden oprichten. Daarnaast had de havenstad Corinthe op het gebied van de rituele prostitutie een belangrijke naam. Op de burcht van die plaats boden niet minder dan duizend meisjes hun lichaam te koop aan. Vol trots noemden zij zich hiërodoulai of godgewijde dienaressen. Zij waren zonder uitzondering slavinnen en vaak door vermogende heren of zegevierende sportlieden aan het heiligdom geschonken na een gelofte. De middelen om klanten te lokken waren ingenieus. Op het terrein is de zool van een schoen gevonden waarin in spiegelschrift letters waren gekerfd, die Volg me betekenen. In de weke grond van de straten was dit een welsprekende reclameboodschap. De prijzen die daar werden gevraagd, waren niet mals, getuige het spreekwoord: Niet iedereen kan zich een bezoek aan Corinthe veroorloven.
Hein van Dolen
Verantwoording Dit artikel is een citaat uit: Hein van Dolen, 'Elk paleis heeft zijn riool', in: Liefde uit de Hemitage, catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in de Nieuwe Kerk van 12 december 2003 tot 18 april 2004. (Amsterdam 2003).(br.cultuurwijs.nl)
|