Zoals dat na een sportprestatie gebruikelijk is, heb ik The Day After met
tien kilometer rondje Purmerend mn spieren los gefietst, waarbij een
speciaal biertje op terras natuurlijk niet uit kon blijven. Terug op het
honk kon ik thuis verder afkicken van de Dam tot
Dam-evenementenspeakers (van start en finish en langs het parcours),
door op discovolume (sorry buren) van de DVD van de Toppers 2013 te genieten.
Ik heb trouwens gisteren behoorlijk af moeten zien. Het verder
bijstellen van mijn loopzooltjes heeft te weinig effect gehad, zodat ik
na 15 kilometer weer behoorlijk last van mn voeten kreeg. Het valt te
vrezen dat mn onderstel toch meer tijd nodig heeft om ondermeer van 14
dagen zandbed af te kicken. Door gaan, vooral doorgaan
Moest
ik ook wel, met nog zon 11 kilometer te gaan. Uiteindelijk kwam ik met
een moyenne van 5,5 km/p.u. breedbekkikkerend toch over de finish. De
26 kilometers zaten weer achter mijn kuiten.
Niet ongeschonden overigens. Want na nog maar net drie kilometer lag ik
al op mn plaat. Geen idee hoe dat zo snel kon gebeuren. Ik stond met
een groepje te wachten bij een rood stoplicht, maakte de eerste stap van
een lage stoep en, alsof mijn linker been even niet mee wilde doen,
zakte ik daar als het ware door, trachtte te corrigeren, met een soort
dribbel als gevolg en de straatstenen als eindpunt. Een onbedoelde duw
tegen een voorganger heeft nog enigszins mijn val gebroken.
Desalniettemin, knie en broek alweer kapot.
Mijn knie lijkt, op een schaafplek na, weer helemaal oké te zijn. Mijn
broek nog niet. Daarvoor moet ik, binnen korte tijd voor de derde keer,
morgen naar de reparatieturk. Toch even met de man bespreken of een
abonnement voordeliger voor mij is. Mijn valmoyenne ligt namelijk op een
veel te hoog niveau. Ik wijd dat nog steeds aan mijn kanker-herstelperiode. Uiteindelijk is dat nog maar vijfmaanden geleden.
Hoewel,
het valt ook niet uit te sluiten dat het genetisch is bepaald. Dat ik
een foute gen aan mijn oma Wanmaker heb te danken. Zij had een
overduidelijke valreputatie. Ik weet mij nog die keer te
herinneren dat mijn omas hoedje als op een curlingbaan bij ons de
winkel in kwam glijden. Waarop mijn vader, achterin de zaak tegen mijn
moeder zei: Er komt een hoedje aan glijden, ik denk dat je moeder er achteraan komt. Veel verjaardagen hebben wij met dit verhaal op kunnen leuken.
Laat ik het vooralsnog er toch maar op houden dat ik nog steeds herstellende ben.
|