1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
De heer Kok uit Enschede besloot vier jaar geleden om aan de Postcodeloterij mee te gaan doen. Met als motief: Stel je voor dat bij ons de straatprijs valt, dan zit ik er naast.
Waarschijnlijk stond hem hierbij het debacle van Hélène van der Meijs uit Heusden voor ogen. Een heel slecht motief en mentaal gesproken, beslist niet uit vrije wil. Zo veel vrijheid hebben wij hier in Nederland. Uiteindelijk won Kok deze week gedwongen . 1.125.000,=.
Kennelijk gaat het in de Amerikaanse ziekenhuizen voornamelijk om de Big Business. Dat zou verklaren waarom uitsluitend familieleden een ziekenhuispatiënt mogen bezoeken.
Heel revolutionair wil President Obama nu voor homos hierop een uitzondering maken. Maar dan waarschijnlijk alleen aan de verkeerde kant van het bed.
Nu is het de supermarktketen Plus, die de aanval opent op Albert Heijn. Door duizend prijzen van merkartikelen te verlagen, willen zij marktaandeel bij de grootgrutter uit Zaandam wegsnoepen. Al jaren lezen we regelmatig over zulke supermarktoorlogen in de krant, waarbij de prijzen steeds weer opnieuw kelderen. Schitterend voor de consument, hoewel , kunnen die prijzen straffeloos steeds verder dalen?!
Uit onverdachte hoek heb ik wel eens gehoord, dat de supermarkten hun winst voornamelijk uit hun vers producten (zoals brood, vlees, groente en fruit) moeten halen. Zeker bij de franchisenemers hebben zij hiervoor hun eigen inkoopbeleid. En dat wil ik graag geloven, want onze supermarkt, op steenworpafstand van ons huis, weet dit vermoeden door hun niet-te-vreten-producten dagelijks te bevestigen. Wij hebben al een inkoopstop op hun versfood afgekondigd.
Toch kwam het incidenteel voor dat wij toch maar even van het gemak van de buurtsuper gebruik hebben gemaakt, wat bij de eerste hap onmiddellijk meedogenloos werd afgestraft. De vitamine C van die kruidenier komt er bij ons nu echt niet meer in. Nog in geen duizend jaar.
Met mijn vrouw samen ben ik naar de piepshow van Albert Heijn geweest. Zij was bij een eerder bezoek al door het personeel geïnstrueerd. Het was nu aan mij om als leerling door de winkel te piepen. Vrees als lezer niet dat nu de hormonen zullen opspelen, want mijn blog zal een geheel andere wending gaan nemen.
Vorige week kwam mijn vrouw dolenthousiast thuis van het boodschappen doen. Als digibeet wist zij de caissière van de supermarkt volledig buitenspel te zetten. Hiervoor moest zij haar boodschappen zelf scannen, om zich daarna bij de betaalpaal af te melden. Natuurlijk niet zonder de paal met de betaalpas te hebben gevoed. Nog één keer was een streepjescode nodig om voorbij het uitgangshekje te komen. Ik moest ook maar eens zien hoe handig mijn vrouw anno 2010 haar boodschappen doet.
Alvorens wij de automatische hekjes van de winkel passeerden, hadden we eerst een stop bij het station van de scanpistolen. Met de ervaring van vorige week, toonde mijn vrouw het stationoog haar bonuspas, waarna haar een scanpistool automatisch werd toegewezen. Saldo 0,00. Deze kostenteller werd in de holster van de boodschappen-kar gestopt, klaar om het eerste bedrag te scoren. Piep, de bonusdruiven zonder pit konden gekassierd de boodschappen tas in. Want dat is nou juist zo makkelijk, legde mijn vrouw uit, niets hoeft nu nog bij de kassa op de band. De volgende piep was goed voor de asperges.
Maar let nu op, wees mijn vrouw mij op het volgende trucje. ik neem twee komkommers, scan er één, piep, en druk op het plusje. Het scanpistool werd ter illustratie onder mijn neus gehouden. De volgende piep had al van zich laten horen. Om ons heen werd er ook al heel wat afgepiept, bij de een alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, bij de ander toch nog wat onwennig. Ook mijn vrouw verkeerde nog in het stadium van een groot wantrouwen jegens de scores van het scanpistool.
Tja, behoudens mijn diensttijd (67-3), hadden wij niet de ervaring om met wapens om te gaan. Piep, met vijf keer plus, verdwenen de rode wijntjes in onze tas. Overigens zou er enig wantrouwen van meneer Heijn ook heel begrijpelijk zijn. Tot twee keer toe moest ik mijn vrouw tot scannen aansporen. Uit vrees dat haar ongescande producten ons bij controle haar de kop zou kosten. Net nu wij er een weekje tussen uit zouden gaan.
Uiteindelijk hadden wij voldoende bij elkaar gepiept en kon mijn vrouw, via haar bonuskaart en betaalpas, met de betaalpaal tot een vergelijk komen. Ook wisten wij ons moeiteloos de winkel uit te scannen. Dit alles zonder tussenkomst van personeel.
Het valt te vrezen dat zij binnen afzienbare tijd er noodgedwongen tussenuit moeten piepen.
Het is wel heel bijzonder om bij de eerste generatie aller tijden te horen, die nooit een oorlog heeft meegemaakt. Misschien komt het daardoor wel dat wij, de babyboomers, met veel respect de dodenherdenking van 4 mei in ere hebben gehouden.
Onze ouders hebben ons altijd het belang van deze plechtigheid van één minuut voor gehouden. Zij lieten ons zelfs spelenderwijs als kind hieraan actief deelnemen. Bij uitzondering mocht je namelijk, als jongen van rond de 10 jaar, met je vriendjes s-avonds bij achten nog buiten spelen. Van de dodenherdenking maakten wij dan ons spelletje. Als atleten liepen wij een rondje rond ons flatgebouw. En precies om acht uur, als de lantarenpaal werd ontstoken, stonden wij die lange minuut stil, in het besef dat dit moest voor de vele slachtoffers van de tweede wereldoorlog. Nog steeds staat mij het beeld voor ogen dat, onder het stilstaande verkeer er ook een stadsbus stond. Daaruit was een militair gestapt die, stram in de houding, de militaire groet bracht. Ja, daar speciaal voor de bus was uitgekomen.
Hoe is dat nu, anno 2010. Neerlands oorlogsverleden lijkt niet erg meer te leven, laat staan de dodenherdenking. Iets wat, naar mijn mening, ondermeer de opvoeders, inclusief de scholen, valt aan te rekenen. Want het is toch te gek dat via een radio- en tv-campagne wij, vooral in combinatie met de feestelijke Bevrijdingsdag, op (onze plichten) van de dodenherdenking gewezen moeten worden. Voor die twee minuutjes in het jaar.
Aan mijn belofte aan de plaatselijke autoriteiten, om pas na twee jaar zijn naam te onthullen, heb ik mij weten te houden. Maar nu is het dan toch tijd om het op te bloggen.
Op een stralende dag in mei, liep ik een erg mooie, georganiseerde wandeltocht in Leerdam. Met nog zon 5 kliometer te gaan kwam ik door het miniplaatsje Acuoy waar vier tieners op mij af kwamen hollen. Zij waren niet echt van streek, maar wel heel erg opgewonden. De oudste van het stel, een jongen van rond de 14, sprak mij aan: Meneer, wij hebben daar in de kelder van dat oude gebouw een lijk gevonden. ???. Ja echt, kijk maar ik heb er met mn telefoon fotos van gemaakt. Een mobieltje werd onder mijn neus gedrukt en ja, het zou een wegterend mensenlichaam kunnen zijn. Komt u maar mee kijken, meneer, werd ik er toe aangespoord dit macabere schouwspel live te aanschouwen. Ik bedankte voor de eer. Ook wilde ik niet langer stil blijven staan, uit angst dat ik voor de twintig niet meer goed op gang zou komen. Nee jongens, dat lijk ligt echt niet op mij te wachten. Bel de politie maar. Enigszins beteuterd dat ik niet aan sensatiezucht toegaf, deden zij nog één poging. Kijk meneer, dit schrijven van het Ministerie van Justitie lag naast hem. Niet alles was meer leesbaar, maar zeker wel de naam van de geadresseerde: A.F. Van der Heijde, met een niet nader te noemen adres in Leerdam. Jongens bel nou maar de politie. Doen hoor! Met dat zij 112 belden vervolgde ik mijn wandeltocht.
Eenmaal gefinisht kon ik toch niet nalaten om met de auto terug te rijden naar de plaats delict. Het gebied was inmiddels met roodwitte linten afgezet en het krioelde er van politie. De jongens hadden toch gelijk. Een dorpje verderop ben ik gestopt om in een eetcafé te lunchen.
Natuurlijk brandde er een vraag op mijn lippen. Kennen jullie ene Van der Heijde uit Leerdam?, lanceerde ik de vraag aan de kastelein en twee stamgasten. Er werd ontkennend op geantwoord. Maar, hoezo? Reden om het sensationele verhaal niet voor mij te houden. De mannen concludeerden direct dat het hier om een afrekening zou moeten gaan. Anders ligt zon lijk niet in een oud afgelegen zomerhuisje, gingen zij als kenners de diepte in. Heel crimineel Leerdam passeerde toen de revue. De één hadden ze van de week nog gezien, de ander zat zeker nog twee jaar vast en rooie Henkie voldeed met zijn 24 jaar niet aan het signalement. Voor mij was er geen enkele reden om verbaal nog op hun scene in te breken, mn broodje bal had ik op, dus ik vertrok. Dat Van der Heijde moge rusten in vrede.