1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Misschien
doordat ik, gaande mijn leven, steeds meer doden moet herdenken, moest
ik bij deze twee minuten stilte heel erg denken aan mijn opa Kroon.
Ik heb hem nooit mogen kennen. In de Hongerwinter 1944 stierf hij
letterlijk van de honger, nadat hij -buiten zijn weten om- op zijn
sterfbed nog van Japie, de lievelingskat van mijn vader, heeft gegeten.
Opa, u kunt trots zijn op uw nazaten, laat dat beetje een troost
zijn.
Mijn NS keuzedag was gisteren min of meer invulling
geven aan een Jules Vernes reis. Een belevenis waar ik âs avonds thuis graag
over had willen verhalen. Iets wat ik in gedachte waarmaakte; ik nam de roltrap
naar boven. Probeer je het nu al weer, werd ik boven door Petrus
opgewacht. De Hemelbaas die mij december 2012 al een
keertje had teruggestuurd. Nou nee Petrus, ik wil mân Truus gewoon
even iets vertellen, haastte ik mij te zeggen, uit vrees dat dit keer mijn
reis naar boven wel zou worden gehonoreerd. Echt, het gaat heel goed
met mij, wekelijks wandel ik er 20 kilometer op los. Ja, ja, dat heb ik wel
gezien. Wacht hier maar even, maar niet door de poort komen hoor, ik roep jouw
Truus wel even. Ze is altijd bij je ouders, dus die zullen ook wel even
meekomen. Jouw schoonmoeder is ergens aan het rond zwerven, die kan ik dus⦠Ik
onderbrak deze heilige Poortwachter: Nee, nee, hoeft ook niet, die is
toch doof en we hebben haar gehoorapparaat toen niet meegegeven⦠Petrus
woorden dat je in de Hemel geen gehoorapparaat nodig hebt gingen aan mij
voorbij, doordat ik inmiddels oog in oog met de beeltenis van mijn Truus stond.
Met mijn ouders, zonder dat zij mij enthousiast begroetten, vlak achter zich.
Wat ik eigenlijk helemaal niet gek vond. In mijn gedachten waren ze toch nooit
echt wèg-geweest.
Truus, dit keer had ik een heel bijzonder vrij reizen van de NS. Met mân
fiets opgevouwen vertrok ik 1e Klas⦠Eerste Klas, nu ik er niet meer ben kan
het ineens wel?! Nee, nee, dat was een actie van de NS. Maar bij mijn aankomst
in Enschede ontvouwde ik mân bike⦠Vouwen, uitvouwen van je fiets, waar heb je
het over?, bemoeide mân vader zich nu met het gesprek. Niet onlogisch,
want uiteindelijk heeft hij al zijn 62 levensjaren in de fietsen, bromfietsen
en motoren gezeten. Leg ik je straks wel uit⦠wist Truus mijn
gesprek weer op gang te brengen. Vanuit het station moest ik nog zoân
acht kilometer fietsen. Maar ik had geen idee waar ik moest zijn om de twintig
Twentse kilometers te wandelen. Ik heb toen de App Maps op mân smartphone
aangezet⦠Ep?!, ik ken alleen maar Malle Ep, probeerde mân vader het
gesprek te volgen. Laat âm nou even vertellen, vervulde mijn
moeder weer eens een van haar aardse taken van weleer. Mân oortjes
ingedaan. Oortjes?! Sssttt!. En zo reed ik, met een wegwijzende juffrouw aan
mijn oor, naar het voetbalveld van vv Victoria, om mijn wandeltocht te
beginnen. Oh, is dat dan net als Google Earth?,liet Truus blijken die
internetontwikkeling nog wel mee te hebben gemaakt. Precies! En dat
kan tegenwoordig ook via je telefoon. Wie is Koekel Urt?, probeerde mân
vader toch het gesprek bij te benen. Een onmogelijkheid, want na zijn
verscheiding in 1982 is de wereld zo verschrikkelijk veranderd. Leg dan nog
maar eens âIETSâ uit, aan iemand die de verwondering van de Betamaxrecorder
nooit te boven is gekomen.
Ik laat je Google Earth nog wel even bij
Petrus zien, toonde Truus zich nog
steeds de ideale schoondochter. Nu keek ik verbaasd. Ja zeker, Petrus heeft
Google Earth, daarmee ziet hij precies wie op welk moment, waar vandaan de
roltrap neemt. Maar, dat ga jij toch zeker niet laten zien?!, kwam mijn
aardse bemoeizucht weer naar boven. Tuurlijk niet, dat kunnen we niet
eens zien, dat heeft Petrus achter een wachtwoord verstopt. Nee, alleen het
aardse deel van Google Earth kunnen we naar kijken. Dat gaan we gelijk doen,
dag! En weg waren mân Truus, vader en moeder. Maar ach, ik kon toch even
mijn verhaal kwijt.
Mijn
Truus heeft onze diertjes altijd behoorlijk verpest. Het was nèt niet
zo, dat zij s avonds eerst de kaart mochten inzien, alvorens hun
maaltijd op schotel kwam. s Ochtends kregen zij de wat goedkopere
brokjes, maar altijd nog wel van een A merk en s avonds wisselde het
tussen de luxere brokjes, veelal Sheba of Gourmet, vis, tartaar, hart en
soepvlees. Gingen wij met vakantie kregen de verzorgsters een volledige
menukaart voor de komende weken in handen. En dan vind ik dat onze
diertjes het overdreven goed hebben.
Maar dat vinden zij zelf niet. Het baasje eet er toch ook goed van.
Los daarvan, heb ik natuurlijk hun chique eetgewoonten voortgezet.
Uiteindelijk heb ik ook veel plezier van ze en vergeet ik nooit hoe zij
maanden direct rond mijn ziekbed bleven. In die zin kan je zeggen, dat
zij inmiddels de Aerdenhoutse eetgewoonten hebben verdiend.
Dat
neemt niet weg dat ik, op zn minst zo nu en dan, inga op de koopjes.
Dit keer op die van Big Bazar een wat mindere Action, waar ik al eens
eerder met hard plastieke zakjesafsluiters werd miskocht. Maar goed, het
ging nu om Sheba, hét merk van mijn diertjes, wat tegen de helft van de
prijs werd aangeboden. Gelukkig had ik diezelfde dag voor veel geld al
mijn inkopen bij Albert Heijn gedaan, dus hield ik het op twee dozen,
één met vlees en één met vis.
Misschien
heb ik de fout gemaakt dat ik de VAN/VOOR prijsjes op de doos heb laten
zitten. Want, ik had hun hoofdgerecht nog niet opgediend, of beiden
draaiden hun kont er naar toe. Dit was niet wat zij voorgeschoteld
wensten te krijgen. Op de doos zocht ik naar een houdbaarheidsdatum, om
te zien of mijn diertjes recht van spreken hadden. Niets, alleen
Italiaanse teksten wat wijst op een parallelimport. Ik kan niet geloven
dat Il gatto een
geheel andere samenstelling van kattenvoer te eten krijgen. Zo ja, dan
is dát altijd nog uit de verfijnde Italiaanse keuken.
Hoewel
ik inmiddels na het meedogenloze zandbed al heel wat kilometers achter
mijn kuiten heb, had ik toch lichte vrees voor de 25 kilometer
bloesemtocht van de Betuwe. Dat komt doordat ik vorige week na 22
kilometer Fjoertoer op Terschelling volledig was gesloopt. Omdat alle
afstanden dezelfde aanlooproute hadden, gingen de eerste kilometers
stapvoets in file. Iets wat, met mn remedie van grote stappen
met hakken in het zand, fnuikend is om pijnloos mijn tocht te
volbrengen. Maar uiteindelijk wezen de rode pijlen dan toch weg van de
kortere afstanden. Mijn grote pas kon worden ingezet. Gedeeltelijk zelfs
in het marstempo van de zingende oud-mariniers. Lang kon ik hier geen
profijt van hebben, want die watjes lasten een rustpauze in.
Genietend van de natuur en het zonnetje, liep ik als het ware als een
zonnetje. Een keer leek de man met de hamer voorbij te komen, maar voor
ik mij dit echt kon realiseren, was ik m zonder noemenswaardige averij
al weer voorbij. Trouwens, ook voorbij het landschappelijk huis van neef
en nicht, die bij mijn passage gelukkig binnen zich even met de
kinderen moesten ontfermen. Daardoor kon ik in één keer door, met nog
vijf kilometer te gaan. Licht vermoeid, nadien weer snel hersteld,
bereikte ik de finish in de veilinghallen van Geldermalsen.
Overigens was er onderweg voor de 25 kilometertocht een routewijziging,
waardoor de totale afstand (van 26,2) uiteindelijk op 27,8 km (!) is
uitgekomen. Een ieder die mij op de voet heeft gevolgd, bij wijze van
babbelen natuurlijk, is even verbaasd als ik zelf was. Bijna 28
kilometer, zonder de (ooit) voorgeschreven zooltjes, zonder in het gips
te zijn geweest en zonder pijn. Natuurlijk heb ik met mijn neef, terug
op de route, hier eventjes op geproost.
Geinig, �Billy Boy� is kennelijk van mijn reactie
geschrokken. Met Apple dreigen lijkt wonderen te doen. Want mijn Windows 7
Professional is weer �legitiem� verklaard.
Mijn Dell PC is inmiddels vier jaar oud, werkt nog prima,
maar toch lonkt er een iMac. Voorlopig ben ik nog niet zo ver. Zouden de kompanen
van Bill Gates mijn snode plannen al in de gaten hebben?! Vinden zij, daarom
alleen al, dat ik verder geen recht meer heb op Windows 7 Professional?!
Het moet toch ergens vandaan komen, dat Windows van de ene
op de andere dag mijn netjes gekochte Windows als �niet legitiem� beschouwd. Niet
dreigen �Billy Boy,� anders loop ik nu al naar Apple over.
Zie
je dat ik geen drank probleem heb. M'n eerste de beste lunch op
Terschelling was toevallig bij een kleine, maar erg leuke B&B.
Waarvan de baaszelf zijn eigen bier van Terschelling's gerst in België
laat brouwen.
-o-o-o-
Een
soort Biathlon, maar in plaats van langlaufen en schieten, vouwfietsen
en wandelen, deed ik het afgelopen weekend op Terschelling. Misschien
wel een Bierathlon, want de Day Before werd mijn 20 gefietste
kilometers beloond met wel een ontzettend lekker biertje, Scelling
Blond, uitgeschonken en toegelicht door de baas zelf. Inclusief het
showen van een handvol grote graankorrels van dit gastvrije eiland.
De
dag zelf deed ik een verkenningstocht, van ook weer twintig kilometer,
over het eiland. Ook al door het heerlijke weer, was de verleiding groot
om heel het eiland rond te fietsen. Met de vrees mijzelf s avonds
tijdens het lopen tegen te komen, verstevigde mijn gevoel voor
discipline. Halverwege mijn fietstocht kwam ik op het parcours terecht,
waar ik s avonds 22 kilometer zou lopen Fjoertoeren. Daardoor was ik er
getuige van dat een spectaculair object nog werd opgebouwd.
Mijn
avond begon plat op mn bek, altijd weer een knappe verschutting. Na
mijn operaties ben ik met een bepaalde moyenne op mn plaat gegaan en
het lijkt er op dat dit bijverschijnsel nog niet de kop is ingedrukt.
Pal voor vertrek leek het opnieuw, of ik met het van de stoep afstappen,
door mn hoeven ging. Knie pijnlijk en kapot, kortom, een lekker gevoel
van voorbereiding. Met een gloeiend knie ging ik dan toch van start.
Leuk genoeg, met twee wandelgrage maatjes uit eigen omgeving.
De
tocht was schitterend, met wonderschone vuur- en lichtobjecten. Maar
ook behoorlijk zwaar, waar ik natuurlijk met mijn knie een extra
dimensie aan had toegevoegd. Kennelijk ook door de gezellige sfeer liep
het toch als bijna vanzelf. Nou ja, totdat we over een meedogenloos
mulzand gedeelte schuin omhoog het strand weer afgingen, met nog acht
kilometer te gaan.
Mn
maatjes hun elektrisch brandende Disneysstrikjes liepen steeds verder
uit beeld. Gelukkig kort voor een stempelpost, waardoor ik weer kon
aansluiten. Uhhh, gelukkig ?!, de paden werden in het pikkedonker, op
zn minst voor mijn gevoel, steeds smaller en kon ik moeilijker
passeren, waardoor de strikjes opnieuw buiten mijn gezichtsveld
dreigden te komen. Wat wil je, de mannenstrik had ook een hoogte van
één meter drieënnegentig, waarop ik alleen al 21 centimeter moest
inleveren. Geloof mij maar, dat dit je staptechnisch op een gegeven
moment gaat opbreken.
Desalniettemin,
mede door het begrip samen uit, samen thuis, bereikten we gezamenlijk,
ik bijna (ware het niet dat er één kapot was) op mn knieën, de finish.
Breedbekkikkerend liepen wij door naar mijn populaire onderkomen, Grand
Café, Restaurant Het Raadhuis. Na wat prettige versnaperingen, namen we
nog één Schotse en één Japanse Whisky als slaapmutsje. Die hielpen, want
die ochtend werd ik om 9:30 uur heel ontspannen wakker.
Visnetten
werden gedroogd, naast gevaarlijke bijvangst. Het was link, maar
toch ff een foto gemaakt. Natuurlijk na de click direct weggehold,
want je weet maar nooit op wat voor click de Duitsers het projectiel
hadden afgesteld.
Als je gericht iets wilt kopen, is winkelen een bijna
wetenschappelijke gebeurtenis geworden. Dat ervoer ik maandag in Almere. Hartje
stad kwam ik Stumpel kantoorboekhandel tegen. Het moment dat mij te binnen
schoot dat ik weer eens een mooie, beetje speciale ballpoint wilde hebben. In
de twee etage grote zaak kwam ik nog geen Bic tegen. En dat is ooit bij Stumpel
anders geweest. Bijna er tegen over was een V&D, met kantoorartikelen op de
tweede etage. Behoudens wat hip gekleurde pennetjes, was hier ook niets meer
van een mooie MontBlanc of gelijkwaardige pen te vinden. Het lijkt er op dat ik
op Internet ben aangewezen.
Met het heerlijke weer vouwde ik vandaag weer eens mijn
fiets uit in Amsterdam Noord, om het IJ met het pontje te oversteken. Opnieuw
kwam er een speciaal product in mij
op. Nee, niet die pen, die was weer naar de achtergrond verdwenen. Ik wilde,
naast mn oerdegelijke en casual pet, een zomerse uitvoering. Zo iets zocht ik
al in eigen stad, zonder succes. En omdat de pet helemaal in is, verwachtte
ik in onze hoofdstad een soort PettenPlace.Amsterdam is daar kennelijk nog niet aan toe. Dus op naar de Bijenkorf,
de leverancier van mijn casul Stetson.
Hoewel op de begane grond heel wat herenmode werd aangeboden
was er geen pet te ontwaren. Ik vroeg het een verkoopstertje. Do you speak English? beantwoordde zij
mijn vraag. Beetje overdonderd zei ik Yes,
maar dacht niet direct aan Cap.Uhhh,
iPad? vroeg zij. No MyPet,
verhulde ik met een grap mijn stommiteit. Zij verwees mij naar de eerste etage.
Daar rondgelopen te hebben, trof ik wel veel herenmode, maar totaal geen petten
aan. Onbegrijpelijk, de heren winkeliers, inclusief de Bijenkorf, lijken te
zijn ingedommeld. Zij laten de pettenhandel volkomen links liggen. Toevallig
kwam ik bij een Jeansshop eenjonge
verkoper met een pet op tegen. Krijg jij
personeelskorting bij de Bijenkorf? Uhh, ja?! Oké, dan weet je ook waar de
petten zijn uitgestald?! Hij bracht mij op een plek compleet buiten de
loop, waar ik de petten zag hangen. Het werd een Italiaans lichtgewicht van
Alveare.
Onder mn nieuwe pet had ik inmiddels trek in een biertje
gekregen, waarvoor ik een klein kroegje in de Jordaan bezocht. Tijdens mijn
laven kwamen er twee zusters van middelbare leeftijd binnen. Het bleken de
meisjes Consilius te zijn. Zij namen niet direct iets te drinken, maar
verklaarden de kastelein hun aanwezigheid. Onze
opa en oma hadden in 1920 deze kroeg, toen was mijn oma 20 jaar oud. De
man achter de bar, een begin zestiger, bleek de huidige eigenaar te zijn. Sorry hoor, die heb ik niet gekend,
benadrukte hij zijn leeftijd, maar zocht direct achter al de oude
schilderijtjes in de kroeg, mogelijke sporen die opa en oma zouden hebben
achtergelaten. Hij kwam niet verder dan een vestigingsvergunning van 1899.
Blij toch iets in de kroeg te hebben opgestoken, wilden de meisjes Consilius
toch wel wat drinken. Een droge sherry
graag. De Kastelein maakte duidelijk geen geroutineerd gebaard. Met het
omhooghouden van een fles zei hij: Ik
heb alleen maar medium sherry, maar volgens mij was deze fles nog van je opa
De hilariteit werd niet met de zusjes gedeeld. Zij gingen buiten op het terras
zitten, met een Bitter Lemon en een droge witte wijn.
Bijna een dag nadat ik in de VUT ging (2009), zag de
postbesteller mij niet meer staan. t Is dat hij zo nu en dan een foldertje
moest bestellen, anders had ik mijn brievenbus wel dicht kunnen timmeren. Nu,
vijf jaar later, heeft de postman onze relatie hernieuwd en zodra hij aankomt
doet mijn brievenbus gretig zijn bek open. Ik ben Back in Business.
Dat komt omdat ik van een product-idee een merknaam heb
geregistreerd. Nu zijn er allemaal dienstverleners die mij graag verder helpen
om het merk meer gestalte te geven. Erg sympathiek van ze, maar vooralsnog weet
ik zelf mijn weg wel te vinden. Maar t is wel geinig, plots weer al die post.
Na bijna uit het bevolkingsregister te zijn geschrapt, hoor ik er weer helemaal
bij.
(Tenminste)
soms kan ik heel rancuneus zijn. In dit geval ten opzichte van een
buurman. Hij heeft de gore moed gehad, om vanuit het niets zijn voorpui
elektrisch te gaan schuren, terwijl op dat moment mijn Truus thuis lag
opgebaard. En al is dat inmiddels tweeënhalf jaar geleden, nog steeds
weet ik die wandaad niet te verkroppen. Hij krijgt van mij dan ook nooit meer ene woord en, ik geef toe, raak
ik heel snel geïrriteerd over datgene wat mij aan hem niet bevalt.
Objectief gesproken heb ik daar eigenlijk ook alle reden toen. Meneer
zit namelijk in de autohandel, waarvoor hij vijftig meter van huis een
garage heeft. Kennelijk vindt hij dit inmiddels te ver lopen, want het
komt steeds meer voor dat hij direct voor de deur op onze schaarse
parkeerplaatsen autos repareert. En daar moet je vooral niets van
zeggen, omdat naar zijn zeggen hij doet wat hij wil. Zoals dat gisteren
wederom het geval was. Bij het aanschouwen van zijn
ongegeneerde gedrag, vroeg ik mij plots af of hij dit wel ongestraft kan
maken. Als een winkelier een reclamebord buiten zet, wordt hij door de
Gemeente met precariorecht fors aangepakt. Nu is het geen winkelier,
maar Beun de Haas die omwille van zijn gewin Gemeentegrond in gebruik
heeft genomen. Even Googelen leerde mij dat meneer óók precariobelasting
behoort te betalen. Daarvan heb ik de Gemeente in kennis gesteld. Voor
mij een prettig idee dat zijn overlast de gemeenschap tenminste nog geld
oplevert.
Vandaag
was het natuurlijk fantastisch om een wandeltocht (21 km) te lopen. Dit
keer vanuit de kantine van dvc Buiksloot, door een gebied wat nooit
verveeld. Een klein deel volgt de route van de Dam tot Dam. En juist
daar kwam ik tot mijn verbazing oud-minister Wouter Bos tegen, zittend
in een heel klein tuintje bijna niet groter dan een stoeptegel, voor
zijn scheef liggende dijkwoning, overigens op
een pracht locatie. Wouter trok ook een beetje scheef, kennelijk om
niet herkend te worden. Nou meneer Bos, als dit niet letterlijk en
figuurlijk scheefwonen is Iets wat mij pas te binnen schoot op het
moment dat ik m al tientallen meters voorbij was gelopen. Maar goed
ook. Een vriendelijke postbesteller bevestigde nog eens mijn waarneming.
Waarschijnlijk leek alles schever dan het is. Wouter zal het huis wel
hebben gekocht.
Omwille van de servicebeurt van mijn vouwer
was ik vandaag weer in Haarlem. Daardoor moet ik wel terugkomen op mijn
constatering van vorige week, dat er geen winkelpand leeg staat. Nu, op
de zogenaamde A2 locatie in Haarlem Noord trof ik er de nodige aan. Het
briefje op de winkelruit, dat zij op internet doorgaan, lijkt mij een
laatste stuiptrekking. De ondernemer had veel eerder zijn webshop, maar
dan in combinatie met zijn winkel moeten openen. (Denk ik dan).
In de rustige winkelstraat stond een winkelier voor zijn onaantrekkelijke daalderhandel.
Omdat ik mij niet kon voorstellen dat hiermee brood viel te verdienen,
speurde ik zijn winkel naar aantrekkelijke koopjes af. Ik was snel
klaar. De koopman was totaal niet in mij teleurgesteld, was al tevreden
met de geboden kans om een praatje met me te maken. Heel Hollands zat in
zijn openingszin het weer omsloten. In afwachting van mn fiets vond ik
het prima dat hij snel van onderwerp veranderde. Bij het woord rustig
viel ik hem in de reden en vertelde over mijn ervaring van afgelopen
week in de winkelstraten van het centrum, waar niet één winkelpand leeg
staat.
Haar fijn legde
hij uit dat de arbeiderswijk achter deze winkelstraat sterk is
gedevalueerd, nadat de grote bedrijven verdwenen, zoals de
chocoladefabrieken, Werkspoor (destijds van de NS) en de
Ripperdakazerne. Nee, zelf kom ik hier niet vandaan. Ik woon op de Eeuwigelaan in Bergen. Een oud omaatje onderbrak ons gesprek. Tot ziens.
Pfff, knakenhandel op een A2 locatie waar je op woensdagochtend een
kanon kon afschieten en dan toch wonen in een van de duurste lanen van
ons land?! Een man met aanzien in Bergen, met een geheel ander imago
voor zijn winkel op locatie A2.
woensdag 19 maart:
Waarschijnlijk
doordat ik als jongen regelmatig bij mijn opa en oma in Haarlem
logeerde, blijft die stad mij trekken. Vandaag ben ik er eerst heerlijk
kris kras op de fiets doorheen gereden, om daarna de winkelstraten
lopend af te struinen. Wat mij heel
erg is opgevallen dat er in Haarlem niet één winkelpand leeg staat.
Daar kunnen vele gemeentebesturen een voorbeeld aan nemen.
Oké, de verhuiswinkel lijkt niet zoveel aanloop meer te hebben.
Helaas heb ik nooit het pleidooi kunnen winnen om de
postcodeloterij te verbieden en is de site www.loterijterreur.nl
nog steeds vacant. (zie mijn kroondomein: http://www.kroondomein.com/kroonjuweeltjes/loterijterreur.htm
) Ik blijf het onbegrijpelijk vinden dat je moet betalen, om niet het risico te
lopen tussen miljonairs te komen wonen. Je zou er bijna een
woongenotverzekering voor afsluiten. Overigens altijd nog beter dan toe te
geven aan de terreur van de Postcodeloterij.
Afgelopen donderdag werd ik door domeinnaam.nl verrast met
een nieuwe vorm van terreur. Zij adviseren mij om vooral een website met mn
eigen naam te nemen én voor mn eventuele partner en kinderen. (Kassa!) Met een
meegestuurd filmpje laten ze, onder meer met Lisanne Sanders als voorbeeld, zien
wat ik anders voor risico loop. Kan je zoiets nog reclame maken noemen?!
Echt, voor elke vorm van humor ben ik gevoelig, maar het moet wel léuk zijn.
Met welke vorm van afkoop-terreur zal een volgende idioot geld
uit mn zak proberen te kloppen?!
Waar mijn kater erg onpotig is, ben ik erg onhandig. Een
echte laathetdoener. En dan toch komt het moment dat ik van advies kan
dienen. Niet dat daar de wereld mee gaat veranderen, maar toch .. Ik geef toe,
zelf heb ik er 800 dagen voor nodig gehad, om er achter te komen.
Elke ochtend krijgen mijn diertjes een zakje Whiskas. Vooral
het poesje, vrouwen kunnen nou eenmaal gretig zijn, staat dan ontzettend te
jengelen, tot het moment dat het schoteltje lekkers haar wordt voorgezet. Snel
handelen is geboden. Maar ja, waar is ook al weer de schaar?! En juist dát behoort
door mijn advies tot het verleden. De zakjes zijn heel simpel te scheuren.
Weer een enorme ophef over het ronselen van stemmen voor de
gemeenteraadsverkiezingen. Dat fenomeen is zo oud als de weg naar Kralingen. In
de jaren zeventig van de vorige eeuw werkte ik bij Dagblad Het Vrije Volk, een
socialistisch dagblad onder drankzuchtige leiding van Herman Wigbold. Ikzelf
moest toen nog niets van het socialisme hebben. Ik werkte er alleen voor de
poen, als enige niet-socialist overigens. Sterker nog binnen deze Rode Burcht
heb ik het zelfs tot de Ondernemingsraad geschopt. Maar dit ter zijde.
Rond de verkiezingstijd werd je er toe opgeroepen om s
avonds bejaarden te rijden, van (bejaarden)huis naar verkiezingsruimte en
terug. Door de harde kern werd er appel gedaan op mijn solidariteit, omdat ik
immers een auto van de zaak, een MafDaf, reed. Toen al voelde ik aan dat dit
geen kosjere actie was. Die zieltjes zijn dus nooit door mij gewonnen. Het is
nog maar de vraag of zij, met de huidige wanprestaties voor ogen, dit keer wel
mijn stem krijgen.
Helemaal naar wat ik mij recent heb voorgenomen, was ik er aan toe om met mijn museumkaart mijn museum van de maand te
bezoeken. Dit keer koos ik voor het Haags Historisch Museum, schuin
tegenover het torentje van de Minister President. De tentoonstelling
Haagse Humor fungeerde als magneet. Al met al een wat povere
tentoonstelling voor datgene de Haagse Humor heeft te bieden. Hoewel
destijds, de subtitel spotten met politiek mijwas ontgaan.
Ondermeer
Wim Kan, Kees van Kooten en Wim de Bie (Frederik Jacobse en Tedje van
Es van De Tegen partij), Haagse Harry en Sjaak Bral vertegenwoordigden,
naast alle kopspijkers- typetjes, gezamenlijk humor om nooit te
vergeten. Haagse Harry Jekkers woorden doolden door mijn hoofd: k zâh met niemand wille rùile, meitein gaan hùile, as ik gèn Hagenès zâh zèn. Ondanks dat ik maar een paar maandjes Hagenees ben geweest.
Mijn
vader wilde zo snel mogelijk dit stempel op mij weghalen. Ik moest
worden geüpgrade naar Hagenaar, waarvoor wij van de Schilderwijk naar de
betere Zuiderparkbuurt verhuisden. Want sterke contrasten zijn
er in Den Haag, uhhh s Gravenhage, een stad (dorp is een hardnekkig
misverstand) met drie talen, plat-, bekakt- en Indisch Haags.
Na
mn museumbezoek, waar ik ook nog even gauw de tong van de in 1672
vermoordde Cornelis de Witt mocht aanschouwen, ging ik natuurlijk even
een harinkie happen. Recht mn strot in laten glijden, zoals dat hoort,
om vervolgens al lopend (jeugd)herinneringen op te doen. Ter hoogte van
de Wagenstraat zag ik tot mijn verbazing dat dit de Haagse China Town is
geworden. Het harinkie had inmiddels de omgeving rond mijn huig
behoorlijk uitgedroogd, dus hup de kroeg in. Natuurlijk aan de bar, om
alles goed op mij in te laten werken. Het was een echte, ouderwetse
volkskroeg waar, naast een paar even een biertje pakkers, ook
aardig wat notoire zuipers zaten. Vooral herkenbaar aan de goud gelen
rakker, met daarnaast het appeltje of ander soort borrel, om bij het
combi-drinken goeie rake klappen te incasseren. Alleen financieel
gesproken al een aardige investering. Daarover verbaasde ik mij niet te
lang, doordat een gokkastklant een paar geeltjes kwam
inleveren. De slokjesmevrouw incasseerde dit, waarna zij uit een stapel
van wel 10 centimeter bonnen er één uitlichtte en de gokker
toefluisterde dat ze die bon van zondag dan nog wel even zou laten
staan. Hier werd nog behoorlijk op krediet gezopen.
Onderweg
(per trein) naar huis bezocht ik nog even een heel andere kroeg, een
eetcafé in Haarlem. Voor weinig geld ( 16,25 voor een gegrilde
entrecote van kalfsvlees; dus het kán wel) heerlijk gegeten. Met heel
bijzonder, misschien bekakt volgens een Hagenees, kwam de lekkere wijn,
ook uit een tap.
Het
was een dag van grote contrasten, waaraan ikzelf een significante
bijdrage heb geleverd. Want, bij Koninklijke De Bijenkorf kocht ik mijn
tweede pet.