(Tenminste)
soms kan ik heel rancuneus zijn. In dit geval ten opzichte van een
buurman. Hij heeft de gore moed gehad, om vanuit het niets zijn voorpui
elektrisch te gaan schuren, terwijl op dat moment mijn Truus thuis lag
opgebaard. En al is dat inmiddels tweeënhalf jaar geleden, nog steeds
weet ik die wandaad niet te verkroppen. Hij krijgt van mij dan ook nooit meer ene woord en, ik geef toe, raak
ik heel snel geïrriteerd over datgene wat mij aan hem niet bevalt.
Objectief gesproken heb ik daar eigenlijk ook alle reden toen. Meneer
zit namelijk in de autohandel, waarvoor hij vijftig meter van huis een
garage heeft. Kennelijk vindt hij dit inmiddels te ver lopen, want het
komt steeds meer voor dat hij direct voor de deur op onze schaarse
parkeerplaatsen autos repareert. En daar moet je vooral niets van
zeggen, omdat naar zijn zeggen hij doet wat hij wil. Zoals dat gisteren
wederom het geval was. Bij het aanschouwen van zijn
ongegeneerde gedrag, vroeg ik mij plots af of hij dit wel ongestraft kan
maken. Als een winkelier een reclamebord buiten zet, wordt hij door de
Gemeente met precariorecht fors aangepakt. Nu is het geen winkelier,
maar Beun de Haas die omwille van zijn gewin Gemeentegrond in gebruik
heeft genomen. Even Googelen leerde mij dat meneer óók precariobelasting
behoort te betalen. Daarvan heb ik de Gemeente in kennis gesteld. Voor
mij een prettig idee dat zijn overlast de gemeenschap tenminste nog geld
oplevert.
|