Als je gericht iets wilt kopen, is winkelen een bijna
wetenschappelijke gebeurtenis geworden. Dat ervoer ik maandag in Almere. Hartje
stad kwam ik Stumpel kantoorboekhandel tegen. Het moment dat mij te binnen
schoot dat ik weer eens een mooie, beetje speciale ballpoint wilde hebben. In
de twee etage grote zaak kwam ik nog geen Bic tegen. En dat is ooit bij Stumpel
anders geweest. Bijna er tegen over was een V&D, met kantoorartikelen op de
tweede etage. Behoudens wat hip gekleurde pennetjes, was hier ook niets meer
van een mooie MontBlanc of gelijkwaardige pen te vinden. Het lijkt er op dat ik
op Internet ben aangewezen.
Met het heerlijke weer vouwde ik vandaag weer eens mijn
fiets uit in Amsterdam Noord, om het IJ met het pontje te oversteken. Opnieuw
kwam er een speciaal product in mij
op. Nee, niet die pen, die was weer naar de achtergrond verdwenen. Ik wilde,
naast mn oerdegelijke en casual pet, een zomerse uitvoering. Zo iets zocht ik
al in eigen stad, zonder succes. En omdat de pet helemaal in is, verwachtte
ik in onze hoofdstad een soort PettenPlace.
Amsterdam is daar kennelijk nog niet aan toe. Dus op naar de Bijenkorf,
de leverancier van mijn casul Stetson.
Hoewel op de begane grond heel wat herenmode werd aangeboden
was er geen pet te ontwaren. Ik vroeg het een verkoopstertje. Do you speak English? beantwoordde zij
mijn vraag. Beetje overdonderd zei ik Yes,
maar dacht niet direct aan Cap. Uhhh,
iPad? vroeg zij. No MyPet,
verhulde ik met een grap mijn stommiteit. Zij verwees mij naar de eerste etage.
Daar rondgelopen te hebben, trof ik wel veel herenmode, maar totaal geen petten
aan. Onbegrijpelijk, de heren winkeliers, inclusief de Bijenkorf, lijken te
zijn ingedommeld. Zij laten de pettenhandel volkomen links liggen. Toevallig
kwam ik bij een Jeansshop een jonge
verkoper met een pet op tegen. Krijg jij
personeelskorting bij de Bijenkorf? Uhh, ja?! Oké, dan weet je ook waar de
petten zijn uitgestald?! Hij bracht mij op een plek compleet buiten de
loop, waar ik de petten zag hangen. Het werd een Italiaans lichtgewicht van
Alveare.
Onder mn nieuwe pet had ik inmiddels trek in een biertje
gekregen, waarvoor ik een klein kroegje in de Jordaan bezocht. Tijdens mijn
laven kwamen er twee zusters van middelbare leeftijd binnen. Het bleken de
meisjes Consilius te zijn. Zij namen niet direct iets te drinken, maar
verklaarden de kastelein hun aanwezigheid. Onze
opa en oma hadden in 1920 deze kroeg, toen was mijn oma 20 jaar oud. De
man achter de bar, een begin zestiger, bleek de huidige eigenaar te zijn. Sorry hoor, die heb ik niet gekend,
benadrukte hij zijn leeftijd, maar zocht direct achter al de oude
schilderijtjes in de kroeg, mogelijke sporen die opa en oma zouden hebben
achtergelaten. Hij kwam niet verder dan een vestigingsvergunning van 1899.
Blij toch iets in de kroeg te hebben opgestoken, wilden de meisjes Consilius
toch wel wat drinken. Een droge sherry
graag. De Kastelein maakte duidelijk geen geroutineerd gebaard. Met het
omhooghouden van een fles zei hij: Ik
heb alleen maar medium sherry, maar volgens mij was deze fles nog van je opa
De hilariteit werd niet met de zusjes gedeeld. Zij gingen buiten op het terras
zitten, met een Bitter Lemon en een droge witte wijn.