1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Haagse humor draait volgens mij vaak om
zelfspot, of is anders erg komisch door de cynische invalshoek. Naar mijn
waarneming is daarin een meneer de wethouder van Den Haag ooit te ver gegaan.
Heel vooruitstrevend was het om de straten van een nieuwbouwwijk, ingeklemd
tussen Loosduinen en Kijkduin, te voorzien van Haagse beroemdheden uit de sport,
zoals de Bep Bakhuijsweg, Piet Moeskopsstraat, en natuurlijk de Aad
(Aadsjuh) Mansveldstraat. Ik vind het dan smakeloos dat er juist in die
wijk de Verslavingszorg van de Brijderstichting zit. Dat kan toch geen toeval
zijn?!
Vanavond keek ik naar het KRO tv-programma De rekenkamer,
wat dit keer ging over Sanquin Bloedvoorziening. De nieuwe naam voor de
bloedbank, waaraan heel veel vrijwilligers gratis en voor niks jaarlijks bloed
geven. Sanquin misbruikt die vrijgevigheid door de bloedzakjes voor ruim
200,= per stuk door te verkopen aan de ziekenhuizen. Vies veel geld, als je
bedenkt dat de bloedbank in Duitsland en België het voor de helft van die prijs
verkopen. Mede door die inbrekers van
Sanquin is de Zorg zo vreselijk duur.
Vandaag viel in De Telegraaf te lezen dat er bij de Zorgverzekeraars
jaarlijks minstens een miljard, jazeker dat getal met 9 nullen (!), wordt
gedeclareerd zonder dat er diensten of producten tegenover staan. De medische
wereld licht dus gewoon de verzekeringen jaarlijks voor een miljard euro op,
wat naar het schijnt met de jaren erger wordt (?!). En onze Minister van
Volksgezondheid Edith Schippers maar (blijven) snijden in die o zo
noodzakelijke medische zorg. Het is toch om gek van te worden.
Dat doet mij trouwens denken aan de eigen bijdrage van een
paar honderd euro, voor de zes weken intensieve zorg die mijn Truus heeft
gehad. Op ons uitdrukkelijk verzoek hoefde Truus niet naar het ziekenhuis. Mocht
zij de laatste weken van haar leven in haar eigen vertrouwde omgeving blijven, met
fantastische hulp van Thuiszorg en de huisarts. Natuurlijk was mij dat àlles
waard. Zij had ons aan de bedelstaf mogen brengen, als ik haar maar mocht
blijven houden. Laat dat helder zijn, citeer
ik in dit verband maar een stopzinnetje uit
de slapjanusteksten van onze
bewindslieden.
Waar het mij om gaat is, dat ik weliswaar om een heel andere
reden (Truus zo lang mogelijk bij ons kunnen
houden), duur Zorggeld heb uitgespaard, door niet van het ziekenhuis
gebruik te maken. Ik zou het heel onlogisch hebben gevonden, als wij voor deze
besparing een beloning gekregen zouden hebben. Net zo onlogisch vind ik het
achteraf, dat mij deze besparing een paar honderd euro heeft gekost. Welke
dwaas heeft zo iets ooit mogen verzinnen.
De zorg is ziek, heel ziek en wij met zn allen zitten met
een zak geld aan dat ziekbed.
Soms word ik, vooral tijdens
wandeltochten, door een vreemde nieuwsgierigheid overvallen. Zoals afgelopen
zaterdag in het Westland, toen ik langs huisnummer 343 liep. Onwillekeurig dacht
ik terug aan mijn 343 uit mijn jeugd. Rijd ik over de Haagse
Zuiderparklaan ben ik nog steeds benieuwd wie er nu op mijn jeugdadres woont.
Soms neig ik er toe om er aan te bellen.
Maar het houdt niet op bij dat
adres. Ook als ik, waar dan ook, huisnummer 343 tegenkom, ben ik
nieuwsgierig naar de bewoners. In mindere mate heb ik dat bij mijn Haagse
81 en helemaal niet met mijn 3 uit Maassluis. Nu ik al jaren op
425 woon, is er naar deze getallenreeks ook een bepaalde hunkering naar de
425 elders ontstaan. Wat is dat toch?!
Het lijkt wel of ik met die
hogere nummers een verwantschap zoek. Alsof ik àlle bewoners van numero 343 wil
leren kennen. Dat verklaart dan ook dat ik geen interesse heb in de 3 of de 81.
Dat zou echt te massaal zijn, alsof je contact zoekt met familie Jansen of
familie de Vries. Nee, ik wil toch enigszins selectief blijven.
Het is een soort hang naar
community, zoals de sociale media Facebook en Hyves. Niet met de vraag om
vrienden te worden, maar om aan elkaar genummerd te worden. Daaruit
moet dan een soort stamboom komen, de plaatsnamen op alphabet gerangschikt met
daaronder de straten, lanen en pleinen met nummer 343. Eén van hen heb ik al
gevonden, want een vriendje van mij woont in Vlaardingen op 343. Ik moet
eigenlijk maar de website www.343.nl openen, waarin ik ze doormiddel van een oproep allemaal
kan verzamelen.
Maar wat als ik al die
driedrieënveertigers heb gevonden, wat dan? Zouden daar echt leuke
contacten uit kunnen ontstaan? Waarom ook niet. Daar lijkt mij dan heel simpel
met een soort digitaal speed daten achter te komen. Ik zou niet weten
of het haalbaar is, maar we zouden ook met zn allen, die
driedrieënveertigers dus, maandelijks alle Staatsloten op kunnen kopen
met 343 als eindcijfers. Tussen al die driedrieënveertigers is er
ongetwijfeld een bolleboos in wiskunde die daarvoor een kansberekening kan
maken. Zo zullen er best ook meerdere creatievelingen binnen de groep zijn, die
het doel van onze (343) community meer gestalte kunnen geven. Het
leuker kunnen maken en verder kunnen uitbuiten.
In commerciële zin lijkt mij er
sowieso ook wat mee te doen. 343 staat immers voor een hele grote groep
mensen, waaronder veel gezinnen. Allemaal consumenten, die gezamenlijk een
importante inkoopgroep kunnen vormen. Hun 343-pasje moet toch goed zijn voor
forse kortingen bij de gasleverancier, bij benzinestations, de opstal- en
inboedelverzekering voor numero 343 en ga zo maar door. Want samen sta je sterk,
nietwaar.
Ach, het lijkt me gewoon leuk om
een positieve draai te kunnen geven, aan het feit dat we met z'n allen maar
een nummer zijn.
Het is een rare gewaarwording om hartje
zomer omringd te zijn door maar liefst vier Prinsen Carnaval. Nog maar een
fractie van het aantal die op de muur waren geportretteerd. Ik zat in een heuse
Prins Carnavalburcht. Een kroeg in het zuiden des Lands. Die dag had ik er een
fantastische wandeltocht gelopen en had, speciaal daarvoor een kamer in de
omgeving geboekt. Niet alleen om van de zonovergoten dagen te genieten, maar om
s avonds ook een lekker biertje onder de Limburgers te drinken. Dat deed ik in
het café waar die middag ook start en finish van de wandeltocht was. Het was mij
toen al opgevallen dat er heel wat fotos hingen van Prinsen Carnaval. Hier
moest het wel een carnavalspaleis zijn, waar het s avonds ongetwijfeld
goed toeven is. Leuk om eens in het hart van de echt dol dwaze februaridagen te
zitten.
Om snel aansluiting bij de cafégangers te
krijgen had ik, zoals voor mij gebruikelijk, voor een plekje aan de riante bar
gekozen. Ondanks dat het nog maar net zeven uur was, was de bar behoorlijk
bezet. Leek het op een uit de tijdgelopen bitteruurtje, zeker
als je de bierdrinkers daarbij aanschouwde. Naast mij zat, naar ik m hoorde
aanspreken, Sjefke. Een dialectrijk prater. Verrassend genoeg richtte hij zich
plotseling tot mij in bijna perfect Nederlands. Je verstaat ons zeker niet
Ollander?Nee, niet zo goed, ik weet alleen dat jullie het over een paar mooie
vrouwen hebben. Er volgde een lachsalvo. Ja das niet moeilijk te
raden, Ollander, het gaat aan de bar altijd over drank, vrouwen en motoren. Waar
komt u eigenlijk vandaan?Uit Den Haag, noemde ik voor het
gemak maar mijn geboortestad. Ahh, een prachtstad, als jongen logeerde ik
daar vaak bij mijn neefje. Vandaar dat je zo goed Hollands spreekt,
complimenteerde ik hem als beloning voor het pilsje wat namens hem voor mij
werd neer gezet. Proost!
Ik liet voor het ploegje mannen later ook
een biertje neerzetten, want waar zij konden betrokken zij mij in hun verhalen.
Gelukkig lach ik makkelijk, wat mij bij de onverstaanbare teksten goed
van pas kwam. Soms begreep ik ze, soms lachte ik mee.
Inmiddels waren er al heel wat
biertjes van steeds weer een nieuwe afzender neergezet. Ik viel in het pulletje,
wat ik ongetwijfeld aan mijn Haagse tongval heb te danken. Met dank aan Koot en
Bier, of misschien wel aan Barbie, Sterretje en Joker van Oh Oh Cherso.
De klappen op mijn schouder konden niet uitblijven. Je moet hier met
Carnaval komen Ollander, werd er al een volgende ontmoeting geopperd. Voor
mij een mooi moment om over al die Prinsen Carnaval aan de muur te beginnen. In
een kakofonie aan Limburgse teksten kreeg ik van bijna alle mannen tegelijk
uitleg over die Prinsen en deze kroeg. Zo, zo een echt Prins
Carnavaldomein. Een betiteling die de Limburgers met opnieuw een biertje
beloonden, niet nadat de vier Prinsen Carnaval van de laatste jaren zich aan mij
hadden voorgesteld. De anekdotes bleven toen ook niet uit, met natuurlijk een
hoog drank-vrouwen-en-motorengehalte. Kom volgend jaar nou maar gewoon hier
naar toe! Oké, maar dan wil ik wel de Prins Carnaval zijn, Prins Kroondomein
de eerste. Nadat ik die naamskeuze had verklaard leek de deal te worden
gesloten. Tenminste, ik kreeg weer zon flinke klap op mn schouder. We
houden een fotolijstje voor je leeg Ollander.
Nu ik noodzakelijkerwijs hoofdinkoop van
mijn kroondomein ben geworden, krijg ik steeds meer verstand van de
aanbiedingenwereld. En eigenlijk ben ik teleurgesteld in dat fenomeen.
Met mijn daadwerkelijke pensioen in het vooruitzicht, ging ik de laatste tijd
veel meer op de koopjes van de week letten. Pompte mijn fietsbanden
voldoende hard op om een wekelijkse toer langs de supermarkten te maken om daar
de aanbiedingen weg te slepen. Zo deed mijn schoonmoeder zaliger het jaren
geleden ook. Zij croste half Den Haag door om zo uit haar huishoudportemonnee
het maximale aan rendement te halen. Zo wilde ik dat ook gaan doen. Leek mij
zelfs leuk om mijn dagelijkse boodschappen per fiets uit mijn regio te vergaren.
De extra lichaamsbeweging is daarbij dan al mooi op voorhand meegenomen.
Alvorens met de aanbiedingentour van start
te gaan, heb ik mij de laatste weken via de pakken folders, die met een steeds
hardere klap op mijn deurmat vallen, georiënteerd. En daar ligt nou juist mijn
teleurstelling. Want, het is helemaal niet meer nodig om je stad door te toeren.
Zoals een omroep Veronica komt naar je toe jaren heeft gescandeerd,
zo komen de aanbiedingen tegenwoordig ook naar je toe. Een koopjestoer
is een achterhaald fenomeen, ondanks dat de supermarkten ons dat nog graag doen
geloven. Zo zei Plus Supermarkt met Page Wc-papier de goedkoopste te zijn, 40
rollen van 12,49 voor slechts 9,99. Maar ook Deen liet zich niet onbetuigd,
dezelfde Page slechts voor 7,99. Uhh, nou ja, dan voor 32 rollen. Niet geheel
op mijn achterhoofd gevallen, ging ik van beide aanbiedingen de stuksprijs
uitrekenen. Verrek, beide koopjes kwamen uit op een kwartje per rol.
Nu ik eenmaal constateerde dat de
van/voortjes bij meerdere supermarkten worden aangeboden, let ik hier
extra op bij het doornemen van de folders, met als conclusie dat mijn fiets in
de schuur kan blijven staan. Heden ten dage bieden de merkfabrikanten via
meerdere supermarkten hun producten afgeprijsd aan en om ons dan zand in de ogen
te strooien laten zij de verpakkingen variëren. Mag dan blijken dat je eigen
supermarkt die aanbiedingen niet heeft, is dat nog steeds geen reden om op
je fiets te springen. Het is een kwestie van even afwachten. Geheid dat die
koopjes een weekje later daar dan weer langs komen.
Jammer, ik had zo graag wekelijks op
koopjestournee gegaan.