1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Donderdagvond is de tweelingzuster van mijn
moeder, op 88 jarige leeftijd, na kortstondig (pijn) lijden, vredig ingeslapen.
Overigens 20 jaar na haar paar minuten jongere zus.
Vrijdagochtend werd mijn zus, nog net niet
van haar bed gelicht, door de politie bezocht met de mededeling dat het lichaam
van onze tante Kini door Justitie in beslag was genomen. Zij zou minstens een
nacht in een politiecel moeten doorbrengen. In een vriescel, mag ik hopen. Een
forensisch arts zou haar onderzoeken, om te bepalen of er sprake van een
onnatuurlijke dood zou kunnen zijn, wat er dan weer toe kan leiden dat de
Officier van Justitie tot een vervolging over kan gaan.
Mijn zusje, nota bene het petekind van mijn
tante, was zich natuurlijk te pletter geschrokken en hing bij mij vol ongeloof
aan de lijn. Dan is het toch lastig dat je op zon moment niet even bij elkaar
kan binnenlopen. 200 Kilometer uit elkaar wonen blijkt, naar mate je ouder
wordt, een jammerlijk gegeven te zijn. Niet in de laatste plaats doordat
Kieneke, mijn zus dus, ons ook heel graag in onze moeilijke tijden lijfelijk wil
bijstaan.
Maar goed, nu ging het dus even om
mysterieuze zaken rond de dood van mijn tante. Ook ik geloofde mijn oren niet.
Mijn tante postuum opgebracht, weliswaar niet als dader maar als slachtoffer.
Onwillekeurig moest ik er aan denken hoe zij, nu in het hiernamaals, in een deuk
moest liggen van het lachen. Zij was gek op sensatie en politieactiviteiten.
Uren heeft zij via de politieband onrustig Den Haag gevolgd. Kwam later
in het Brabantse Best zelfs recht tegenover het politiebureau te wonen. Het
forensisch onderzoek zal zij ongetwijfeld met veel genoegen hebben
ondergaan.
Voor ons lag deze sensatie heel anders.
Sowieso voor mijn zus, die tante Kini niet alleen naar Limburg heeft gehaald,
voor haar een aangenaam plekje in een seniorencentrum had geregeld, maar ook
alle sores van haar op zich heeft genomen. Door de grote afstand geëxcuseerd kon
ik het maandelijks met een persoonlijk kaartje afdoen.
Naar mate het telefonisch verslag van mijn
zus gedetailleerder werd, bekroop mij toch een raar gevoel. Ik ging het verhaal
van mijn zus verdacht vinden. Nou heb ik jaren de boekhouding van mijn tante
gedaan, dus wist ik maar al te goed dat niemand zich aan haar zou kunnen
verrijken. Maar toch. Ik herinnerde mij ook dat het grote eiken wandmeubel van
mijn tante een geheime lade moest hebben waar, wie zal het zeggen, een
fiks bedrag aan contanten in zou kunnen liggen. Kunnen hebben liggen, dus. Zou
mijn tante, tijdens heldere momenten, misschien om dát geld hebben gevraagd?
Het verslag van mijn zus kwam eigenlijk wel heel makkelijk over haar lippen.
Bijna als een ingestudeerd verhaal. Ineens vond ik het heel vreemd dat zij, rond
het tijdstip van het overlijden, mij uitvoerig vertelde hoe gezellig zij een
wijntje met een vriendin heeft zitten drinken. Het woord alibi vloog
mijn Dikke Van Dale uit. Ik schrok van mijn eigen gedachten.
Alsof zij mijn gedachten heeft kunnen lezen,
maakte zij de grap dat ik ongetwijfeld de recherche ook op bezoek zal
krijgen. Zij zullen wel benieuwd zijn naar alle financiële transacties die ik
ooit voor mijn tante heb gedaan. Door mijn lichte paniekaanval herkende
ik de grap niet meer. Als het al komisch was bedoeld?! Koortsachtig scande ik
mijn herinneringen af om voor de geest te halen waar ik donderdagavond
was. Jemig, thuis, alleen met mijn Truus. Zonder een formeel alibi. Nog
diezelfde ochtend fietste ik naar de bioscoop om minutieus de stoep in directe
omgeving af te zoeken naar een weggegooid, gebruikt kaartje van de voorstelling
van donderdag 21:00 uur. Ik had geluk, mijn alibi heet: Transformers, Dark of
the Moon.
Toen mijn zus in de loop van de dag
nog eens belde, stond ik haar in alle rust en zelfverzekerd te woord. Ook zij
klonk opgelucht. Naar bleek, doordat zij door de politie verder was
geïnformeerd. Het forensisch onderzoek richtte zich volledig op de medische zorg
die tante Kini bij ziekenhuisopname heeft gekregen of moest ontberen. Voor
kenners: Door een val was haar beenwond verworden tot het Logesyndroom.
Daardoor heeft tante Kini de laatste paar
weken van haar leven onnodig veel pijn gehad. Triest dat dit haar nog moest
overkomen. Wij hopen dan ook van harte dat de postume sensatie dit voor
haar een beetje heeft goed gemaakt.
Met onze lesloze dansvereniging The Dancing
Shoes (blog 28.11.10), maakten we elk jaar een uitstapje met een touringcar,
waarvoor Gerard zich ook had ingeschreven. Tot onze grote verbazing overigens,
want Gerard was Jehova Getuige en mocht van zijn moeder helemaal niet met ons
optrekken. Die zondag was iedereen dan ook in de bus gestapt, behalve Gerard.
Zou zijn moeder dan toch hebben begrepen, dat hij naar The Dancing Shoes zou
gaan?!
We waren inmiddels van de Soestdijksekade
vertrokken, richting Rijswijk, waar de tweede ploeg zou worden opgepikt.
"Stop, stop, daar komt Gerard" en ja hoor achter onze bus reed er een
brommerfietser aan, wild zwaaiend, met vistuig om z'n nek. De bus stopte, Gerard
stalde z'n brom tegen een boom en kwam breed lachend op ons af. "Wat heb jij
nou voor hengels bij je, we gaan toch niet vissen?", was natuurlijk de
eerste vraag die hem werd gesteld. "Ach ik mocht natuurlijk van mijn moeder
weer niet naar The Dancing Shoes, daarom heb ik m'n hengel gepakt en gezegd dat
ik ging vissen". Onder buldergelach stapte hij de bus in en kwam naast
Netty zitten, ons lelijkste ledenmeisje dat moeilijk anschluss met de anderen
had.
Het werd weer een dolle dag. Trouwens ook
voor Netty, die zich prima met Gerard vermaakte. Als wij een consumptieve stop
maakten, zochten zij beiden de luwte op. Die avond, toen wij ons dagje uit met
een dansparty afsloten, waren Netty en Gerard niet van de dansvloer af te slaan.
Zo werden zij ons spraakmakend liefdespaar van de dag. Later zelfs van
het jaar, toen wij vernamen dat Netty zwanger zou zijn.
Gerard, die dacht dat het bij dat ene
amoureuze dagje zou blijven, kreeg de schrik van z'n leven. Want zo leuk vond
hij Netty nu ook weer niet. Toch droeg hij, als Jehova Getuige, manmoedig zijn
lot en trouwde Netty. Maanden nadien bleek Gerard bot te hebben gevangen. Nelly
bleek namelijk nooit zwanger te zijn geweest. Zij wilde zo alleen maar het loze
vissertje aan de haak slaan. Voor haar een goede vangst, die door de wetten van
Jehova Getuigen niet ongedaan kon worden gemaakt. Omwille van zijn vrijheid, is
Gerard toen écht van het vissen gaan houden.
Over Truus valt niet veel meer te melden dan
dat zij, door de val van afgelopen maandag, nog steeds verrekt van de pijn. Door
onze huisarts, die twee wekelijks langs komt, is een zware kneuzing
geconstateerd. Het moet dan heten dat zij van geluk moet spreken,
dater geen ribben zijn gebroken. Het zal wel, hoewel wij dát
geluk niet als zodanig hebben ervaren. Zij verrekt al vier dagen van de
pijn, heeft daarvoor een andere pijnbestrijdingmix aan medicatie gekregen,
waarvan wij maar moeten hopen dat het eindelijk gaat werken. Truus accepteert
het gelaten en vertrouwt op verbetering in de aankomende dagen. Haar opgeruimde
karakter heeft zekerenvast geen deuk opgelopen. Iets waaraan ik mij
weet op te trekken.
Inmiddels heb ik geaccepteerd dat wij
mannen, nou ja ik in ieder geval, het zwakke geslacht blijken te zijn.
Daarmee is mijn excuus geboren, voor het feit dat ik nauwelijks iets weet te
bloggen. Ik beroep mij er op dat er momenteel bij mij niet veel meer dan één
hersencel goed functioneert. Om toch te bloggen, zocht ik gisteren mijn
escape in anekdotes binnen mijn Kroondomein. Zoals ik dat vandaag opnieuw doe en
dat zo nodig ook in de toekomst zal doen:
Het onwillige
eitje.
Met de
regelmaat van de klok kwam mijn opa vanuit Haarlem met zijn simplex-eitje (een
soort solex) naar Den Haag snorren, waarmee hij zo'n twee liter benzine
verstookte. Zo niet die ene keer, toen hij veel zuiniger had gereden. Zijn eitje
wilde maar niet aanslaan, zodat opa tot aan de Haarlemse stadsgrens het motortje
al fietsend enige rust gaf, om daarna het torretje opnieuw aan de praat proberen
te krijgen. Wederom zonder resultaat.
Zo fietste hij het ene moment met het
motortje in de rust stand, om 'm het andere moment weer aan te willen jagen.
Juist dat starten, waarbij de motor op de band werd gezet, was een uiterst
vermoeiende bezigheid. Het eitje bleef het vertikken om aan te slaan. Eenmaal
fietsend Den Haag binnen gereden, werd hij door een leuk jong ding aangehouden.
"Ach meneer, wilt u even naar m'n brommer kijken. Hij wil niet
starten." Met ruim 50 loodzware kilometers in de benen, heeft alleen God
hem horen brommen.
De leuke meid in ons gezelschap werd door
een wat slungelige knaap ter dans gevraagd, waardoor zij halverwege "Let's Twist
Again" de dansvloer betrad. Nauwelijks in het juiste ritme gebracht, werd de
danspas door Marc Anthony getemporiseerd. Kennelijk beschouwde de leenknaap het
"You Sang To Me" als een vrijbrief om behaaglijk tegen zijn danspartner aan te
kruipen, waarbij hij zijn handen royaal onder de heupen voorwaartse druk liet
uitoefenen. Iets wat zijn dansdate zich slechts voor één moment liet
welgevallen.
Zonder demonstratief haar weerzin te tonen,
fluisterde zij in zijn oor: "Mag ik een pepermuntje van je?" "Pepermuntje?,
heb ik niet..." "Oh, is het een rolletje drop wat ik voel?!" Op gepaste
afstand werd de dans afgemaakt, bracht de slungel ons vriendinnetje terug naar
haar plaats, om de rest van de avond ver van de dansvloer te blijven.
Zoals eerder voornemens, hebben wij vandaag
de Nederlandse Spoorwegen concurrentie aangedaan. Doordat we mijn vrouw haar
voordeelabonnement hadden opgezegd, waarmee wij twee maandelijks een
NS/Stadswandeling maakten, ging vandaag het alternatief in. Tijdens een
zonovergoten dag maakten wij een stadswandelboottocht in
Giethoorn.
Ongelooflijk dat wij dat nooit
eerder hebben gedaan. Bijna op Japanse manier zijn wij wel eerder in Giethoorn
geweest, hebben natuurlijk de beroemde kroeg Fanfare aangedaan en wat
rondgelopen. Dit keer dus met de boot, waarbij captain Jack met grappen
en grollen veel van de historie vertelde. Absoluut de moeite waard. Je bent
gek als je zon trippie ook niet eens gaat maken. Heel Nederlands dan ook
maar even de financiële kant van zon boottocht. Schrik niet, voor 5,= per
persoon inclusief een kop koffie, ben je ruim een uur letterlijk van de straat.
Op het water dus.
De afloop was voor ons echter een grote
domper, wat aan de afsluiting van het tv programma Dit was het Nieuws
deed denken: Gelukkig hebben we de fotos nog. Omdat wij voorin
de boot zaten, om maar niets te missen, gingen wij ook als laatste van boord.
Truus stond inmiddels op de buitenkant van de boot om op de kade te
stappen. Ik boog mij voorover om een tip in de klomp van captain Jack te
stoppen.
Een logge medepassagier voor ons had zoveel
moeite met van boord komen, dat hij als een soort aftrap de boot een douw gaf.
Truus, door verzwakking wat onvast op haar benen, kwam daardoor vreselijk lelijk
ten val. Sloeg terug de boot in, met haar rug op de harde bankjes.
Mag haar verdomme dan niets bespaard blijven?! Ik baal er nog
steeds van dat ik juist op dat moment in financiële zin captain Jack onze
waardering voor de boottocht wilde tonen.
Maar misschien had captain Jack, bij het
uitmonsteren van zijn passagiers, beter op moeten letten. Hoe dan ook,
Truus was op een meedogenloze manier de dupe van deze gebeurtenis. Onze
geweldige ervaring is hiermee ontzettend overschaduwd. Vind ik ., zo niet mijn
Truus. Zij genoot van haar Giethoorntrip, ondanks de desastreuze afloop.
Het
lijkt er op dat zij een fikse (rug)kneuzing heeft opgelopen. Inmiddels heeft zij
daarvoor al twee (van de maximale vier) extra pijnstillers genomen.
Morgenochtend, omdat Truus dat niet eerder wil, zullen wij zo nodig onze
huisarts consulteren.
Met ongekende moraal, waar
menig vent jaloers op kan zijn, wilde zij de planning van onze dag verder niet
verstoren. Oké, we zijn wat eerder uit Giethoorn vertrokken, zonder gezellig nog
even een terrasje aan te doen. Maar, onder geen voorwaarde accepteerde zij dat
wij zouden afzien van vlees grillen in de tuin.
Die afspraak maakten wij voor
het moment dat het lekker tuinweer zou worden. Truus kan namelijk geen
vleesbaklucht in huis meer verdragen, vandaar haar goede alternatief: Grill
dan lekker een biefstukkie in de tuin, dat mag wel weer eens na een kwartaal
kant-en-klaar maaltijden, was haar aansporing voor het eerste de beste
moment. Mijn tegenwerping dat kant en klaar heel goed te eten
valt, kwam aan overtuigingskracht te kort. Samen kochten wij het vlees in. Op
advies van onze fantastische slager werd het overigens een entrecote, waarmee
mijn vleselijke lusten, bij wijze van babbelen, orgastisch werden bevredigd.
Truus nam mij deze zelfbevrediging absoluut niet kwalijk. In tegendeel.
Wanneer wordt haar nou eens een meevallertje gegund?!