
Donderdagvond is de tweelingzuster van mijn
moeder, op 88 jarige leeftijd, na kortstondig (pijn) lijden, vredig ingeslapen.
Overigens 20 jaar na haar paar minuten jongere zus.
Vrijdagochtend werd mijn zus, nog net niet
van haar bed gelicht, door de politie bezocht met de mededeling dat het lichaam
van onze tante Kini door Justitie in beslag was genomen. Zij zou minstens een
nacht in een politiecel moeten doorbrengen. In een vriescel, mag ik hopen. Een
forensisch arts zou haar onderzoeken, om te bepalen of er sprake van een
onnatuurlijke dood zou kunnen zijn, wat er dan weer toe kan leiden dat de
Officier van Justitie tot een vervolging over kan gaan.
Mijn zusje, nota bene het petekind van mijn
tante, was zich natuurlijk te pletter geschrokken en hing bij mij vol ongeloof
aan de lijn. Dan is het toch lastig dat je op zon moment niet even bij elkaar
kan binnenlopen. 200 Kilometer uit elkaar wonen blijkt, naar mate je ouder
wordt, een jammerlijk gegeven te zijn. Niet in de laatste plaats doordat
Kieneke, mijn zus dus, ons ook heel graag in onze moeilijke tijden lijfelijk wil
bijstaan.
Maar goed, nu ging het dus even om
mysterieuze zaken rond de dood van mijn tante. Ook ik geloofde mijn oren niet.
Mijn tante postuum opgebracht, weliswaar niet als dader maar als slachtoffer.
Onwillekeurig moest ik er aan denken hoe zij, nu in het hiernamaals, in een deuk
moest liggen van het lachen. Zij was gek op sensatie en politieactiviteiten.
Uren heeft zij via de politieband onrustig Den Haag gevolgd. Kwam later
in het Brabantse Best zelfs recht tegenover het politiebureau te wonen. Het
forensisch onderzoek zal zij ongetwijfeld met veel genoegen hebben
ondergaan.
Voor ons lag deze sensatie heel anders.
Sowieso voor mijn zus, die tante Kini niet alleen naar Limburg heeft gehaald,
voor haar een aangenaam plekje in een seniorencentrum had geregeld, maar ook
alle sores van haar op zich heeft genomen. Door de grote afstand geëxcuseerd kon
ik het maandelijks met een persoonlijk kaartje afdoen.
Naar mate het telefonisch verslag van mijn
zus gedetailleerder werd, bekroop mij toch een raar gevoel. Ik ging het verhaal
van mijn zus verdacht vinden. Nou heb ik jaren de boekhouding van mijn tante
gedaan, dus wist ik maar al te goed dat niemand zich aan haar zou kunnen
verrijken. Maar toch. Ik herinnerde mij ook dat het grote eiken wandmeubel van
mijn tante een geheime lade moest hebben waar, wie zal het zeggen, een
fiks bedrag aan contanten in zou kunnen liggen. Kunnen hebben liggen, dus. Zou
mijn tante, tijdens heldere momenten, misschien om dát geld hebben gevraagd?
Het verslag van mijn zus kwam eigenlijk wel heel makkelijk over haar lippen.
Bijna als een ingestudeerd verhaal. Ineens vond ik het heel vreemd dat zij, rond
het tijdstip van het overlijden, mij uitvoerig vertelde hoe gezellig zij een
wijntje met een vriendin heeft zitten drinken. Het woord alibi vloog
mijn Dikke Van Dale uit. Ik schrok van mijn eigen gedachten.
Alsof zij mijn gedachten heeft kunnen lezen,
maakte zij de grap dat ik ongetwijfeld de recherche ook op bezoek zal
krijgen. Zij zullen wel benieuwd zijn naar alle financiële transacties die ik
ooit voor mijn tante heb gedaan. Door mijn lichte paniekaanval herkende
ik de grap niet meer. Als het al komisch was bedoeld?! Koortsachtig scande ik
mijn herinneringen af om voor de geest te halen waar ik donderdagavond
was. Jemig, thuis, alleen met mijn Truus. Zonder een formeel alibi. Nog
diezelfde ochtend fietste ik naar de bioscoop om minutieus de stoep in directe
omgeving af te zoeken naar een weggegooid, gebruikt kaartje van de voorstelling
van donderdag 21:00 uur. Ik had geluk, mijn alibi heet: Transformers, Dark of
the Moon.
Toen mijn zus in de loop van de dag
nog eens belde, stond ik haar in alle rust en zelfverzekerd te woord. Ook zij
klonk opgelucht. Naar bleek, doordat zij door de politie verder was
geïnformeerd. Het forensisch onderzoek richtte zich volledig op de medische zorg
die tante Kini bij ziekenhuisopname heeft gekregen of moest ontberen. Voor
kenners: Door een val was haar beenwond verworden tot het Logesyndroom.
Daardoor heeft tante Kini de laatste paar
weken van haar leven onnodig veel pijn gehad. Triest dat dit haar nog moest
overkomen. Wij hopen dan ook van harte dat de postume sensatie dit voor
haar een beetje heeft goed gemaakt.
Tante Kini, rust zacht.
|