Ik heb een paar dagen niet kunnen bloggen.
Dat komt omdat ik in het hotel in een buitenwijk van Bangkok maar af en toe
bereik heb op Internet. Bij de balie, wat tevens de bar is, heb ik mij daar al
over beklaagd, maar met bijna een geniepige glimlach werd mij in gebrekkig
Engels verteld dat in heel Thailand het vaak moeilijk is om op internet te
komen. Aardig genoeg schoof de man mij onder zijn betoog een biertje
toe.
Het is beter om eerst je e-mail
in Word te schrijven, dan kan jm altijd later met knippen en plakken
doormailen. Scheelt je een hoop ergernis. De man aan de andere kant van de
bar had ik nog niet eerder opgemerkt en hij verraste mij nog eens extra door me
in mijn landstaal aan te spreken. Als vreemde eend in de Thaise bijt ben ik toen
even naast hem aan de bar gaan zitten.
Uit zijn breedvoerige verhaal maakte
ik op dat hij een echte Thailandganger is, hij normaal in het Westlandse
Poeldijk woont, altijd alleen is gebleven, maar hier veel vriendinnen heeft
opgedaan. Nadat hij zijn tuinderij op zn zestigste had verkocht, logeert hij
minstens twee keer per jaar in dit hotel. Weet je, ik heb hier zoveel
vriendinnen gemaakt, dat ik best bij hun thuis kan slapen. Maar ja, ik wil me
gewoon niet binden. Vrijheid, blijheid En ze meenemen naar Nederland doe ik
helemaal niet, ga op mijn leeftijd toch niet voor gek lopen, met zon Thai-Thai
poppetje aan mn arm.
Nu had hij een gevoelige snaar geraakt. Want ondanks dat
ik mij, met het boeken van deze reis, had voorgehouden er een echte culturele
vakantie van te maken, keek ik stilletjes toch naar een leuk vrouwtje uit.
Maar ja, thuis met zon Thais mokkeltje aan mn arm?!
Maar iedereen moet doen waar ie
zin in heeft, hoor, haalde de Poeldijker mij uit mn overpeinzing.
Als je een leuk vrouwtje zoekt, vanavond heb ik hier een afspraak met een
paar vriendinnen. Gewoon gezellig wat drinken, je weet hoe dat gaat, liet
hij het meer dan dat met een vette knipoog blijken. Ik zal wel
kijken, ik ga eerst even die stadstour maken, hing ik toch nog de in
het land geïnteresseerde toerist uit. Je bent altijd welkom,
riep hij mij nog na.
Die avond was ik nieuwsgierig genoeg om even
naar de bar te lopen en ja hoor, Paul, want zo heet die gepensioneerde
tomatenkweker, was daar al omringd met leuk, jong vrouwenvolk. Direct toen hij
me in het vizier kreeg, wenkte hij mij. Een voor een werden de vrouwtjes aan mij
voorgesteld en ik moet zeggen, de ontvangst was allerhartelijkst. De verpozing
van die avond kende een steeds verder oplopende gezelligheid. Op een gegeven
moment kwam ik aan de praat met twee vrouwen, één van een jaar of 28, de ander
een heel stuk ouder. Dat bleek haar moeder te zijn. Yindee, zoals zij van 28
heet, toonde veel belangstelling voor mijn afkomst. Zij was de oudste van acht
kinderen, had een aantal baantjes in de horeca gehad, maar had de laatste
maanden geen werk meer. Bij een volgend drankje, waarop ik de twee dames
trakteerde, kreeg ik als dank een lichte streling over mijn bovenbeen. Yindee,
wat geluk of welkom betekent, kwam wat dichterbij mij staan,
leek een meer omfloerste stem te krijgen. De verdere conversatie ging steeds
meer richting het samen terug gaan naar Nederland. Want zij vond
mij zo leuk. Toen zij haar moeder dat in haar landstaal vertelde, denk ik
dan, knikte mam heftig met een niet te vergeten glimlach op haar gezicht.
Mijn Poeldijkse vriend had inmiddels
stilletjes de bar verlaten, waarbij ik vermoed dat de rest van het gezelschap
met hem was meegegaan, voor datgene zijn vette knipoog mij deed
geloven. Nu ik alleen met die op zich wel leuke dames was overgebleven, voelde
ik mij toch wat ongemakkelijk. Ik begon wat te geeuwen, vertelde dat het toch
een hele reis was vanuit Holland en dat ik naar mijn bedje verlangde. Yindee
beantwoorde dit met een iets meer dan licht fysiek contact. Ik kan wel
alleen naar huis hoor, verduidelijkte moeder verder de situatie. O jee,
deze directheid, een kenmerk die een Hagenaar altijd wordt toegedicht, deed
zelfs mij schrikken. Ik wilde het, in ieder geval de eerste dagen van mijn
vakantie, toch eerst maar bij mijn culturele ontdekkingen van onschuldige
aard houden. De Thaise had zichtbaar meer enthousiasme van mij verwacht,
maar rekende de volgende dag zeker op een herkansing.
Na een vlotte Thaise conversatie tussen
moeder en dochter, nodigde Yindee mij uit om morgen tegen de avond naar hun huis
te komen. Ik wil je ook wel hier van het hotel opkomen halen hoor
Moeder knikte, met wederom een ontwapende glimlach, uitnodigend. Ik weet
nog niet wat ik morgen op het programma heb staan. Want het is immers een
georganiseerde reis met een aantal excursies, hield ik met het leugentje
voor bestwil de boot nog even af. Ik kom morgen wel naar het hotel, dan
zien we wel, nam Yindee afscheid, niet zonder mij een welterustenkus
te geven, die mij bijna deed besluiten haar toch op mijn kamer uit
te nodigen.
Gelukkig was ik sterk genoeg. Voor dit
moment tenminste. Zodra ik morgenavond weer op internet weet te komen, zal ik
mijn verhaal vervolgen. Schijnt de zon nu al in Nederland?
|