
Uitgelokt door onze regering staat er een actie op stapel van het onderwijspersoneel, wat mogelijk zelfs op een staking kan uitdraaien. Ik begrijp de actiebehoefte, maar zie minder in staken. Ben daar eigenlijk principieel tegen, wat misschien ook voort komt uit een ervaring van weleer.
Toen mijn politieke voorkeur nog volledig afhankelijk was van mijn carrière, inderdaad de VVD, werd ik door een Headhunter het socialistische dagblad Het Vrije Volk binnengeloodst. Daar was ik de eerste vreemde eend in de bijt. Mijn afwijkende mening was in mijn goed functioneren geen enkel probleem. Ook het contact met mijn collegas had daar totaal niet onder te lijden. Het tegendeel is waar, die vriendschappelijke collegialiteit ben ik nadien niet meer tegen gekomen. Alleen daarom al, blijf ik als Hagenees Rotterdam een warm hart toedragen, maar dit ter zijde.
Toch was er een moment dat er onderlinge spanningen ontstonden. Gek genoeg, doordat er stakingen uitbraken bij het Algemeen Dagblad (AD), de halve moeder van de krant. Tijdens een personeelsbijeenkomst werd ons gevraagd in te stemmen met solidair meestaken met het AD. Tijdens de stemmingsronde, met opsteken van handen, waren er negen collegas, waar ik er één van was, tegen die staking. De actie die toen volgde, heb ik mij destijds enorm kwaad overgemaakt. Met de gedachteflits, Wat een tering sausialiste, rechte ik mijn rug. Onder het motto dat voor en tegen niet goed was geteld, werd verzocht nogmaals je hand op te steken. Samen met nog een collega waren wij nu de enige twee die bij en wie is er tegen nog steeds hun hand opstaken. En dat geef ik je te doen
.
De krant kwam drie dagen niet uit. Ik kwam drie dagen niet aan de krant. Maar omdat mijn werkzaamheden voornamelijk buiten de deur plaatsvonden, hoefde ik mijzelf niet te verloochenen en bleef ik normaal aan het werk. Nadat alles weer normaal op gang was gekomen was de sfeer weer als vanouds. Het Unheimische gevoel van een staking ben ik echter nooit vergeten.
|