
Gisteren
leek het er even op dat ik in Amsterdam niet welkom was. Dit keer ging ik per
trein. In het Centraal Station wilde ik bij de poortjes uitchecken,
maar steeds kreeg ik de melding dat ik het opnieuw moest
proberen. De NS leek mij Amsterdam niet te gunnen. Uiteindelijk
bij een afgelegen paal kreeg ik toestemming uitgecheckt
verder te gaan.
De
hoofdstad deed ik aan om georganiseerd 25 kilometer door Oud-Amsterdam te
wandelen. Een jaarlijks terugkerend evenement. Wat is het toch een prachtstad.
Nergens in ons land is op zon grote schaal zoveel moois te zien. Mokum is éen
groot openluchtmuseum. En als je ze op de juiste wijze weet te benaderen, zijn
die Amsterdammers ook nog wel te pruimen. Je kunt dan zelfs plezier met ze
hebben. Kortom, het was weer fantastisch.
Mijn
terugreis was ik het zelf die niet de juiste handeling verrichtte, alvorens in
de al klaar staande trein te stappen. Ik vergat in te checken. Tja, dan moet je
keuzes maken. Of terug het perron op om alsnog in te checken, met de zekerheid
dat ik de trein kon nazwaaien, of het als zwartrijder er op gokken. (Nu ben ik
geneigd om, met pijltjes een halve pagina naar beneden te laten scrollen, om
daar pas het antwoord te geven. Min of meer om te testen of je mijn
eerlijk/oneerlijkheid juist weet in te schatten). Het bleef een neiging.
Ik
werd zwartrijder, met als escape nog in Sloterdijk of Castricum uit te stappen.
De conductrice was echter al drie keer vriendelijk lachend langs gekomen. Die
kan ik hebben, motiveerde ik mijn gedrag en bleef zonder gevolgen tot
mijn eindbestemming zitten. Niet ingecheckt in Amsterdam. Het valt ook niet mee
om van zon mooie stad afscheid te nemen.
|