 Jan en Elly, nu effe ouder, komen over uit Zuid-Afrika.
De nieuwe sociale media, zoals Hyves en Facebook, zijn toch wel een groot mirakel. Eerst word ik door mijn eerste buurtvriendje gevonden, waarmee ik de draad van veertig jaar geleden weer met veel plezier heb opgenomen. Half december kwam via Facebook mijn neef uit Zuid-Afrika digitaal bij mij binnen (blog 15.12.jl.). Ook dat wordt een weerzien, na pakweg 35 jaar.
De eerste keer dat neef Jan terug was in zijn geboorteland, heeft mij nog aan mijn eerste baan geholpen. Een job waar ik slechts als eendagsvlieg werkzaam ben geweest en daarvoor zelfs nooit die ene dag loon voor heb opgeëist. Omdat mijn neef toen de arbeidsbemiddelaar is geweest, zou het heel goed kunnen zijn dat ik, op juridische gronden, bij neef Jan die dag salaris nog op zou kunnen eisen. Ik denk daar dan toch maar van af te zien. Uiteindelijk geloof ik ook niet dat zijn familiedienst de start van een succesvolle loopbaan als intercedent is geweest, of dat hij daarna een uitzendbureau-imperium uit de grond heeft weten te stampen. Mocht dit wel zo zijn, en dat hoor ik binnenkort, dan zal er zeker nog een goed gesprek met hem volgen.
Voorlopig kijkt hij, met zijn beiden zussen, en wij uit naar een toch wel heel bijzonder weerzien. Halverwege de jaren vijftig zijn zij als kinderen met hun ouders naar Zuid-Afrika geëmigreerd. Tussentijds zijn zij wel terug geweest, maar dan eigenlijk min of meer in de kielzog van hun ouders, waarbij mijn ouderlijk huis een belangrijke ontmoetingplaats was.
Zowel zij als wij (mijn zus en ik) hebben al lang geleden onze ouders ingeleverd. Het is dus nu de beurt aan hun kinderen om er in afgeslankte vorm een familiereünie van te maken. En dat voelt heel raar en erg aangenaam tegelijk. Tiny, Elly en Jan vertegenwoordigen voor ons een belangrijk stukje familiegeschiedenis van mijn vaders kant, waar wij veel te weinig van afweten en waar naar we, door onze oplopende leeftijd, toch wel heel erg nieuwsgierig naar zijn.
Nog een aantal nachtjes slapen
|