Met lichte twijfel wil ik een oud Hollands versje citeren, waarbij ik de overweging van een gekuiste versie vrij snel liet varen, omdat dan het schokkende einde verloren gaat. Dit mag niet gebeuren omdat het opzegversje aanvankelijk liefelijk verloopt, vooral ook omdat de toehoorders per zin worden verzocht het na te zeggen. Overigens, was de afloop van het gedicht shocking, met name eind jaren vijftig van de vorige eeuw, toen het binnen de familiekring vol dramatiek werd voorgedragen. Hier komt het:
Er was eens een lief klein muisje gestorven (nazeggen) Had met het eten zijn maagje bedorven (nazeggen) Nu ligt hij daar, zijn ouders wenen (nazeggen) Het gaat je door je Godverdomme henen.
Aan dit dramatische gedicht werd ik herinnerd, door een onprettig voorval in mijn eigen tuin. Als laatste onderdeel van het winterse decor, hangt er in de boom nog een nootjesmand en vetbol voor de vogels, waar steeds minder op aan en af wordt gevlogen. Met verbazing zagen wij dat McBird nu, toch wel vrij hoog in de boom, door een muisje werd bezocht. Balancerend aan een tak zat hij zich te goed te doen aan de vetbol. Zijn omgeving scherp in de gaten houdend.

Het boommuisje was niet alleen ons opgevallen. Ook onze kater en poesje hadden hem in het vizier gekregen. Met grote belangstelling bekeken zij hoe het muisje zich te goed zat te doen. Lotta, het zwart/wit poesje, gunde het knaagdiertje uiteindelijk weer de verlangde privacy en zocht een beschut plekje om zich door de zon te laten warmen. Morro bleef gebiologeerd naar boven staren. Plots zag het muisje die grote katerkop, schrok, gleed uit en tuimelde naar beneden. Als een Edwin van der Sar opgevangen door de kater.
Wij waren daar niet alleen getuigen van. Zonder aan 112 te denken vlogen wij ons roofdier achterna, die kriskras door onze tuin sprintjes trok, met het slachtoffer tussen zijn kaken geklemd. Elk list die wij verzonnen werd doorzien. Lang heeft dit kat en muisspelletje niet geduurd. Toen wij hem te na kwamen, beet Morro door en vrat in drie happen het arme muisje op. Het is de natuur, hielden wij ons de verzachtende omstandigheden voor.
|