Het was een heel onwezenlijke, spannende ochtend. Om twaalf uur zou mijn vrouw de uitslag krijgen van de vreselijk nare onderzoeken. Bijna op de seconde liet de arts een patiënt uit, dus leek het uur U te zijn aangebroken. De zenuwen gierden door onze keel, doordat de muizenissen zo langzamerhand onze kop uit klapten. Angst had ons in de greep. Er werd een andere patiënt binnengeroepen, wat ons nog even verschoond hield van een eventueel naar bericht. Toen moest het er toch van komen.
Hoewel de inleiding van de arts uiterst vriendelijks was, begrepen wij direct dat er tegenvallers stonden aan te komen. Het is niet zinvol om een zware operatie te ondergaan, waarbij de slokdarm wordt verwijderd (?!), want er zijn ook elders plekjes geconstateerd. In bot en longen. Mijn vrouw had haar voeten stevig op de grond staan, haar yoga-foefje, en hoorde alles heel rustig aan, stelde zinnige vragen, terwijl ik volkomen was dichtgeklapt.
Maar we hebben nog een goeie mogelijkheid met een chemokuur en bestraling. Dit gaan we met de desbetreffende specialisten bespreken, dan weet u woensdag meer. En ja, dan gaan we wel zo spoedig mogelijk met u aan de slag, haastte hij er aan toe te voegen, toen hij de radeloze blik zag van mijn vrouw. Maar dan nog blijft het wederom vijf dagen van spanning, zonder dat er iets gebeurd. En dat vanaf begin maart af. Hoe sterk moet je dan zijn...
Toch nam mijn dappere vrouw bijna stoer afscheid: Wij zullen er voor knokken dokter. Een opmerking die lovenswaardig was, getuigt van haar wilskracht, maar voor mij erg ongelukkig uitkwam. Want juist op dat moment stond ik met tranen in mijn ogen. Nou niet bepaald een gelaatsuitdrukking waarbij mijn support overtuigend overkomt. U straalt positieve wilskracht uit mevrouw Kroon, daarmee heeft u al heel wat gewonnen, negeerde de arts mijn zwakke moment.
Eenmaal buiten het ziekenhuis, hadden we toch een raar gevoel van opluchting. We hadden een uitgesproken kloten bericht gekregen, maar het had erger gekund. Zo erg als het de laatste dagen in ons hoofd ronddoolde. We popelen om ons door de Ups en Downs heen te knokken. Wat maken die paar traantjes dan nog uit.
|