Eindelijk, na tien weken lijdend in de wachtkamer te hebben gezeten, werd mijn vrouw door de mdl-specialist (telefonisch) binnen geroepen. Aanvankelijk deed de man haar schrikken. Mevrouw Kroon, we zien voorlopig toch maar van bestralen en van een chemokuur af. Bij nader inzien geeft dat op kort termijn onvoldoende resultaat. Voordat dit bij Truus het meest slechte scenario opriep, ging de arts geruststellend verder: Onze eerste zorg moet nu zijn, dat u eerst weer kunt eten en drinken. Daarvoor zullen wij bij u operatief een buisje aanbrengen. Daarna gaan we volgens planning de kanker aanpakken.
Nadat het telefoongesprek was beëindigd deed Truus aan mij verslag en uit mijn reactie en later die van mijn zus, begreep zij toch een goed bericht te hebben gekregen. Ja, maar ik word wel voor een nacht uit huis geplaatst, trachtte ze luchtig haar angst voor ziekenhuisopname te verwoorden. Ja, Truus is nou eenmaal het prototype van een huisje-boompje-beestje-vrouw. Natuurlijk zag zij ook in dat het deze opoffering meer dan waard is. Het moest allemaal gewoon even bezinken.
Die kleine operatie vindt maandag aanstaande plaats. Geen narcose, maar net als een voorgaand onderzoek, is er niet meer dan een kan mij het nou schelen roesje nodig.
Opnieuw zijn we opgelucht. Meer dan dat, we hebben weer het volste vertrouwen in de toekomst. Want, eerlijk gezegd liep dit de laatste dagen toch sterk terug. NIETS kunnen eten en alleen maar melk en water kunnen drinken, met tientallen keren beetjes daarvan uit moeten spugen, is meer dan verontrustend. Vanochtend klapten we samen even in. Van achter mijn PC hoorde ik Truus, die in bed rechtop zat, steeds harder kreunen. En dan komt het absoluut niet in haar op om mij te roepen.
Mijn eigen initiatief daartoe leek zij aanvankelijk af te willen doen met Laat mij nou maar even. Uiteindelijk werd de pijn haar te veel en jankten we samen van onmacht. Als de donder heb ik toen een pijnstiller, van te groot formaat, tot poeier geslagen en haar met water op laten drinken. Wonderwel zakte de pijn toen terug tot dragelijk. Vanaf dat moment dwong ik bij haar af dat zij elke vijf uur door mij een pijnstiller te pletter laat slaan.
Ook al doordat de arts haar zei dat die pijnen nu heel normaal zijn, gaat het er op lijken dat Truus in het vervolg zich gelukkig niet meer onnodig groot zal houden. Ik ben nu ook toegelaten tot haar gevoelens tijdens haar, naar haar idee, meest zwakke momenten. De regie is niet meer als vanzelfsprekend in haar eigen handen.
Pure winst, voor het gevecht dat wij aan moeten gaan.
|