Het zal nog wel even aanduren, dat ik mijn
blog vaak aan Truus wijd. Tijdens haar ziekteperiode had ik één werkende
hersencel die daar alleen maar aan kon denken. Nu Truus er niet meer is, lijkt
het er op dat er bij mij weer enigszins aanwas van hersencellen is, hoewel die
ene nog steeds dominant aanwezig is. Ik laat het maar gewoon gebeuren.
Dat Truus toch niet een paar weekjes met
vakantie is, ga ik mij steeds beter realiseren, wat heel erg verdrietversterkend
werkt. Gisteren nog, met vrienden in de kroeg, vreselijk gelachen, maar ook
momenten gehad dat het nou-effe-niet-janken-pilletje niet werkte.
Gelukkig was ik binnen mijn aangename gezelschap niet de enige. Al met al was
het lekker om weer effe ouderwets gezellig mn hakken te kunnen
vullen. En natuurlijk kwam Truus haar afscheidsviering weer uitvoerig ter
sprake. Het doet mij ontzettend veel deugd dat, zoals ik dit inmiddels al vaak
heb gehoord, het uniek was en dat ik dat ook wel zo zou willen. Veel
van die iks heb ik al gehoord. Het lijkt er op dat Truus een trend heeft
neergezet. Geinig, komt ze misschien ooit nog eens in Wikepedia.
In praktische zin ben ik haar eeuwig
dankbaar, dat ze mij in korte tijd heeft weten om te scholen van
huishoudelijk onbenul tot een man van deze tijd die ook in het
huishouden weet aan te pakken. Heel gedisciplineerd werk ik wekelijks het
programma af. In ons huis mag het nooit zichtbaar worden dat Truus er niet
meer is. Tenminste, als er niet te veel op details wordt ingezoomd.
Koken is
echter een heel ander verhaal. Zon beetje zes maanden lang heb ik geleefd op
de kant-en-klaarmaaltijden van Albert Heijn. Dit, omdat Truus geen kookluchtjes
meer kon velen. Op zich was het allemaal goed te eten, maar dan is een half
jaar toch wel heel erg lang. Zo kon het gebeuren dat ik bijvoorbeeld op de
zomerzuurkoool maar een fikse lik mosterd streek om smaakverveling enigszins te
bestrijden.

In het na-Truus-tijdperk moest het er eens van komen dat ik
de AlbertHeijntjes zou afbouwen, om zelf maaltijden te bereiden. Zij
die mij écht kennen, weten dat ik daarbij langs de rand van het onmogelijke
balanceer. Geïnspireerd door de power van Truus liet ik mij niet kennen. Ik
sloeg in de supermarkt de kant-en-klaarmaaltijden over en ging rechtstreeks naar
de wok-produkten. Een Italiaanse groentenmix en Italiaanse aardappelpartjes in
combinatie met biefstukpuntjes werd mijn eerste gerecht aller tijden.
Door effe goed te kijken hoe de onderlinge woktijden zich verhielden, wist ik
precies op welk moment wat de wok in moest. Het uitgeperste teentje knoflook was
mijn eerste eigen inbreng bij een gerecht. O ja, met ook nog een paar extra
scheutjes olijfolie meende ik mijn eten te perfectioneren. Geloof me, ik heb
gesmuld.
|