Doordat ik het niet met mijn Truus kon vieren, had ik het met mijn 65e verjaardag natuurlijk behoorlijk te kwaad. Nu, twee dagen nadien, heb ik het opnieuw even moeilijk. Mijn gabbertje van weleer had nu 65 jaar moeten worden. Wij scheelden slechts twee dagen met elkaar. Op 14.2 schreef ik onder All in the Family al over Leo, zelfs met de overweging om nog eens een verhaal in concept verder uit te schrijven. Snuffelend in mijn verhalen, bleek dat het verhaal over Leo slechts een inleiding was tot datgene wat Alfred was overkomen. Een verhaal wat ik nooit heb afgeschreven.
Maatje Leo zou mij er zeker toe hebben aangespoord dat alsnog te doen. Sorry Leotje, daar heb ik helemaal geen zin in, waarna natuurlijk een concessie onder vrienden volgt. Een groot deel van dat concept publiceer ik daarom alsnog in Knetter. Daarbij moet ik dan wel vertellen dat binnen een deel van het verhaal ik Alfred ben, die na meerdere voorhoofdsholteoperaties door algemeen directeur Paul L. onheus werd bejegend. Zijn doel was het om mij alsongezond object de tent uit te flikkeren. Nico NSB-H. heeft hem daar met verve in bijgestaan, in de verwachting dat hij daar carrièretechnisch beter van zou worden. Uiteindelijk hebben die twee proleten zelf het veld (moeten) ruimen. Mijn eervolle ontslag volgde tien jaar later. Ondanks dat ik dit tuig heb overwonnen, ben ik toen natuurlijk niet onbeschadigd gebleven.
De setting van mijn verhaal is wel heel natuurgetrouw en ging als volgt:
Hij had veel beter verdiend, mijn maatje Leo, die veel te vroeg overleed. Het is heel gek om nagenoeg je eigen leeftijd, het scheelde maar twee dagen, ten grave te brengen. Maar, hoe verschrikkelijk de gebeurtenis ook was, er ontstond na de plechtigheid wel een reünieachtig feest, waarbij traditioneel de drank onder zijn maten rijkelijk zou gaan vloeien. Toen de koffiemetcaketijd door Leos vriendenbestand was weggedronken, gingen wij naar een van die ouderwets gezellige kroegen, waar anders dan ik, menigeen Leo heeft leren kennen. De lolmaker is niet meer. Door mijn redelijke moyenne van cafébezoek kende ik het merendeel van Leos maten. Vogels van allerlei pluimage. Zoals het rooie groenteboertje, die altijd voor een rotgeintje in was. De uitnemende, geslepen, vooral onterecht kakkerige beleggingsdeskundige, die na de rode beursnoteringen van 2003, ongetwijfeld in de goot is terechtgekomen. Vergeten en vergeven, moeten zij hem maar aan een baan bij de krant helpen. Bij de daklozenkrant dan wel.
Zo was Hans de notaris, destijds het altijd ladderzatte rijkeluis zoontje waarvan wij niet geloofden dat hij ooit werkstudent af zou zijn, een allerhartelijkste vent geworden, die zeker nog van een stevig biertje drinken hield. Maar die daarbij, ogenschijnlijk onbeschonken, veel interesse toonde in het wel en wee van zijn kroegmaten van weleer. Om automonteur Willem bleven we weer lachen, ondanks of misschien wel juist, doordat zijn moppenrepertoire al die jaren ongewijzigd is gebleven. Het werd weer ouderwets lol maken, met de kroegmaten van het vrije jongenstijdperk. Alleen Alfred leek veel van zijn humoristische spraakwaterval te zijn verloren. En dat, terwijl hij toch had bereikt, wat hij wilde bereiken, leraar Nederlands. Ik schoof hem een biertje toe en ging naast hem zitten, in de uiterste hoek van de bar. Heiho!, proostte Alfred, om met een beweegloze huig het biertje nagenoeg in een keer weg te spoelen. Nou Alfred, zuipen kan je nog wel, maar kennelijk heb jij je in de loop der jaren behoorlijk in het Nederlands verslikt, probeerde ik met een brede grijns Alfred uit zijn tent te lokken. Je rommelt verbaal nog steeds met jouw woordenboek, Kroontje, leek de Neerlandicus toch op gang te komen. Nou voor mij is die gein er voorlopig wel af, torpedeerde hij zijn eigen humor. Kom op man, zo beroerd is het leven toch ook weer niet.
Je ziet aan Leotje, hoe kloten en kort het leven ook kan zijn, probeerde ik het nog maar een keertje. Ach ja, Schrijvertje bleef lachen en weet je, daar kon ik ook zo vreselijk goed mee praten. Hij is eigenlijk de enige die weet wat ik allemaal heb meegemaakt. Ik begreep dat elke grap nu misplaatst zou zijn en hield mijn mond. Alsof dit in regie zo was bepaald, ging hij verder: Weet je vanaf mn 26e jaar heb ik Nederlandse les gegeven, op die kleine scholengemeenschap, bij de Bosjes van Pek. We hadden daar een vreselijk leuke club van leeftijdgenoten, met niet te grote klassen. Nu, bijna zes jaar geleden, werden we door een grote scholengemeenschap opgeslokt. In het begin leek alsof er niets voor ons ging veranderen, maar dat was slechts schone schijn. Na een jaar werd onze school gesloten en gingen wij op in de nieuwbouw van één groot scholencomplex, met een hufter van een vent als directeur. De ene na de andere collega werd door die kwal weggegriept, niet voordat ze eerst een tijdje met een burn-out thuis hadden gezeten. Gelukkig zijn zij stuk voor stuk nog goed terecht gekomen.
Maar waarom ga jij daar dan niet weg? vroeg ik min of meer verontwaardig. Ja kon dat maar. Ik moest in die tijd aan een hernia worden geopereerd, waarvoor ik een tijdje niet kon werken. Zo goed en zo kwaad het ging, heb ik de invallende collega vanuit huis zoveel mogelijk kunnen ondersteunen. Wat eerst nog erg op prijs werd gesteld. Toen ik weer eenmaal aan het werk ging, bleek er veel te zijn veranderd. Op de scholengemeenschap werkten er alleen nog maar jonge leerkrachten, die zich behoorlijk als yuppen gedroegen. Nico, mijn directe collega, die veel van mijn werkzaamheden had overgenomen, was inmiddels behoorlijk close met meneer de directeur. Er gingen zelfs geruchten dat hij binnen afzienbare tijd adjunct-directeur zou worden, om te zijner tijd de directeurspost over te nemen. Ik weet niet wat er van waar was. Wel merkte ik dat Nico onwaarschijnlijk was veranderd. Hij was totaal niet meer te vertrouwen. Weet je waarom hij trouwens nooit als NSBer is opgepakt? NOU? Alleen omdat hij ná de oorlog is geboren. Herbergier, geef hier nog eens twee biertjes,orderde Alfred met een cynische lach, waarna hij onverstoord zijn verhaal weer oppikte.
Tot zo ver mijn onafgemaakte verhaal, waarvoor ik als inleiding de hulp van Leo nodig had. Postuum heeft mijn maatje weer even veel voor mij betekend.
|